| Aanleggen, beschadigen en veranderen weg | | |
2.3.8 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of veranderingen brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van artikel 2.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,25 | 45,50 |
| Uitweg/inrit | | |
2.3.9 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van artikel 2.12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,25 | 45,50 |
| | | |
| Kappen | | |
2.3.10 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 1.2, eerste lid van de Bomenverordening Gemeente Brunssum een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,25 | 45,50 |
| | | |
| Opslag van roerende goederen | | |
2.3.11 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel artikel 2.10, vierde lid van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | | |
2.3.11.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | 46,25 | 45,50 |
2.3.11.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daartoe roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | 46,25 | 45,50 |
| | | |
2.3.12 | Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied). | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder j. van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,25 | 45,50 |
| | | |
2.3.13 | Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten) | | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: | 46,25 | 45,50 |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000 gebied als bedoeld in artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel artikel 2.7, lid 2 van de Wet natuurbescherming, waarvoor Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg een verklaring van geen bedenkingen dient te geven of te weigeren ingevolge artikel 2.27, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, geldt het tarief zoals opgenomen in paragraaf 2.6 van de vigerende Tarieventabel behorende bij de vigerende Legesverordening van de Provincie Limburg. | | |
| Dit tarief bedraagt: | | |
| a. Landbouw en overige | 2.631,30 | 2.587,30 |
| b. Industrie | 13.070,90 | 12.852,40 |
| c. Infrastructuur | 19.598,30 | 19.270,70 |
| Voor zover deze tarieven door Provinciale Staten van de Provincie Limburg zijn gewijzigd zijn de vigerende tarieven van kracht. | | |
2.3.13.2 | Restitutiebepaling: | | |
2.3.13.2.1 | bij weigeren omgevingsvergunning | | |
| Indien een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de Gemeente wordt geweigerd, als gevolg van het weigeren van een verklaring van geen bedenkingen met betrekking tot dit onderdeel door Gedeputeerde Staten van de Provincie Limburg, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 75% van de geheven leges van de aanvrager. | | |
2.3.13.2.2 | Restitutie bij intrekking aanvraag | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning, die voorziet in projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in of in de nabijheid van een Natura 2000-gebied, door de aanvrager wordt ingetrokken alvorens daarop door de Gemeente is beschikt, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager als volgt plaats: - a.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan binnen zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie door de Gemeente aan de aanvrager plaats van 50% van de geheven leges van de aanvrager. - b.
indien het verzoek tot intrekking is gedaan zes maanden na datum van ontvangst van de aanvraag bij de Gemeente, vindt restitutie plaats door de Gemeente aan de aanvrager van 25% van de geheven leges van de aanvrager.
| | |
| | | |
2.3.13.3 | Leges worden niet geheven voor: | | |
| het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning in het kader van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats of soorten in of nabij een Natura 2000-gebied betrekking hebbende op evenementen en het beheer van een Natura 2000-gebied. | | |
| | | |
| Andere activiteiten | | |
2.3.14 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | |
2.3.14.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 46,25 | 45,50 |
2.3.14.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 46,25 | 45,50 |
2.3.14.2.1 | Als het een gemeentelijke verordening betreft | 46,25 | 45,50 |
2.3.14.2.2 | Als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | 46,25 | 45,50 |
| | | |
| Omgevingsvergunning in twee fasen | | |
2.3.15 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | |
2.3.15.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | |
2.3.15.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | |
| | | |
| Beoordeling bodemrapport | | |
2.3.16 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | |
2.3.16.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | 329,30 | 323,80 |
2.3.16.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | 329,30 | 323,80 |
| | | |
| Advies | | |
2.3.17 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: | 60,05 | 59,05 |
2.3.17.1 | Voor het verstrekken van bodeminformatie aan makelaars en het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan: | 23,90 | 23,50 |
| | | |
2.3.18 | Verklaring van geen bedenkingen | | |
2.3.18.1 | Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | 60,05 | 59,05 |