Organisatie | Haarlem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem houdende regels omtrent subsidies onderwijskansenbeleid (Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem) |
Citeertitel | Uitvoeringsregeling Subsidies Onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-11-2020 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlem, gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,
overwegende dat het noodzakelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang en voor het creëren van onderwijskansen;
teneinde te bereiken dat kinderen in Haarlem ontwikkelkansen geboden krijgen;
gelet op het raadsbesluit d.d. 30januari 2020 betreffende de nota Onderwijskansen in Haarlem;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
“Uitvoeringsregeling subsidies onderwijskansenbeleid gemeente Haarlem’’
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
zij-instromer: een nieuw aangestelde beroepskracht in de VVE-peuteropvang of het VVE-basisonderwijs die nog geen scholing in een erkend VVE-programma heeft gevolgd. Deze beroepskracht heeft een passende beroepskwalificatie en voldoet aan de taalnorm, maar heeft nog geen scholing in een erkend VVE-programma gevolgd.
Hoofdstuk 2 Onderwijskansenactiviteiten
Artikel 3. Subsidiabele activiteiten
Het college kan subsidie verstrekken voor het aanbieden van activiteiten gericht op het bevorderen van onderwijskansen voor kinderen in de leeftijd 0 t/m 12 jaar.
Artikel 4. Verplichtingen onderwijskansenactiviteiten
De aanvrager van subsidie voor onderwijskansenactiviteiten voldoet bij de uitvoering aan de voorwaarden zoals gesteld in of krachtens de nota Onderwijskansen Haarlem.
Artikel 12. Subsidiecriteria deelname (VVE-)peuteropvang
Voor subsidie komt het werkelijke gebruik van de (VVE-)peuteropvang in aanmerking indien aan de volgende criteria wordt voldaan:
Het aanbod VVE-peuteropvang dient dusdanig te zijn dat over de leeftijd 2,5 tot 4 jaar het kind minimaal 960 uur deel neemt aan VVE-peuteropvang. De gebruikte uren peuteropvang komen voor subsidie in aanmerking indien het voldoen aan deze voorwaarde naar het oordeel van het college voldoende is onderbouwd;
Artikel 13. Hoogte subsidiebedrag per uur VVE en regulier
Het college subsidieert per uur werkelijke deelname aan (VVE)-peuteropvang. Voor de in artikel 11 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen voor de houder indien de deelname van het kind voldoet aan de criteria in artikel 12 en de ouderbijdrage in artikel 15 wordt toegepast:
Artikel 14. Hoogte subsidie per VVE -locatie
De VVE-peuteropvang wordt per locatie met een bedrag van € 26.820,- per jaar gesubsidieerd om aan de gemeentelijke kwaliteitseisen VVE te kunnen voldoen. Deze subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de VVE-gerelateerde taakuren (inclusief doorgaande lijn, permanent educatie en educatief partnerschap met ouders) en VVE-coachingsuren conform het Kwaliteitskader onderwijskansen in Haarlem.
Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage per kind dat (VVE-)peuteropvang geniet. Ouders in:
de in artikel 11 lid 1 sub c genoemde doelgroep betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar een inkomensafhankelijke bijdrage conform het gestelde in lid 3 van dit artikel. Voor overige voorschoolse educatie, tot totaal maximaal 480 uur, wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht. De basis voor het betalen van de ouderbijdrage is de maandelijkse betaling; ouders betalen over de helft van het maandelijks af te nemen uren peuteropvang een ouderbijdrage, over de andere helft is geen ouderbijdrage verschuldigd;
de in artikel 11 lid 1 sub d genoemde doelgroep betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 480 uur per anderhalf jaar het fiscaal maximum aan de houder en kunnen (een gedeelte) terugvragen via de Belastingdienst. De overige uren voorschoolse educatie, tot maximaal 480 uur per anderhalf jaar, zijn gratis. De basis voor het betalen van de ouderbijdrage is de maandelijkse betaling; ouders betalen de helft van het maandelijks af te nemen uren peuteropvang volledig zelf maar over de andere helft is geen ouderbijdrage verschuldigd;
Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring. Indien het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring(en), dan dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maanden voorafgaand aan plaatsing op een peuterplek.
Artikel 17. Verantwoording (VVE-)peuteropvang
De subsidiehouder levert na afloop van ieder kwartaal binnen twee weken door middel van een door het college vastgesteld format een korte tussentijdse verantwoording van het aantal peuters dat gebruik heeft gemaakt van de VVE-peuteropvang en de werkelijk ontvangen ouderbijdrage door middel van een door het college vastgesteld format;
Hoofdstuk 4. Slot algemene bepalingen
Artikel 18. Vaststelling van het subsidiebedrag
De vaststelling van de subsidie peuteropvang vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette (VVE-)peuterplekken, het werkelijk gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette (VVE-) peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.
Artikel 19. Weigerings- en intrekkingsgronden
In aanvulling op artikel 8 van de ASV en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel de subsidie intrekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling.