Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lingewaard

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent energietransitie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLingewaard
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent energietransitie
CiteertitelBeleidskader Energietransitie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-12-2020nieuwe regeling

19-11-2020

Het GemeenteNieuws, 02-12-2020

208141

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent energietransitie

 

3 september 2020 | definitief

Voorwoord

We verduurzamen. Dat is hard nodig! We willen de wereld behouden voor kinderen en kleinkinderen en het liefst de wereld nog een beetje beter achterlaten . Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met vele landen in de wereld. De doelen zijn bekend. Ieder land neemt zijn verantwoordelijkheid. Binnen Nederland vult iedere provincie, regio en gemeente een deel in. Daarvoor is onze samenwerking met regiogemeenten onontbeerlijk.

 

Duurzaamheid ontwikkelt zich razendsnel. En dachten we tien jaar geleden bij duurzaamheid aan ‘warme truien dag’, nu is duurzaamheid verweven in alle aspecten van de samenleving. Van economie tot huishoudens, van reizen tot onderwijs. Dat is ook voor mij zo; twee jaar geleden startte ik als wethouder duurzaamheid. Inmiddels zitten onderdelen van duurzaamheid verweven in portefeuilles van de andere collegeleden. Ik ben nu ‘coördinerend wethouder duurzaamheid’ en primair verantwoordelijk voor energietransitie. Deze verweving is een resultaat op zich, waar ik heel blij mee ben.

 

We werken in Lingewaard samen aan verduurzaming. Als college of gemeente alleen zou het niet te doen en niet te overzien zijn. Vele inwoners in Lingewaard isoleren hun huis, pakken de fiets in plaats van de auto, gebruiken minder plastic of ontwikkelen zelfs duurzaamheidsprojecten in de buurt. Ook bedrijven verduurzamen; hun proces, hun pand, hun logistiek en ga zo maar door. Binnen ons programma Duurzaam Lingewaard werken we aan zes thema’s; mobiliteit, wonen, klimaatadaptatie, leefomgeving, circulariteit en energietransitie. We hebben goed contact met samenwerkingspartners als inwonersinitiatieven, Lingewaard Energie, Stichting Lingewaard Natuurlijk, bedrijven en woningbouwcorporaties. Want alleen samen kunnen we deze fikse opgave aangaan.

 

Voor u ligt ons beleidskader energietransitie. Energietransitie is een belangrijk onderdeel van duurzaamheid. Het gaat over 1) het besparen van energie, 2) het duurzaam opwekken van energie en 3) om ‘van het aardgas af gaan’. Afgelopen jaar heeft de raad enkele belangrijke kaders al neergezet, zoals de kaders voor windenergie, zonne-energie en de warmtetransitie. Dit beleidskader biedt een totaalplaatje voor de kaders van energietransitie voor Lingewaard.

 

Ik dank iedereen die mee heeft gedacht in het proces om tot een nieuw beleidskader te komen. We hebben prikkelende vragen nodig en debat om deze transitie samen vorm te geven, maar bovenal actie ‘elke dag één stap, iedere stap telt en iedereen doet wat’.

 

Met energieke groet,

 

Aart Slob

Wethouder Energietransitie

Samenvatting

Samen verduurzamen we onze gemeente. Vele inwoners in Lingewaard zijn actief, net als bedrijven, partners en wij als gemeente. We trekken samen op met de regio en de provincie. Dit nieuwe beleidskader beschrijft hoe we de energietransitie in Lingewaard vorm willen geven.

 

Energietransitie - wat willen wij bereiken?

Energietransitie betekent een grote overgang. We maken de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame bronnen. Dat doen wij volgens wettelijke kaders en gemaakte afspraken, zoals het Gelders Energieakkoord (GEA).

Ons hoofddoel is energieneutraal zijn in 2050. Wij willen dan evenveel energie duurzaam opwekken als wij gebruiken in de gemeente. En dat alle energie die in de gemeente wordt gebruikt, duurzaam is. Dit gebeurt niet in een keer, maar stap voor stap. Wij realiseren ons dat dit een fikse opgave is en dat wij, via tussentijdse doelen, tempo moeten blijven maken om de lange termijn doelstelling te halen.

 

Wij werken aan de energietransitie vanuit drie pijlers. Per pijler is onze tussendoelstelling voor 2030 vermeld.

  • 1.

    het besparen van energie – we besparen minimaal 1,5% energie per jaar;

  • 2.

    het opwekken van duurzaam geproduceerde energie – we wekken 100% van onze elektriciteit duurzaam op;

  • 3.

    het verduurzamen van de warmtevoorziening (‘van het aardgas af gaan’) – 20% van onze gemeente is aardgasvrij.

Het beleidskader beschrijft wat we gaan doen om die tussendoelen te halen.

 

Energietransitie - wat gaan wij ervoor doen?

We hebben een routekaart gemaakt. Hierop staat de route uitgestippeld waarmee we ons doel in 2050 willen gaan halen. Deze routekaart laat zien dat er veel moet gebeuren. Een route die offers, maar ook voordelen kent. Het brengt de CO2 uitstoot omlaag . Zo dragen we bij aan het verminderen van de klimaatverandering. Het zorgt voor schonere lucht, met minder fijnstof en stikstof. Dat is goed voor de gezondheid en de natuur. Woningen worden comfortabeler. Het draagt bij aan lokale economie en werkgelegenheid.

 

Energietransitie – hoe gaan wij het doen?

  • -

    Samen - doen

    Energietransitie betekent nieuwe dingen doen, uitproberen en opschalen. Juist in de uitvoering is de gemeente aangewezen op de inbreng van inwoners, organisaties en bedrijven. Wij willen het echt samen doen. Wij geloven dat je alleen misschien sneller bent, maar samen kom je verder. We werken samen met inwoners(initiatieven), bedrijven, Lingewaard Energie, Stichting Lingewaard Natuurlijk, woningbouwcorporaties en andere partners. We zoeken hen bewust op. Wij vinden samen optrekken én inhoudelijke voortgang belangrijk.

  • -

    Gemeente heeft een regierol

    De gemeente heeft hierbij een belangrijke regierol. Deze rol richt zich het informeren, stimuleren, faciliteren, organiseren en initiëren. Daarvoor is het van het grootste belang dat je als gemeente toegerust bent op het faciliteren van initiatieven vanuit inwoners en bedrijven. Een luisterend oor, het voeren van een open gesprek, beschikbaar en bereikbaar zijn in praktische zin en in grondhouding.

  • -

    Gemeente geeft het goede voorbeeld

    Wij kunnen niet van onze inwoners en ondernemers veel vragen zonder zelf ook verder aan de slag te gaan. Dat betreft verduurzamen van onze gebouwen en openbare verlichting, zonnepanelen op onze daken, woon-werk-verkeer en duurzaam inkopen en aanbesteden.

  • -

    Voortgang bijhouden

    Wij monitoren onze voortgang, zowel de cijfers als ook de kwaliteit. Wij praten inwoners, organisaties en bedrijven regelmatig bij over wat zij kunnen doen en wat we als gemeente doen. Ook stimuleren wij innovaties als deze ons helpen om de doelen te bereiken, samen met onze partners.

Energietransitie - wat gaat het kosten?

Er zijn veel vragen over de kosten van de energietransitie. Wie gaat het betalen? De Rijksoverheid en de Provincie ontwikkelen op dit moment financiële regelingen en instrumenten om de energietransitie te versnellen. Deze gelden zijn ook hard nodig om gezamenlijke projecten met inwoners, bedrijven en woningcorporaties vorm te geven. Hier maken wij dan ook zo veel mogelijk gebruik van.

 

We hebben binnen onze gemeente nu twee geldpotten voor energietransitie: het duurzaamheidsbudget (€245.000 structureel, jaarlijks) en het Energietransitiefonds (groeit naar >€1.000.000). We hebben hiermee duidelijke kaders en slagkracht.

 

Tot slot

Over twee jaar evalueren we dit beleid. Zo blijven we goed aansluiten op de actualiteit, initiatieven vanuit inwoners en bedrijven en op innovaties en ontwikkelingen.

1. Inleiding

Ons nieuwe beleidskader energietransitie beschrijft hoe we de energietransitie uitwerken. Deze inleiding neemt u mee in waarom we het beleid updaten en de afspraken die gemaakt zijn. We beschrijven de opgave in Lingewaard en de kaders die de raad heeft vastgesteld. We sluiten dit hoofdstuk af met een leeswijzer.

 

1.1Actualisatie

Het beleid is toe aan actualisatie 1 . Ontwikkelingen zijn de afgelopen jaren in een stroomversnelling gekomen. Nieuwe onderwerpen hebben zich aangediend, zoals ‘van het aardgas af gaan’.

 

Het klimaat verandert door menselijk handelen. Er zijn te veel broeikasgassen, zoals CO2, in de lucht, die de aarde teveel opwarmen. Daardoor verandert het klimaat. Dit is inmiddels een onderwerp waar niemand meer omheen kan. In 2016 is het Akkoord van Parijs gesloten; ‘we willen de aarde niet meer dan 2 graden laten opwarmen’. In 2019 was er de uitspraak van de Hoge raad in de zaak die Urgenda aanspande; ‘de Nederlandse regering is verplicht om “passende maatregelen” te nemen om de landelijke uitstoot van CO₂ en andere broeikasgassen al in 2020 minimaal 25 procent lager moet zijn dan in ijkjaar 1990.

 

Ook de gevolgen van klimaatverandering zijn merkbaar; in 2019 hadden we een hitterecord van 41 graden, in 2020 de natste februari sinds tijden terwijl er in 2018 een droogte-record was.

 

De vrijblijvendheid is er vanaf. We moeten de broeikasgassen verminderen, serieus kijken hoe we de doelen bereiken en welke maatregelen helpen. We hebben hiervoor afspraken gemaakt met allerlei partners binnen het Gelders Energie Akkoord.

 

1.2De opgave in Lingewaard

De opbouw, omvang en de ligging van onze gemeente zijn bepalend voor de insteek die we kiezen voor energietransitie. Daarbij spelen de volgende kenmerken een belangrijke rol:

  • -

    We zijn een middelgrote gemeente met ruim 46.000 inwoners, met bijpassende gemeentebegroting.

  • -

    Lingewaard bestaat uit woonkernen omringd door een rivierenlandschap. Dit brengt opgaven voor waterberging, natuur en klimaat met zich mee.

  • -

    We liggen in Nationaal landschap De Gelderse Poort, met prachtige uiterwaarden met een diversiteit aan natuurlijke en landschappelijke waarden. Natuur en landschap zijn dus belangrijke opgaven. Denk ook aan Park Lingezegen en bijbehorende recreatie & toerisme. Wij willen het landschap bewaren en versterken, maar ook ruimte maken voor duurzame energie. Er is veel water, ook dat kunnen we aanwenden en inzetten binnen de energietransitie.

  • -

    Tegelijk loopt de Betuweroute van oost naar west door onze gemeente. Bereikbaarheid van en naar Lingewaard naar omliggende gemeenten en voorzieningen is een opgave, evenals de ontwikkelingen van de A15 zone.

  • -

    We willen leefbaarheid in de kernen graag vergroten. Hiervoor werken we onder andere met dorps- en wijkontwikkelplannen (DOPs/WOPs). De energietransitie maakt hier onderdeel vanuit.

  • -

    Kenmerkend zijn de tuinders in onze gemeente, vooral geconcentreerd in NEXTgarden; een ontwikkelingsgebied voor tuinbouw met kansen voor kennis, innovatie en stimuleren van duurzame en circulaire economie en energietransitie.

  • -

    Ook hebben we enkele andere grootverbruikers qua energie in onze gemeente; de steenfabrieken en de asfaltcentrale. Dit zijn zogenaamde MJA/Mee bedrijven waarmee het Rijk meerjarenafspraken maakt.

1.3Kaders

In mei van dit jaar heeft de gemeenteraad de startnotitie met kaders voor dit beleid

 

 

vastgesteld. In deze paragraaf vatten we de kaders samen.

 

De omgevingsvisie is in ontwikkeling. De gemeente kan dan integraler en meer ‘op maat’ inspelen op situaties. Duurzaamheid en energietransitie zijn een van de essentiële bouwstenen hiervoor, we sluiten hierbij aan.

 

We trekken actief op met de regio op het gebied van energietransitie. Zo stellen we een regionale energie strategie (RES) op.

 

In de figuur hiernaast is weergegeven hoe we aan energietransitie werken. Dit is uitgewerkt in dit beleid. Onder energietransitie verstaan we;

  • -

    het besparen van energie;

  • -

    het opwekken van duurzaam geproduceerde energie;

  • -

    het verduurzamen van de warmtevoorziening, ofwel warmtetransitie (‘van het aardgas af gaan’).

Ons hoofddoel is energieneutraal zijn in 2050. Dat betekent dat we dan evenveel energie duurzaam opwekken, als we gebruiken in de gemeente, en dat alle energie die in de gemeente wordt gebruikt duurzaam is2 .

De doelstelling is fors maar haalbaar. We realiseren ons dat we tempo moeten blijven maken om de lange termijn doelstelling te halen.

 

De gemeente heeft een ‘regierol’ in de energietransitie. Deze rol richt zich met name op de volgende sporen: informeren, stimuleren, faciliteren, organiseren, initiëren en het goede voorbeeld geven. In bijlage 3 is opgenomen wat we onder deze rollen verstaan.

 

1.4Samen

We vinden het heel belangrijk samen te werken. Samen met iedereen die actief is op het gebied van energietransitie in onze gemeente, ‘iedereen doen wat’. En samen kom je verder. We geloven erin dat de samenwerking het vertrouwen voedt, dat nodig is om deze transitie op duurzame en bestendige wijze vorm te geven. Een gemeende stap samen voorwaarts, is beter dan twee vlugge stappen alleen.

  • -

    We werken samen met inwoners(initiatieven), bedrijven, Lingewaard Energie, Stichting Lingewaard Natuurlijk, woningbouwcorporaties en andere partners. We zoeken hen bewust op.

