Organisatie | Eersel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Treasurystatuut gemeente Eersel 2016 |
Citeertitel | Treasurystatuut gemeente Eersel 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | Ter vervanging van “Treasurystatuut gemeente Eersel”, vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2001 | 15-12-2015 | 20.26031 |
Treasury vindt plaats met inachtneming van de bepalingen in artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (wet Fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), de wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (HOF), de wet Verplicht Schatkistbankieren, de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden en Financiële verordening van de gemeente Eersel;
De wet Verplicht Schatkistbankieren verplicht decentrale overheden hun overtollige middelen aan te houden bij het Rijk. De belangrijkste uitzonderingen zijn hierop het drempelbedrag dat mag worden aangehouden op de eigen rekening-courant en het onderling lenen door decentrale overheden indien er tussen beide partijen geen toezichtsrelatie is. Voor gemeenten met een begrotingstotaal kleiner dan of gelijk aan 500 miljoen euro is het drempelbedrag gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal, met een minimum van € 250.000,--.
De treasuryfunctie kan als volgt worden gedefinieerd:
het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op:
de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en
De treasuryfunctie die uit de bovenstaande definitie ontstaat bestaat uit twee componenten: treasurybeleid en treasurybeheer.
Het treasurybeleid is vastgelegd in dit treasurystatuut.
In de begroting en de jaarrekening wordt jaarlijks een treasuryparagraaf opgenomen. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury uiteengezet.
Door middel van de kasgeldlimiet wordt een grens gesteld aan de korte financiering waardoor het renterisico wordt beperkt. De gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal mag niet meer bedragen dan een bepaald percentage van het totaal van de jaarbegroting. Het percentage wordt vastgesteld in de Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden.
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen: