Organisatie | Brunssum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden 2021) |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2020 | nieuwe regeling | 10-11-2020 | 1018489 |
De Raad van de gemeente Brunssum gemeentebladnummer 2020/77;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2020 , afdeling Financiën en control;
gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet ;
"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN MARKTGELDEN GEMEENTE BRUNSSUM 2021"
Op basis van deze verordening worden onder de naam ‘marktgelden’ rechten geheven ter zake van het innemen van (vaste) standplaats op marktterreinen, gedurende de tijden voor de markten bestemd, alsmede voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met het houden van markten.
Het marktgeld wordt geheven van degene, aan wie een (vaste) standplaats op de markt is toegewezen dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
De heffingsmaatstaf voor de berekening van het marktgeld is de oppervlakte van de ingenomen (vaste) standplaats.
Het marktgeld voor standplaatsen en voor de bij vaste standplaatsen incidenteel ingenomen grotere oppervlakte, als bedoeld in artikel 5, lid a, onder 2 en 3 en lid b, onder 2 en 3, wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur, waarin het verschuldigde bedrag is vermeld.
Het belastingtijdvak voor het marktgeld als bedoeld in artikel 5, lid a, sub 1 en lid b, sub 1, alsmede lid c, is een half jaar.
Artikel 9 Aanvang en einde belastingplicht voor vaste standplaatsen in de loop van het belastingtijdvak
De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020’ van 12 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.
In afwijking van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt ná 1 januari 2021, de ingetrokken verordening geldig voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten, waarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.