  • -

    We zijn ons bewust van onze rol, verantwoordelijkheden en mogelijkheden binnen zowel opgave als samenwerking.

  • -

    We vinden het samen optrekken net zo belangrijk als de inhoudelijke voortgang.

1.5Leeswijzer

Het volgende hoofdstuk beschrijft de routekaart; wat moet er gebeuren om ons doel waar te maken? De hoofdstukken daarna beschrijven per pijler het doel, de strategie en de projecten. Uiteraard maken de projecten het echt Lingewaards. Vervolgens beschrijven we onze werkwijze. Het laatste hoofdstuk staat stil bij financiën, kijkt vooruit naar dilemma’s die we tegen kunnen komen en het evalueren van ons beleid.

2. Routekaart

Onze route is in kaart. Voor zover dat op dit moment kan. In dit hoofdstuk staat wat het betekent om onze doelstelling te halen. En waarom dit een flinke uitdaging is. Niet alleen voor ons, maar voor alle gemeenten in Nederland. Met de routekaart in de hand kunnen we vervolgens de benodigde stappen gaan zetten. Eerste beschrijven we de startsituatie. Vervolgens noteren we de uitgangspunten bij de routekaart. We vermelden daarna de haalbaarheid van de doelstellingen voor 2030 en voor 2050.

 

2.1 Startsituatie

We hebben onze ‘nul-situatie’ in beeld. Waar we nu staan op het gebied van energiebesparing, duurzame opwek en warmtetransitie. Dit is de start van de routekaart.

 

We hebben voor de pijler energiebesparing nu jaarlijks ongeveer 1,5% besparing bereikt. We liggen daarmee op schema in besparingstempo. Het basisjaar voor onze monitoring is 1990. Sindsdien is het verbruik flink gestegen. Dit komt doordat er toen een kassengebied bij is gekomen in Lingewaard. Kassen hebben veel energie (vooral warmte) nodig, daarom is er veel meer uitstoot dan voordat deze kassen er waren. Ook zijn de steenfabrieken meer gaan produceren en is de asfaltcentrale erbij gekomen. Daarom is onze CO2 uitstoot met 37,5% gestegen vanaf 1990 ten opzichte van zo’n 1,8% gemiddeld in Nederland. Onze opgave is dus hoog.

 

Van ons verbruik aan elektriciteit wordt 13% al duurzaam opgewekt. We hebben nu twee projecten gereed, namelijk 19 ha zonnepanelen op de Lingewal en 2 ha drijvend zonnepark op de Gietwaterplas. Daarnaast liggen er op vele daken al zonnepanelen.

 

De warmtetransitie staat voor woningen aan het begin, zoals in heel Nederland. De Zilverkamp is de eerste wijk waar we concrete stappen voorbereiden om tot een duurzaam alternatief voor aardgas te komen. Verder zet de tuinbouw binnen NEXTgarden stappen richting ‘aardgasvrij’, zo draagt de groen gas installatie hiertoe bij. En één groot project wordt op dit moment gebouwd, een snoeihoutcentrale voor de warmtevoorziening van glastuinbouwbedrijven op NEXTgarden.

 

We brengen jaarlijks in beeld hoe het staat met de doelstellingen voor de drie pijlers. De wijze van monitoren is weergegeven in bijlage 4.

 

2.2 Uitgangspunten

We hebben de volgende uitgangspunten afgesproken bij het opzetten van de routekaart:

  • -

    We gaan uit van duurzame opwek binnen onze eigen gemeentegrenzen.

  • -

    Onze doelstelling ligt in lijn met het Gelders Energie Akkoord (GEA).

  • -

    Mobiliteit nemen we mee: mensen gaan bijvoorbeeld meer elektrisch rijden. Dat vraagt elektriciteit die duurzaam opgewekt moet worden. Dat rekenen we dus mee.

  • -

    Het aantal woningen en bedrijven, en dus de energieconsumptie, van Lingewaard groeit de komende jaren, dit is meegenomen.

  • -

    We beperken de verbranding van biomassa tot de bestaande en vergunde (de snoeihoutcentrale die in aanbouw is op NEXTgarden) installaties. We zien dit als transitietechniek. Het is belangrijk dat hiervoor alleen biomassa met een duurzame herkomst wordt gebruikt.

  • -

    Het is niet realistisch dat waterstof binnen tien jaar betaalbaar beschikbaar is voor woningen. Vanaf 2030 zou waterstof een rol kunnen spelen, met name voor hoge temperaturen voor industrie. Bij inzet van waterstof moet er extra elektriciteit duurzaam opgewekt worden.

  • -

    We zetten in op duurzame warmte uit de zon en uit water. We gaan er vanuit dat we de komende jaren meer en meer gebruik gaan maken van deze duurzame bronnen voor de warmtetransitie.

  • -

    De potentie van geothermie onderzoeken we verder de komende jaren, in regionaal verband.

Vanuit deze uitgangspunten is de routekaart bepaald. In bijlage 5 is de toelichting opgenomen.

 

 

2.3 Doelstelling 2030

Per pijler is het tussendoel voor 2030 opgenomen, inclusief haalbaarheid daarvan. In de volgende hoofdstukken is dit per pijler uitgewerkt. Als we de tussendoelen halen, dan zitten we op 49% CO2 besparing (in plaats van 55% uit het GEA) voor 2030.

 

Doel energiebesparing 2030: min. 1,5% per jaar

We willen ten minste 1,5% energiebesparing per jaar halen. Het besparingstempo is realistisch. In totaal willen we in 2030 25% energie hebben bespaard ten opzichte van 2015. Nu zitten we op circa 5% van dit doel. We gaan voor maximale energiebesparing maar meer besparen dan 25% is niet reëel. De uitdaging is om de hoge energievraag duurzaam in te vullen.

 

Doel duurzame opwek 2030: 100% duurzame elektriciteit

Dit stelt ons voor een grote uitdaging het doel van het GEA te halen. Er zijn nu verschillende initiatieven en project ideeën voor wind- en zonne-energie in onze gemeente. We hebben deze initiatieven hard nodig om de doelstelling in te vullen.

 

Doel warmtetransitie 2030: 20% aardgasvrij

We moeten nog grote stappen zetten. Ons doel is dat de Zilverkamp in 2028 van het aardgas is. Uiteraard zijn we afhankelijk van financieringsbronnen om (collectieve) opties te ontwikkelen als alternatief voor aardgas. En we zijn afhankelijk van inwoners, woningbouwcorporaties en bedrijven die ieder voor zich beslissen of ze van het aardgas af gaan of niet. Daarom moeten we met een aantrekkelijk aanbod komen. NEXTgarden kan een functie vervullen als energiehub in de regio, om vraag en aanbod van (duurzame) warmte te ontsluiten.

 

2.4 Doelstelling 2050

De figuur hiernaast laat zien hoe het verloop van energiebesparing en duurzame opwek kan gaan tot aan 2050. Als we steeds meer energie besparen zakt de donkerblauwe lijn naar beneden. Bij een toename van duurzame energie opwek, stijgt de grijze lijn. In 2050 komen die lijnen samen – dat betekent dat we evenveel energie duurzaam opwekken als we gebruiken en we dus energieneutraal zijn. Rondom beide lijnen zijn benodigde ontwikkelingen genoteerd.

 

Wat betekent dat als we door de oogharen naar 2050 kijken? Dat we dan in onze gemeente:

  • -

    De periode tussen 2030 en 2050 hard nodig hebben om het einddoel in te vullen. Initiatieven voor duurzame opwek koesteren we, mits ze binnen onze beleidskaders passen.

  • -

    Aardgasvrij zijn: gebouwde omgeving voor 50% op warmtenet, met duurzame bronnen vanuit water, zon en geothermie en 50% met individuele oplossingen en duurzaam gas.

  • -

    Mobiliteit hebben die uitstootvrij is

2.5 Tips voor de route

We hebben inwoners(initiatieven), bedrijven en partners gevraagd mee te denken bij het invullen van dit beleidskader3 . Hieruit zijn de volgende tips gekomen:

  • -

    Ondersteun lokaal eigenaarschap en bevorder eigen verantwoordelijkheid.

  • -

    Wees helder over thema’s en ontwikkelingen waar de gemeente verantwoordelijkheid voor neemt en over hoe lokaal daarbij kan aansluiten.

  • -

    Verbindt partners.

  • -

    Kom snel met een warmteplan, pak een rol bij de uitrol van warmtenetten en maak hierbij gebruik van stabiele organisaties die hier veel ervaring in hebben.

  • -

    Ontzorg particuliere woningeigenaren. Werk bijvoorbeeld per woningtype een plan uit om de woning energiezuiniger te maken. Daarna moeten (lokale) bedrijven aan de slag voor een vaste prijs. Dit vergt een coördinatierol en aanjaagrol van de gemeente.

3. Pijler 1: Energiebesparing

We gebruiken de hele dag energie. Bij het opladen van de telefoon, het aandoen van het licht: veruit de meeste apparaten gebruiken stroom. We kunnen energie besparen – minder gebruiken en zuiniger omgaan met energie. Daar zetten we ons voor in binnen deze pijler.

 

3.1 Doel

We besparen ten minste 1,5% energie per jaar.

In 2030 hebben we 25% energie bespaard t.o.v. 2015.

Energietransitie begint simpelweg met het besparen van energie. Wat je niet gebruikt, hoeft ook niet opgewekt te worden. Het uitgangspunt van de zogeheten ‘Trias energetica’. Dit is echt een belangrijk uitgangspunt. We streven naar maximale energiebesparing.

 

3.2 Strategie

Inwoners – We stimuleren inwoners om energie te besparen. We zetten intensief in op voorlichting en gedragsverandering en ondersteunen dit. We zetten in op jeugd. Ook Verenigingen van Eigenaren (VVE’s) zien we als belangrijke doelgroep. We werken samen met de woningbouwcorporaties om te kunnen versnellen en verduurzaming van huur- en koopwoningen samen op te laten lopen.

Inwonersinitiatieven – We faciliteren en stimuleren inwoners om samen energie te besparen. We juichen een collectief project toe en onderzoeken actief welke mogelijkheden er zijn. We voeren gesprekken met bijvoorbeeld werkgroepen voortkomend uit de WOPs en DOPs.

Bedrijven – We bieden bedrijven die verduurzamen een podium. Duurzaamheidsinformatie voor bedrijven is op orde. We gaan in gesprek als bedrijven een initiatief hebben om energie te besparen of anderszins te verduurzamen. Op natuurlijke momenten bieden we ondersteuning aan bedrijven om energieadvies in te winnen.

 

Lingewaard Energie is een belangrijke strategische partner, waar we goed contact mee hebben. We trekken intensief samen op om projecten vorm te geven.

 

3.3 Projecten 2021/2022 4

Inwoners

  • -

    Energieloket: informeren en stimuleren inwoners en bedrijven om energie te besparen

  • -

    RRE-regeling: uitvoeren van de regeling

  • -

    Huur-koop samenwerking: we voeren ten minste 1 project uit waarin minstens 10 particulieren meedoen met verduurzaming aan huurwoningen door de woningbouwcorporaties.

Bedrijven

  • -

    Handhaving energiebesparing bedrijven: we laten de ODRA handhaven op energiebesparing bij bedrijven.

  • -

    Promotie duurzame bedrijven: we bieden jaarlijks ten minste 5 bedrijven die verduurzamen een podium door een filmpje met hen op te nemen ofwel een artikel te plaatsen in het gemeentenieuws en/ of de nieuwsbrief bedrijven.

  • -

    Informatievoorziening energietransitie bedrijven op orde: we verrijken de gemeentelijke communicatiekanalen met informatie voor bedrijven.

  • -

    Voucher bedrijven: we voorzien bedrijven met een voucher, op een natuurlijk (keuze)moment (verhuizing, verbouwing e.d.), om te besteden aan advies betreft mogelijkheden voor energiebesparing/ energietransitie

Beiden

  • -

    Op gesprek: wij voeren gesprekken met nieuwe (inwoners)initiatieven en/ of bedrijven die energie willen besparen, bijv vanuit WOPs/DOPs, om actief te bekijken waar projecten voor energiebesparing ontstaan.

4. Pijler 2: Duurzame opwek

De energie die we gebruiken, wekken we duurzaam op. Dus met duurzame energie, zoals zonnepanelen en windenergie. Dit hoofdstuk gaat over het opwekken van duurzame elektriciteit en beschrijft ons werk op dit gebied.

 

4.1 Doel

In 2030 wekken we 100% van onze elektriciteitsvraag duurzaam op en

  • -

    hebben we 8 windturbines

  • -

    zijn er 140.000 zonnepanelen op daken geïnstalleerd

  • -

    ligt er 42 ha zonneveld voor zonPV

Voor grootschalig opwekken gaan we uit van de beleidskaders voor wind en zon. Een samenvatting van beiden is opgenomen in bijlagen 7 en 8.

Voor kleinschalig opwekken gaan we uit van het beleid voor kleine windturbines, opgenomen in bijlage 9.

 

De invulling van de doelen verhoudt zich tot elkaar. Voorbeeld: één windturbine wekt evenveel elektriciteit op als 20 ha zonneveld. Zo kunnen we ‘spelen’ met de invulling van deze doelstelling. En: als we meer besparen, is er minder duurzame opwek nodig.

 

4.2 Strategie

Bedrijven – We staan klaar voor bedrijven die willen verduurzamen. We spelen direct in op signalen en ideeën van ondernemers. Ook initiatiefnemers kunnen bij ons terecht om samen de mogelijkheden te verkennen van het realiseren van een project.

Inwonersinitiatieven – We voeren actief gesprekken met inwonersinitiatieven. Ook koppelen we inwonersinitiatieven aan partijen die hen verder kunnen helpen om een project te realiseren. We ondersteunen bij het aanvragen van subsidies. Als gemeente promoten en faciliteren we dit soort initiatieven.

