Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen (AVOI 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAlgemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen (AVOI 2021)
CiteertitelAlgemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 (AVOI 2021) gemeente Groningen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

18-11-2020

gmb-2020-317982

447904-2020

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen (AVOI 2021)

De gemeenteraad van Groningen,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 september 2020,

 

gelet op artikel 5.4 Telecommunicatiewet

besluit:

 

vast te stellen de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1 van de wet;

  • b.

    aanvraag: de aanvraag van een instemmingsbesluit;

  • c.

    aanvrager: een netbeheerder of een aanbieder;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • f.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

  • g.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • h.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;

  • i.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert. Onder netbeheerder wordt tevens verstaan een aanbieder;

  • j.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: telecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • k.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • l.

    verhardingen: alle soorten bestratingsmateriaal en asfaltverhardingen;

  • m.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • n.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

  • o.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden in of op openbare gronden van minder dan 15 m2 en niet vallend onder artikel 7 van deze verordening;

  • p.

    werkzaamheden van ingrijpende aard: opbrekingen in de openbare grond van meer dan 15 m2;

  • q.

    wet: Telecommunicatiewet.

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels en leidingen in of op openbare gronden.

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

Artikel 3 Instemming

  • 1.

    Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit werkzaamheden uit te voeren in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen in of op openbare gronden.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard worden volstaan met een melding aan het college. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van categorieën van werkzaamheden van niet ingrijpende aard en kan aan de uitvoering van deze werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden, als bedoeld in artikel 6.

  • 3.

    Het college kan één of meer gebieden aanwijzen waarbinnen niet volstaan kan worden met een melding, maar altijd een instemmingsbesluit moet worden aangevraagd.

  • 4.

    Spoedeisende werkzaamheden dienen onverwijld te worden gemeld aan de burgemeester. Ingeval de openbare orde of gevaar dan wel de vrees voor het ontstaan van gevaar zich verzet tegen de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden kan de burgemeester besluiten dat de werkzaamheden op een ander dan het voorgenomen tijdstip plaatsvinden. Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de wijze van melding en uitvoering van deze werkzaamheden.

  • 5.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente bij de uitoefening van haar publiekrechtelijke taak.

  • 6.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Spoorwegwet, de provinciale wegenverordening of de Waterschapskeur.

Artikel 4 Beslistermijn en aanhouding

  • 1.

    Een besluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze verordening, wordt genomen uiterlijk 8 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Indien een dergelijk besluit niet binnen acht weken kan worden genomen, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn van ten hoogste acht weken waarbinnen het besluit wel tegemoet kan worden gezien.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college het besluit aan, indien er in verband met de werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 5 Nadere regels aanvraag en melding

Het college stelt nadere regels vast ten aanzien van de bij een aanvraag of melding te verstrekken gegevens, de wijze van verstrekking en aanvullende bepalingen en verplichtingen.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan aan het instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      openbare orde;

    • b.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast, door de werkzaamheden toegebracht aan de gemeente of aan derden;

    • c.

      de bruikbaarheid van de openbare gronden;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • h.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Het instemmingsbesluit ingevolge artikel 3 van deze verordening, heeft een maximale werkingsduur van drie maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen negen maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 3.

    Het college kan voorschriften opnemen in het instemmingsbesluit, welke betrekking hebben op het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholds en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 4.

    Indien binnen één jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

Artikel 7 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6, eerste lid, van de wet, volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk melding van de werkzaamheden via een door de burgemeester vast te stellen formulier aan de burgemeester of een daartoe gemachtigde ambtenaar.

Artikel 8 Plaatsbepaling

Het is de aanvrager van een instemmingsbesluit niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van het college af te wijken van de in het instemmingsbesluit vastgelegde en aangewezen plaats.

Artikel 9 Kruising waterwegen en Kunstwerken

Voor het leggen en in stand houden van kabels door of over water of in en aan kunstwerken kunnen door de aanvrager en het college afzonderlijke afspraken worden aangegaan.

Artikel 10 (Mede) gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1.

    Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college, aangelegde voorzieningen.

  • 2.

    Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 3.

    Indien gebruikt wordt gemaakt van reeds bestaande voorzieningen van andere aanbieders als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, kan een kostenvergoeding voor het medegebruik in rekening worden gebracht

  • 4.

    Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen.

Artikel 11 Opschorting werkzaamheden

Indien de weersomstandigheden, naar het oordeel van het college, de werkzaamheden niet toelaten, kan het college de aanbieder verplichten de uitvoering van de werkzaamheden tijdelijk op te schorten.

