Organisatie | Waterschap Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Besluit van het algemeen bestuur van het waterschap Rivierenland houdende regels omtrent stimulering om maatregelen te treffen ten behoeve van water en bodemkwaliteit (Stimuleringsregeling water- en bodemkwaliteit landbouw Utrecht) |
Citeertitel | Stimuleringsregeling water- en bodem- kwaliteit landbouw Utrecht |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 3 Kaart Provincie Utrecht |
Ten gevolge van Europese wetgeving rondom staatssteun – de Landbouwvrijstellingsverordening - is het nodig deze subsidieregeling kennis te geven bij de Europese Commissie. De subsidieregeling kan pas in werking treden 10 werkdagen na deze kennisgeving.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2021 | 01-02-2021 | aanhangig | 27-11-2020 |
Het Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland,
gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en heemraden d.d. 20 oktober 2020;
artikel 14 van Verordening (EU) nr. 702/2014, waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden van de Commissie van 25 juni 2014 op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 1 juli 2014, L193/1 (de Landbouwvrijstellingsverordening).
vast te stellen de Stimuleringsregeling water- en bodemkwaliteit landbouw Utrecht.
In deze regeling wordt verstaan onder:
BOOT lijst: lijst met maatregelen die kunnen worden getroffen om de waterkwaliteit, waterkwantiteit of bodemkwaliteit te verbeteren zoals vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en Veehouderij op 7 juni 2017: http://agrarischwaterbeheer.nl/document/boot-lijst-maatregelen-agrarisch-waterbeheer;
Landbouwvrijstellingsverordening (LVV): verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het “Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie” met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PB L 193 van 1.7.2014);
Samenwerkingsverband: een groep van tenminste twee agrariërs, grondgebruikers en/of grondeigenaren in de sector landbouw en/of loonwerkers mits zij aan te merken zijn als kleine, middelgrote of micro-ondernemingen als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening, die gebiedsgericht maatregelen nemen die bijdragen aan het doel van deze regeling;
De doelstelling van de stimuleringsregeling is om agrariërs te stimuleren om bovenwettelijke maatregelen te treffen welke een positief effect hebben op de kwaliteit van water en bodem.
Het subsidieprogramma draagt ook bij aan kennisvermeerdering en bewustwording bij boeren over waterbeheer.
Artikel 3 Doelgroep subsidieregeling
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de maatregel uitgevoerd worden op percelen die zijn gelegen in de provincie Utrecht, waarbij de subsidie voor maatregelen onder artikel 4 uitsluitend kan worden aangevraagd door:
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de volgende bovenwettelijke activiteiten: productieve en niet-productieve investeringen in het landelijk gebied die betrekking hebben op landbouw-, water-, bodem en klimaatdoelen, die voorkomen op de BOOT-lijst in het kader van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW):
In aanvulling op de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:35 Awb kan subsidie worden geweigerd indien:
Artikel 9 Subsidieverlening en –vaststelling
Het dagelijks bestuur stelt het subsidiebedrag in beginselvast in overeenstemming met de beschikking tot subsidieverlening. Indien niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in de beschikking tot subsidieverlening, wordt op de subsidieaanvraag afwijzend besloten of kan conform artikel 4:46 Awb de subsidie lager worden vastgesteld of in het uiterste geval worden ingetrokken.
Artikel 10 Intrekking en wijzigen subsidie
Voor het intrekken en wijzigen van de subsidie gelden de bepalingen uit de Awb en hoofdstuk 4 van de Subsidieverordening.
Het dagelijks bestuur stelt voor de uitvoering van deze regeling een subsidieplafond vast van €100.000, -- voor de periode tot en met 30 juni 2021.
Artikel 13 Melding onvoorziene omstandigheden
De subsidieontvanger doet melding aan het waterschap, zodra aannemelijk is dat het project, waarvoor de subsidie is verstrekt, niet of niet geheel zal worden uitgevoerd, of dat niet of niet geheel aan de verplichtingen kan worden voldaan die zijn opgelegd bij de subsidieverstrekking.
Het dagelijks bestuur kan van deze regeling afwijken indien toepassing in een individueel geval leidt tot onevenredige onbillijkheid.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van Waterschap Rivierenland van 27 november 2020
Secretaris-directeur,
ir. Z.C. Vonk
dijkgraaf
Prof. Dr. J.C. Verdaas
Bijlage 2 Toelichting Stimuleringsregeling
Deze regeling is in samenwerking met de provincie Utrecht tot stand gekomen. Waterschap Rivierenland wil vorm gaan geven aan een regionaal programma in het taakgebied van het waterschap, dat is gelegen in de provincie Utrecht met de volgende aanleidingen:
Waterschap Rivierenland streeft het verbeteren van de waterkwaliteit na in het landelijk gebied en dit kan niet zonder inzet van de agrariërs. Het waterschap wil de bovenwettelijke inzet van agrariërs stimuleren op verschillende wijze, waaronder het financieren van DAW investeringsmaatregelen.