 

4.3 Projecten 2021/2022

  • -

    Windpark Caprice: wij zorgen dat de raad kan besluiten over twee windturbines bij Caprice

  • -

    Windpark NEXTgarden: we spannen ons in voor besluitvorming over windproject NEXTgarden

  • -

    RES: wij besluiten over het bod Regionale Energie Strategie (RES) 1.0 en werken toe naar de RES 2.0

  • -

    Beleidskaders evalueren: we evalueren de zoekzone zon aan de Lingewal

  • -

    Zon op dak: we sluiten aan op een mogelijk regionaal initiatief om zon op dak nog meer te stimuleren bij ondernemers.

  • -

    Op gesprek: wij voeren gesprekken met initiatiefnemers die duurzame energie willen opwekken en faciliteren hen in het realiseren van projecten

  • -

    Energie opslag: we streven naar mogelijkheden om duurzame energie op te slaan.

5. Pijler 3: Warmtetransitie

‘We moeten van het aardgas af’’. Dit thema doet veel stof opwaaien en is veel in de publiciteit. Het betekent dat we onze huizen en gebouwen op een duurzame manier gaan verwarmen, niet langer met aardgas. Hier is een flinke overgang voor nodig, daarom heet het ‘warmtetransitie’. We bereiden ons hierop voor. Dit hoofdstuk beschrijft hoe we hierin staan.

 

5.1 Doel

In 2030:

  • -

    zijn 4.000 woningequivalenten aangesloten op een warmtenet (20%)

  • -

    voeden we dit warmtenet voor 80% met duurzame bronnen, waaronder 18 ha zonneveld voor zon thermische opwek en aquathermie

  • -

    zijn 3.000 woningequivalenten voorzien van een individuele duurzame warmteoplossing (combinatie van lucht-, bodem- en hybride warmtepompen) (15%)

  • -

    is NEXTgarden energieneutraal op gebiedsniveau5

  • -

    is Zilverkamp als wijk van de toekomst voor 2028 van het aardgas

In september 2019 heeft de raad de kaders en strategie vastgesteld voor de warmtetransitie. Deze zijn opgenomen als bijlage 10.

 

5.2 Strategie

Inwoners – We informeren inwoners over ‘van het aardgas af’. Het raakt particuliere huizenbezitters direct achter de voordeur. We zorgen dat we hiervoor goed toegerust zijn en laten ons ondersteunen door bijvoorbeeld het Hier Klimaatbureau.

Inwonersinitiatieven – We werken samen met inwonersinitiatieven die willen aan het verduurzamen van de warmtevraag. We trekken op als partners. Ook onderzoeken we duurzame bronnen, distributie/transport van warmte en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. We vragen (financiële) bijdragen aan van rijk en provincie waar mogelijk.

Bedrijven – We staan klaar voor bedrijven die van het aardgas af willen. We informeren hen en gaan graag een stap verder; samen optrekken om aardgasvrij mogelijk te maken. En hen helpen dit te organiseren.

 

We hebben lokale initiatieven in beeld. Tevens initiëren we projecten als we daar aanknopingspunten voor hebben. De gemeente onderzoekt in samenwerking met de tuinders in NEXTgarden en Firan of het bestaande warmtenet van de tuinders opengesteld kan voor andere bronnen en afnemers. Warmte kan dan ook beschikbaar worden voor afnemers zoals woningen. We realiseren ons dat er een stevige publieke inzet nodig is en onderzoeken de oprichting van een gemeentelijk warmtebedrijf. En welke duurzame(re) warmtebronnen geschikt en mogelijk zijn voor onze gemeente. Woningbouw dient wettelijk al aardgasloos aangelegd te worden. We kijken per wijk of dorp op welke plekken we bestaande bouw ook duurzamer kunnen verwarmen.

 

5.3 Projecten 2021/2022

  • -

    Beleid: we stellen Transitievisie warmte vast

  • -

    Warmtebedrijf: we leggen in het najaar van 2020 de raad een besluit voor om al dan niet een warmtebedrijf te starten.

  • -

    Routekaart: we maken een routekaart met de stappen voor een energieneutraal (glas)tuinbouwgebied in 2030.

  • -

    Verduurzamen bedrijventerreinen: Houtakker en Agropark verduurzamen, wij faciliteren dit.

  • -

    Duurzame initiatieven: we hebben minimaal vier keer per jaar contact met Duurzaam Zilverkamp en Doornenburg Duurzaam met energie, of ieder ander WOP/ DOP met een werkgroep gericht op Duurzaamheid/Energietransitie.

  • -

    Duurzame bronnen: we gaan verder met het onderzoeken/ toepassen van bronnen zoals zon thermie, aquathermie en opslag van warmte in Hoge Temperatuur Opslag (HTO).

6. Werkwijze

Hoe gaan we te werk? Dat staat beschreven in dit hoofdstuk. We beschrijven de RES en vervolgens hoe we initiatieven op energietransitie faciliteren waar inwoners en bedrijven mee komen. Ook is in dit hoofdstuk opgenomen dat we communicatie erg belangrijk vinden en hoe we onze voortgang bijhouden. Uiteraard geven we als gemeente het goede voorbeeld – daar sluiten we dit hoofdstuk mee af.

 

6.1 RES

Wij vormen de regionale energie strategie samen met de 15 andere regiogemeenten, 3 waterschappen, de provincie en ruim 500 stakeholders. Regionaal zetten we stappen om duurzame opwek en warmtetransitie samen vorm te geven. We schakelen dus direct tussen de regio en onze lokale situatie. Dit is onderdeel van onze werkwijze.

 

6.2 Faciliteren initiatieven

Energietransitie is nieuwe dingen doen en uitproberen. Juist in de uitvoering is de gemeente aangewezen op de inbreng van inwoners, organisaties en bedrijven. Wij willen het echt samen doen. Wij geloven dat je alleen misschien sneller bent, maar samen kom je verder. We werken samen met inwoners(initiatieven), bedrijven, Lingewaard Energie, Stichting Lingewaard Natuurlijk, woningbouwcorporaties en andere partners. We zoeken hen bewust op. Daarom voeren we gesprekken met inwoners(initiatieven), bedrijven en partners over hun ideeën om energietransitie vorm te geven. Van daaruit ontstaan ‘kiempjes’ om samen verder te werken! We faciliteren initiatieven van inwoners en bedrijven. In bijlage 11 zijn enkele initiatieven en partners vermeld.

 

6.3 Communicatie

Uiteraard communiceren we over de energietransitie. We nemen mensen mee, betrekken ze en informeren ze. Inwoners van Lingewaard hebben interesse in energietransitie, blijkt uit recent draagvlakonderzoek dat we hebben uitgevoerd. Ze willen ook graag informatie en meedoen aan initiatieven. Tegelijk merken we soms ongerustheid over het onderwerp, het raakt mensen.

Communicatie over energietransitie is onderdeel van een groter geheel. Het valt namelijk onder het programma Duurzaam Lingewaard. We zijn duidelijk en transparant over duurzaamheid en willen zichtbaar maken wat er gebeurt in onze gemeente. Bijlage 12 laat zien hoe we communicatie uitwerken.

 

Maar het op orde hebben van communicatiestrategie en – middelen is niet het enige. Voor samenwerken en faciliteren van initiatieven, is het van het grootste belang dat je als gemeente hierop toegerust bent. Een luisterend oor, het voeren van een open gesprek, beschikbaar en bereikbaar zijn in praktische zin en in grondhouding.

 

6.4 Monitoring

Wij monitoren onze voortgang. De cijfers updaten we jaarlijks, zoals is beschreven bij bijlage 4. Ook houden we de kwaliteit van onze voortgang bij. Wij praten inwoners, organisaties en bedrijven regelmatig bij over wat zij kunnen doen en wat we als gemeente doen.

 

6.5 Innovaties bijhouden

Ook houden we nieuwe ontwikkelingen bij en waar wij kunnen innovaties te stimuleren, samen met onze partners. Denk hierbij aan het opslaan van energie en aan opslag van CO2 in vegetatie en de bodem. We vertalen nieuwe technieken naar de lokale situatie in Lingewaard.

 

We werken aan innovatieve projecten. Zo hebben we twee unieke projecten: de combinatie van zon thermie en aquathermie in de Zilverkamp en de combinatie van zon thermisch en hoge temparatuur opslag op NEXTgarden.

 

6.6 Gemeente geeft het goede voorbeeld

Wij zijn zelf als organisatie ook aan de slag om energietransitie vorm te geven. We verduurzamen ons gemeentelijk vastgoed. Het accommodatiebeleid bepaalt per kern hoe we omgaan met het gemeentelijke vastgoed. Het is onze ambitie om het vastgoed dat we behouden binnen tien jaar energieneutraal te hebben. Dit bedoelen we met ‘Gemeentelijke accommodaties op weg naar energieneutraal’.

Tevens kan gemeentelijk vastgoed als aanjager fungeren voor de warmtetransitie in een kern of dorp.

 

We zetten al verschillende stappen in de goede richting, zo verduurzamen we onze gebouwen voor 31 december 2022 naar tenminste energielabel B. Ook brengen we op 5 gebouwen, waaronder het gemeentekantoor zonnepanelen aan, dat is voor de zomer van

 

2020 gereed. De nieuwbouw voor onderwijs gebouwen willen we bouwen volgens ENG-normen, voor de renovatie van schoolgebouwen volgen we de BENG-normen. In 2030 zijn alle geschikte daken van onze panden voorzien van zonnepanelen en heeft nagenoeg al het gemeentelijk vastgoed label A.

 

Op ons gemeentekantoor prijken zonnepanelen. We hebben warmtekoudeopslag in het gemeentekantoor. Aangezien dit een nieuw gebouw betreft, is het goed geïsoleerd. We passen LED verlichting toe en sensoren die waarnemen of een ruimte in gebruik is en of de verlichting uit kan. Dit zijn mooie stappen, maar we bekijken wat we nog meer gaan doen. We gaan vanaf 2021 werken met behulp van de CO2-prestatieladder. Dit is een duurzaamheidsinstrument dat bedrijven en overheden helpt bij het reduceren van CO2 en kosten. Binnen de bedrijfsvoering, in projecten én in de keten. De Ladder wordt als CO2-managementsysteem, als aanbestedingsinstrument en voor handhaving gebruikt. Het werkt dus door de gehele organisatie heen en biedt een volledig overzicht. Zo weten we van waaruit we vertrekken en kunnen we beslissen welke acties nodig zijn. We krijgen inzicht in hoeverre CO2-uitstoot kan verminderen, energiekosten omlaag kunnen, materiaalbesparing en innovatiewinst geboekt kan worden.

7. Op weg

Het beleid is opgeschreven, we zijn op weg om de energietransitie verder vorm te geven. We hebben de kaders duidelijk en er lopen al allerlei projecten. Dit hoofdstuk beschrijft welke financiën tot onze beschikking zijn. Gevolgd door welke uitdagingen we zien op de weg voor ons en wanneer we ons beleid weer tegen het licht zullen houden.

 

7.1 Financiën

Er zijn veel vragen over de kosten van de energietransitie. Wie gaat het betalen? De Rijksoverheid en de Provincie ontwikkelen op dit moment financiële regelingen en instrumenten de energietransitie te versnellen. Deze gelden zijn ook hard nodig om gezamenlijke projecten met inwoners, bedrijven en woningcorporaties vorm te geven. Hier maken wij dan ook zo veel mogelijk gebruik van.

 

Momenteel zijn er financiële instrumenten en regelingen in ontwikkeling om de energietransitie te versnellen. Daar willen we in Lingewaard gebruik van maken. Dergelijke gelden zijn onontbeerlijk om gezamenlijke projecten met inwoners(initiatieven), Lingewaard Energie, woningbouwcorporaties en bedrijven vorm te geven. Zo hebben we in het voorjaar van 2020 de landelijke bijdrage voor ‘proeftuinen’ van het rijk aangevraagd voor de Zilverkamp. Tevens hebben we de provinciale subsidie voor ‘wijk van de toekomst’ tweemaal aangevraagd en toegekend gekregen (2018 en 2020). Bij dergelijke aanvragen is cofinanciering nodig. We zoeken de maximale creativiteit op om bestaande gelden in te zetten als cofinanciering, teneinde gezamenlijke projecten mogelijk te maken.

 

We hebben binnen onze gemeente nu twee geldpotten voor energietransitie: het duurzaamheidsbudget (€245.000) en het Energietransitiefonds (groeit naar meer dan €1.000.000). We hebben duidelijke kaders waar we geld aan kunnen uitgeven, om geen misverstanden te krijgen over de besteding en toekenning van gelden. Namelijk het duurzaamheidsbudget is jaarlijks en voor structurele kosten, waarmee we vooruit kunnen plannen. Er vallen meerdere posten onder. Het Energietransitiefonds is voor incidentele kosten, waardoor we in kunnen spelen op actualiteiten en maatwerk kunnen bieden.

 

We nemen onze plannen op in de duurzaamheidsparagraaf van de begroting. En we verantwoorden de gemaakte kosten in het jaarverslag.

 

7.2 Dilemma’s

Tijdens deze energietransitie gaan we vraagstukken tegenkomen. We zullen keuzes moeten gaan maken. Op dit moment voorzien we de volgende dilemma’s, mede aangedragen door stakeholders:

  • -

    Hoe betrekken we inwoners en ondernemers nog meer bij de energietransitie? En hoe verbreden we de beweging per wijk?

  • -

    Hoe betrekken we meer jeugd?

  • -

    Hoe optimaliseren we samenwerking met (inwoners)initiatieven?

  • -

    Hoe houden we de energietransitie betaalbaar en bereikbaar voor iedereen? Hoe zorgen we dat iedereen een aantrekkelijk aanbod krijgt?

  • -

    Hoe gaan we om met toekomstige ontwikkelingen en (onzekere) innovaties?

