Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maastricht houdende regels omtrent een tegemoetkoming voor de premie van een aanvullende zorgverzekering (Regeling Tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering Gemeente Maastricht 2021 e.v.) |
Citeertitel | Regeling Tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering Gemeente Maastricht 2021 e.v. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling Tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering Gemeente Maastricht 2018.
artikel 108 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 01-12-2020 | 63-2020 |
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht;
Gelet artikel 108 van de Gemeentewet waarbij het openbaar belang voorop staat en de regeling/voorziening bijdraagt aan maatschappelijk doelen van de gemeente zoals leefbaarheid en maatschappelijke participatie;
Gezien het raadsbesluit d.d. 10 september 2020 (volgnummer 63-2020) waarin de gemeenteraad heeft ingestemd met bezuinigingsvoorstellen, welke nu op onderdelen geformaliseerd worden in de Regeling tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering gemeente Maastricht 2021 e.v.;
Stelt vast de navolgende regeling: Regeling tegemoetkoming premie aanvullende zorgverzekering gemeente Maastricht 2021 e.v.
Alle begrippen die in deze regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (hierna: IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna: IOAZ).
De regeling is toegankelijk voor:
een netto maandelijks gezamenlijk inkomen (exclusief vakantiegeld) hebben tot maximaal 110% van de voor de huishoudsituatie (alleenstaande, alleenstaande ouder en gehuwden/samenwonenden) van toepassing zijnde bijstandsnorm, waarbij de kostendelerssystematiek niet wordt toegepast.
Uitzondering: de geldende norm op grond van artikel 23 Participatiewet wordt niet gehanteerd voor personen verblijvend in een AWBZ-inrichting met een inkomen op minimumniveau, niet zijnde Participatiewet. Personen in deze situatie worden bekeken op basis van hun leefvorm en niet woonsituatie. Daarom dient in deze situatie artikel 23 buiten beschouwing gelaten te worden en dient rekening te worden gehouden met de normering o.g.v. artikel 20 t/m 22 + 24 Participatiewet, waarbij ook hier de kostendelerssystematiek buiten beschouwing wordt gelaten;
Artikel 5: Situaties waarin deze reqelinq niet voorziet
Het college kan in bijzondere individuele gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze regeling als deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.