Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oostzaan

Besluit van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent het Privacyreglement Gemeente Oostzaan 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOostzaan
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent het Privacyreglement Gemeente Oostzaan 2020
CiteertitelPrivacyreglement Gemeente Oostzaan 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2020nieuwe regeling

14-09-2020

gmb-2020-313943

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oostzaan houdende regels omtrent het Privacyreglement Gemeente Oostzaan 2020

 

1. Inleiding

In dit reglement laat gemeente Oostzaan zien op welke manier zij dagelijks omgaat met persoonsgegevens en privacy, en wat er wettelijk wel en niet verantwoord is.

Privacy speelt een belangrijke rol in de relatie tussen de burger en de overheid en staat daarmee hoog op de bestuurlijke agenda. Organisaties, zoals overheidsinstellingen, hebben de verantwoordelijkheid over persoonsgegevens en gegevensuitwisseling op alle terreinen waar ze actief zijn. Organisaties zijn verplicht om zorgvuldig en veilig, proportioneel en vertrouwelijk om te gaan met het verzamelen, bewaren en beheren van persoonsgegevens van burgers. Dat geldt voor taken op het gebied van basisadministraties, openbare orde en veiligheid, en het sociaal domein. Goed en zorgvuldig omgaan met persoonsgegevens is een dagelijkse bezigheid van organisaties. Het beschermen van de privacy is complex, en wordt steeds complexer door technologische ontwikkelingen, de decentralisaties, grote uitdagingen op het terrein van veiligheid en Europese privacy wetgeving. Daarom vinden wij het belangrijk om transparant te zijn over de manier waarop wij met persoonsgegevens omgaan, en de privacy waarborgen.

2. Wetgeving en definities

Sinds 25 mei 2018 is de Europese Verordening; de Algemene Verordening Gegevensbescherming1 (AVG), in werking getreden, samen met de daarbij behorende uitvoeringswet (UAVG)2 . De AVG zorgt onder andere voor versterking en uitbreiding van de privacy rechten met meer verantwoordelijkheden voor organisaties.

 

De inwerkingtreding van de AVG zorgt voor verandering in het privacyklimaat van Nederland. De AVG bouwt voort op de Wbp en zorgt onder andere voor versterking en uitbreiding van de privacyrechten met meer verantwoordelijkheden voor organisaties. Ook de organisatie zal deze extra verantwoordelijkheidseisen moeten naleven.

 

De volgende begrippen worden in de AVG gebruikt (Artikel 4, AVG):

 

Betrokkene: De persoon op wie de persoonsgegevens betrekking hebben. De betrokkene is degene van wie de gegevens worden verwerkt.

 

Verwerker: De persoon of organisatie die de persoonsgegevens verwerkt in opdracht van een andere persoon of organisatie.

 

Persoonsgegevens: Alle gegevens die gaan over mensen en waaraan je een mens als individu kunt herkennen. Het gaat hierbij niet alleen om vertrouwelijke gegevens, zoals over iemands gezondheid, maar om ieder gegeven dat te herleiden is tot een bepaald persoon (bijvoorbeeld; naam, adres, geboortedatum). Naast gewone persoonsgegevens kent de wet ook bijzondere persoonsgegevens. Dit zijn gegevens die gaan over gevoelige onderwerpen, zoals etnische achtergrond, politieke voorkeuren of het Burgerservicenummer (BSN).

 

Gegevensbeschermingseffectbeoordeling: Met een gegevensbeschermingseffectbeoordeling worden de effecten en risico’s van de nieuwe of bestaande verwerkingen beoordeeld op de bescherming van de privacy. Dit heet ook wel een Privacy Impact Assessment (PIA).

 

Verwerkingsverantwoordelijke: Een persoon of instantie die alleen, of samen met een ander, het doel en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt.

 

Verwerking: Een verwerking is alles wat je met een persoonsgegeven doet, zoals: vastleggen, bewaren, verzamelen, bij elkaar voegen, verstrekken aan een ander, en vernietigen.