Nu gaan we aan de slag en laten we ons niet remmen door deze observaties. We blijven scherp en staan ook open voor ontwikkelingen en andere zienswijzen.

 

7.3 Evaluatie

We stellen dit beleidskader op voor de komende twee jaar. Daarna evalueren we hoe we ervoor staan en welke aanpassingen er nodig zijn.

Bijlage 1 Samenvatting voorgaande beleidsperiode

In het duurzaamheidsbeleid 2016-2020 staat vooral de energietransitie centraal. Hieronder staat per thema kort verwoord welke activiteiten er zijn gedaan de afgelopen beleidsperiode:

  • -

    Duurzame opwek van energie: we hebben het nodige onderzoek voor de realisatie van grootschalige duurzame energieproductie gedaan. Bijvoorbeeld naar inpassing van windturbines. De realisatie van windturbines is een langdurig en intensief proces. Wij hebben zelf het initiatief genomen om de locatie Bergerden te onderzoeken, en zijn gesprekspartner geweest voor twee andere initiatieven: langs de toekomstige A15 en bij steenfabriek Huissensewaard. Inmiddels liggen er twee beleidskaders, namelijk voor wind en voor zon. Ook hebben we de volgende projecten gefaciliteerd: in 2017 Groen Gas Gelderland, in 2018 drijvend zonnepark op de gietwaterplas en in 2019 zonnepark Lingewal. Ook hebben wij ons veelvuldig ingespannen voor de realisatie van een warmte-infrastructuur in NEXTgarden en de regio door onderzoek te doen naar business cases van een regionaal en lokaal warmtenet, Hoge Temperatuuropslag en geothermie.

  • -

    Energiebesparing: wij hebben onze pijlen de afgelopen jaren vooral gericht op energiebesparing bij particulieren. Energie die je niet gebruikt hoef je immers ook niet op te wekken. Wij hebben een Lingewaards energieloket opgericht, met stijgende bezoekersaantallen. Het project De Knop Om op school is succesvol uitgevoerd op vele basisscholen in onze gemeente. Tevens zijn er door de ODRA controles uitgevoerd op energiebesparing bij bedrijven.

  • -

    Duurzame organisatie: wij kopen onze stroom regionaal en duurzaam in. En we leveren via de projecten drijvend zonnepark op de gietwaterplas en zonnepark Lingewal een grote bijdrage aan de verduurzaming van de regiogemeenten. Onze openbare verlichting verduurzaamt steeds meer met LED. Medewerkers maken gebruik van duurzame vervoersmiddelen voor dienstreizen. Ook het verduurzamen van gemeentelijke gebouwen kreeg in de afgelopen beleidsperiode aandacht. We hebben geleerd van pilotprojecten als Walburgen. Ook brengen we zonnepanelen aan op gemeentelijke gebouwen.

  • -

    Natuur & biodiversiteit: In 2019 is er circa 5500 m2 ‘saai’ of gedateerd gemeente plantsoen omgevormd naar bloeiende borders met heesters en vaste planten. Op verschillende plekken in de gemeente is het maaibeheer aangepast om bloemrijke bermen te creëren. Rondom kasteel Doornenburg zijn tijdens de boomfeestdag circa 2500 stuks haagplantsoen geplant door kinderen van verschillende basisscholen in de gemeente. Er zijn diverse inwonerinitiatieven ter verhoging van de biodiversiteit gestimuleerd, begeleid/gezamenlijk uitgevoerd. We werken samen met Stichting Lingewaard Natuurlijk.

  • -

    De nadruk in de vorige beleidsperiode lag op faciliteren en verleiden. Het Rijksbeleid was echter niet altijd consequent. Subsidiestromen voor bijvoorbeeld woningisolatie waren dan wel dan weer niet beschikbaar. Inmiddels hebben gemeenten de regierol toegewezen gekregen van het rijk. Binnen gemeentelijke schaal moet het ruimtelijk allemaal gebeuren. Gemeenten staan in direct contact met inwoners en bedrijven.

Echter, de benodigde rijksmiddelen die gemeenten hiervoor krijgen, zijn nog lang niet allemaal bekend. Gemeenten moeten ook wel in staat worden gesteld om deze rol te vervullen, naast de andere taken die op het gemeentelijke budget drukken. De druk op de centrale overheden (Rijk en Provincie) neemt toe om ook echt werkzame instrumenten te bieden waar gemeenten, inwoners en bedrijven mee aan de slag kunnen.

Bijlage 2 Begrippenlijst

Aardgasvrij - Niet aangesloten op de fossiele brandstof aardgas. Dit betekent niet gasloos; er kan groen gas of waterstof worden toegepast.

 

Aquathermie - Duurzaam lokaal warmtesysteem op basis van oppervlaktewater.

 

Biogas - Een vorm van groene energie. Het wordt onder andere gemaakt van mest, groente en fruitresten. Kan worden opgewerkt tot aardgaskwaliteit.

 

Biomassa - Plantaardig en dierlijk (rest) materiaal, dat als grondstof wordt gebruikt voor de energieopwekking of direct als biobrandstof. Met houtige biomassa wordt meestal snoeiafval bedoelt, maar het kan ook gaan om hout.

 

CO2 neutraal – klimaatneutraal – energieneutraal

Er is vaak verwarring over deze begrippen. Hieronder leggen wij uit wat wij hiermee bedoelen en hoe deze begrippen zich van elkaar onderscheiden.

 

Energieneutraal - Energieneutraal betekent dat er niet meer energie wordt verbruikt dan zelf ter plekke wordt opgewekt. Dat kan betrekking hebben op een gebouw, een fabriek of een wijk, maar ook op een hele gemeente. Meestal wordt met energieverbruik alleen het directe energieverbruik bedoelt, dus de stroom, gas of warmte die geleverd wordt aan bijvoorbeeld een huishouden, en dus niet de energie die nodig is om bijvoorbeeld de spullen te maken die in het huishouden worden gebruikt.

In Lingewaard verstaan we onder energieneutraal: evenveel energie duurzaam opwekken als we in de gemeente gebruiken,

 

CO2 neutraal - Om CO2-neutraal te zijn, moet er een evenwicht zijn tussen de CO2-uitstoot en de opname van CO2 uit de atmosfeer in natuurlijke koolstofputten zoals bossen, de bodem en oceanen. Er mag dus niet meer CO2 worden uitgestoten dan dat er door de aarde weer kan worden opgenomen.

Om deze balans te bereiken, moet de uitstoot van CO2 drastisch worden teruggebracht: het energieverbruik moet worden verlaagd, en fossiele energie moet worden vervangen door hernieuwbare energie. Ook moet er voor worden gezorgd dat er voldoende bossen zijn die de overblijvende CO2 uitstoot kunnen opnemen.

 

Klimaatneutraal - Klimaatneutraal heeft betrekking op bepaalde activiteiten die geen negatief effect hebben op het klimaat. Dat betekent sowieso CO2 neutraal, maar gaat nog wel verder. CO2 is weliswaar het belangrijkste, maar niet het enige broeikasgas. Broeikasgassen worden alle gassen genoemd, die bijdragen aan de opwarming van de aarde. Voor een deel is dat een natuurlijk proces: zonder het broeikaseffect was het op de aarde veel kouder. Maar de broeikasgassen die de mens uitstoot, dragen bij aan een oververhitting van de waarde.

 

Van alle broeikasgassen die de mens uitstoot, is CO2 het belangrijkst. Ruim de helft van het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door CO2. Methaan staat met 16% op de tweede plaats. Methaan komt vooral vrij bij de veeteelt. Dan zijn er nog lachgas en fluorgassen als krachtige broeikasgassen. Zij worden dan niet zo veel uitgestoten, maar hebben wel een groot effect.

 

Duurzame energie/warmtebronnen - Duurzame energie is opgewekt uit bronnen die niet op kunnen raken. Anders gezegd: hernieuwbare energie.

 

Energiecoöperatie - Een coöperatie die zich richt op het bevorderen van duurzame energievoorziening. In Lingewaard is energie coöperatie Lingewaard Energie actief. Lingewaard Energie richt zich zowel op bewustwording bij inwoners en bedrijven als ook het realiseren van grootschalige energieprojecten met burgerparticipatie.

 

Energietransitie - Structurele verandering naar een duurzame energiehuishouding in heel Nederland.

 

Fossiele brandstof - Bruinkool, steenkool, aardolie en aardgas. Bij verbranding komen broeikasgassen vrij, zoals CO2.

 

GEA - In het netwerk van het Gelders Energie Akkoord werken bijna 250 Gelderse organisaties samen. Inzet: 55% minder CO2-uitstoot in 2030 en een klimaatneutrale provincie in 2050. Ook Lingewaard is lid van het GEA.

 

Gebouwde omgeving - Woningen, kantoren, ziekenhuizen, scholen, enzovoorts.

 

Geothermie - Maakt gebruik van warmte in de aarde (aardwarmte).

 

Grootschalige zonne-energie - Hiervan spreken we wanneer de SDE-subsidie van het Rijk beschikbaar is. Dit komt neer op een vermogen van minstens 15 KWp, ofwel 50 tot 60 zonnepanelen. Deze kunnen op grote daken liggen of in zonnevelden.

 

GWh - Gigawattuur: hoeveelheid energie die op jaarbasis geleverd kan worden.

 

Hernieuwbare energie - Schone, duurzame en onuitputtelijke energie die het leefmilieu niet schaadt en klimaatneutraal is.

 

Isolatiewaarde – De mate waarin isolatie is toegepast. Een huis dat al goed geïsoleerd is, heeft een hogere isolatiewaarde dan een huis dat niet goed geïsoleerd is. Bij ieder huis kun je de isolatiewaarde verbeteren, op allerlei manieren. Het ene huis gaat dan van label B naar A, de ander van F naar E.

 

Klimaatadaptatie - De manier waarop de samenleving zich aanpast aan het veranderende klimaat, en de schadelijke gevolgen van bijvoorbeeld regenwateroverlast probeert te beperken.

 

Klimaatakkoord van Parijs: In 2015 is met 195 landen afgesproken dat de CO2 emissies zo snel mogelijk moeten minderen om verder opwarming van de aarde tegen te gaan. Om de opwarming tot 1,5 graden te beperken, moeten wij in 2050 CO2 neutraal zijn, en moet de uitstoot nu zo snel mogelijk minderen.

 

MW - Megawatt: eenheid voor elektrisch vermogen.

 

Nationaal Klimaatakkoord - De Nederlandse invulling (juni 2019) van het Klimaatakkoord van Parijs, bestaande uit meer dan 600 afspraken tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 te halveren ten opzichte van 1990.

 

Omgevingsvisie - Rijk, provincies en gemeenten stellen ieder een omgevingsvisie op: een strategische visie voor de lange termijn voor de gehele fysieke leefomgeving.

Regionale Energiestrategieën (RES) - De landelijke afspraken van het Nationaal Klimaatakkoord worden uitgewerkt in 30 Regionale Energiestrategieën. Iedere regio onderzoekt haar vraag naar warmte en elektriciteit en geeft aan hoeveel duurzame warmte en elektriciteit op eigen grondgebied kan worden gerealiseerd. Lingewaard maakt deel uit van de Regio Arnhem Nijmegen.

 

TEO/TEA - TEO = Thermische Energie uit Oppervlaktewater: Het benutten van warmte en koude uit oppervlaktewater om gebouwen te verwarmen en te koelen. TEA = Thermische Energie uit Afvalwater. Het gaat hierbij om energie uit riolering, rioolgemalen, rioolpersleidingen en het effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties.

 

TWh - Terawattuur: hoeveelheid energie die op jaarbasis geleverd kan worden. 1 TWh is 1.000 GWh.

 

Transitievisie Warmte - In de Transitievisie Warmte wordt vastgelegd op welke termijn wijken aardgasvrij kunnen worden en welke alternatieve warmtevoorziening met de kennis van nu het meest voor de hand ligt.

 

Waterstof - Waterstof is een energiedrager waarbij de verbranding geen schadelijke stoffen in het milieu brengt. Om waterstof te produceren is energie nodig. Grijze waterstof is gemaakt met fossiele brandstoffen. Groene waterstof is gemaakt met duurzame energie.

Bijlage 3 Rollen van de gemeente

Passage uit ‘Kaders en strategie warmtetransitie’

 

Welke rollen kan de gemeente bij het ontbreken van wettelijke instrumenten in de warmtetransitie spelen? De mogelijkheden voor een financiële rol (subsidies) zijn beperkt. Het gaat afhankelijk van de gekozen oplossingen om investeringen van tientallen tot honderden miljoenen euro’s. Dit gaat de gemeentelijke reikwijdte ver te boven. Een combinatie van marktpartijen, inwoners en bedrijven en hogere overheden zal het gros van deze investeringen op moeten brengen. Er zijn wel andere rollen die Lingewaard in kan en zal zetten: informeren, stimuleren, faciliteren, organiseren, initiëren en zelf het goede voorbeeld geven. Onderstaand voor elk van deze rollen een mogelijke uitwerking van acties.

 

  • 1.

    Informeren

    Lingewaard zal inzetten op gemeentebrede communicatie over de isolatiemogelijkheden voor bewoners en bedrijven. Een volgende stap in het voorbereiden op het duurzaam verwarmen van een woning is de overstap naar elektrisch koken. In samenwerking met het Energieloket zal de gemeente zich inzetten om de inwoners van Lingewaard zo goed mogelijk te informeren over de stappen die nodig zijn om je eigen woning voor te bereiden op de warmtetransitie. Een transparante communicatie is cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen, acceptatie en draagvlak. Het is de basis voor de genoemde samenwerking die nodig is om stappen te kunnen zetten. De boodschap en informatie zal worden toegesneden op de situatie. Deze is in het buitengebied anders dan in Gendt, in Doornenburg anders dan in Bemmel. Verschillende oplossingen (bijvoorbeeld warmtenet of warmtepomp), verschillende woningtypen en particulier bezit of een huurwoning van de corporatie vereisen verschillende antwoorden.

