Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Verordening grafrechten 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening grafrechten 2021
CiteertitelVerordening grafrechten 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening grafrechten 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening grafrechten 2020.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-12-2020nieuwe regeling

03-11-2020

gmb-2020-328695

20.049663

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening grafrechten 2021

De raad van de gemeente Schagen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2020, nr. ;

 

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en invordering van grafrechten 2021

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • -

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • -

    begraafplaats(en): de bij de gemeente in beheer zijnde gemeentelijke begraafplaatsen;

  • -

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of strooiveld;

  • -

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • -

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • -

    particuliere gedenkplaats: een plaats, ingericht om overledenen te gedenken;

  • -

    particuliere urnennis/monument: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    strooiveld: een aangewezen plek plaats waar as wordt verstrooid;

  • -

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1.

    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 4.1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    Andere rechten dan die bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 4.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 28 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de grafrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De “Verordening lijkbezorgingsrechten 2020” van 5 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening grafrechten 2021”.

 

Aldus besloten in de vergadering van: 3 november 2020.

De raad van de gemeente Schagen,

griffier

De heer G.E.P. Meijer

voorzitter

Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen

Bijlage 1: Tabel behorende bij de Verordening grafrechten 2021

 

Hoofdstuk 1

Verlenen en verlengen van rechten

 

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:

 

1.1.1

op een particulier graf voor de periode van 10 jaar

€ 920,00

1.1.2

op een particulier graf voor een periode van 20 jaar

€ 1.840,00

1.1.3

op een particulier graf voor een periode van 30 jaar

€ 2.760,00

1.1.4

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.1.5

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

1.1.6

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor een periode van 30 jaar

€ 1.380,00

1.1.7

op een particulier urnengraf voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.1.8

op een particulier urnengraf voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

1.1.9

op een particulier urnengraf voor een periode van 30 jaar

€ 1.380,00

1.1.10

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.1.11

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

1.1.12

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 30 jaar

€ 1.380,00

1.1.13

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.1.14

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

1.1.15

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 30 jaar

€ 1.380,00

 

 

 

 

1.2

Voor het verlengen van dit recht wordt geheven:

 

1.2.1

op een particulier graf voor de periode van 5 jaar

€ 460,00

1.2.2

op een particulier graf voor de periode van 10 jaar

€ 920,00

1.2.3

op een particulier graf voor de periode van 15 jaar

€ 1.380,00

1.2.4

op een particulier graf voor de periode van 20 jaar

€ 1.840,00

1.2.5

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor de periode van 5 jaar

€ 230,00

1.2.6

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor de periode van 10 jaar

€ 460,00

1.2.7

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor de periode van 15 jaar

€ 690,00

1.2.8

op een particulier graf van een kind t/m 12 jaar voor de periode van 20 jaar

€ 920,00

1.2.9

op een particulier urnengraf voor de periode van 5 jaar

€ 230,00

1.2.10

op een particulier urnengraf voor de periode van 10 jaar

€ 460,00

1.2.11

op een particulier urnengraf voor de periode van 15 jaar

€ 690,00

1.2.12

op een particulier urnengraf voor de periode van 20 jaar

€ 920,00

1.2.13

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 5 jaar

€ 230,00

1.2.14

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.2.15

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 15 jaar

€ 690,00

1.2.16

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

1.2.17

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 5 jaar

€ 230,00

1.2.18

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 10 jaar

€ 460,00

1.2.19

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 15 jaar

€ 690,00

1.2.20

voor het plaatsen en geplaatst houden van een particulier urnenmonument voor een periode van 20 jaar

€ 920,00

 

 

 

 

1.3

voor het verlengen met één of meerdere kalenderjaren, in verband met de

 

 

minimum grafrust vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging, per kalenderjaar

 

 

ééntwintigste van de rechten genoemd in de leden 1.1.1 t/m 1.1.9. De periode

 

 

van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

Begraven

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk geldt een tarief van

€ 659,50

2.2

Voor het begraven op maandag t/m vrijdag voor 9.00 uur en na 15.00 uur wordt

 

 

het recht verhoogd met:

 

50%

2.3

Voor het begraven op zaterdag voor 9.00 uur en na 14.00 uur wordt het recht

 

 

verhoogd met:

 

50%

2.4

Voor het begraven op zon- en feestdagen wordt het recht verhoogd met:

100%

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een particuliere urnennis (muur)

€ 111,50

3.1.2

op een particulier urnengraf

€ 111,50

3.1.3

in een urnengraf

€ 111,50

3.2

Voor het verstrooien van as op een strooiveld wordt geheven

€ 111,50

3.3

Voor het bijzetten of verstrooien op maandag t/m vrijdag voor 9.00 uur en

 

 

na 15.00 uur wordt het recht verhoogd met:

 

