Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolaansluitingsrecht 2021 |
Citeertitel | Verordening rioolaansluitingsrecht 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1-1-2021
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 05-11-2020 | RIS 1158 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
gemeentelijk riool: het gedeelte van de riolering dat bij de gemeente in eigendom en / of beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen en persleidingen alsmede werken en installaties van overeenkomstige aard, inclusief de perceelaansluitleidingen; alsmede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater;
Onder de naam rioolaansluitingsrecht wordt een recht geheven ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag voor het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een perceel op de gemeentelijke riolering.
Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
Het recht is verschuldigd bij het in behandeling nemen van de aanvraag.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en invordering van het rioolaansluitingsrecht.
Artikel 10 Nakomen van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stbl. 1959,301) en de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.