  • 2.

    Stimuleren

    Veel bedrijven vallen onder de energiebesparingsplicht. De handhaving hiervan ligt bij de ODRA. Al dan niet in collectief verband met ondernemersverenigingen zullen bedrijven worden gestimuleerd om maatregelen door te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het uitvoeren van energiescans en haalbaarheidsonderzoeken. Ook het programma ‘de knop om’ in samenwerking met Lingewaard Energie is een mooi voorbeeld van stimuleren. Hierbij gaan leerlingen van basisscholen aan de slag met duurzaamheid.

  • 4.

    Faciliteren

    Bedrijven en bewoners hebben eigen initiatieven om duurzame stappen te zetten. Daar waar deze binnen de gestelde kaders vallen zal de gemeente dergelijke initiatieven faciliteren. Dit betekent de noodzakelijke procedures voor de benodigde toestemmingen en vergunningen doorlopen. Het betekent ook meedenken in het wegnemen van blokkades en belemmeringen.

  • 4.

    Organiseren

    Organisatie is cruciaal bij het slagen van de warmtetransitie. Nieuwe samenwerkingsvormen van vele partijen zijn nodig om stappen te maken. Partijen hebben elk eigen belangen, wensen en doelen. Het ligt op het pad van de gemeente om te trachten partijen samen te brengen en gemeenschappelijke delers te vinden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van het opstellen van wijkuitvoeringsplannen, waarin we afspraken maken op wijkniveau over de belangrijkste onderwerpen in de warmtetransitie, waaronder welke techniek we gaan inzetten om aardgasvrij te worden, hoe de financiering wordt vormgegeven, hoe we ons willen organiseren, hoe we bewoners willen ontzorgen, en op welke manier de communicatie en participatie van bewoners in elke wijk eruit moet komen te zien.

  • 5.

    Initiëren

    Informeren, stimuleren, faciliteren en organiseren zijn belangrijke rollen. De vraag kan echter worden gesteld of hiermee de geformuleerde publieke waarden voldoende worden gehaald en geborgd. Komt er dan tijdig een duurzaam, (voor iedereen) betaalbaar en betrouwbaar aanbod voor bewoners en bedrijven in Lingewaard? Er ontstaat niet vanzelf een verleidelijk aanbod voor bewoners en bedrijven om de overstap naar duurzame warmte te maken. Bij het ontbreken van wettelijke instrumenten om sturing te geven en het ontbreken van een goed functionerende warmtemarkt is een actieve gemeentelijke rol gewenst. Hiertoe onderzoeken we de oprichting van een gemeentelijk warmtebedrijf. Dit warmtebedrijf kan zich in ieder geval richten op collectieve oplossingen zoals een warmtenet. Het onderzoek richt zich op de 5 domeinen die hierbij kunnen worden onderscheiden: besparing - opwek – opslag – infrastructuur – levering. Het gaat er niet om dat de gemeente bij al deze domeinen zelf op de markt actief is. De markt zal het gros van de investeringen moeten doen en initiatieven ontplooien. Het gaat er om dat de gemeente daar waar nodig door zelf op de markt actief te zijn de onderscheiden publieke belangen bewaakt. In de context van warmtenetten gaat het bijvoorbeeld om het garanderen van ‘onrendabele’ aansluitingen op warmtenetten (voorkomen van ‘cherry-picking’), transparantie in kosten en prijsvorming, sturen op duurzaamheid, bieden van keuzevrijheid en het ontzorgen en bieden van aantrekkelijke tarieven aan afnemers. Het kan ook gaan om het uitvoeren van onderzoeken naar warmtebronnen en technieken, zoals Hoge Temperatuur Opslag, geothermie en aquathermie. Het ingestelde Transitiefonds Energie kan hiertoe worden ingezet. In samenwerking met Firan, het warmtenetwerkbedrijf van Liander en Lingezegen Energy, het collectieve energiebedrijf van 14 tuinders binnen NEXTgarden wordt op dit moment de haalbaarheid van een open warmtenet richting Bergerden-Zuid/Agropark, Rietkamp en Driegaarden en Zilverkamp onderzocht. Dit draagt bij aan een concreet aanbod aan inwoners en bedrijven voor alternatieven voor aardgas.

  • 6.

    Zelf het goede voorbeeld geven

    We zullen als gemeente in onze eigen huishouding (gemeentelijke gebouwen, wagenpark) het goede voorbeeld geven. We gaan voor een energieneutrale gemeentelijke organisatie, het isoleren van gemeentelijk vastgoed (korte termijn minimaal label B in 2022) en het inzetten van de gebouwen om energie op te wekken (we gaan bijvoorbeeld zonnepanelen leggen op alle geschikte gebouwen). We zullen ook het gemeentelijk vastgoed daar waar het helpt in zetten als ‘startmotor’ voor de warmtetransitie. Voor gebouwen met gemeentelijke betrokkenheid (zoals scholen, sportaccommodaties) zullen we hiertoe het overleg voeren. Zo kunnen deze gebouwen naast het vastgoed van de woningbouwcorporaties en het tuinbouwgebied NEXTgarden de warmtetransitie aanjagen.

Bijlage 4 Monitoring energietransitie

Monitoring gaat een grotere en belangrijkere rol spelen in de energietransitie. Op steeds meer plekken gaan we van plannen maken naar het realiseren van projecten, die een impact gaan hebben op ons energiesysteem en klimaatverandering. Om zeker te weten dat de gerealiseerde projecten de beoogde impact hebben en we het beoogde pad aflopen, maar ook om te kunnen bijsturen onderweg.

 

Hoewel het belang van dit onderwerp steeds duidelijker wordt staat monitoring van de energietransitie nog in zijn kinderschoenen. Er zijn nog weinig gestructureerde bronnen beschikbaar die voldoende up to date zijn (klimaatmonitor.nl loopt ca 1-4 jaar achter afhankelijk van het onderwerp) en de eerste monitoringsinstrumenten zijn nu in aanbouw bij de voorlopers. Zo wordt er door het consortium AEF, Over Morgen en Quintel een monitor gebouwd voor de provincie Noord-Brabant en is Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) de mogelijkheden van een monitor aan het onderzoeken.

 

Om toch te kunnen monitoren is het van belang om als gemeentelijke organisatie data gestructureerd bij te houden over de projecten die je onderneemt; hoeveel woningen zijn er aangesloten aan het warmtenet, welke warmtebronnen van welke grootte zijn aangesloten op dit warmtenet, hoeveel windmolens en ha zonneveld zijn/worden er gerealiseerd en hoeveel energie valt daaruit te verwachten. Door oudere data van bronnen als klimaatmonitor samen te voegen met inzichten, die de uitvoerende organisatie zelf in beeld heeft kan men toch grip krijgen op de energietransitie.

 

Opzet en gebruik monitor Lingewaard

Over Morgen heeft voor Lingewaard een eerste opzet voor dergelijke monitoring opgezet in de vorm van een Excel model. In dit Excel model kunnen eigen data en openbare data worden ingevoegd en worden vergeleken met zelf te definiëren doelstellingen.

 

Bronnen als klimaatmonitor worden irregulier geüpdatet en dit maakt dat er geen vast updateschema kan worden aangehouden. Dit updateschema zou men dan kunnen hangen aan een rapportageschema om zo toch regulier de monitor te updaten. Ook cijfers uit het verleden worden regelmatig bijgewerkt door klimaatmonitor, wanneer metingen en berekeningen worden verfijnd. Het is daarom belangrijk dat deze ook worden meegenomen bij het updaten van de monitor.

 

Door met deze monitor te werken krijgt Lingewaard meer grip in de uitvoeringsfase van de energietransitie.

 

Bijlage 5 Toelichting routekaart, achtergrondinformatie

Introductie

Gemeente Lingewaard heeft adviesbureau Over Morgen gevraagd om een route te schetsen naar een energie neutrale gemeente in 2050. Uit het vooronderzoek bleek dat de eerder gemaakte energiemix inmiddels achter liep op de snel ontwikkelende energietransitie-praktijk en kennis, daarom is deze van een update voorzien. In de geactualiseerde energiemix is een scenario gemaakt voor zowel het jaar 2030 als het jaar 2050. Met behulp van deze scenario’s geven we een doorkijk naar hoe de toekomstige energievraag en de mogelijkheden voor duurzame opwek van energie eruit kunnen zien. Zo ontstaat inzicht in de mogelijke toekomstige situatie en hoe keuzes en aannames over trends, ontwikkelingen, keuzes in beleid en specifieke inzet van technologieën bijdragen aan dit toekomstbeeld. Aan de hand van dit inzicht kunnen we nagaan wat de haalbaarheid en de mogelijkheden zijn om de doestellingen uit het Klimaatakkoord en het Gelders Energie Akkoord (GEA) in Lingewaard te realiseren.

 

Voor het opstellen van de energiemix is gebruik gemaakt van een combinatie van;

  • standaard uitgangspunten die Over Morgen hanteert, op basis van kennis van de praktijk en een samenstelling van verschillende informatiebronnen,

  • standaarduitgangspunten vanuit het Gelders Energie Akkoord voor 2030 en

  • lokale input op basis van verschillende Lingewaardse rapporten van en gesprekken met de ambtelijke organisatie.

Hieronder is een samenvatting gegeven van de uitgangspunten die voor de scenario’s voor 2030 en 2050 zijn gehanteerd inclusief de bijbehorende bronnen en de achterliggende gedachtegang.

 

De nul-situatie is geijkt op 2015. Toen startte het GEA.

 

Energiemix 2030 – doelstelling: 49% CO2-reductie

Hieronder volgt een toelichting van de gehanteerde uitgangspunten die gebruikt zijn in het 2030 scenario.

 

Uitgangspunten energiemix scenario 2030

De energiemix voor Lingewaard is weergegeven op de linkerpagina. Het geeft de energievraag en –bronnen weer, evenals de opgaven. Hieronder staan per sector de uitgangspunten opgenomen die gebruikt zijn.

 

Energievraag

  • 1.

    Huishoudens

    • a.

      Isolatie

      20% isolatieverbetering, op basis van 1,5% isolatiebesparing per jaar uit de Nationale Energieverkenning (NEV), conform GEA

    • b.

      Ruimteverwarming

      Verwarmingstechnologieën: 20% van woningen op het warmtenet op basis van grote hoeveelheid bronnen die worden gerealiseerd voor 2030. Dit is een stuk hoger dan we voor de meeste gemeenten aannemen en creëert daarmee een grote opgave, maar we zien ook dat de inzet hierop groot is. Daarnaast zien we ook een grote vraag vanuit woningen die meer geschikt zijn voor individuele warmteoplossingen. Daarom is er ook 15% van de woningen op een combinatie van lucht-, bodem- en hybride warmtepompen opgenomen. Deze post is moeilijk te voorspellen, basale uitgangspunten kunnen zijn dat bij 2050 aardgasvrij in een lineaire lijn tussen nu en 2030 33% van de CV ketels moet worden vervangen. Met deze aannames zit je daar iets boven.

    • c.

      Zonnepanelen op dak

      • -

        30% van dakpotentieel vol met zonnepanelen voor zowel woningen als niet-woningen vol gelegd met zonnepanelen. Als al deze panelen alleen op woningen zouden liggen zou er op iedere woning 7,5 panelen liggen.

      • -

        10% zonthermisch potentie conform GEA. Dit komt neer op ongeveer 1 zon thermisch paneel per 6 woningen.

    • d.

      Koeling

      Koudevraag neemt 1,5% per jaar toe, conform GEA

    • e.

      Koken

      60% kookt elektrisch, conform GEA

    • f.

      Apparaten

      1,5% per jaar efficiënter, conform GEA

    • g.

      Verlichting

      80% verlichting op LED lampen, conform GEA

  • 2.

    Gebouwen/niet-woningen

    • a.

      Isolatie

      20% isolatieverbetering, conform GEA (wederom op basis van 1,5% per jaar)

    • b.

      Ruimteverwarming

      • -

        25% elektrische warmtepomp / warmte-koude opslag (WKO). Bedrijven maken vaak beslissingen over een langere termijn dan particulieren, hier lijkt de langere terugverdientijd van een warmtepomp dan ook minder een probleem. Een adoptie van 25% warmtepomp / WKO is aangenomen, dit is conform GEA.

      • -

        Warmtenet 20% (zie opmerking woningen)

    • c.

      Koeling

      Koeling / koudevraag neemt 1,5% per jaar toe, conform GEA

    • d.

      Apparaten

      Apparaten: 1,5% per jaar efficiënter, conform GEA

    • e.

      Verlichting

      80% verlichting op LED lampen, conform GEA

    • f.

      Zonnepanelen

      • -

        30% zonnepanelen PV van potentieel (zie beredenering woningen)

      • -

        0% van zonthermische potentie, voor niet-woningen zijn zonthermische panelen doorgaans geen aantrekkelijke technologie. Dit omdat kleinschalige zonthermie vooral aantrekkelijk is voor verwarming van tapwater en dit wordt in woningen veel meer gebruikt.

  • 3.

    Transport

    • a.

      Efficiëntieverbetering

      1,5% efficiëntieverbetering per jaar, conform GEA

    • b.

      Persoonsvervoer

      • i.

        Applicaties:

        • 1.

          Passagiersvervoer + Vrachtvervoer neemt met 0,7% toe, conform GEA

        • 2.

          Geen modal shift,(dit betekent dat er dezelfde vervoersmodaliteiten worden gebruikt in dezelfde verhouding als nu het geval is), conform GEA

      • ii.

        Technologie auto’s:

        • 1.