Gebiedsgerichte aanpak. Stimuleren en investeren in waterpartnerschap: regionale samenwerking waterschap-agrariërs, waarbij het initiatief bij agrariërs ligt om met voorstellen (binnen kaders) te komen en het waterschap aangeeft waar welke wateropgaven in het gebied liggen en verder maatregelen faciliteren. De uitvoering wordt overgelaten aan agrariërs in het gebied.
Proces en investeringen. Er wordt ingezet op een koppeling van procesondersteuning (en kennisoverdracht) met concrete fysieke investeringen op bedrijfsniveau met effect op gebiedsniveau. Het uitsluitend inzetten op bijdragen aan investeringen óf alleen inzetten op kennis/bewustwording lijkt het waterschap niet effectief en sluit niet aan bij de drive en cultuur van boeren op dit moment.
‘Keep it simple’: een eenduidige en eenvoudige programma /aanpak met zo min mogelijk bureaucratie en overhead voor alle indieners en partners binnen wat wettelijk kan. Dat vraagt om vertrouwen.
Inhoudelijke afbakening: Dit programma richt zich vooral op investeringen. Kennisdelen en communicatie zijn hierbij zeer belangrijk voor een duurzame toepassing en gebruik van de investering en goede landbouwpraktijk.
De werkwijze, het agrarisch waterplan en de watermakelaar
Een of meerdere agrariërs in een gebied leggen een voorstel voor gebiedsgerichte fysieke maatregelen voor aan het waterschap. Ze geven daarin aan wie betrokken zijn (deelnemers), waar welke maatregelen getroffen kunnen worden (kaart, aantal ha’s/ meters in welk beheergebied, aantal maatregelen) met welk verwacht effect en wat de investeringskosten zijn. Kortom concreet en controleerbaar.
Er wordt gewerkt met een watermakelaar. De belangrijkste taken zijn om agrariërs en tuinders in het gebied te informeren over de regeling, te werven voor de regeling, vragen te beantwoorden, agrariërs te begeleiden bij het indienen van aanvragen en om een eerste toets van aanvragen uit te voeren. Uiteraard stelt het waterschap kennis en advies beschikbaar over het watersysteem en opgaven, op initiatief van een watermakelaar namens een agrariër of een groep van agrariërs.
Voorafgaand aan de vaststelling van de subsidieregeling is onderzocht of de subsidieverlening past binnen de Europese regels omtrent staatssteun. Op grond van dit onderzoek is geconcludeerd dat subsidieverlening is toegestaan, mits daarbij voldaan wordt aan de Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening (EU) Nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014) en dat deze subsidieregeling binnen de mogelijkheden van de Landbouwvrijstellingsverordening valt.
Voor zover nodig is hierna per artikel van de subsidieregeling een toelichting opgenomen.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische bedrijven, werkzaam in de primaire landbouwproductie. Deze bedrijven kunnen zich in allerlei vormen voordoen, zoals eenmanszaken, vennootschappen onder firma en besloten vennootschappen. Aangezien de subsidie alleen kan worden verleend, wanneer dit past binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening, moeten de aanvragers ook kunnen worden aangemerkt als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening. Dit artikel luidt als volgt:
“Artikel 2 Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen.
Artikel 4 Uitvoering subsidieregeling
In dit artikel staan de subsidiabele maatregelen vermeld, waarvoor in het kader van deze subsidieregeling subsidie kan worden verstrekt. Deze maatregelen komen van de zogenaamde BOOT-lijst die door het Bestuurlijk Overleg Open Teelten en veehouderij (BOOT) is vastgesteld.
De beoogde datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling is 1 december 2020 en de regeling geldt tot en met 30 juni 2021. Subsidieaanvragen kunnen gedurende deze periode bij het waterschap worden ingediend. Het voor de aanvraag benodigde aanvraagformulier is te vinden op de website van Waterschap Rivierenland, https://www.waterschaprivierenland.nl/subsidies.
Aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag compleet is ingediend, met alle bijbehorende gegevens en bescheiden. Worden meerdere aanvragen op een dag ingediend en zou de verlening van subsidies voor deze aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, dan wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald. Dit om te voorkomen dat het subsidieplafond wordt overschreden.