Artikel 12 Herstel openbare gronden

  • 1.

    Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht door de aanvrager.

  • 2.

    In geval van gesloten verhardingen zorgt het college voor een definitief herstel. De kosten van het herstel worden bij de aanbieder/netbeheerder in rekening gebracht.

Artikel 13 Wijzigingen voorzieningen

  • 1.

    De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

  • 2.

    Indien de aangelegde kabels gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar niet in gebruik zijn geweest ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is de aanbieder verplicht op verzoek van het college de kabels op eigen kosten op te ruimen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid van dit artikel kan het college, indien de aangelegde kabels gedurende een aaneengesloten periode van tien jaar niet in gebruik zijn geweest ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, precario in rekening brengen bij de aanbieder van het netwerk.

Artikel 14 Overgangsrecht

  • 1.

    De bepalingen van de Telecommunicatieverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer en de Graafverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen en Ten Boer zijn van toepassing op meldingen en aanvragen waarop reeds krachtens diezelfde verordeningen is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer en de Graafverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen en Ten Boer, maar waarop nog niet is beslist, worden daarop de bepalingen van deze verordening toegepast.

Artikel 15 Intrekking oude verordeningen

De Telecommunicatieverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer en de Graafverordeningen van de voormalige gemeenten Groningen en Ten Boer worden ingetrokken op de dag dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel 17 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 (AVOI 2021) gemeente Groningen.

 

Gedaan te Groningen in de openbare raadsvergadering van 18 november 2020.

De voorzitter,

KoenSchuiling

De griffier,

JosineSpier

Toelichting op de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen

Algemeen

Per 1 januari 2019 is de herindeling van de voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer een feit. Zowel de regelgeving als het beleid van de drie voormalige gemeenten moest worden geharmoniseerd. Deze geharmoniseerde Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 (hierna aangeduid als: AVOI 2021) bevat bepalingen met betrekking tot het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen. Voor de herindeling bevatten de Telecommunicatieverordeningen (alle drie voormalige gemeenten) en een Graafverordeningen (Groningen en Ten Boer) kaders voor deze werkzaamheden. Na de herindeling is gekozen voor één integrale verordening. De genoemde verordeningen van voormalige gemeenten worden dan ook ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van de AVOI 2021.

 

In deze geharmoniseerde en tegelijkertijd geactualiseerde verordening zijn bepalingen opgenomen ten aanzien van de kabels en leidingen ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk (in het kader van de Telecommunicatiewet (Tw)) en overige kabels en leidingen (bijv. nutsbedrijven).

 

Voor de werkzaamheden ten dienste van een openbaar telecommunicatienetwerk bepaalt de Tw de kaders. Voor de werkzaamheden ten dienste van overige kabels ontbreekt een wettelijk stelstel en wordt een instemming verleend op grond van een Graafverordening. In de nieuwe AVOI 2021 worden de regeling gecombineerd en blijft de vereiste van een instemming gehandhaafd. Zowel voor de werkzaamheden ten dienste van het openbare elektronische communicatienetwerk als ten behoeve van overige kabels en leidingen behoeft men de instemming van het college.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen zijn voor zover nodig aan de nieuwe nummering van de

Telecommunicatiewet aangepast en aangevuld.

Nadere toelichting

Openbaar telecommunicatie elektronisch communicatienetwerk

De gedoogplicht van de gemeente geldt slechts voor openbare elektronische communicatienetwerken, in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet gedefinieerd als een ‘elektronisch communicatienetwerk dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden, waaronder mede begrepen een netwerk, bestemd voor het verspreiden van programma’s voor zover dit aan het publiek geschiedt’.

 

Werkzaamheden van ingrijpende en niet-ingrijpende aard

Met het apart definiëren van dergelijke werkzaamheden wordt gevolg gegeven aan artikel 5.4, lid 5

van de Telecommunicatiewet. Het staat de gemeente vrij de omschrijving van werkzaamheden van

ingrijpende en niet ingrijpende aard zelf anders in te vullen. Dit is opgenomen in de nadere regels.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Lid 1 bepaalt dat de verordening van toepassing is op werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels of leidingen in of op openbare gronden. Ook kunstwerken vallen onder dit begrip.

