Organisatie | Baarn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Doelgroepenverordening Gemeente Baarn 2020 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-12-2020 | nieuwe regeling | 25-11-2020 |
De raad van de gemeente BaarnGelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2020Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet; artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening; artikelen 1.1.1 en 3.1.2 van het Besluit ruimtelijke ordening
besluit vast te stellen de Doelgroepenverordening Gemeente Baarn 2020
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2. Huurprijsgrenzen sociale en middeldure huurwoningen
Artikel 3. Koopprijsgrens sociale koopwoningen
Artikel 5. Instandhoudingstermijn
Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
Deze verordening wordt aangehaald als Doelgroepenverordening Gemeente Baarn 2020.
Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2020
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om in bestemmingsplannen te eisen dat een bepaald percentage van categorieën woningen worden gerealiseerd in nieuwbouwplannen. De woningbouwcategorieën zijn nader bepaald in het Besluit ruimtelijke ordening; sociale huurwoningen, sociale koopwoningen, particulier opdrachtgeverschap en geliberaliseerde woningen voor middenhuur. Het Bro geeft aan dat wanneer deze categorieën gebruikt worden in een bestemmingsplan er een doelgroepenverordening vereist is. De doelgroepenverordening heeft primair betrekking op nieuwbouw.
In de doelgroepenverordening worden de categorieën sociale huur, middeldure huur en sociale koop nader omschreven. Daarnaast geeft de doelgroepenverordening aan voor welke doelgroepen de te bouwen woningen bedoeld zijn aan de hand van inkomensgrenzen.
Ook regelt de verordening dat de betreffende categorieën gedurende een bepaalde periode beschikbaar moeten blijven voor de daarvoor aangewezen doelgroepen.
Omwille van de toepasbaarheid van deze verordening wordt het begrip “middeldure huurwoning” gehanteerd voor het begrip “geliberaliseerde woningen voor middenhuur” zoals toegepast in het Besluit ruimtelijke ordening. Bij 5. betekent het enkel gebruik van een woonruimte de huurprijs zonder servicekosten of voorschot nutsvoorzieningen (kosten voor verbruik van gas, water, elektriciteit of andere energie).
Artikel 2. Huurprijsgrenzen sociale huur en middeldure huur
In het Bro is de definitie van sociale huur opgenomen en ligt er een relatie met de Wet op de Huurtoeslag. Een sociale huurwoning mag alleen worden verhuurd tot aan de huurprijs tot €737,14 (prijspeil 2020). Indexering ligt vast in wetgeving, Besluit huurprijzen woonruimte.
In het Bro is voor de categorie middenhuur alleen een minimum aanvangshuurprijs opgenomen. De gemeente bepaalt het maximum. De bovengrens voor een middeldure huurwoning is bepaald op €950 (conform Visie Wonen 2019). De indexering van de bovengrens is een gemeentelijke beleidskeuze. Gemeentelijke indexering gebeurt aan de hand van de consumentenprijsindex. Hierbij is aansluiting gezocht bij andere gemeenten die een doelgroepenverordening hebben vastgesteld.
Artikel 3. Koopprijsgrens sociale koop
Een sociale koopwoning heeft een koopprijs ‘vrij op naam’ van ten hoogste € 200.000. In het Bro is dit als maximumbedrag vastgesteld zonder indexering. De minister heeft aangekondigd dat zij voornemens is om deze maximale grens te wijzigen bij invoering van de Omgevingswet. Wanneer deze wijziging plaatsvindt zal de verordening mogelijk worden aangepast.
Voor het bepalen van de doelgroep voor sociale huurwoningen is aansluiting gezocht met het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. Bedragen worden jaarlijks bij Ministeriele regeling gewijzigd.
Voor de afbakening van de doelgroep voor middeldure huurwoningen worden maximale inkomensgrenzen gehanteerd. De definiëring van de doelgroep voor deze woningen wordt in het Bro bij de gemeente gelegd. De gemeente kan immers het maximum bepalen. In de Visie Wonen 2019 is opgenomen dat we ons richten op middeninkomens tot € 55.000. In de verordening zijn huishoudens met een inkomen tot maximaal 1,5 keer de DAEB-norm aangemerkt als doelgroep voor middeldure huurwoningen (€58.583 bruto per jaar, prijspeil 2020). Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd conform artikel 48 van de Woningwet.
De definiëring van de doelgroep voor sociale koopwoningen wordt in het Bro eveneens bij de gemeente gelegd. De doelgroep van de sociale koopwoningen wordt gevormd door huishoudens met een inkomen tot 1,5 keer de DAEB-norm en bedraagt €58.583 bruto per jaar (prijspeil 2020).
Artikel 5. Instandhoudingstermijn
De verhuurder moet de woning gedurende de instandhoudingstermijn beschikbaar houden voor de doelgroep. In de wet is geregeld dat de instandhoudingstermijn voor huurwoningen zowel sociaal als middelduur minimaal 10 jaar moet zijn. De instandhoudingstermijn voor sociale huurwoningen is bepaald op minimaal 15 jaar na de eerste ingebruikname en moet gedurende deze periode beschikbaar blijven voor de doelgroep. De periode is conform hetgeen in anterieure overeenkomsten is opgenomen. De instandhoudingstermijn voor middeldure huurwoningen is eveneens bepaald op 15 jaar. In de wet is geregeld dat de instandhoudingstermijn voor sociale koopwoningen maximaal 10 jaar is. In de verordening is opgenomen dat de instandhoudingstermijn voor sociale koopwoningen is gesteld op minimaal 5 jaar en maximaal 10 jaar.
Het college kan in gevallen waarin deze verordening niet of niet in redelijkheid voorziet een bijzondere voorziening treffen, waarbij de bijzondere omstandigheden van een geval zijn afgewogen.