Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Haarlem

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent subsidies onderwijskansenbeleid (Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHaarlem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent subsidies onderwijskansenbeleid (Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem)
CiteertitelUitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Haarlem/322590/CVDR322590_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

17-11-2020

gmb-2020-315182

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent subsidies onderwijskansenbeleid (Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem, gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

 

overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang en voor het creëren van onderwijskansen;

 

teneinde te bereiken dat kinderen in Haarlem ontwikkelkansen geboden krijgen;

 

gelet op het raadsbesluit d.d. 30januari 2020 betreffende de nota Onderwijskansen in Haarlem;

 

besluit vast te stellen de volgende regeling:

 

“Uitvoeringsregeling subsidies onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem’’

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: een organisatie conform de bepalingen van deze regeling die een aanvraag indient voor een subsidie op grond van deze regeling;

  • b.

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Haarlem;

  • c.

    basisonderwijs: onderwijs voor kinderen in de leeftijd 4 tot en met 12 jaar zoals wordt verstaan in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem;

  • e.

    erkend VVE-programma: programma dat is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies en volgens het oordeel van de Deelcommissie Ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerd en jeugdwelzijn voldoet als VVE-programma;

  • f.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • g.

    inkomensverklaring: een verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens van de ouder(s) over een belastingjaar;

  • h.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Haarlem plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • i.

    kinderopvang: wat daar onder verstaan wordt in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

  • j.

    kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten voor kinderopvang;

  • k.

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen.

  • l.

    Landelijk Register Kinderopvang: wat daar onder wordt verstaan in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

  • m.

    ouder(s): ouder(s) in de zin van de Wet kinderopvang en de Wet op het primair onderwijs;

  • n.

    ouderbijdrage: inkomensafhankelijke bijdrage van de ouders van een kind voor de uren (VVE-)peuteropvang die worden afgenomen;

  • o.

    peuteropvang: opvang voor peuters van 2,5 tot 4 jaar;

  • p.

    (VVE-)peuterplek: plek voor een (doelgroep)peuter van 2,5 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • q.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang;

  • r.

    voorschoolse educatie: opvang aan peuters van 2,5 tot 4 jaar met een VVE-indicatie van 960 uur in anderhalf jaar;

  • s.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • t.

    VVE-doelgroepkinderen: kinderen van 2,5 tot 4 jaar met een VVE-indicatie;

  • u.

    VVE-indicatie: indicatie voor voorschoolse educatie afgegeven door de Jeugdgezondheidszorg Kennemerland (JGZ) waaruit blijkt dat het kind recht heeft op voorschoolse educatie;

  • v.

    VVE-locatie: een lokaal binnen een kindercentrum waar VVE-peuteropvang wordt geboden met een openstelling van minimaal 4 dagdelen.

  • w.

    VVE-peuteropvang: opvang voor peuters van 2,5 tot 4 jaar met voorschoolse educatie ter voorbereiding op het basisonderwijs;

  • x.

    VVE-toeleidingsmonitor: digitaal registratiesysteem van indicering van een VVE-kind door de JGZ tot plaatsing op een kindercentrum met VVE-peuteropvang;

  • y.

    welzijn- en zorgpartners: aanbieders van welzijn en/of zorg die in Haarlem diensten leveren binnen het kader van onderwijskansen

  • z.

    Wijzer Samenwerken: protocol met (samenwerkings)afspraken voor professionals die werken met kinderen van 0 tot 4 jaar en vragen of zorgen hebben over de opvoeding, ontwikkeling of gedrag van een kind, opgesteld door het Centrum voor Jeugd en Gezin;

  • aa.

    zij-instromer: een nieuw aangestelde beroepskracht in de VVE-peuteropvang of het VVE-basisonderwijs die nog geen scholing in een erkend VVE-programma heeft gevolgd. Deze beroepskracht heeft een passende beroepskwalificatie en voldoet aan de taalnorm, maar heeft nog geen scholing in een erkend VVE-programma gevolgd.

Artikel 2. Doel

Het doel van deze regeling is het stimuleren van de onderwijskansen van kinderen in de leeftijd 0 tot en met 12 jaar woonachtig in Haarlem.

Hoofdstuk 2 Onderwijskansenactiviteiten

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verstrekken voor het aanbieden van activiteiten gericht op het bevorderen van onderwijskansen voor kinderen in de leeftijd 0 t/m 12 jaar.

Artikel 4. Verplichtingen onderwijskansenactiviteiten

De aanvrager van subsidie voor onderwijskansenactiviteiten voldoet bij de uitvoering aan de voorwaarden zoals gesteld in of krachtens de nota Onderwijskansen Haarlem.

Artikel 5. Aanvrager

  • 1.