De in dit artikel opgenomen weigeringsgronden zijn gebaseerd op de Landbouwvrijstellingsverordening. Op grond van deze regeling mag geen steun worden verleend:
Activiteiten worden één keer gesubsidieerd. Wordt een maatregel door dezelfde aanvrager meerdere malen maar op verschillende locaties uitgevoerd, dan is sprake van verschillende activiteiten en kunnen meerdere subsidies worden verstrekt. Wordt voor eenzelfde maatregel op dezelfde locatie, subsidie aangevraagd door verschillende aanvragers, dan wordt de eerste aanvraag in behandeling genomen en worden de nadien ingediende afgewezen.
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening geldt dat de steun maximaal 40% van de voor subsidie in aanmerking komende kosten mag bedragen, tenzij de steun voor niet-productieve investeringen als bedoeld in artikel 14, derde lid, onder d van de Landbouwvrijstellingsverordening betreft. In dat geval mag de steun binnen deze regeling maximaal100% van de investering bedragen met inachtneming van het voor die maatregel geldende maximum. Op grond van deze subsidieregeling geldt echter een maximumpercentage van 75%.
In de regeling worden voor de maatregelen ‘aanschaf veegmachine’ en ‘mobiele drinkbakken’ vaste vergoedingen gehanteerd. Deze maatregelen zijn ook opgenomen in de regeling van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), waarvan deze regeling een afgeleide is. Op basis van de ervaringen van HDSR is voor deze maatregelen een hoge diversiteit in de aanschafkosten ondervonden. Geconstateerd is dat in veel gevallen een goedkopere versie van deze maatregelen voldoende is om het waterkwaliteitsdoel te bereiken. Daarom heeft HDSR voor deze maatregelen een reële vaste maximale vergoeding bepaald. Waterschap Rivierenland heeft in deze regeling deze vaste vergoedingen overgenomen. Wanneer een agrariër graag een duurdere veegmachine/drinkbak wil aanschaffen is dit nog steeds mogelijk, maar zijn de extra kosten voor de agrariër. Op deze wijze blijft extra geld beschikbaar, en zijn meer agrariër te bereiken. Hoe meer agrariër bereikt kunnen worden hoe meer waterkwaliteitsbewustwording verspreidt kan worden.
Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening artikel 14 lid 6 geldt dat de steun de volgende in aanmerking komende kosten dekt (voor zover van toepassing op deze regeling):
Artikel 9 Subsidieverlening en –vaststelling
Uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgt dat na afronding van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend. Op dat moment legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af: er wordt aangetoond dat de gesubsidieerde maatregelen zijn uitgevoerd en wat deze hebben gekost. Op basis van de aanvraag tot vaststelling, wordt het subsidiebedrag berekend waar de ontvanger uiteindelijk recht op heeft. Is slechts een deel van de maatregelen uitgevoerd, dan wordt de subsidie op een lager bedrag vastgesteld. Zijn voorschotten uitbetaald voor een bedrag dat hoger is dan het bedrag waarop de subsidie is vastgesteld, dan kan het dagelijks bestuur het teveel betaalde terugvorderen.
Het subsidiebedrag is afhankelijk van de werkelijke kosten van de maatregelen waarvoor subsidie is verleend. Dit kan ertoe leiden dat een subsidie (voor een maatregel) op nul of een lager bedrag wordt vastgesteld. Het betekent ook dat kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie, niet in aanmerking worden genomen (artikel 4:46, derde lid, Awb).
Een subsidie kan nooit hoger worden vastgesteld. Wanneer de subsidie niet een vast bedrag per maatregel bedraagt, maar een percentage van de subsidiabele kosten, wordt in de verleningsbeschikking het maximumbedrag vermeld waarop de subsidie kan worden vastgesteld.
Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel
Ten gevolge van Europese wetgeving rondom staatssteun – de Landbouwvrijstellingsverordening - is het nodig deze subsidieregeling kennis te geven bij de Europese Commissie. De subsidieregeling kan pas in werking treden 10 werkdagen na deze kennisgeving. Hierdoor kan de subsidieregeling ook pas worden opengesteld na deze periode van 10 dagen. De Europese Commissie controleert of de verordening in overeenstemming is met de Europese staatssteunregels. Zo niet dan kan de subsidieregeling niet in werking treden. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 december 2020.
Deze regeling heeft als einddatum 30 juni 2021, omdat de Landbouwvrijstellingsverordening tot 31 december 2020 geldt. Op grond van de Landbouwvrijstellingsverordening vrijgestelde steunmaatregelen mogen daarna nog zes maanden van kracht blijven zonder dat ze bij de Europese Commissie aangemeld moeten worden.