3. Reikwijdte

Het reglement is van toepassing op alle verwerkingen van persoonsgegevens door alle (bestuurs)organen van de gemeente. Oftewel: voor alle verwerkingen die binnen de organisatie plaatsvinden.

4. Verantwoordelijke

De (bestuurs)organen van de gemeente zijn allemaal verantwoordelijken voor de verwerkingen die door of namens de organisatie worden uitgevoerd. De (bestuurs)organen van de gemeente zijn onder andere de burgemeester, het college van Burgemeesters en Wethouders (college van B&W) en de Raad.

5. Verwerkingen (Artikel 4, AVG)

De verwerking van persoonsgegevens is elke handeling of elk geheel van handelingen met persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde processen. In de AVG valt onder een verwerking:

  • Verzamelen, vastleggen en ordenen

  • Bewaren, bijwerken en wijzigen

  • Opvragen, raadplegen, gebruiken

  • Verstrekken door middel van doorzending

  • Verspreiding of enige andere vorm van ter beschikkingstellen

  • Samenbrengen, met elkaar in verband brengen

  • Afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens

 

Uit deze opsomming blijkt dat alles wat je met een persoonsgegeven doet een verwerking is.

 

Doeleinden (Artikel 5, AVG)

Volgens de wet mogen persoonsgegevens alleen verzameld worden als daarvoor een doel is vastgesteld. Het doel moet uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd zijn. De gegevens mogen niet voor andere doelen verwerkt worden. Voor de uitvoering van sommige wetten, zoals bijvoorbeeld de Jeugdwet, zijn de doelen voor het verwerken in de wet al vastgelegd, net als de persoonsgegevens die gevraagd en verwerkt mogen worden.

Rechtmatige grondslag (Artikel 6, AVG)

De wet zegt dat er voor elke verwerking van persoonsgegevens een rechtmatige grondslag uit de wet van toepassing moet zijn. Dat betekent dat de verwerking alleen mag plaatsvinden:

  • °

    Om een verplichting na te komen die in de wet staat;

  • °

    Voor de uitvoering van een overeenkomst waar de betrokkene onderdeel was;

  • °

    Om een ernstige bedreiging voor de gezondheid van de betrokkene te bestrijden;

  • °

    Voor de goede vervulling van de gemeentelijke taak in het kader van het algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de organisatie is opgedragen;

  • °

    Wanneer de betrokkene toestemming heeft gegeven voor de specifieke verwerking.

 

Wijze van verwerking

De hoofdregel van de verwerking van persoonsgegevens is dat het alleen toegestaan is in overeenstemming met de wet, en op een zorgvuldige wijze. Persoonsgegevens worden zoveel mogelijk verzameld bij de betrokkene zelf. De wet gaat uit van subsidiariteit. Dit betekent dat verwerking alleen is toegestaan wanneer het doel niet op een andere manier kan worden bereikt. In de wet wordt ook gesproken over proportionaliteit. Dit betekent dat persoonsgegevens alleen mogen worden verwerkt als dit in verhouding staat tot het doel. Wanneer met geen, of minder (belastende), persoonsgegevens hetzelfde doel bereikt kan worden moet daar altijd voor gekozen worden.

 

De organisatie zorgt ervoor dat de persoonsgegevens kloppen en volledig zijn voordat ze verwerkt worden. Deze gegevens worden alleen verwerkt door personen met een geheimhoudingsplicht.

 

Daarnaast beveiligt de organisatie alle persoonsgegevens op een passende wijze. Dit moet voorkomen dat de persoonsgegevens kunnen worden ingezien of gewijzigd door iemand die daar geen recht toe heeft. Hoe de organisatie dit doet staat in het informatiebeveiligings- en privacy beleid van de organisatie en in een eventueel aanvullend beveiligingsplan specifiek opgesteld voor een proces of registratie.

 

Verwerkersovereenkomsten (Artikel 28 AVG)

De organisatie kan gebruik maken van een derde partij (verwerker) die namens de organisatie een deel of de gehele verwerking van persoonsgegevens op zich neemt. Er wordt dan een verwerkersovereenkomst afgesloten, waarin afspraken met de verwerker worden gemaakt over de eisen vanuit de AVG en om bescherming van de persoonsgegevens te garanderen. Hiermee waarborgt de organisatie dat de bescherming ten aanzien van de persoonsgegevens op gelijkelijk niveau is als bij de organisatie zelf.

