Organisatie | Vlissingen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING VLISSINGEN 2021 |
Citeertitel | Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Vlissingen 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Vlissingen 2021 |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Gemeentewet 229
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing Vlissingen 2021 | 12-11-2020 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarief
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de heffing voor het op aanvraag inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, grof huisvuil, snoeisel, tuinafval e.d., op tijdstippen vallende buiten de door burgemeester en wethouders vastgestelde tijdstippen € 20,00 per halve m3 of gedeelte daarvan.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2. De heffing als bedoeld in artikel 5, tweede lid wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of ander schriftuur waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.
Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 5 eerste lid, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in artikel 5, eerste lid voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. Termijnen van betaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de hiervoor gestelde termijnen.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Verordening afvalstoffenheffing Vlissingen 2020", vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing Vlissingen 2021".