    Subsidie voor onderwijskansenactiviteiten kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderwijs- jeugd- of welzijnspartner die werkzaam is in Haarlem, waar kinderen in de leeftijd 0 t/m 12 jaar en woonachtig in Haarlem gebruik van kunnen maken.

  • 2.

    Voor basisscholen geldt dat middelen op basis van de leerlingpopulatie naar rato worden toegekend op basis van een door de gemeente en onderwijspartners in overleg vastgestelde formule.

Artikel 6. Aanvraag

Voor organisaties die middelen aanvragen voor onderwijskansenactiviteiten gelden de volgende voorwaarden:

  • 1.

    Partijen kunnen een subsidie voor onderwijskansenactiviteiten indienen middels een aanvraagformulier.

  • 2.

    Aanvragen lopen per kalenderjaar en kunnen tot 1 december van het lopende jaar ingediend worden.

  • 3.

    Bij deze aanvraag wordt een inhoudelijk plan toegevoegd. Hierin wordt beschreven hoe de subsidieaanvrager invulling geeft aan de richtlijnen die de gemeente op voorhand vaststelt.

  • 4.

    In de aanvraag geeft de aanvrager aan hoeveel Haarlemse kinderen de partij verwacht te bereiken met de interventie.

Artikel 7. Verantwoording

Organisaties die middelen aanvragen voor onderwijskansenactiviteiten verantwoorden zoals bepaald in de voorlopige beschikking.

Hoofdstuk 3 Peuteropvang

Artikel 8. Subsidiabele activiteiten

Het college kan subsidie verstrekken voor:

  • 1.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan peuters met een VVE-indicatie:

    • a.

      gedurende de leeftijd van het kind tussen de 2,5 jaar en 4 jaar, voor 960 uur, waarbij maximaal 6 uur per dag VVE-peuteropvang plaatsvindt;

    • b.

      aan elke Haarlemse peuter met een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld.

  • 2.

    Het aanbieden van peuteropvang aan peuters zonder VVE-indicatie voor een kind tussen 2,5 en 4 jaar voor 480 uur.

  • 3.

    Het scholen van zij-instromers in een erkend VVE-programma.

Artikel 9. Subsidiecriteria (VVE-)peuteropvang

  • 1.

    De subsidieaanvrager voor peuteropvang komt in aanmerking voor subsidie indien:

    • a.

      er wordt voldaan aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de Wet kinderopvang, aan voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit kwaliteit kinderopvang en aan voorschriften gesteld bij of krachtens de Regeling wet kinderopvang;

    • b.

      de aanvraag betreft een kindercentrum gevestigd in Haarlem, waar een kind woonachtig in Haarlem gebruik van maakt;

    • c.

      er niet handhavend is opgetreden naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder. Indien er een voornemen tot handhavend optreden bestaat, zal eerst een besluit op dit voornemen worden afgewacht, alvorens de aanvrager voor een subsidie in aanmerking komt.

  • 1.

    De subsidieaanvrager voor VVE-peuteropvang komt in aanmerking voor subsidie indien deze:

    • a.

      voldoet aan het eerste lid van dit artikel.

    • b.

      voldoet aan de voorschriften gesteld of krachtens het Besluit voorwaarden basiskwaliteit voorschoolse educatie;

    • c.

      als VVE-geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang;

    • d.

      voldoet aan de eisen zoals opgenomen in het Kwaliteitskader onderwijskansen in Haarlem.

Artikel 10. Verplichtingen (VVE-)peuteropvang

  • 1.

    De aanvrager van subsidie voor peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      overdracht naar de basisschool met gebruik van het overdrachtsformulier ‘De kleine Eigen Wijzer’ en het kindrapport behorend bij het kindvolgsysteem;

    • b.

      bij kinderen waarbij sprake is van zorg over de opvoeding, ontwikkeling of het gedrag en externe hulp wordt ingeroepen, wordt gewerkt volgens de Wijzer Samenwerken.

  • 2.

    De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet, aanvullend aan het onder lid 1 genoemde, bij de uitvoering aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      voorwaarden zoals gesteld aan VVE-peuteropvanghouders in het Kwaliteitskader onderwijskansen in Haarlem, waaronder samenwerking binnen de structuur zoals gesteld in of krachtens de nota Onderwijskansen in Haarlem;

Artikel 11. Doelgroepen (VVE-)peuteropvang

  • 1.

    In deze regeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      peuters zonder VVE-indicatie die naar de (VVE-)peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      peuters zonder VVE-indicatie die naar de (VVE-)peuteropvang gaan en waarvan de ouders een HaarlemPas hebben;

    • c.

      VVE-doelgroepkinderen die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      VVE-doelgroepkinderen die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      VVE-doelgroepkinderen die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders een HaarlemPas hebben.