 

Lid 2 bepaalt dat de paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) die de zogenaamde lex silencio positivo (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) behelst, niet van toepassing is op de beschikkingen op grond van deze verordening. Dat betekent dat bij het verstrijken van de beslistermijnen de instemming niet van rechtswege wordt geacht te zijn verleend. Gelet op de grote publieke belangen die in het geding kunnen zijn, zoals het waarborgen van bereikbaarheid voor de hulpdiensten en de veiligheid voor het publiek, is het niet verantwoord dat zonder meer met de werkzaamheden mag worden begonnen als de gemeente in verzuim is binnen de gestelde termijn te beslissen. Het maatschappelijk risico van het stilzwijgend verlenen van de instemming wordt onwenselijk groot geacht, afgezet tegen het maatschappelijk voordeel van een tijdige vergunningverlening (zie de opvatting in de brief van de minister van Justitie aan de Tweede Kamer, d.d. 9 juni 2009, TK 29515, nr.293, in het bijzonder de bijlage 2; laatstelijk herbevestigd door de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot Wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen, TK 32549, nr.3, pp.29-31).

Dat laat natuurlijk onverlet dat, indien de gemeente in gebreke is, daartegen rechtsmiddelen openstaan.

Artikel 3 Instemming

Uitgangspunt van de AVOI is dat werkzaamheden in openbare gronden verboden zijn, tenzij men beschikt over een instemmingbesluit. Een instemmingsbesluit is namelijk vereist voor werkzaamheden in openbare gronden binnen de gemeente, ongeacht door wie deze beheerd worden. Een instemmingsbesluit vervalt nadat de werkzaamheden zijn voltooid.

 

Voor bepaalde werkzaamheden kan worden volstaan met een lichtere meldingsprocedure (zowel voor telecomkabels als overige kabels en leidingen). De categorieën van werkzaamheden van niet ingrijpende aard waarvoor dit geldt, worden door het college vastgesteld in de nadere regels. Het college kan echter ook een geografisch gebied vaststellen (opgenomen in de nadere regels) waarbinnen altijd een vergunning of instemmingsbesluit moet worden aangevraagd. Een historische kern van een stad of dorp kan bijvoorbeeld worden aangewezen als gebied waarbinnen niet kan worden volstaan met een melding.

 

In geval van storingen waarbij reparatie geen uitstel kan lijden, kan uiteraard geen procedure van 5 werkdagen gelden. Deze dienen wel onverwijld, dus zo spoedig mogelijk en bij voorkeur nog voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd, te worden gemeld. De burgemeester kan om redenen van openbare orde en veiligheid besluiten dat de werkzaamheden op een ander tijdstip moeten plaatsvinden.

 

Voor werkzaamheden rond de kabels en leidingen van de gemeente zelf, zoals de riolering maar ook eventuele andere kabels en leidingen, is om praktische redenen het in het eerste lid opgenomen verbod niet procedureel van toepassing. Om redenen van effectiviteit en kwaliteit zullen intern binnen de gemeente de doelstellingen van deze verordening wel dienen te worden nageleefd. Ook is het in het eerste lid opgenomen verbod niet van toepassing op kabels en leidingen, niet zijnde telecomkabels, waarvoor reeds een ander bestuursorgaan zoals de provincie of het waterschap op grond van hun beheertaak de vergunningverlenende instantie is. Hierbij dient wel bedacht te worden dat beheergebieden elkaar kunnen overlappen. Dit is bijvoorbeeld het geval waarin er een gemeentelijke openbare weg over een waterkering loopt. In dit geval zal de netbeheerder zowel bij de gemeente als bij het waterschap een vergunning dan wel ontheffing aan dienen te vragen. Van belang is dus dat bij regelgeving van andere bestuursorganen voorzien wordt in hetzelfde onderwerp.

Artikel 4 Beslistermijn en aanhouding

Aansluitend op artikel 4:13 van de Algemene Wet Bestuursrecht dient het college uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit te nemen en, indien dit niet mogelijk is, een redelijke termijn te noemen waar binnen het besluit tegemoet kan worden gezien. Lukt het niet om binnen deze termijn een besluit te nemen dan geeft het tweede lid de mogelijkheid om de beslistermijn met nog eens acht weken te verlengen. Uiteraard zal er naar worden gestreefd om zo spoedig mogelijk op de aanvragen te beslissen en gelden de genoemde termijnen als maximale beslistermijnen.