          20% elektrisch (lager dan GEA, dit is op basis van de laatste inzichten, GEA neemt 30% elektrisch en 5% waterstof aan). Het huidige wagenpark in Nederland bestaat uit 8,5 miljoen personenauto’s en is nog groeiende, van deze 8,5 miljoen personenauto’s zijn anno nu ongeveer 112 duizend volledig elektrische auto’s en een kleine 97 duizend plugin-hybrides. We zien in de cijfers van RVO dat de groei van het aantal plugin-hybride auto’s is gestagneerd en we zien zelfs een kleine daling in het aantal plugin-hybrides. De business case van de elektrische auto heeft inmiddels dit type auto al ingehaald en we verwachten dan ook dat het aantal plugin-hybrides nu langzaam zal afbouwen. Prognoses voor het aantal elektrische voertuigen kijken vaak tot 2025 en variëren flink (800.000 – 1,1 miljoen Maarten Steinbuch en 300.000 – 1,5 miljoen Ecofys). Met de huidige groei van het wagenpark is dit ongeveer 3-4% tot 16% van het wagenpark. 30% lijkt in deze trend dan een redelijk optimistisch scenario voor de 5 jaar hierna.

        • 2.

          1% waterstof. Door de snel ontwikkelende batterij techniek en het succes van bedrijven als Tesla zien we dat nu ook de grote spelers in de autowereld massaal inzetten op het maken van nieuwe elektrische modellen. Vanwege de enorme omslag die dit vraagt in productieprocessen is het onwaarschijnlijk dat deze automerken ook flink gaan investeren in waterstof productielijnen. Ook zien we dat de efficiëntie van waterstof auto’s niet op kan wegen tegen de efficiëntie die een batterij biedt. Met een groeiende actieradius voor batterijauto’s blijven er steeds minder redenen overeind voor een succes voor waterstof auto’s.

      • iii.

        Technologie bussen:

        • 1.

          Nationaal Bestuursakkoord Zero Emissie Regionaal OV: 100% zero emissie bussen in 2030 (Dit is hoger dan GEA, maar wel conform bestuursakkoord)

        • 2.

          90% elektrisch (verdeling is eigen inschatting, afhankelijk van de concessie kan deze verdeling beide kanten op uitvallen). Wel blijft elektrisch efficiënter dan waterstof in omzetting van geproduceerde elektriciteit naar vervoerskilometers.

        • 3.

          10% waterstof

      • iv.

        Technologie fietsen:

        40% e-bike, conform GEA

    • c.

      Vrachtvervoer

      • i.

        20% elektrisch, conform GEA

      • ii.

        10% waterstof, conform GEA

  • 4.

    Industrie

    • a.

      Efficiëntieverbetering

      Alle industrie 1,5% efficiëntieverbetering verwacht, conform GEA

    • b.

      Technologie

      Er is geen transitie van technologie aangenomen (bijv. aardgas processen in de industrie elektrificeren). Dit is conform GEA en omdat er nog geen concrete plannen bekend zijn bij de gemeente lijkt dit ook te passen bij het huidige pad van de bestaande industriële bedrijven.

  • 5.

    Landbouw

    • a.

      Groei van de vraag

      • i.

        0,7% elektriciteit, conform GEA

      • ii.

        -0,5% warmte, conform GEA

Aanbod van energie

  • 1.

    Warmtenet

    • a.

      Er zijn verschillende bronnen die nu worden aangeboord of worden onderzocht. Op basis van gesprekken met gemeentelijke vertegenwoordigers komen verschillende warmtebronnen naar voren. Omgevingswarmte uit aquathermie van zowel het Zilverkamp project van 3 tot 4 hectare, als ook het, zonthermie park van 7 tot 20 hectare met een opbrengst van 45 tot 200 TJ in de zoekzone uit het beleidskader zon. Daarnaast wordt volgend jaar een biomassa WKK gerealiseerd, die we richting 2035 weer uitfaseren.

  • 2.

    Hernieuwbare elektriciteit

    Voor 2030 zijn er in de RES voor Lingewaard zijn er 5 projecten opgenomen in de pijplijn voor de RES (zie tabel). Naast een kleine hoeveelheid stroom uit de biomassa WKK (dit hebben we gemaximaliseerd op biomassa die in eigen regio kan worden gewonnen uit reststromen) hebben we alle projecten uit dit overzicht volledig opgevoerd. Daarnaast is er nog 10 TJ zonne-energie toegevoegd om de volledige elektriciteitsvraag in 2030 te kunnen dekken.

  • 3.

    Waterstof

    Alle eigen waterstofvraag ingevuld met energie uit zonnevelden (deze kennen de grootste pieken en dalen in productie, waterstof creatie kan dat wat afvlakken), conform GEA.

  • 4.

    Biomassa

    In de gemeente staat op dit moment een groengascentrale, die op dit moment al 9 miljoen m3 groengas levert (circa 317 TJ/jaar). Daarnaast wordt er gewerkt aan een houtsoortige biomassa WKK die wanneer gerealiseerd 370 TJ warmte op gaat leveren en een beperkter deel elektriciteit zal produceren.

     

Naam

Categorie

Status

Bruto opwek in TWh

Bruto opwek in TJ

Drijvend zonnepark

zon

gerealiseerd

0,00162

5,8

Lingewal

zon

gerealiseerd

0,01548

55,7

Subtotaal zon

0,01710

61,6

 

Windpark Lingewaard

wind

idee

0,07000

252,0

Caprice/steenfabriek Huissensewaard

wind

project

0,02222

80,0

windpark NEXTgarden

wind

idee

0,01936

69,7

Subtotaal wind

0,11158

401,7

 

Totaal

zon + wind

0,12868

463,2

 

Zonprojecten t.o.v. potentie

Potentie zon

Hectare

Zoekzone zon

100 (waarvan ca. 50% in te vullen met zon)

Kleine initiatieven buiten zone

3 initiatieven x 3 ha komende 2 jaar = 9

 

Projecten in zoekzone

Lingewal

19 ha

Mogelijke uitbreiding Lingewal

6-7 ha

Zonthermie

7-20 ha

Restant:

4 - 18 ha

 

Projecten buiten zoekzone

Drijvend zonnepark

Ca. 2 ha

Zonthermie Zilverkamp

3-4 ha

 

 

Energiemix 2050 – doelstelling: 100% CO2-reductie

Naast een energiemix voor 2030 is er ook een energiemix voor 2050 gemaakt. Deze mix biedt een eindbeeld voor de gemeente hoe deze eruit kan zien als deze dan energieneutraal is. Hieronder zijn de uitgangspunten nader toegelicht. Veel uitgangspunten noemen eenzelfde ontwikkeling als het 2030 scenario en zijn daarom niet nader toegelicht.

 

Energievraag

  • 1.

    Huishoudens

    • a.

      Isolatie

      30% isolatieverbetering, na een bepaalt niveau van isolatie wordt een verdere verbetering van het isolatieniveau erg kosteninefficiënt. Uitgaande van wat tot nu toe bekend is verwachten we daarom een beperkte groei na 2030 met een verdere 10%-punt isolatiereductie.

    • b.

      Ruimteverwarming

      Verwarmingstechnologieën; 50% van woningen op het warmtenet, dit is hoger dan het warmteonderzoek van mijn collega’s aanwezen. Dat onderzoek laat zien dat voor 43% van de woningen warmtenet de optie was met de laagste maatschappelijke kosten. Echter wordt er in deze gemeente groots ingezet op warmtenet omdat dit meer sturingsmogelijkheden biedt en het past bij de sociaaleconomische doelstellingen van de gemeente. Daarom hebben we het aandeel warmtenet iets hoger ingesteld. Daarnaast is er een mix van warmtepompen ingesteld en het huidige aandeel houtpalletkachels behouden. In deze gemeente zijn in 2050 geen CV-ketels meer te vinden.

    • c.

      Zonnepanelen op het dak

      • -

        40% van dakpotentieel vol met zonnepanelen voor zowel woningen als niet-woning vol gelegd met zonnepanelen. Als al deze panelen alleen op woningen zouden liggen zou er op ieder woningdak 10 panelen liggen.

      • -

        25% Zon thermisch potentie benut, dit komt neer op ongeveer 2 zon thermische panelen per 5 woningen.

    • d.

      Koeling

      Gekoppeld aan verwarmingsopties

    • e.

      Koken

      100% kookt elektrisch

    • f.

      Apparaten

      1,5% per jaar efficiënter conform 2030 mix

    • g.

      Verlichting

      100% verlichting op LED lampen

    • h.

      Welvaart

      Koudevraag neemt 1,5% per jaar toe

  • 2.

    Gebouwen/niet-woningen

    • a.

      Isolatoe

      30% isolatieverbetering, zie opmerking woningen

    • b.

      Ruimteverwarming

      Combinatie van 50% elektrische warmtepomp en zelfde 50% warmtenet zoals bij woningen aangenomen.

    • c.

      Koeling

      Gekoppeld aan verwarmingsopties

    • d.

      Apparaten

      Apparaten: 1,5% per jaar efficiënter

    • e.

      Verlichting

      100% verlichting op LED lampen

    • f.
      • -

        40% zonnepanelen PV van potentieel (zie beredenering woningen)

      • -

        0% van zonthermische potentie, voor niet-woningen zijn zonthermische panelen doorgaans geen aantrekkelijke technologie. Dit omdat kleinschalige zonthermie vooral aantrekkelijk is voor verwarming van tapwater en dit wordt in woningen veel meer gebruikt.

    • g.

      Groei van de vraag

      Koeling/koudevraag neemt 1,5% per jaar toe

  • 3.

    Transport

    • a.

      Efficiëntieverbetering

      1,5% efficiëntieverbetering per jaar conform GEA

    • b.

      Persoonsvervoer

      • i.

        Applicaties:

        • 1.

          Passagiersvervoer + Vrachtvervoer neemt met 0,7% toe

        • 2.

          Geen modal shift

      • ii.

        Technologie auto’s: 90% elektrisch, 10% waterstof. Gezien de bewezen voordelen in efficiëntie en het toenemende actieradius van batterij auto’s verwachten we dat elektrische auto’s het merendeel van de mobiliteitsopties gaat vormen.

      • iii.

        Technologie bussen: 90% elektrisch, 10% waterstof, zoals al in de 2030 mix is aangenomen

      • iv.

        Technologie fietsen: 50% e-bike, 50% gewone fiets, we verwachten dat de normale fiets en e-bikes in een gelijke mix zullen worden gebruikt in de toekomst. Deze parameter heeft een zeer geringe impact op de totale mix.

    • c.

      Vrachtvervoer

      • i.

        Technologie vrachtwagens: 70% elektrisch, 30% waterstof

      • ii.

        Technologie goederentreinen: volledig elektrisch

      • iii.

        Technologie binnenvaartschepen: biobrandstoffen, voor deze post heeft het energietransitiemodel (ETM) nog geen elektrische opties.

  • 4.

    Industrie

    • a.

      Efficiëntieverbetering

      Alle industrie 1,5% efficiëntieverbetering verwacht conform GEA

    • b.

      Technologie

      Technologie De bestaande industrieën hebben in hun processen waarschijnlijk vooral hoge temperatuur warmte nodig. Dit betekent dat het aantal opties om te verduurzamen beperkt zijn tot gas. Omdat er niet voldoende groengas beschikbaar is om de volledige warmtevraag op te lossen met groengas is er gekozen om ook een deel op te lossen met waterstof.

  • 5.

    Landbouw

    • a.

      Groei van de vraag

      • i.

        0,7% elektriciteit conform GEA

      • ii.

        -0,5% warmte conform GEA

Aanbod van energie

  • 1.

    Warmtenet

    Er is een enorme inzet in de gemeente om snel nieuwe warmtebronnen aan te boren. Verwacht wordt dat de (houtsoortige) biomassa warmtekracht koppeling (WKK) rond 2035 uit de mix verdwijnt. Andere bronnen blijven wel behouden en breiden mogelijk uit. Er is een verdriedubbeling van het aantal aquathermie projecten opgenomen, omdat er waarschijnlijk voldoende andere aquathermie bronnen beschikbaar zijn. Eenzelfde aanname is gedaan voor zonthermie, waar de mogelijkheden vooral afhankelijk zijn van de beschikbare ruimte. Reguliere diepe geothermie lijkt hier vooralsnog geen optie, maar mogelijke ondiepe of ultradiepe geothermie zou hier mogelijk wel kunnen. Er is een vergelijkbare hoeveelheid geothermie als het aquathermie project Zilverkamp opgenomen.

  • 2.

    Hernieuwbare elektriciteit

    Elektriciteit is aangevuld met wind tot het eigen elektriciteitsgebruik. De mix kent een scheve mix tussen wind en zon, omdat het ETM geen optie heeft om waterstof met lokale windenergie te produceren. Het is wel mogelijk om een deel van de zonnevelden te vervangen door windenergie en zou ook juist goed zijn voor het net.

  • 3.

    Waterstof

    Alle eigen waterstofvraag ingevuld met energie uit zonnevelden (deze kennen de grootste pieken en dalen in productie, waterstof creatie kan dat wat afvlakken).

  • 4.

    Biomassa

    De groengascentrale van Lingewaard levert op dit moment 9 miljoen m3 groengas (circa 317 TJ / jaar). Er wordt tevens gewerkt aan een houtsoortige biomassa WKK die wanneer gerealiseerd 370 TJ warmte op gaat leveren en een kleiner deel elektriciteit. De houtsoortige biomassa WKK wordt in 2035 uitgefaseerd en telt daarom niet mee in dit scenario. De groengascentrale blijft behouden, maar in dit scenario is maar een beperkte vraag over voor groengas.

Conclusies

 

  • -

    De CO2 voetafdruk van Gemeente Lingewaard is met circa 37,5% gestegen tussen 1990 en 2016. Dit is flink boven het Nederlands gemiddelde van circa 1,8%. De reden hiervoor is waarschijnlijk vooral te wijden aan een uitbreiding van de voorraad kassen in de gemeente (CO2 werd in 1990 nog niet gedetailleerd gemonitord).

