Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van de gemeente Lochem tot vaststelling van de Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen |
Geen
artikel 26 van de Invorderingswet 1990
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 07-12-2020 | 2020-184105 |
De raad van de gemeente Lochem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10-11-2020
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen;
overwegende dat het gewenst is om regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
De gemeente verleent geen kwijtschelding voor;
Artikel 2 Beperkte kwijtschelding
Indien de duur van de belastingplicht niet gelijk is aan het belastingjaar, dan bestaat er aanspraak op kwijtschelding voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar geldende kwijtschelding als er in dat jaar maanden zijn waarin de belastingplicht geldt. Voor de berekening van de kwijtschelding wordt een gedeelte van een kalendermaand aangemerkt als een volle maand.
Artikel 4 Netto kosten kinderopvang
Als uitgaven als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 worden mede in aanmerking genomen de in artikel 28, derde lid, van genoemde regeling bedoelde netto kosten van kinderopvang.
Artikel 5 Kwijtschelding aan ondernemers
Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.