 

Het derde lid regelt dat het college het besluit aanhoudt indien er een andere vergunning van een al dan niet ander bestuursorgaan nodig is, zoals een vergunning op basis van de Woningwet (bouwvergunning) of een omgevingsvergunning. Ook kunnen vergunningen noodzakelijk zijn op grond van een plaatselijke verordening bijvoorbeeld een kapvergunning. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van overige benodigde vergunningen voor zijn werkzaamheden. Artikel 5.5 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat het college zorgdraagt voor inhoudelijke afstemming tussen de betrokken bestuursorganen.

 

In geval dat de netbeheerder een aanvraag wenst in te trekken, doet hij hiervan schriftelijk mededeling aan het college. Het college stelt de aanvraag na dit schriftelijk verzoek buiten behandeling. Een reden tot het verzoeken van het intrekken van een aanvraag kan gelegen zijn in het feit dat de netbeheerder een gedeelte van de te betalen legeskosten kan restitueren.

Artikel 5 Nadere regels

Dit artikel bepaalt dat het college nadere regels vaststelt ten aanzien van de bij een aanvraag of melding te verstrekken gegevens, de wijze van verstrekking en aanvullende voorschriften. De gemeente heeft als beheerder van openbare gronden deze informatie nodig voor een juiste beoordeling van werkzaamheden en inzicht in de belangen die worden geraakt. De te verstrekken gegevens worden om praktische redenen niet in de verordening zelf opgesomd maar in de nadere regels.

Artikel 6 Voorschriften, beperkingen en weigeringsgronden

Een instemmingsbesluit kan op basis van de Telecommunicatiewet formeel niet worden geweigerd. Aan een instemmingsbesluit kunnen wel voorschriften en beperkingen worden verbonden. Dit artikel biedt de basis om aan een instemmingsbesluit voorschriften en beperkingen te verbinden. Daarnaast geldt dat een aanbieder, ondanks het ontbreken van een vergunningplicht, ingevolge artikel 5.2, lid 11 van de Telecommunicatiewet gebonden is aan voorschriften die gelden bij of krachtens andere wetten, zoals de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de Monumentenwet. Burgemeester en wethouders maken in haar besluitvorming ten aanzien van het verzoek tot instemming de afweging welke voorschriften er dienen te worden opgenomen. Indien het college verwacht dat andere belanghebbenden, bijvoorbeeld omwonenden, bedenkingen zullen hebben tegen hetgeen zij voornemens is in het te nemen instemmingsbesluit op te nemen, is zij op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht verplicht deze belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun zienswijze naar voren te brengen.

 

De aanvrager van een instemmingsbesluit is verantwoordelijk voor de naleving van die besluiten en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen en kan daar op worden aangesproken, ook wanneer hij werkzaamheden laat uitvoeren door ondergeschikten of derden (bijvoorbeeld (onder)aannemers).

 

Het tweede lid van artikel 6 beperkt de werkingsduur van het Instemmingsbesluit om te voorkomen dat een aanbieder nog gebruik maakt van een dergelijk besluit geruime tijd na afgifte. Immers het intussen gewijzigde gebruik van de openbare gronden kan het aanleggen van een telecomkabel onwenselijk maken.

 

Het derde lid geeft als aanvulling dat het college naast voorschriften over tijdstip, plaats en dergelijke met betrekking tot de uitvoering ook voorschriften kan opstellen over de uitstraling, vormgeving, kleur, situering en afmetingen van voorzieningen als kasten, handholds en dergelijke, behorende bij het netwerk.

 

Het vierde lid heeft betrekking op de situatie dat er een kabel dient te worden gelegd in openbare gronden die recent zijn geherstructureerd, bijvoorbeeld herstraat. In dat geval heeft het college de mogelijkheid extra voorschriften te stellen boven de gebruikelijk gehanteerde voorschriften (natuurlijk wel binnen het kader van artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet).

Artikel 7 Ernstige belemmeringen en storingen

In dit artikel wordt aan artikel 5.4, lid 4, sub f en artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet voldaan. In dit geval kan worden volstaan met een melding aan de burgemeester of een door hem of haar aan te wijzen ambtenaar. Ernstige belemmeringen of storingen in de communicatie zijn niet nader omschreven, wel wordt in de toelichting op de wet als voorbeeld gegeven de situatie van een kabelbreuk. Het gemeentebestuur zal moeten beoordelen of een ernstige belemmering of storing in de communicatie voor één individuele aansluiting voldoende reden is om als spoedeisend te worden aangemerkt.