  • -

    De hoge CO2 voetafdruk van Lingewaard heeft grote consequenties voor de haalbaarheid van de doelstellingen, omdat dit betekent dat de opgave om 55% of 49% CO2 reductie t.o.v. 1990 te halen (respectievelijk GEA en Klimaatakkoord) in Lingewaard een stuk hoger is dan voor de gemiddelde gemeente. Als we kijken naar wat 49% CO2 reductie t.o.v. 1990 betekent, dan is dit ongeveer 63% CO2 reductie t.o.v. nu en de GEA doelstelling komt dan neer op circa 67% CO2 reductie. Als we dezelfde exercitie doen voor een gemiddelde Nederlandse gemeente zien we dat dit 49,9% en 55,8% CO2 reductie word. De CO2 reductie van het 2030 scenario is 49,9%, maar hiermee is de gemeente wel afhankelijk van biomassa van buiten de regio. Zonder deze biomassa komt de CO2 reductie uit op ca. 40%. Hiermee haalt de gemeente de doelstellingen van het GEA niet en zonder deze biomassa ook de doelstelling van het klimaatakkoord niet. Als we echter compenseren voor de enorme toename van CO2 uitstoot zien we dat Lingewaard een stuk meer CO2 reduceert tussen nu en 2030 dan een gemiddelde Nederlandse gemeente zou hoeven doen om het GEA te halen.

  • -

    De doelstelling voor 2030 uit het klimaatakkoord is 49% CO2 reductie. Deze doelstelling is haalbaar indien je biomassa van buiten de gemeente meeneemt. Zonder deze biomassa wordt het realiseren van de doelstelling erg lastig door de enorme CO2 uitstoot toename tussen 1990 en 2015. De doelstelling om in 2050 een energieneutrale gemeente te worden lijkt op basis van de mogelijkheden voor besparing, duurzame opwek en warmte echter wel haalbaar.

  • -

    De biomassa WKK en de groengascentrale gebruiken ieder meer biomassa dan in de eigen gemeente circulair kan worden gewonnen uit de huidige eigen afvalstromen. Het is niet ondenkbaar dat door het meenemen van deze biomassa in de energiemix er een dubbeltelling ontstaat door andere gemeenten die ook hun eigen reststromen willen inzetten voor hun eigen energiemix.

  • -

    De huidige industrie heeft zelfs na 40 jaar van 1,5%/jaar efficiëntieverbetering een grotere warmtevraag dan de huidige groengas centrale in kan voorzien. Het is daarom nodig om naast groengas ook een ander hernieuwbaar gas als waterstof beschikbaar te maken voor de industrie.

  • -

    Er is nog onvoldoende beeld bij de realistisch te gebruiken bronnen voor het warmtenet na 2030, dit zal door de jaren duidelijker worden en daarmee zou de energiemix kunnen worden aangescherpt.

  • -

    Aan de gemeente wordt een grote hoeveelheid energiegebruik door binnenvaartschepen toegerekend. Deze binnenvaartschepen varen door de gemeente, maar tanken hier naar onze inschatting niet. De toekomst van de binnenvaart lijkt in een combinatie van biobrandstoffen, elektrisch en waterstof te liggen, maar is nog erg onzeker (het ETM modelleert vooralsnog alleen biobrandstof en fossiele brandstof bij gebrek aan data van andere opties). Biomassa is al een tekort aan binnen de regio voor de groengascentrale en de biomassa WKK, dus dit zou de gemeente niet extra kunnen leveren. Indien de gemeente dit wel zou willen zouden we extra elektriciteitsopwekking of waterstof uit elektriciteit op kunnen nemen in het model, waarmee een deel tot het volledige toegerekende deel van de binnenvaart kan worden gecompenseerd.

  • -

    Tot slot, kleine veranderingen in het ETM van Overmorgen hebben vaak een grotere invloed dan alleen het eigen onderwerp omdat alles in het energiesysteem met elkaar verbonden is. Het is goed om dat te beseffen tijdens het uitvoeren en vormen van beleid.

  •  

    Nederland

    t.o.v 1990

    t.o.v. 2015

    49% CO2 reductie (t.o.v. 1990)

    49,0%

    49,9%

    49% CO2 reductie (t.o.v. 2015)

    48,1%

    49,0%

    55% CO2 reductie (t.o.v. 1990)

    55,0%

    55,8%

    55% CO2 reductie (t.o.v. 2015)

    54,2%

    55,0%

  •  

    Lingewaard

    t.o.v 1990

    t.o.v. 2015

    49% CO2 reductie (t.o.v. 1990)

    49,0%

    62,9%

    49% CO2 reductie (t.o.v. 2015)

    29,9%

    49,0%

    55% CO2 reductie (t.o.v. 1990)

    55,0%

    67,3%

    55% CO2 reductie (t.o.v. 2015)

    38,1%

    55,0%

 

Achtergronden Energie Transitie Model

 

Overmorgen maakt gebruik van het Energie Transitie Model (ETM) van Quintel om zowel de huidige situatie als verschillende toekomstscenario’s te modelleren. Hiermee onderzoeken we zowel de vraag naar energie (de hoeveelheid energie die nodig is in Lingewaard) als de energiemix (de mogelijke combinatie van (duurzame) energiebronnen). Het ETM geeft tevens inzicht in de CO2-reductie en een globale indicatie van de kosten die een specifieke mix van energiebronnen en energievraag met zich meebrengt.

 

Het Energie Transitie Model (ETM)

Het ETM is een open source online tool waarmee het energie-

 

systeem gemodelleerd wordt en waarmee de huidige situatie en mogelijke toekomstscenario’s inzichtelijk gemaakt kunnen worden. De huidige situatie is gebaseerd op data uit klimaatmonitor, en ook het jaar 1990 (voor doelstellingen zoals het klimaatakkoord) is hierin verwerkt. Door aannames en keuzes voor de toekomst in het model in te voeren wordt de impact in toekomstscenario’s inzichtelijk.

 

Het model is ontwikkeld door Quintel Intelligence, in samenwerking met verschillende partners die het model verder ontwikkelen en toepassen. Zo gebruiken verschillende netbeheerders en overheden het model. Over Morgen werkt samen met Quintel om bij opdrachtgevers de opgave van de Energietransitie inzichtelijker te maken. Op deze manier is voor een groot aantal overheden gebruik gemaakt van het ETM en wordt dit ook in verschillende RES regio’s toegepast als een betrouwbare en transparante bron voor energiescenario’s.

 

Hoe ziet een scenario eruit?

Achter een scenario zit een geavanceerd model waarin het hele energiesysteem met vraag, aanbod en verschillende type technologieën en energiedragers gevat wordt. Voor elk van deze scenario’s is een eindbeeld weergegeven in een zogenaamde Energiemix factsheet. Dit is een samenvatting van het scenario waarin de beginsituatie (2017) en het eindbeeld (2050) in termen van energievraag en -aanbod worden weergegeven. De energiemix factsheet bestaat uit de volgende drie onderdelen:

  • 1.

    Energievraag eindgebruik in het basisjaar (2017) en 2050 De huidige energievraag is samengevat in de type energiedragers die in verschillende sectoren gebruikt worden. Transportbrandstoffen in de transportsector, gas in de industrie en gebouwde omgeving, biomassa en biobrandstof in verschillende sectoren, collectieve warmte en individuele zonthermie ten behoeve van warmte in de gebouwde omgeving, en elektriciteit in verschillende sectoren. Afhankelijk van de keuzes die in een scenario gemaakt worden veranderd de energievraag in 2050. Door besparen, toepassing van andere technologieën en overstappen op duurzame energiebronnen kan deze lager worden in de toekomt.

  • 2.

    Energiebronnen in 2050 Om aan de energievraag te voldoen in de toekomst zijn verschillende energiebronnen nodig. De herkomst van deze bronnen is samengevat in deel 2. Bij de energietransitie maken we kort gezegd een transitie van fossiele brandstoffen en aardgas naar andere meer duurzame energiebronnen. Er zit een verschil tussen de totale benodigde energiebronnen en de energievraag. Dit komt omdat een deel van de energiebronnen verloren gaat door conversie- of transportverliezen.

  • 3.

    Kencijfers over de opgave per thema Aan de rechterkant wordt toegelicht hoeveel windmolens, zonnevelden en zonnepanelen op dak bijdragen aan de duurzame elektriciteitsproductie van Veldhoven. Daaronder worden kencijfers weergegeven over de aannames die gemaakt zijn in de warmtetransitie, het gebruik van (bio)gas en biomassa.

Met deze onderdelen maakt de energiemix inzichtelijk hoe hoog de energievraag en uitstoot van verschillende sectoren binnen de gemeente is. Dit biedt bijvoorbeeld inzicht in de opgave die er ligt bij de verschillende sectoren en welke sectoren het meeste bijdragen aan het totale energieverbruik.

 

Bijlage 6 Overzicht projecten energietransitie Lingewaard

 

Bijlage 7 Samenvatting beleidskader wind

Het Beleidskader Wind beschrijft dat de gemeente het bevoegd gezag wil zijn voor windenergie projecten binnen onze gemeente, om de belangen van inwoners optimaal te kunnen behartigen. We streven naar een rustig en ordelijk beeld, waarbij windturbines onderdeel uitmaken van de totale beleving van het landschap in plaats van de landschapsbeleving te domineren. Vanuit samenwerking sturen we actief op de kaders en verplichten we initiatiefnemers om:

 

  • -

    Transparant te communiceren met omwonenden en andere belanghebbenden;

  • -

    Een klankbordgroep op te richten;

  • -

    Een Milieueffectrapportage op te (laten) stellen;

  • -

    Ruimte-ateliers te organiseren;

  • -

    Een omgevingsfonds op te richten;

  • -

    Grondeigenaren en omwonenden te compenseren;

  • -

    Inwoners de mogelijkheid te bieden voor financiële participatie;

  • -

    Een tijdelijke omgevingsvergunning van 20 jaar;

  • -

    Overlast te beperken en bereikbaar te zijn voor meldingen van overlast.

Nadere informatie staat in het beleidskader wind.

https://www.lingewaard.nl/windenergie-lingewaard

Bijlage 8 Samenvatting beleidskader zon

Het Beleidskader Zon bevat de twee sporen waar de gemeente op inzet voor de opwek van zonne-energie:

 

  • 1.

    Stimuleren van gebouw-gebonden opwekking van zonne-energie

    De gemeente heeft bij particuliere initiatieven een sterkte voorkeur voor gebouw-gebonden zonnepanelen (op daken, gevels, infrastructurele kunstwerken etc.) ten opzichte van grondgebonden panelen. Als een dak ongeschikt is voor gebouw-gebonden zonnepanelen, dan zijn zonne-akkers (maximaal 250 m2) in het buitengebied mogelijk.

  • 2.

    Ruimte geven aan de markt voor de ontwikkeling van zonneparken.

    Om grootschalige initiatieven te faciliteren en te concentreren is een ‘zoekzone zonneparken’ aangewezen. Grondgebonden zonneparken worden hier geconcentreerd. Buiten de zoekzones kunnen maximaal 3 projecten gerealiseerd worden van 3 ha, indien het een initiatief van bewoners is en zij het zelf ontwikkelen en het voldoet aan de gestelde kaders.

    Het beleidskader zon bevat de verdere uitwerking van bovenstaande.

    https://www.lingewaard.nl/zonne-energie

Bijlage 9 Samenvatting beleidskader kleine windturbines

Voor de energietransitie hebben we alle bronnen nodig. We willen inwoners en bedrijven binnen Lingewaard de mogelijkheid bieden om zelf energie op te wekken met kleine windturbines. We willen wel dat dit op een verantwoorde manier gebeurd. Communicatie met de omgeving en inpassing in de omgeving zijn hierbij essentieel.

 

In het beleid zijn duidelijke kaders gesteld waar we kleine windturbines toestaan, welke afmetingen de windturbines mogen hebben en op welke manier kleine windturbines landschappelijk worden ingepast. Dit beleidskader is de eerste stap voor het mogelijk maken van plaatsing van kleine windturbines. De volgende stap wordt het verankeren van de beleidskaders in het bestemmingsplan. Zodra de kleine windturbines zijn opgenomen in het bestemmingsplan kunnen initiatiefnemers een vergunning aanvragen voor het plaatsen van een kleine windturbine.

Kosten voor de plaatsing van kleine windturbines zullen worden gedragen door de initiatiefnemers.

 

Het beleidskader kleine windturbines bevat de verdere uitwerking van bovenstaande.

https://www.lingewaard.nl/mgd/files/beleidskader_kleine_windturbines_lingewaard_v1.7.pdf

Bijlage 10 Kaders en strategie warmte

Voor de door te maken warmtetransitie zijn de volgende kaders vastgesteld. De warmtevoorziening van de toekomst is (1) betrouwbaar, (2) betaalbaar en (3) duurzaam. In het kader van de door te maken verandering (‘van het gas af’) gelden als kaders (4) tijdige realisatie, (5) keuzevrijheid en (6) toegankelijkheid. Voor het hiertoe door te maken proces gelden als kaders dat dit (7) transparant is en (8) de gemeente dit samen met bewoners, bedrijven en andere stakeholders vormgeeft.

 

De benoemde kaders worden als publieke belangen gezien. Hiermee ontstaat er een rol voor de gemeente en andere overheden om deze belangen te bewaken. De kaders geven richting aan de te volgen strategie. De gemeente wil de regie voeren en concrete stappen zetten om tot steeds verdere verduurzaming te komen.

 

Echter, welke rollen kan de gemeente bij het ontbreken van wettelijke instrumenten in de warmtetransitie spelen? De mogelijkheden voor een financiële rol (subsidies) zijn beperkt. Het gaat afhankelijk van de gekozen oplossingen om investeringen van tientallen tot honderden miljoenen euro’s. Dit gaat de gemeentelijke reikwijdte ver te boven. Een combinatie van marktpartijen, inwoners en bedrijven en hogere overheden zal het gros van deze investeringen op moeten brengen. Er zijn wel andere rollen die Lingewaard in kan en zal zetten: informeren, stimuleren, faciliteren, organiseren, initiëren en zelf het goede voorbeeld geven.