50%

3.4

Voor het bijzetten of verstrooien op zaterdag voor 9.00 uur en na 14.00 uur

 

 

wordt het recht verhoogd met:

 

50%

3.5

Voor het bijzetten of verstrooien op zon- en feestdagen wordt het recht

 

 

verhoogd met:

 

100%

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Grafbedekking en onderhoud

 

 

4.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhoud van paden en de groenvoorzieningen en begraafplaats in het algemeen bedragen per jaar:

 

4.1.1

voor een particulier graf

€ 75,20

4.1.2

voor een algemeen graf

€ 37,60

4.1.3

voor een particulier urnengraf

€ 75,20

4.1.4

voor een particulier urnennis

€ 75,20

4.1.5

voor een particuliere gedenkplaats

€ 75,20

4.1.6

voor een particuliere verstrooiingsplaats

€ 75,20

4.2

Op verzoek van de rechthebbende kan voor de duur van het verleende recht tot

 

 

begraven de rechten genoemd in artikel 4.1.1, 4.1.2, 4.1.3, 4.1.4 4.1.5 en 4.1.6

 

 

ineens worden voldaan tegen betaling van het hieronder genoemde tarief. Voor

 

 

gebruikers van een algemeen graf geldt de helft van het bedrag dat voor jaar 1

 

 

t/m 30 jaar wordt genoemd.

 

 

Aantal jaren waarvoor wordt afgekocht

vermenigvuldigingsfactor

 

 

voor 1 jaar (maal het jaarlijkse recht)

1 x tarief

€ 75,20

 

voor 2 jaar (maal het jaarlijkse recht)

2 x tarief

€ 150,40

 

voor 3 jaar (maal het jaarlijkse recht)

3 x tarief

€ 225,60

 

voor 4 jaar (maal het jaarlijkse recht)

4 x tarief

€ 300,80

 

voor 5 jaar (maal het jaarlijkse recht)

5 x tarief

€ 376,00

 

voor 6 jaar (maal het jaarlijkse recht)

5,5 x tarief

€ 413,60

 

voor 7 jaar (maal het jaarlijkse recht)

6 x tarief

€ 451,20

 

voor 8 jaar (maal het jaarlijkse recht)

7 x tarief

€ 526,40

 

voor 9 jaar (maal het jaarlijkse recht)

8 x tarief

€ 601,60

 

voor 10 jaar (maal het jaarlijkse recht)

9 x tarief

€ 676,80

 

voor 11 jaar (maal het jaarlijkse recht)

9,5 x tarief

€ 714,40

 

voor 12 jaar (maal het jaarlijkse recht)

10 x tarief

€ 752,00

 

voor 13 jaar (maal het jaarlijkse recht)

11 x tarief

€ 827,20

 

voor 14 jaar (maal het jaarlijkse recht)

11 x tarief

€ 827,20

 

voor 15 jaar (maal het jaarlijkse recht)

12 x tarief

€ 902,40

 

voor 16 jaar (maal het jaarlijkse recht)

13 x tarief

€ 977,60

 

voor 17 jaar (maal het jaarlijkse recht)

13 x tarief

€ 977,60

 

voor 18 jaar (maal het jaarlijkse recht)

14 x tarief

€ 1.052,80

 

voor 19 jaar (maal het jaarlijkse recht)

14,5 x tarief

€ 1.090,40

 

voor 20 jaar (maal het jaarlijkse recht)

15 x tarief

€ 1.128,00

 

voor 21 jaar (maal het jaarlijkse recht)

15 x tarief

€ 1.128,00

 

voor 22 jaar (maal het jaarlijkse recht)

16 x tarief

€ 1.203,20

 

voor 23 jaar (maal het jaarlijkse recht)

17 x tarief

€ 1.278,40

 

voor 24 jaar (maal het jaarlijkse recht)

17 x tarief

€ 1.278,40

 

voor 25 jaar (maal het jaarlijkse recht)

17,5 x tarief

€ 1.316,00

 

voor 26 jaar (maal het jaarlijkse recht)

18 x tarief

€ 1.353,60

 

voor 27 jaar (maal het jaarlijkse recht)

18 x tarief

€ 1.353,60

 

voor 28 jaar (maal het jaarlijkse recht)

19 x tarief

€ 1.428,80

 

voor 29 jaar (maal het jaarlijkse recht)

19,5 x tarief

€ 1.466,40

 

voor 30 jaar (maal het jaarlijkse recht)

20 x tarief

€ 1.504,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

Inschrijven en overboeken van particulier graf, particuliere urnennis of particuliere gedenkplaats

 

5.1

Voor het inschrijven en overboeken van eigen graven, urnengraven en urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 8,30

 

Behorende bij de Verordening grafrechten 2021

Vastgesteld op 3 november 2020

 

De griffier van Schagen,