Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2 Instelling tafel-gesprekken.
Over onderwerpen die door het presidium daartoe worden geagendeerd,
kunnen fracties nader informatie verkrijgen in een ronde tafel-gesprek
of een vierkante tafel-gesprek
In een ronde tafel-gesprek kan nadere informatie over een voorstel of
onderwerp worden verkregen van de portefeuillehouder, de ambtelijk
steller van een stuk, en van burgers.
In een vierkante tafel-gesprek kan nadere informatie omtrent een
voorstel worden verkregen van de ambtelijk steller van een
voorstel.
Artikel 3 Taken
Een ronde tafel-gesprek als bedoeld in artikel 2 heeft als taak de
voorbereiding van de behandeling in de raad van een voorstel of
onderwerp dat door het presidium is geagendeerd.
Artikel 4 Samenstelling en vergoeding
- 1.
Een ronde tafel-gesprek bestaat uit één lid per fractie in de
raad.
- 2.
Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10,
11, 12, 13, 15 en 25 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing op een fractievertegenwoordiger, niet zijnde een
raadslid.
- 3.
De in het tweede lid genoemde leden, die geen raadslid zijn, worden
door de raad op voordracht van de fracties benoemd, met een maximum
van drie per fractie.
- 4.
De leden bedoeld in lid 3 hebben per bijgewoonde vergadering recht
op een vergoeding. De hoogte van deze vergoeding is gelijk aan de
helft van het maximum zoals dat door de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks wordt vastgesteld op grond
van het Rechtspositiebesluit Raads- en commissieleden.
Artikel 5 Voorzitter
- 1.
De -6- voorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd en
door het presidium per ronde tafel-gesprek aangewezen.
- 2.
De voorzitter neemt geen deel aan de informatieverzameling door het
RTG.
- 3.
De voorzitter is belast met:
- a.
het leiden van de vergadering;
- b.
het handhaven van de orde;
- c.
het doen naleven van deze verordening;
- d.
hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.
Artikel 6 Zittingsduur en vacatures
- 1.
De zittingsperiode van een lid, de voorzitter en de plaatsvervanger
eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de
raad.
- 2.
Een lid houdt op als zodanig te fungeren indien hij a. benoemd
zijnde als raadslid, ophoudt lid van de raad te zijn; b. benoemd
zijnde als lid, niet-raadslid, niet langer voldoet aan de in artikel
4, 3e lid genoemde eisen.
- 3.
De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie op wiens
voordracht het lid is benoemd.
- 4.
De raad kan de door hem benoemde voorzitter ontslaan.
- 5.
De voorzitters kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan
schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na
de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is
benoemd.
- 6.
Indien door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de
raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming
van de artikelen 4 en 5.
- 7.
Indien een fractie blijkens een schriftelijke verklaring aan de
voorzitter van de raad niet langer vertegenwoordigd is in de raad,
vervalt het lidmaatschap van het lid of leden dat of die op
voordracht van die fractie is of zijn benoemd, van rechtswege.
Artikel 7 RTG-griffier
- 1.
Ter ondersteuning van ieder RTG fungeert de raadsgriffier of zijn
plaatsvervanger als RTG-griffier.
- 2.
De RTG-griffier is in iedere vergadering aanwezig.
- 3.
Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door een
daartoe door de raad aangewezen ambtenaar.
Hoofdstuk 3: Aanwezigheid college, burgemeester en ambtenaren
Artikel 8 Burgemeester en Wethouders, ambtenaren
- 1.
Het presidium nodigt de betreffende portefeuillehouder uit in de
vergadering aanwezig te zijn en de gevraagde inlichtingen te
verschaffen.
- 2.
Indien een raadsvoorstel of een ander schriftelijk stuk wordt
besproken, nodigt het presidium tevens de ambtelijk steller van het
stuk uit, teneinde toelichting te kunnen geven op technische
vragen.
Hoofdstuk 4: Vergaderingen
Artikel 10 Vergaderfrequentie
- 1.
In de regel vinden de vergaderingen van het RTG plaats op maandag in
een vier wekelijkse cyclus, met uitzondering van de maanden juli en
augustus.
- 2.
De vergaderingen van de RTG’n worden gehouden van 19:30 tot 20:30
uur en van 21:00 tot 22:00 uur.
- 3.
Het presidium kan in bijzondere gevallen een andere dag of tijd
bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Indien een extra RTG
of bijzonder RTG wordt belegd, dan wordt dit bij voorkeur belegd op
de dinsdag na het reguliere RTG.
Artikel 11 Oproep
- 1.
De voorzitter van de raad zendt ten minste 7 dagen voor een
vergadering de leden een schriftelijke oproep onder vermelding van
de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.
- 2.
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met
uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de
Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de
schriftelijke oproep aan de leden verzonden.
Artikel 12 De agenda
- 1.
Voordat de schriftelijke oproep wordt verzonden, stelt het presidium
de agenda van de vergadering vast.
- 2.
In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van de raad na het
verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de
aanvang van een vergadering een aanvullende agenda opstellen.
- 3.
Wanneer het RTG een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de
beraadslaging voorbereid acht, kan het aan het college of de
burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium
bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw
geagendeerd wordt.
Artikel 13 Ter inzage leggen van stukken
- 1.
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de
agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de
schriftelijke oproep voor een ieder ter inzage gelegd. Deze stukken
worden, in kopie, tevens ter inzage gelegd in een gemeentelijke
locatie in een andere kern dan waar de griffie is gehuisvest. De
voorzitter maakt van de ter inzage legging melding in de openbare
kennisgeving, bedoeld in artikel 14. Indien na het verzenden van de
schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan
mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare
kennisgeving.
