Organisatie | Leiden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening binnenhavengeld 2011 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Nieuwe regeling
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-01-2012 | Onbekend | 16-12-2010 Stadskrant, 24 december 2010 | RV 10.0148 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren;
week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;
maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen;
kwartaal: een tijdvak van drie aaneengesloten kalendermaanden;
Onder de naam binnenhavengeld worden rechten geheven ter zake van het gebruik van het havengebied en ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de eigenaar van het vaartuig, de reder, de schipper, de kapitein, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en bijzondere bepalingen en van het bepaalde in artikel 6.
vaartuigen, welke het havengebied binnenkomen en doorvaren naar een binnen het havengebied aan het water gelegen scheepsmakerij, machinefabriek of motorherstelplaats, teneinde aldaar een herstelling te ondergaan, mits het betreffende bedrijf precariobelasting betaalt voor het gebruik of genot van gemeentegrond.
Het binnenhavengeld wordt geheven bij wege van aanslag, indien een vaste ligplaatsvergunning is afgegeven. In alle overige gevallen bij wege van voldoening op aangifte.
Het binnenhavengeld is verschuldigd zodra het gebruik van de wateren binnen de gemeentegrenzen aanvangt.
Artikel 11 Aangifte; aanslag; betaling
Het binnenhavengeld moet overeenkomstig de aangifte aan de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, worden betaald op de eerste werkdag volgende op de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, doch vóór het tijdstip waarop het vaartuig uit het havengebied vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan het binnenhavengeld worden betaald binnen 14 dagen na de dag van aankomst van het vaartuig in het havengebied, mits ten genoegen van de afdelingsmanager van afdeling Service & Informatie, of diens rechtsopvolger, zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.
Indien het vaartuig in de loop van een termijn, die in de tarieventabel is aangeduid als een termijn per reis, uit het havengebied vertrekt en daar in de loop van die termijn terugkeert, begint bij de terugkeer een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang.
Bij voortgezet verblijf in het havengebied, na afloop van de termijn waarvoor binnenhavengeld is betaald, begint een nieuwe termijn en neemt met betrekking tot de laatstbedoelde termijn het gebruik van het havengebied opnieuw een aanvang. Alsdan moet opnieuw aangifte en betaling overeenkomstig het 2e lid plaatsvinden.
Artikel 12 Teruggaaf en overschrijving
Van het binnenhavengeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van het havengebied is geëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van het havengebied volle kwartalen overblijven, met dien verstande dat bedragen beneden € 11,48 niet worden teruggegeven.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien het laatst genoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggave van het verschil niet plaatsvindt.
Artikel 13 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengelden.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening binnenhavengeld 2009" van 16 december 2008, laatstelijk gewijzigd op 17 december 2009 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage 1 Tarieventabel 2011 behorende bij de verordening binnenhavengeld