Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Nadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022
CiteertitelNadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpgeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Rheden/79388/CVDR79388_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

17-11-2020

gmb-2020-318566

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022

Het college van burgemeester en wethouders;

gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, tweede lid, artikel 4, eerste lid en artikel 5, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening Rheden;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de Nadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Asv: Algemene subsidieverordening Rheden.

  • c.

    VVE-aanbieder: kinderopvangorganisatie die een door het college gesubsidieerd programma voor- en vroegschoolse educatie (VVE) uitvoert gericht op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten. Deze aanbieder voldoet aan de wettelijke (kwaliteits)eisen.

  • d.

    Basisscholen: een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, waar kleuters met een VVE-indicatie of een (risico op) onderwijsachterstanden deelnemen. Hierbij wordt ook gebruikgemaakt van de onderwijsachterstandsscores van het Rijk.

  • e.

    Doelgroepkinderen: peuters en kleuters met een VVE-indicatie, of kleuters met VVE-indicatie of een (risico op) een taal- en onderwijsachterstand.

  • f.

    OAB-scan: een scan gemaakt door Sardes van gemeente Rheden. De OAB-scan maakt de landelijke herverdeling van onderwijsachterstandsmiddelen naar gemeenten en onder scholen inzichtelijk.

  • g.

    GOAB-middelen: de gelabelde onderwijsachterstandsmiddelen welke zijn in te zetten om uitvoering te geven aan de artikelen 165 t/m 168a2 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), Staatsblad 315, jaargang 20183.

Artikel 2 Reikwijdte regeling

  • 1.

    Het bepaalde in deze regeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidie door het college voor activiteiten vallend onder de in artikel 3 bedoelde doelen en het in de artikelen 5, 6 en 7 bedoelde toetsingskader.

  • 2.

    Op de subsidieverstrekking op grond van deze regeling zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Rheden van toepassing.

Artikel 3 Activiteiten en doelen

Subsidie kan uitsluitend worden verleend voor activiteiten door VVE-aanbieders en basisscholen met doelgroepkinderen, die bijdragen aan de volgende doelen:

  • a.

    het vergroten van de kwaliteit van de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie; en

  • b.

    het vergroten van de ouderbetrokkenheid, richting educatieve partnerschap, bijvoorbeeld met ontwikkelingsstimulering thuis; en

  • c.

    het versterken van doorgaande ontwikkel-, leer-, en zorglijnen tussen voor- en vroegschool voor de doelgroepkinderen; en

  • d.

    het bieden van een rijke omgeving voor deze doelgroepkinderen om onderwijsachterstanden te verkleinen met inzet van externe partners op cultuur, natuur, kunst, gezondheid en sport.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    VVE-aanbieders vragen subsidie aan door het digitaal indienen van een ondertekend projectplan, volgens het daartoe beschikbaar gestelde format. Het projectplan beslaat twee kalenderjaren 2021-2022.

  • 2.

    Aanvragen dienen in afwijking van de Asv voor 20 februari 2021 te worden ingediend bij het college.

  • 3.

    Een aanvraag bedraagt:

    • a.

      voor VVE-locaties met gemiddeld minder dan 50% doelgroepkinderen in 2020 maximaal € 45.000,00 per VVE-locatie;

    • b.

      voor VVE locaties met gemiddeld meer dan 50% doelgroepkinderen in 2020 maximaal € 70.000,00 per VVE-locatie.

Artikel 5 Toetsingsgronden

Een subsidieaanvraag wordt beoordeeld op grond van de mate waarin de activiteiten bijdragen aan de realisatie van de in artikel 3 genoemde doelen. Daarbij geldt meer concreet dat subsidie kan worden toegekend als uit de aanvraag voldoende blijkt dat:

  • a.

    de activiteiten gericht inzetten op het duurzaam:

    • I.

      verhogen van de kwaliteit van de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie met effectief gebleken programma’s;

    • II.

      bevorderen van de deskundigheid van pedagogisch medewerkers en leerkrachten;

    • III.

      intensivering van de samenwerking met ouders, met als doel een educatieve thuissituatie te stimuleren;

    • IV.

      intensivering van de samenwerking tussen VVE-aanbieder, basisscholen en externe partners.

  • b.

    De inzet moet voldoen aan de wettelijke eisen voor de GOAB-middelen.

  • c.

    De inzet leidt beargumenteerd tot een hogere kwaliteit van de uitvoering van VVE, bijvoorbeeld door deskundigheidsbevordering, inzet van effectieve(re) methodes voor het verbeteren van de taal- en spraakontwikkeling, samenwerking met cultuur of bibliotheek voor het vergroten van de ouderbetrokkenheid bij ouders.

  • d.

    Het projectplan wordt in samenwerking tussen VVE-aanbieder en basisschool opgesteld.

  • e.

    De subsidie mag niet gebruikt worden voor taken die VVE-aanbieders en scholen al uitvoeren in het kader van de voorschoolse educatie of vanuit de onderwijsachterstandsmiddelen van het onderwijs.

Artikel 6 Beoordeling van de ingediende projectplannen

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan worden aan onderstaande factoren.