Artikel 8 Plaatsbepaling

In dit artikel wordt bepaald dat de aanbieder en netbeheerders niet mogen afwijken van de in het Instemmingsbesluit vermelde locatie van de werkzaamheden, tenzij het college daarvoor vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel 9 Kruising waterwegen en kunstwerken

Indien kabels moeten worden gelegd in of door waterwegen en in en aan kunstwerken (bijvoorbeeld viaducten, bruggen en tunnels) kan tussen aanbieder/nutsbedrijf en college per object afzonderlijke afspraken worden gemaakt. De hier opgenomen mogelijkheid van afzonderlijke afspraken is wenselijk in verband met het bijzondere karakter en het gebruik van waterwegen en kunstwerken.

Artikel 10 Medegebruik van voorzieningen en vooroverleg

De in dit artikel neergelegde bepalingen over medegebruik zijn ontleend aan Telecommunicatiewet en zijn alleen van toepassing op telecomkabels. Het medegebruik beperkt het graven in de openbare gronden. De voorschriften bij het Instemmingsbesluit het medegebruik van voorzieningen bevorderen. Het medegebruik kan aan de orde komen in het vooroverleg over het af te geven Instemmingsbesluit.

 

In lid 2 is de verplichting voor de aanbieder opgenomen betreffende het gebruik van vooraangelegde voorzieningen, indien daartoe een redelijk aanbod wordt gedaan. De vraag wat een redelijk aanbod is kan worden beantwoord als volgt: de aanwezige voorziening is zowel in kwaliteit als in kosten een volwaardig alternatief voor het eigen graafrecht van de aanbieder.

Voor het medegebruik van voorzieningen van andere aanbieders kan ingevolge het vierde lid een kostenvergoeding in rekening worden gebracht. Immers bij de aanleg van die voorzieningen zijn destijds kosten gemaakt.

 

Het vijfde lid behandelt de situatie indien de gemeentelijke leidingprofielen geen ruimte bieden voor de aanleg van kabels.

Artikel 11 Opschorting werkzaamheden

Dit artikel geeft het college de bevoegdheid de uitvoering van werkzaamheden op te schorten als de weersomstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 12 Herstel openbare gronden

Het begrip ‘oude staat’ kan ruim worden geïnterpreteerd. In bijzondere gevallen zullen de netbeheerder en het college vooraf vaststellen wat er wordt verstaan onder ‘de oude staat’. Dit zal zeker in die gevallen moeten gelden waar de gemeente streeft naar een vorm van graafrust. ‘De oude staat’ moet altijd per geval worden bekeken. Hetgeen wat onder ‘de oude staat’ wordt verstaan, kan dan als bijzondere voorwaarde bij een instemmingsbesluit worden opgenomen.

 

In geval van gesloten verhardingen zorgt het college voor definitief herstel en worden de kosten bij de aanbieder/netbeheerder in rekening gebracht.

Artikel 13 Wijziging voorzieningen

Artikel 5.2, lid 8 van de Telecommunicatiewet bepaalt dat aan de gedoogplicht een einde komt als gedurende tien jaar een kabel geen onderdeel uitmaakt van een openbaar elektronisch communicatienetwerk. Om die reden is het van belang dat de gedoogplichtige gemeente in kennis wordt gesteld van het in- of uit gebruik stellen van kabels ten einde bij overschrijding van die termijn over te kunnen gaan tot het verzoeken van verwijdering van de kabel.

Artikel 5 lid 2b van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION) verstrekt de dienst (het Kadaster) op verzoek aan bestuursorganen gebiedsinformatie voor zover deze noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taak. Op deze wijze voorziet deze wet in de informatiebehoefte van de gemeente over de in het openbaar gebied liggende telecomkabels. De WION registreert echter niet of de kabels al dan niet in gebruik zijn.

Artikel 14 Overgangsrecht

Het moment van afgeven van het Instemmingsbesluit bepaalt of de oude verordeningen of de nieuwe verordening van kracht is op de (voorgenomen) graafwerkzaamheden.

Artikel 15 Intrekking ouden verordeningen

De Telecommunicatieverordeningen van voormalige gemeenten Groningen, Haren en Ten Boer en de Graafverordeningen van Groningen en Ten Boer worden ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

Artikel 17 Citeertitel

De bepalingen van deze verordening hebben betrekking op zowel de werkzaamheden ten dienste van de telecomkabels als de overige kabels en leidingen. Om deze reden is ervoor gekozen om deze verordening aan te duiden als de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur 2021 gemeente Groningen.