  • 2.

    De doelgroepen zoals benoemd onder artikel 11, eerste lid ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de organisaties die zij hebben uitgekozen voor hun kind.

Artikel 12. Subsidiecriteria deelname (VVE-)peuteropvang

Voor subsidie komt het werkelijke gebruik van de (VVE-)peuteropvang in aanmerking indien aan de volgende criteria wordt voldaan:

  • 1.

    Voor een VVE-doelgroepkind:

    • a.

      Het aanbod VVE-peuteropvang dient dusdanig te zijn dat over de leeftijd 2,5 tot 4 jaar het kind minimaal 960 uur deel neemt aan VVE-peuteropvang. De gebruikte uren peuteropvang komen voor subsidie in aanmerking indien het voldoen aan deze voorwaarde naar het oordeel van het college voldoende is onderbouwd;

    • b.

      Bedraagt de deelname aan VVE-peuteropvang niet meer dan 6 uur per dag;

    • c.

      In de doelgroep in artikel 11 onder c en e wordt gedurende de leeftijd 2,5 tot 4 jaar maximaal 960 uur VVE-peuteropvang gesubsidieerd;

    • d.

      In de doelgroep in artikel 11 onder d wordt gedurende de leeftijd 2,5 tot 4 jaar maximaal 480 uur VVE-peuteropvang gesubsidieerd en worden 480 uur gedekt door ouderbijdragen conform artikel 15;

    • e.

      Indien er een indicatie is dat een groter aantal uren noodzakelijk maakt en/of het aanbod langer doorloopt als de leeftijd van vier jaar is bereikt, vindt overleg met de gemeente plaats.

  • 2.

    Voor peuters vallend onder de doelgroep in artikel 11 onder a:

    • a.

      wordt gedurende de leeftijd 2,5 tot 4 jaar maximaal 480 uur peuteropvang gesubsidieerd.

Artikel 13. Hoogte subsidiebedrag per uur VVE en regulier

  • 1.

    Het college subsidieert de peuteropvang tot het fiscaal maximum, met aftrek van de geldende ouderbijdrage.

  • 2.

    Het college subsidieert per uur werkelijke deelname aan (VVE)-peuteropvang. Voor de in artikel 11 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder indien de deelname van het kind voldoet aan de criteria in artikel 12 en de ouderbijdrage in artikel 15 wordt toegepast:

    • a.

      voor de in artikel 11 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per werkelijk afgenomen uur peuteropvang het fiscaal maximum minus de geldende ouderbijdrage conform artikel 15;

    • b.

      voor de in artikel 11 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per werkelijk afgenomen uur peuteropvang het fiscaal maximum plus de opslag HaarlemPas;

    • c.

      voor de in artikel 11 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per werkelijk afgenomen uur VVE-peuteropvang het fiscaal maximum minus de geldende ouderbijdrage conform artikel 15;

    • d.

      voor de in artikel 11 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie werkelijk afgenomen uur VVE-peuteropvang het fiscaal maximum minus de geldende ouderbijdrage conform artikel 15;

    • e.

      voor de in artikel 11 lid 1 sub e genoemde doelgroep bedraagt de subsidie per werkelijk afgenomen uur VVE-peuteropvang het fiscaal maximum plus de opslag HaarlemPas.

  • 3.

    De opslag HaarlemPas bedraagt in 2021 € 0,96 en kan jaarlijks door het college verhoogd worden met een percentage gelijk aan de procentuele stijging van het fiscaal maximum.

Artikel 14. Hoogte subsidie per VVE -locatie

  • 1.

    De VVE-peuteropvang wordt per locatie met een bedrag van € 26.820,- per jaar gesubsidieerd om aan de gemeentelijke kwaliteitseisen VVE te kunnen voldoen. Deze subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de VVE-gerelateerde taakuren (inclusief doorgaande lijn, permanent educatie en educatief partnerschap met ouders) en VVE-coachingsuren conform het Kwaliteitskader onderwijskansen in Haarlem.

  • 2.

    In aanvulling op de subsidie in het eerste lid ontvangen VVE-peuteropvanglocaties met 8 tot en met 11 VVE-doelgroepkinderen per groep, per jaar €7.500,-

  • 3.

    In aanvulling op de subsidie in het eerste lid ontvangen VVE-peuteropvanglocaties met meer dan 12 VVE-doelgroepkinderen per groep per jaar €15.000,-

  • 4.

    De peildatum voor het aantal (VVE-)doelgroepkinderen per opvanglocatie geldt uiterlijk 1 oktober van het voorgaande jaar als peildatum.

  • 5.

    Indien er op één opvanglocatie meerdere groepen aanwezig zijn, worden voor de toekenning van de bedragen genoemd in het tweede en derde lid, de VVE-doelgroepkinderen evenredig over de aanwezige groepen verdeeld.