- 2.
Een origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het
gemeentehuis gebracht.
- 3.
Indien voor stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid,
van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken
in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en
verleent de griffier een lid inzage.
Artikel 14 Openbare kennisgeving
- 1.
De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door
aankondiging in het huis-aan-huisblad, dat door de gemeente wordt
gebruikt voor openbare kennisgevingen, en verder door plaatsing op
de internetsite van de gemeente ter openbare kennis gebracht.
- 2.
De openbare kennisgeving vermeldt:
- a.
de datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;
- b.
de wijze waarop en de plaatsen waar een ieder de agenda en
de daarbij behorende stukken kan inzien;
- c.
een korte omschrijving van de agendapunten;
- d.
de mogelijkheid om aan het RTG deel te nemen
Artikel 16 Presentielijst
De aanwezigheid der leden wordt onder verantwoordelijkheid van de
RTG-griffier geregistreerd.
Artikel 17 Opening vergadering; quorum
De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien meer
dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, dan wel
rechtsgeldig is vervangen.
Indien 10 minuten na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal
leden aanwezig is, wordt een tweede vergadering gehouden op de zelfde
dag, met een aanvangstijd van 15 minuten na het voor de eerste
vergadering geconvoceerde tijdstip.
Deze tweede vergadering wordt geopend, ongeacht het aantal aanwezige
leden.
Artikel 18 Spreekrecht burgers
- 1.
Tijdens de vergadering kunnen burgers meespreken over geagendeerde
onderwerpen, teneinde de fracties van aanvullende informatie te
voorzien.
- 2.
Het woord kan niet gevoerd worden over:
- a.
een voorstel om een besluit te nemen over een bezwaar,
ingediend tegen een door de raad genomen besluit;;
- b.
benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van
personen;
- c.
een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de
Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
- 3.
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit, onder
opgave van het onderwerp, vóór aanvang van de vergadering aan de
RTG-griffier.
- 4.
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De
voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is
van de orde van de vergadering.
- 5.
De beschikbare spreektijd wordt door de voorzitter bepaald, met
inachtneming van de voor de agenda beschikbare tijd.
- 6.
De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft
verleend.
- 7.
Wanneer leden van de commissie naar aanleiding van de inbreng van
een spreker vragen hebben, stelt de voorzitter de spreker in de
gelegenheid, deze kort te beantwoorden.
Artikel 19 Verslag
- 1.
Het verslag van de vergadering wordt binnen 4 werkdagen electronisch
aan de leden toegezonden. Het verslag wordt op hetzelfde moment aan
de overige personen die het woord gevoerd hebben, toegezonden.
- 2.
Het verslag moet inhouden:
- a.
de namen van de voorzitter, de griffier, de RTG-griffier, de
burgemeester en de wethouders, de secretaris en de leden,
allen voorzover aanwezig, alsmede van de overige personen
die het woord gevoerd hebben,
- b.
een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;
- c.
een beknopte samenvatting van de nieuw verstrekte
informatie;
- 3.
Het verslag word opgesteld onder de zorg van de RTG-griffier.
Artikel 20 Spreekregels
- 1.
Een ieder spreekt vanaf zijn plaats of van de spreekplaats en richt
zich – de voorzitter uitgezonderd- tot de voorzitter.
- 2.
Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de in het
eerste lid bedoelde personen vanaf een andere plaats spreken.
Artikel 21 Volgorde sprekers
- 1.
Een ieder voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van
hem verkregen te hebben.
- 2.
De volgorde van sprekers kan worden gewijzigd, wanneer het woord
wordt gevraagd over de orde van de vergadering.
Artikel 24 Voorstellen van orde
- 1.
De voorzitter en ieder lid kunnen tijdens de vergadering mondeling
een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.
- 2.
Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering
betreffen.
- 3.
Over een voorstel van orde beslist de voorzitter, de leden gehoord,
terstond.
Artikel 25 Handhaving orde; schorsing
- 1.
Een burger mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de
voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze
verordening te herinneren;
- 2.
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen
veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een
andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de
orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen.
Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem
gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het
aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een
door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de
orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
- 4.
De voorzitter kan een RTG voorstellen aan een lid dat door zijn
gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere
verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt
niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de
vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem
verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien
voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden
ontzegd.
Artikel 28 Advies
- 1.
Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel
voldoende is toegelicht, sluit hij de behandeling, tenzij het RTG
anders beslist
- 2.
Nadat de behandeling is gesloten, beslist het RTG of er voldoende
informatie is voor behandeling van een voorstel in de raad.
Hoofdstuk 6 Toehoorders en pers
Artikel 33 Toehoorders en pers
- 1.
De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend
op de voor hen bestemde plaatsen vergaderingen bijwonen.
- 2.
Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze
verstoren van de orde is verboden.
- 3.
De voorzitter is bevoegd, toehoorders die op enigerlei wijze de orde
van de vergadering verstoren, te doen vertrekken. Toehoorders die
bij herhaling de orde in de vergadering verstoren kan hij voor ten
hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering ontzeggen.
Artikel 34 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel
beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter
en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 35 Verbod gebruik mobiele telefoons
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de
vergadering het gebruik, alsmede het voor gebruik gereed houden van
mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen
maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de
voorzitter niet toegestaan.
Hoofdstuk 7 Slotbepalingen
Artikel 36 Uitleg verordening
In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over
de toepassing van de verordening, beslist de voorzitter.
Artikel 37 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2010.
- 2.
Op dat tijdstip is niet langer van toepassing de ‘Verordening op
de voorbereiding van raadsvergaderingen 2009’, vastgesteld bij
besluit van de raad van de gemeente Lochem op 1 december
2008.