In het projectplan wordt tenminste aangegeven:

  • a.

    een inhoudelijke toelichting op het plan;

  • b.

    de beoogde doelen, resultaten, werk- en meetwijze van het plan;

  • c.

    hoe deze aanvraag past bij de populatie van de school/kinderopvangorganisatie en het vergroten van onderwijskansen/verkleinen van onderwijsachterstanden;

  • d.

    hoe samenwerking vorm krijgt, eventueel ook met andere partijen;

  • e.

    een gespecificeerde begroting, rekening houdend met minimaal 10% aan cofinanciering door VVE-aanbieders en onderwijs. Deze cofinanciering moet inzichtelijk gemaakt worden in de begroting en mag naast financiën ook bestaan uit inzet van uren of ruimtes.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de jaren 2021-2022 een subsidieplafond van € 600.000,00 tenzij anders door het college bepaald, op grond van de financiële kaders van de gemeenteraad via de gemeentebegroting.

  • 2.

    De ingediende aanvragen die door het college als compleet worden aangemerkt worden gewaardeerd aan de hand van de volgende criteria. Per criterium wordt uw aanvraag gewaardeerd met een score van maximaal het aantal punten zoals hieronder vermeld:

    • a.

      criterium 1: een visie die aansluit bij de doelstellingen geformuleerd in deze regeling (maximaal 15 punten);

    • b.

      criterium 2: een aanpak waaruit blijkt dat sprake is van kwaliteitsbevordering, ingezet wordt op educatieve ouderbetrokkenheid, en een versterking van de samenwerking (maximaal 40 punten);

    • c.

      criterium 3: efficiënte en effectieve inzet van de financiële middelen waarbij de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag in logisch verband staat met de activiteiten, de grootte en zwaarte van de doelgroep (maximaal 20 punten).

  • 3.

    De beoordelingscommissie bestaat uit medewerkers van de gemeente Rheden en beoordeelt de gunningscriteria afzonderlijk. Per onderdeel wordt door de beoordelaar een score van 0, 2, 6, 8 en 10 gegeven. Daarbij wordt door de beoordelingscommissie per gunningscriteria de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    0 = Niet beantwoord Inschrijver geeft geen uitwerking van het gevraagde.

    2 = Onvoldoende Inschrijver geeft onvoldoende uitwerking van het gevraagde, heeft de vraag niet begrepen en/of geeft een onduidelijk antwoord. Er is geen inzicht in de wijze van invulling en/of de onderbouwing ontbreekt.

    6 = Voldoende Inschrijver geeft blijk inzicht te hebben in het gevraagde en heeft een voldoende uitwerking/onderbouwing van het gevraagde waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de minimale aandachtspunten.

    8 = Goed Inschrijver geeft blijk inzicht te hebben in het gevraagde en heeft een goede uitwerking/onderbouwing van het gevraagde. De inschrijver creëert deels toegevoegde meerwaarde voor opdrachtgever en/of cliënt.

    10 = Uitstekend Inschrijver begrijpt het gevraagde volledig en gaat verder dan het gevraagde. De wijze van invulling is overtuigend en geeft blijk van inzicht waarmee een duidelijke meerwaarde wordt gecreëerd voor opdrachtgever en cliënt.

  • 4.

    De inschrijvingen zullen relatief worden beoordeeld. Dit houdt in dat de verschillende antwoorden van de inschrijvers met elkaar vergeleken worden voordat aan ieder individueel antwoord een score wordt gegeven. De beoordelingscommissie zal op basis van een unaniem eindoordeel per gunningscriterium de uiteindelijke score bepalen.

  • 5.

    De volgende formule wordt gehanteerd om de punten per onderdeel te bepalen:

    (toegekende score/10) x maximaal te behalen punten = behaalde aantal punten per onderdeel.

    Het behaalde aantal punten wordt per onderdeel afgerond op maximaal twee decimalen.

    Het totaal aantal punten is de som van de behaalde punten per onderdeel.

    De aanvragen worden op volgorde van score gesorteerd. Subsidie worden toegekend tot het subsidieplafond wordt bereikt. De overige aanvragen worden door het college gemotiveerd geweigerd.

  • 6.

    Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

  • 7.

    Na 20 februari 2021 worden de ingediende projectplannen beoordeeld. Na 20 februari 2021 worden projectplannen alleen beoordeeld tot het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 8 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 8 in de Asv wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      de activiteiten niet binnen de doelstelling en reikwijdte van deze regeling passen;

    • b.

      niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen van GOAB-middelen;

    • c.

      de door de aanvrager beoogde te verrichten activiteiten al door andere organisaties worden opgestart;

    • d.

      er geen sprake is van cofinanciering (minimaal 10%) cofinanciering door VVE-aanbieders en onderwijs. Deze cofinanciering moet inzichtelijk gemaakt worden in de begroting en mag naast financiën ook bestaan uit inzet van uren of ruimtes;

    • e.

      voor dezelfde of vergelijkbare activiteit al subsidie is verleend aan de aanvrager op grond van de Asv of een andere subsidieregeling van de gemeente Rheden.

  • 2.

    De subsidieverlening wordt voorts geweigerd voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond, als bedoeld in de artikel 7, zou worden overschreden.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan, gelet op de betrokken belangen, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt de dag na bekendmaking in werking.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels Kwaliteitsregeling Voor- en Vroegschoolse Educatie 2021-2022.

 

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders van 27 november 2020.

De Steeg, 27 november 2020

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris.