Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Verordening winkeltijden Groningen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening winkeltijden Groningen 2021
CiteertitelVerordening winkeltijden Groningen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 3 van de Winkeltijdenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

18-11-2020

gmb-2020-318070

424001-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening winkeltijden Groningen 2021

De gemeenteraad van Groningen,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2020,

gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet,

besluit:

 

vast te stellen de ‘Verordening winkeltijden Groningen 2021‘

 

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen;

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en tweede kerstdag;

  • c.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • d.

    winkel: wat daaronder wordt verstaan in de wet.

§ 2. Vrijstellingen

Artikel 2. Algemene vrijstelling zon- en feestdagen

  • 1.

    Van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden geldt, behoudens het bepaalde in artikel 4, een algemene vrijstelling

    • a.

      op de zondag: tussen 12.00 uur en 22.00 uur;

    • b.

      op de in artikel 1, onder b, genoemde feestdagen: tussen 12.00 uur en 22.00 uur; en

    • c.

      op Goede Vrijdag en op 24 december: tussen 19.00 uur en 22.00 uur.

  • 2.

    De in het eerste lid, onder a, genoemde vrijstelling geldt niet op 4 mei na 19.00 uur en niet op eerste kerstdag indien deze op een zondag valt.

Artikel 3. Specifieke vrijstellingen

  • 1.

    Bepaalde winkels

    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van:

    • a.

      musea;

    • b.

      winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;

    • c.

      winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen te koop worden aangeboden of worden verkocht dan beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.

  • 2.

    Openstelling anders dan voor verkoop

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van:

      • winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;

      • winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.

    • b.

      De onder a genoemde vrijstelling geldt niet voor het verkopen van goederen.

  • 3.

    Straatverkoop van bepaalde goederen

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

  • 4.

    Begraafplaatsen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 5.

    Culturele evenementen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 6.

    Sportcomplexen

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 7.

    Bejaardenoorden, woon-/zorgcentra

    • a.

      De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, woon-/zorgcentra en dergelijke, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.

    • b.

      De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden in of op het terrein van bejaardenoorden, woon-/zorgcentra en dergelijke niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.

  • 8.

    Kermis

    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eet- en drinkwaren, snoepgoed, speelgoed en feestartikelen op een terrein waar de kermis wordt gehouden tijdens de openingstijden van de kermis.

     

§ 3. Ontheffingen

Artikel 4. Nachtwinkels

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden. De ontheffing kan in ieder geval niet betrekking hebben op de zondag tussen 6.00 uur en 12.00 uur.

  • 2.

    Het college kan voor ten hoogste twaalf winkels ontheffing verlenen.

  • 3.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie, de openbare orde of de veiligheid in de omgeving van de winkel door de openstelling van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    De ontheffing wordt in ieder geval geweigerd indien de bruto-vloeroppervlakte van de winkel groter is dan 500 m2.

  • 5.

    Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 6.

    Het is verboden in een winkel waarvoor op grond van het eerste lid ontheffing is verleend sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet te verkopen.

  • 7.

    Het college bepaalt de wijze waarop beschikbare ontheffingen als bedoeld in het eerste lid worden verdeeld.

  • 8.

    De ontheffing is overdraagbaar ingeval van bedrijfsvoortzetting op hetzelfde adres.

  • 9.

    Ingeval van een voorgenomen overdracht van de ontheffing doet de houder hiervan onmiddellijk schriftelijke mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 5. Incidentele ontheffingen

  • 1.

    Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste en tweede lid van de wet vervatte verboden ten behoeve van bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard.

  • 2.

    Onder gelegenheden als bedoeld in het eerste lid worden in ieder geval verstaan: veilingen, productpresentaties, feestelijkheden met een cultureel of sociaal doel, het uitstallen van goederen, jubilea, shows, recepties en vergelijkbare evenementen, (sport-)evenementen, beurzen, tentoonstellingen, exposities, braderieën, muziekfestivals of andere daarmee vergelijkbare manifestaties die op één locatie plaatsvinden.

  • 3.

    Aan de ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4.

    De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie, de openbare orde of de veiligheid in de omgeving van de winkel door de openstelling van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2.

    Het college kan de in het eerste lid genoemde beslistermijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 7. Intrekken of wijzigen ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen als:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de woon- en leefsituatie, de openbare orde of de veiligheid ter plaatse;

  • d.

    de bepalingen van deze verordening of aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn of, bij het ontbreken daarvan, binnen een door het college te stellen redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechthebbende dit verzoekt.

§ 4. Toezicht

Artikel 8. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.

 

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 9. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht

  • 1.

    Op de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingetrokken:

    • a.

      de Verordening winkeltijden Groningen 2009, vastgesteld op 30 september 2009;

    • b.

      de Verordening winkeltijden Haren 2013, vastgesteld op 25 november 2013;

    • c.

      de Verordening winkeltijden Ten Boer 2014, vastgesteld op 19 februari 2014.

  • 2.

    Een ontheffing verleend krachtens één van de in het eerste lid genoemde verordeningen, geldt als een ontheffing verleend krachtens deze verordening. Het college kan de ontheffing, al dan niet onder gelijktijdige wijziging of toevoeging van beperkingen en voorschriften, ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening winkeltijden Groningen 2021’.

 

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 18 november 2020.

De voorzitter,

KoenSchuiling

De griffier,

JosineSpier