 

Doorgifte (Artikel 44 t/m 50, AVG)

De organisatie geeft alleen persoonsgegevens door aan een land buiten de Europese Economische Ruimte (EER) of een internationale organisatie op grond van goedgekeurde afspraken door de Europese Commissie en indien er minimaal een adequaat

beschermingsniveau wordt gewaarborgd.

6. Transparantie en communicatie

Wet openbaarheid van bestuur (Wob)

Via de Wob3 (en straks wellicht de Wet Open Overheid) kun je een verzoek om informatie indienen bij de organisatie. Bij het verzoek bekijkt de organisatie altijd of het antwoord geen inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. In principe worden geen persoonsgegevens verstrekt.

 

Als de organisatie gegevens openbaart als gevolg van een Wob verzoek, worden persoonlijke gegevens in beginsel altijd gepseudonimiseerd.

 

Wet hergebruik van overheidsinformatie

De Wet hergebruik van overheidsinformatie4 regelt het op verzoek verstrekken van overheidsinformatie voor hergebruik. Bij het verzoek bekijkt de organisatie altijd of het antwoord geen inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen. In principe worden geen persoonsgegevens verstrekt.

 

Informatieplicht (Artikel 13,14, AVG)

De organisatie informeert betrokkenen over het verwerken van persoonsgegevens. Wanneer betrokkenen gegevens aan de organisatie geven, worden zij op de hoogte gesteld van de manier waarop de organisatie met persoonsgegevens om zal gaan. Dit kan bijvoorbeeld via een formulier gebeuren. Vaak staat op de aanvraagformulieren vermeld welke gegevens zonder toestemming niet openbaar gemaakt zullen worden. De betrokkene wordt niet nogmaals geïnformeerd als hij/zij al weet dat de organisatie persoonsgegevens van hem/haar verzamelt en verwerkt, en weet waarom en voor welk doel dat gebeurt.

 

Wanneer de gegevens via een andere weg verkregen worden, dus buiten de betrokkene om, wordt de betrokkene geïnformeerd op het moment dat deze voor de eerste keer worden verwerkt.

 

Verwijdering

De organisatie bewaart de persoonsgegevens niet langer dan nodig is voor de uitvoering van gemeentelijke taken, of zoals vastgelegd in de Archiefwet5 . Wanneer er nog persoonsgegevens opgeslagen zijn die niet langer nodig zijn voor het bereiken van het doel worden deze zo snel mogelijk verwijderd. Dit houdt in dat deze gegevens vernietigd worden, of zo worden aangepast dat de informatie niet meer gebruikt kan worden om iemand te identificeren.

Rechten van betrokkenen (Artikel 13 t/m 20, AVG) De wet bepaalt niet alleen de plichten van degenen die de persoonsgegevens verwerken, maar bepaalt ook de rechten van de personen van wie de gegevens worden verwerkt. Deze rechten worden ook wel de rechten van betrokkenen genoemd, en bestaan uit de volgende rechten:

  • Recht op informatie: Betrokkenen hebben het recht om aan de organisatie te vragen of zijn/haar persoonsgegevens worden verwerkt.

  • Inzagerecht: Betrokkenen hebben de mogelijkheid om te controleren of, en op welke manier, zijn/haar gegevens worden verwerkt.

  • Correctierecht: Als duidelijk wordt dat de gegevens niet kloppen, kan de betrokkene een verzoek indienen bij de organisatie om dit te corrigeren.

  • Recht van verzet: Betrokkenen hebben het recht aan de organisatie te vragen om hun persoonsgegevens niet meer te gebruiken.

  • Recht om vergeten te worden: In gevallen waar de betrokkene toestemming heeft gegeven om gegevens te verwerken, heeft de betrokkene het recht om de persoonsgegevens te laten verwijderen.

