Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen Den Haag 2020 |
Citeertitel | Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-01-2022 | wijziging | 18-01-2022 | RIS311264 OCW/10237751 | ||
01-12-2020 | 21-01-2022 | nieuwe regeling | 01-12-2020 | RIS307066 OCW/10042318 |
De Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 is een vervolg op de Subsidieregeling toegankelijke stad Den Haag 2020 (RIS305015). Er is een aantal belangrijke wijzigingen in deze nieuwe regeling doorgevoerd. Zo is de Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 niet alleen open voor maatschappelijke organisaties maar kunnen vanaf nu ook ondernemers een beroep doen op een projectsubsidie. Op deze manier wordt de toegankelijkheid van horecaondernemingen en winkels in de stad voor mensen met een beperking gestimuleerd. Daarnaast is het subsidieplafond voor toegankelijkheid verhoogd, dankzij een verhoging van de incidentele middelen voor 2020 - 2022, zoals vermeld in het coalitieakkoord ‘Samen voor de stad’(RIS304121). Anders dan bij eerdere regelingen is de subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 zowel voor projectsubsidies als voor jaarsubsidies bedoeld. Door middel van een nieuwe tendersystematiek worden de jaarsubsidieaanvragen op kwaliteit gewogen. Hiermee wordt een meer doeltreffende en doelmatige subsidieverstrekking geborgd. Dit is in lijn met het rekenkameronderzoek ‘Eerlijk delen’ dat in 2017 door Rekenkamer Den Haag is gepresenteerd.
De reden dat er is gekozen voor een volledig nieuwe subsidieregeling is dat deze subsidieregeling is gebaseerd op de gewijzigde Algemene Subsidieverordening en model subsidieregeling Den Haag 2020. Ook het beleid is op een aantal punten gewijzigd (o.a. door het hanteren van een tendersystematiek bij jaarsubsidies), waardoor een wijziging van de huidige regeling niet passend zou zijn.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Een projectsubsidie wordt verstrekt voor algemene aanpassingen die de fysieke toegankelijkheid van gebouwen met bijbehorend erf gelegen in Den Haag óf de digitale toegankelijkheid van websites met een publieksfunctie die gericht zijn op Den Haag voor mensen met een beperking in belangrijke mate verbeteren.
Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen die een bedrijf uitoefenen met een publieksfunctie.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor projectsubsidie in aanmerking komen:
a. de kosten van een architect of bouwkundig tekenaar bij aanvragen met bouwkundige aspecten;
b. de noodzakelijke kosten voor de aanpassing of activiteit;
c. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, bedraagt:
a. voor aanvragen tot een bedrag van € 5.000,- : 100% van de subsidiabele kosten
b. voor aanvragen vanaf € 5.000,- : 100 % van de subsidiabele kosten tot een bedrag van € 5.000,- en 50% van de subsidiabele kosten boven het bedrag van € 5.000,-.
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt:
Artikel 1:9 Wijze van verdeling projectsubsidie
Artikel 1:10 Wijze van verdeling jaarsubsidie
Bij rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximumaantal:
a, de activiteiten sluiten aan bij een of meerdere gemeentelijke ambities zoals geformuleerd in de beleidsnota Vanzelfsprekend Toegankelijk, Agenda voor een toegankelijk Den Haag 2020-2022 (RIS306623), te waarderen met maximaal 2 punten op de volgende wijze:
10 de activiteiten sluiten aan bij twee of meer ambities: 2 punten;
20 de activiteiten sluiten aan bij een ambitie: 1 punt;
30 de activiteiten sluiten niet aan bij een ambitie: 0 punt;
b. in de opzet en uitvoering van activiteiten wordt samengewerkt met ervaringsdeskundigen, te waarderen met maximaal 2 punten op de volgende wijze:
10 ervaringsdeskundigen zijn betrokken bij zowel opzet als uitvoering: 2 punten;
20 ervaringsdeskundigen zijn betrokken bij of de opzet of de uitvoering: 1 punt;
30 ervaringsdeskundigen zijn niet betrokken bij opzet of uitvoering: 0 punten.
c. in de opzet en uitvoering van activiteiten wordt samengewerkt met andere organisaties, te waarderen met maximaal 2 punten op de volgende wijze:
10 samenwerken met 3 of meer organisaties: 2 punten;
20 samenwerken met 1 of 2 organisaties: 1 punt;
30 er wordt niet samengewerkt met organisaties: 0 punten.
d. activiteiten faciliteren en stimuleren van contact tussen mensen met een beperking en mensen zonder een beperking, te waarderen met maximaal 2 punten;
e. de effectiviteit en impact van activiteiten worden door de subsidieaanvrager gemonitord en geëvalueerd, te waarderen met maximaal 2 punten op de volgende wijze:
10 op meerdere momenten in het jaar worden activiteiten gemonitord en geëvalueerd: 2 punten;
20 activiteiten worden jaarlijks gemonitord en geëvalueerd: 1 punt;
30 activiteiten worden minder dan eenmaal per jaar gemonitord en geëvalueerd: 0 punten.