  • 6.

    Het college kan aan een hele dagopvang die met VVE wil starten in wijken waar nog geen VVE-aanbod is een opstartsubsidie verstrekken van maximaal €7.500,-.

  • 7.

    Het college kan een subsidie verstrekken van maximaal €7.500 aan een bestaande (VVE-) peuteropvang met het voornemen zich om te vormen naar een hele dagopvang met VVE.

  • 8.

    Het college subsidieert een tegemoetkoming in de kosten die gemaakt worden voor de scholing van zij-instromers in een erkend VVE-programma.

Artikel 15. Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage per kind dat (VVE-)peuteropvang geniet. Ouders in:

    • a.

      de in artikel 11 lid 1 sub a genoemde doelgroep betalen voor (VVE-)peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar een inkomensafhankelijke bijdrage conform lid 3 van dit artikel;

    • b.

      de in artikel 11 lid 1 sub b genoemde doelgroep betalen voor 480 uur (VVE-)peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar geen ouderbijdrage;

    • c.

      de in artikel 11 lid 1 sub c genoemde doelgroep betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar een inkomensafhankelijke bijdrage conform het gestelde in lid 3 van dit artikel. Voor overige voorschoolse educatie, tot totaal maximaal 480 uur, wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht. De basis voor het betalen van de ouderbijdrage is de maandelijkse betaling; ouders betalen over de helft van het maandelijks af te nemen uren peuteropvang een ouderbijdrage, over de andere helft is geen ouderbijdrage verschuldigd;

    • d.

      de in artikel 11 lid 1 sub d genoemde doelgroep betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar het fiscaal maximum aan de houder en kunnen (een gedeelte) terugvragen via de Belastingdienst. De overige uren voorschoolse educatie, tot maximaal 480 uur per anderhalf jaar, zijn gratis. De basis voor het betalen van de ouderbijdrage is de maandelijkse betaling; ouders betalen de helft van het maandelijks af te nemen uren peuteropvang volledig zelf maar over de andere helft is geen ouderbijdrage verschuldigd;

    • e.

      de in artikel 11 lid 1 sub e genoemde doelgroep betalen voor 960 uur VVE-peuteropvang over anderhalf jaar geen ouderbijdrage.

  • 2.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE betalen voor (VVE-)peuteropvang het geldende uurtarief aan de houder.

  • 3.

    Het college levert een ouderbijdragetabel aan de houders met daarin de inkomensstaffels voor de inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor de in lid 1 genoemde doelgroepen. De ouderbijdragetabel is gebaseerd op de kinderopvangtoeslagtabel van het Rijk.

  • 4.

    Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring. Indien het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring(en), dan dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maanden voorafgaand aan plaatsing op een peuterplek.

Artikel 16. Aanvraag

  • 1.

    Een houder van een (VVE-)peuteropvang dient een aanvraag in middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Een aanvraag voor een subsidie voor (VVE-)peuteropvang kan uiterlijk 1 november in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidiebetrekking heeft worden ingediend.

    • a.

      Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen en door de gemeente in overleg met de houders hiervan afgeleide onderwerpen.

    • b.

      In de aanvraag geeft de houder het voor het betreffende kalenderjaar verwachte aantal bezette (VVE-)peuterplekken aan op basis waarvan het aantal uren (VVE-)peuteropvang dat zal worden aangeboden.

  • 3.

    Een besluit over de aanvraag wordt voor 31 december van het lopende kalenderjaar genomen conform ASV artikel 7.

Artikel 17. Verantwoording (VVE-)peuteropvang

  • 1.

    Door middel van een door het college vastgesteld format verantwoordt de subsidieontvanger jaarlijks het gebruik van de (VVE-)peuteropvang en de ouderbijdrage.

  • 2.

    De subsidiehouder levert na afloop van ieder kwartaal binnen twee weken door middel van een door het college vastgesteld format een korte tussentijdse verantwoording van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de VVE-peuteropvang en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage door middel van een door het college vastgesteld format;

  • 3.

    De subsidiehouder levert, indien dit is genoemd in de voorlopige beschikking, een beknopte inhoudelijke tussentijdse verantwoording aan door middel van een door het college vastgesteld format.

Hoofdstuk 4. Slot algemene bepalingen

Artikel 18. Vaststelling van het subsidiebedrag

  • 1.

    Het subsidiebedrag wordt vastgesteld na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de verantwoording van de subsidieaanvrager.

  • 2.

    De vaststelling van de subsidie peuteropvang vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette (VVE-)peuterplekken, het werkelijk gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette (VVE-) peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.

Artikel 19. Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel de subsidie intrekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling.

Artikel 20. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem’.