 

De kaders en strategie warmte bevat de verdere uitwerking van bovenstaande.

Bijlage 11 Samenwerking op dit moment

Er zijn allerlei samenwerkingen op dit moment in onze gemeente. In deze bijlage zijn een heel aantal inwonersinitiatieven weergegeven, maar ook werk van samenwerkingspartners. Dit overzicht is vast niet volledig, maar geeft in ieder geval een beeld van hoe actief we bezig zijn aan energietransitie in Lingewaard!

 

Angeren Duurzaam - Twee inwoners zijn dit initiatief gestart. Zij zijn zich erg bewust van de invloed van de mens op de wereld. Willen de milieu-impact laag houden en daarmee helpen om de wereld ook voor de generaties na ons mooi te houden. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want waar begin je?

 

In een klein dorp is dat minder makkelijk dan in een stad waar al veel duurzame initiatieven zijn. En dat is hun drijfveer geworden. Want ook in een dorp als Angeren kun je proberen duurzaam te leven. Sinds 2017 zijn allerlei acties gestart om Angeren te verduurzamen.

www.angerenduurzaam.nl

 

Doornenburg Duurzaam met Energie - Er is een themagroep van vijf enthousiaste bewoners die duurzaamheidsvragen ophaalt bij de bewoners van Doornenburg, duurzaamheidskansen en mogelijkheden in kaart brengt en initieert en/of ondersteunt. Ze willen een ‘gemeenschap van de toekomst’ worden (zoals Zilverkamp). Verkennen van kansen en mogelijkheden op het gebied van energiebesparing, duurzaam opwekken van energie en warmtetransitie. Het gaat om kansen en mogelijkheden die passen bij de bewoners en hun vragen. Dus met betrokkenheid van de bewoners van Doornenburg: grip op energie om te kunnen verduurzamen. Meedenken, meebeslissen, mee-uitvoeren.

 

Duurzaam Zilverkamp – In de Zilverkamp werken inwoners actief aan het verduurzamen van de wijk. Sinds het wijkontwikkelingsplan is opgeleverd begin 2018, komt projectgroep ‘Duurzaam Zilverkamp’ tweewekelijks bij elkaar. Er is al een collectieve inkoopactie voor vloer- en spouwmuur isolatie georganiseerd. In samenwerking met anderen nemen ze deel aan ‘wijk van de toekomst’; onderzoeken of de wijk vervroegt de warmte kan verduurzamen. En meedenken over onderzoeken en financieringsvormen die hierop voort borduren.

www.zilverkamphuissen.nl/wop/duurzaam-zilverkamp-werkgroep

 

Liander - Liander is de regionale netbeheerder in de gemeente Lingewaard. Liander legt kabels en leidingen aan en beheert het energienetwerk in een groot deel van Nederland waaronder geheel Gelderland. In totaal zijn circa 3 miljoen woningen en bedrijven op het netwerk van Liander aangesloten. Liander beheert het netwerk voor zowel gas als stroom, zorgt dat het werkt, vandaag en in de duurzame toekomst. Ze nemen actief deel aan de regionale energie strategie en zijn partner in Zilverkamp wijk van de toekomst.

www.liander.nl

 

Lingewaard Energie - aanjager van de energietransitie in de gemeente Lingewaard

Lingewaard Energie is ontstaan uit ideële overwegingen en richt zich op de verduurzaming van de energievoorziening van de inwoners van Lingewaard. De visie van Lingewaard Energie is dat de inwoners van Lingewaard minder afhankelijk moeten worden van steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen en zelf zeggenschap moeten hebben over lokale grootschalige duurzame energieproductie. Hiermee wordt door de vermindering van de uitstoot van CO2 en fijn stof het milieu minder belast. Lingewaard Energie is een onafhankelijke energiecoöperatie, een burgerinitiatief zonder winstoogmerk, opgericht in december 2013.

 

Deskundige leden van Lingewaard Energie geven energieadviezen aan woningeigenaren, sportverenigingen en scholen. Zij helpen hen om een keuze te maken voor energiebesparende maatregelen en adviseren over opwekking van duurzame energie. Daarnaast coachen zij bewoners om door gedragsverandering zoveel mogelijk energie te besparen, zonder dat hiervoor grote investeringen moeten worden gedaan. Lingewaard Energie verzorgt op basisscholen energielessen om via de kinderen de ouders bewust te maken van de verduurzaming van de energievoorziening. Sinds 2017 verzorgt Lingewaard Energie het Energieloket voor de gemeente en in 2020 voert Lingewaard Energie in opdracht van de gemeente de Regeling Reductie Energieverbruik (RRE) uit. Bedrijven en ondernemers kunnen met hun vragen over verduurzamen van hun vastgoed, plaatsen van zonnepanelen, invullen van de erkende maatregelenlijst of algemene vragen over energie en duurzaamheid terecht bij de adviseurs van Lingewaard Energie Projecten. In de tweede helft van 2020 gaan starten ze met het project elektrische deelauto.

 

De projectgroep “grootschalige opwek” heeft als doel professioneel opwek van grootschalige duurzame energie projecten binnen gemeente Lingewaard te realiseren. In 2018 is het Drijvend Zonnepark Lingewaard gerealiseerd. Een drijvend zonnepark met 6.150 panelen met een opwekcapaciteit van ca. 2 MW. Plannen voor meer grootschalige duurzame opwek zijn in ontwikkeling.

 

www.lingewaardenergie.nl

www.drijvendzonneparklingewaard.nl

https://lingewaardenergie.nl/evdeelauto

 

Lingewaard Natuurlijk – Dit is een erkende vrijwilligers organisatie met diverse activiteiten door de gehele gemeente Lingewaard. Ze willen een mooi en divers landschap, waarin het goed toeven is voor mens en dier en staan voor ecologisch beheer en herstel van het natuurlijk schoon, het verzorgen van nieuwe aanplant. Met goede samenwerking is veel voor de natuur te winnen, steeds meer mensen zich daar bewust van zijn. Iedereen kan meedoen om een mooiere en meer diverse leefomgeving te creëren. Er is in onze gemeente nog enorm veel aan mooie natuur te winnen.

www.lingewaardnatuurlijk.nl

 

Waardwonen - Waardwonen is een woningcorporatie die bijna 4.000 woningen verhuurt in de gemeenten Lingewaard en Berg en Dal. Ze zijn er vooral voor mensen met een laag inkomen. Waar ze voor gaan is samengevat in één zin: Samen werken aan een thuis. Waardwonen verduurzaamt haar bezit en heeft hiervoor duurzaamheidsbeleid gemaakt; ‘Duurzaamheid komt in de genen van onze huurders’. Ook in hun portefeuillestrategie nemen ze energietransitie mee.

www.waardwonen.nl

 

Woonstichting Gendt - Woonstichting Gendt verhuurt en beheert zo’n 850 woningen in Gendt. De belangrijkste taak is het bieden van goede, betaalbare huurwoningen voor mensen met een lager inkomen. Ook bouwt en beheert Woonstichting Gendt koopwoningen en verkoopt bestaande (huur)woningen. Daarnaast draagt Woonstichting Gendt bij aan de herontwikkeling van wijken in samenwerking met de Gemeente Lingewaard. Het bezit verduurzaamt, ook om de totale woonlasten voor de huurders betaalbaar te houden.

www.woonstichtinggendt.nl

 

 

Bijlage 12 Communicatie

 

DOELGROEP

  • Inwoners

  • Ondernemers

  • Partners in de energietransitie zoals Lingewaard Energie, wijkplatforms, DOP’s en WOP’s, woningbouwcorporaties

  • Regionale en landelijke partners zoals de RES, NEXTgarden

  • Bestuur en raad

  • Intern betrokken collega’s

We werken aan de energietransitie vanuit de drie pijlers; energie besparen, duurzaam geproduceerde energie opwekken en het verduurzamen van de warmtevoorziening. Om dit te realiseren willen en moeten we dit als gemeente samen doen. Verbinding, communicatie en samenwerking zijn hierbij sleutelbegrippen. Samen met inwoners, verenigingen, ondernemers. In Lingewaard én in de regio.

DOELSTELLING

  • Communicatie is onderdeel van strategie programma duurzaamheid

  • Zichtbaarheid vergroten door successen, mijlpalen en momenten te delen

  • Zelf het goede voorbeeld geven en laten zien

  • Duidelijke communicatie: concreet, dichtbij en aansluiten bij doelgroep

  • Transparante communicatie en informatie

  • Deels gericht op bewustwording en gedragsbeïnvloeding

  • Stimuleren om mee te doen en denken

  • Heldere bestuurlijke profilering in de regio

  • Gezamenlijke integrale aanpak vanuit de organisatie

  • Voortgang bijhouden en communiceren

MIDDELEN

  • Duurzaamheids-specials Gemeentenieuws

  • Campagne Duurzaam Lingewaard ‘Iedereen doet WAT’

  • In het straatbeeld barometer ‘Duurzaam Lingewaard Balans’

  • Gebruik maken van overige gemeentelijke kanalen zoals de gemeentepagina, social media en nieuwsbrief ondernemers

  • Interne communicatie via duurzaamheidsoverleg en Vlindernet (o.a. in groep duurzaamheid)

  • Bijeenkomsten zoals de Dag vd Duurzaamheid en jaarlijkse energietop

  • Duurzaamheidsverslag, informatienota’s en presentaties

  • Persberichten en media

  • Gebruik maken van elkaars middelen (partners) zoals de website en spreekuren van het Energieloket, de nieuwsbrief van NEXTgarden of Lingewaard Energie

PLANNING 2020

In een aparte communicatie-kalender maken we een concrete planning voor de uitvoering van het communicatieplan.

 

De communicatiekalender is de basis voor het delen van successen, aanhaken bij lokale regionale en landelijke issues , mijlpalen en activiteiten.

 

Deze planning is dynamisch. We monitoren vragen en reacties die naar boven komen en spelen hierop in.

FINANCIEN

  • Kosten vormgeven, opmaken en eventueel drukken van communicatiemiddelen

  • Opmaken van infographics, animaties en filmpjes

  • Barometer

  • Organiseren bijeenkomsten

  • Campagnemateriaal laten ontwikkelen (online en offline)

BOODSCHAP

We bouwen samen aan een duurzaam Lingewaard. Ook voor toekomstige generaties. We streven naar een energieneutrale gemeente in 2050. Door onze ligging in het middengebied spelen we met NEXTgarden een belangrijke rol in de duurzame warmtevoorziening van de regio.

ORGANISATIE

De duurzaamheids-coördinator is verantwoordelijk voor de communicatie duurzaamheid. Per thema, waaronder de energietransitie, zijn verschillende beleidsadviseurs actief. Team communicatie adviseert en coördineert.

RISICO’S

  • Onduidelijkheid over de rollen van de verschillende deelnemende partijen

  • Niet eenduidige, heldere en actuele boodschap door te weinig afstemming tussen de deelnemende partijen

MONITORING EN EVALUATIE

  • Maandelijks bewaken voortgang uitvoering communicatiekalender

  • Per kwartaal bewaken voortgang realisatie communicatiedoelstellingen duurzaamheid

  • Jaarlijkse evaluatie communicatie en daarna vaststellen vervolg volgend jaar

Bijlage 13 Meedenken met beleidskader

In de startnotitie hebben we aangegeven dat we inwoners(initiatieven), bedrijven en partners zouden vragen mee te denken over de invulling van het beleidskader. Dat hebben we ook gedaan. Deze bijlage geeft aan wat we daarvoor hebben gedaan en wat dit heeft opgeleverd.

 

Vorig jaar hebben er diverse mensen meegedacht bij het opstellen van de beleidskaders wind, zon en warmte. Hiermee is indirect dus ook meegedacht met dit beleidskader.

 

We hebben onderstaande partijen de startnotitie toegestuurd.

 

  • -

    Inwonersinitiatieven op duurzaamheid (Duurzaam Zilverkamp, Doornenburg Duurzaam met Energie, Angeren Duurzaam, DOP Gendt)

  • -

    Lingewaard Energie

  • -

    Stichting Lingewaard Natuurlijk

  • -

    Woonstichting Gendt

  • -

    Waardwonen

  • -

    Liander

  • -

    VERON

  • -

    Winkeliersverenigingen Gendt, Huissen en Bemmel

  • -

    Lingezegen Energy

  • -

    LTO/Glaskracht

We hebben hen gevraagd te reageren door bijvoorbeeld hun initiatief te omschrijven, wat hun redenen zijn om te werken aan energietransitie, aan te geven wat ze verwachten van de rol van de gemeente, welke projecten ze uitvoeren en welke dilemma’s ze verwachten binnen dit onderwerp. We hebben twee reacties binnen gekregen.

 

We hebben een digitale informatieavond georganiseerd. Hier bleek geen animo voor.

 

Het beleidskader heeft van 23 juli tot en met 2 september ter inzage gelegen. Hier zijn drie reacties op gekomen.

 

We concluderen dat inwoners in deze periode niet in grote getalen mee hebben gedacht over ons beleidskader energietransitie. De interesse voor het onderwerp is er wel, zo blijkt uit draagvlakonderzoek dat we hebben laten uitvoeren. Het kan goed zijn dat de Covid-19 crisis een reden is dat inwoners zich niet hebben (aan)gemeld. Of inwoners lijken vooral betrokken te zijn als het speelt in hun directe leefomgeving.


1

In bijlage 1 is samengevat welke activiteiten er zijn verricht in de voorgaande beleidsperiode.

2

Om verwarring te voorkomen, is in bijlage 2 een begrippenlijst opgenomen waar allerlei gebruikte termen in terug te vinden zijn.

3

Hoe we dit hebben georganiseerd, is opgenomen in bijlage 13.

4

De projecten van alle pijlers zijn tevens in één overzicht opgenomen in bijlage 6 

5

Dat wil zeggen dat er binnen het gebied even veel energie duurzaam wordt opgewerkt als er wordt verbruikt