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 legt de aanvrager van een subsidie zoals bedoeld in artikel 1:4, eerste en tweede lid de volgende gegevens over:
a. gegevens waaruit blijkt dat de aanvraag bedoeld is voor een projectsubsidie;
b. indien de aanvrager geen eigenaar is van het aan te passen gebouw: een akkoordverklaring van de eigenaar van het betreffende gebouw, indien de aanvraag is gericht op aanpassingen gericht op fysieke toegankelijkheid van het gebouw;
c. een offerte niet ouder dan één jaar bij aanvragen gericht op fysieke of digitale toegankelijkheid waarbij werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door derden;
d. gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager overleg heeft gehad met ervaringsdeskundigen of hun vertegenwoordiging en dat zij de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd ondersteunen;
e. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de aanvrager als BTW-belaste ondernemer is aan te merken;
f. een specificatie van verrekenbare -en niet verrekenbare BTW.
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 legt de aanvrager van een jaarsubsidie de volgende gegevens over:
b. gegevens waaruit blijkt dat de aanvrager overleg heeft gehad met de doelgroep of vertegenwoordiging van de doelgroep en dat de doelgroep de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd ondersteunt;
c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de aanvrager als BTW-belaste ondernemer is aan te merken;
d. een specificatie van verrekenbare -en niet verrekenbare BTW.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste en tweede lid van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, kan subsidieverlening worden geweigerd als:
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten:
Bevoorschotting van aanvragen vindt plaats op de volgende wijze:
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en veststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling voor subsidieaanvragen voor activiteiten bedoeld in artikel 1.4. bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;
c. voor aanvragen door rechtspersonen een bestuursverklaring of directieverklaring over de verantwoording volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de met deze subsidie gerealiseerde activiteiten;
b. foto’s van gerealiseerde aanpassingen;
c. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan.
a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die vergelijkbaar aansluiten bij de posten in de begroting met een toelichting op afwijkingen op de hoofdposten die groter zijn dan 10%.
b. De BTW moet zichtbaar in de financiële verantwoording worden opgenomen.
c. Bij subsidieverlening kan worden afgeweken van het eerste tot en met het derde lid.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikelen 1.2 en 1.3, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert de Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 in elk geval 1 jaar na inwerkingtreding en vervolgens elke 2 jaar én binnen 1 jaar na afloop van de regeling.
De subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020 treedt in werking met ingang van 1 december 2020.
De Subsidieregeling toegankelijke stad, Den Haag 2020 wordt ingetrokken met ingang van 1 december 2020.
De bepalingen van de Subsidieregeling toegankelijke stad, Den Haag 2020 blijven van toepassing op subsidies die vóór de datum inwerkingtreding van de nieuwe regeling zijn aangevraagd of verstrekt op basis van de Subsidieregeling toegankelijke stad, Den Haag 2020.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling toegankelijke stad voor iedereen, Den Haag 2020.
Deze subsidieregeling is zowel voor projectsubsidies als voor jaarsubsidies bedoeld. Het (maatschappelijke) doel van de subsidie is voor beide subsidievormen gelijk. Onder de projectsubsidieaanvragen is een onderscheid te maken tussen 1) aanvragen gericht op fysieke of digitale aanpassingen en 2) aanvragen voor activiteiten en aanpassingen die de sociale toegankelijk verbeteren. De aanvraag- en verleningsprocedure van projectsubsidies verschilt van die van jaarsubsidies. Bij de aanvraag is het belangrijk goed aan te geven voor welke subsidie de aanvrager in aanmerking wil komen.
Subsidie wordt verstrekt aan rechtspersonen en aan natuurlijke personen die een bedrijf uitoefenen met een publieksfunctie. Hierdoor is het ook voor -bijvoorbeeld- eenmanszaken mogelijk subsidie aan te vragen.
Omdat projectsubsidies worden verleend voor aanpassingen of activiteiten met een projectkarakter voor een tevoren bepaalde tijd komen reguliere, structurele of toekomstige onderhoudskosten niet in aanmerking. Dit betekent dat vaste personeels- of accommodatielasten en beheerkosten niet worden gesubsidieerd.
Om organisaties en ondernemers tegemoet te komen bij kleine (fysieke of digitale) toegankelijkheidsaanpassingen worden projectkosten tot en met €5.000,- voor 100% vergoed.
Aanvragen voor jaarsubsidie worden beoordeeld op basis van vastgestelde criteria waarbij punten worden toegekend aan de hand van vastgestelde aspecten of indicatoren. Dit staat bekend als de tendersystematiek. De criteria en de vastgestelde aspecten of indicatoren staan in artikel 1:9 genoemd. De hoogst scorende aanvragen in de ranking krijgen subsidie totdat het beschikbare subsidieplafond bereikt is. Bij gelijke score vindt de onderlinge rangschikking plaats door middel van loting.
Aanvragers zijn verplicht om gegevens te delen waaruit blijkt dat er overleg is geweest met de ervaringsdeskundigen of hun vertegenwoordiging en dat zij de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd ondersteunen. Dit waarborgt aanpassingen en activiteiten die worden gedragen en zowel bruikbaar als wenselijk zijn voor de doelgroep(en).
Wanneer er twijfels bestaan over de realiseerbaarheid van aanpassingen zoals vermeld in de aanvraag kan het college een adviseur inschakelen om dit te toetsen. Alle informatie die deze adviseur nodig heeft om een succesvolle toetsing uit te voeren, moet door de aanvrager worden verleend.