  • Recht op bezwaar: Betrokkenen hebben het recht om bezwaar aan te maken tegen de verwerking van zijn/haar persoonsgegevens. De organisatie zal hieraan voldoen, tenzij er gerechtvaardigde gronden zijn voor de verwerking.

 

Indienen van verzoek

Om gebruik te maken van zijn/haar rechten kan de betrokkene een verzoek indienen. Dit verzoek kan zowel schriftelijk als via de e-mail ingediend worden. De organisatie heeft vier weken de tijd, vanaf de ontvangst van het verzoek, om te beoordelen of het verzoek gerechtvaardigd is. Binnen vier weken zal de organisatie laten weten wat er met het verzoek gaat gebeuren. Als het verzoek niet wordt opgevolgd is er de mogelijkheid om bezwaar te maken bij de organisatie, of een klacht in te dienen bij de bij de toezichthoudende autoriteit in Nederland op het gebied van privacy, Autoriteit Persoonsgegevens. Aan de hand van een verzoek kan de organisatie aanvullende informatie opvragen om zeker te zijn van de identiteit van de betrokkene.

7. Geautomatiseerde verwerkingen

Profilering (Artikel 22, AVG)

Profilering vindt plaats wanneer er een geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt waarbij aan de hand van persoonsgegevens naar bepaalde persoonlijke aspecten van een persoon wordt gekeken om deze persoon te categoriseren en te analyseren, of om zaken te kunnen voorspellen. Voorbeelden van persoonlijke aspecten kunnen zijn; financiële situatie, interesses, gedrag of locatie.

 

Om profilering wat duidelijker te maken gebruiken we het volgende voorbeeld: Wanneer een bezoeker op de website van de organisatie naar een bepaalde dienst kijkt, mag de organisatie geen actie ondernemen om de dienst aan te bieden. Organisaties mogen wel bekijken hoe vaak een bepaalde dienst bekeken is, maar dus niet specifiek gericht adverteren. Daarnaast geeft de wet aan dat er geen besluit mag worden genomen op basis van profilering.

 

De organisatie kan alleen gebruik van profilering in de volgende gevallen:

  • Wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en de organisatie als verwerkingsverantwoordelijke;

  • Wanneer dit is toegestaan door het Nederlands en/of Europees recht;

  • Wanneer de betrokkene hier toestemming voor heeft gegeven.

 

Big data en tracking

Door middel van Big data onderzoek en tracking mogen alleen gegevens verwerkt worden wanneer deze niet herleidbaar zijn tot een natuurlijk persoon. Daarnaast worden ze alleen verzameld voor onderzoek dat door, of namens, de organisatie wordt uitgevoerd. De verzamelde gegevens door Big data onderzoek en tracking zijn alleen de gegevens die door geautoriseerde personen zijn verzameld. Wanneer de gegevens worden omgezet in een dataset zal dataminimalisatie worden toegepast. Dit betekent dat alleen de data die echt nodig is voor het behalen van het doel gebruikt zullen worden. Daarnaast kunnen persoonsgegevens gepseudonimiseerd worden zodat zij niet herleidbaar zijn tot een persoon.

 

Inzet van camera’s

Binnen de organisatie wordt onder bepaalde omstandigheden gebruik gemaakt van cameratoezicht, zoals vastgelegd in de Gemeentewet6 . Cameratoezicht wordt onder andere gebruikt voor het vergroten van de veiligheid op straat. Camera’s kunnen een grote inbreuk maken op de privacy van diegene die gefilmd worden. Om de privacy zo goed mogelijk te waarborgen worden camera’s alleen ingezet wanneer er geen andere manieren zijn om het doel te bereiken, en worden er eisen gesteld aan de inzet van camera’s.

 

Het gebruik van camera’s door particulieren op de openbare weg is alleen mogelijk door toestemming van het college van B&W. Daarvoor wordt er een convenant afgesloten tussen de particulieren en het (bestuurs)orgaan waarin o.a. de grondslag, het doel, de maatregelen tegen verlies, en de bewaartermijn in opgenomen worden.

8. Plichten van de organisatie

Register van verwerkingen (Artikel 30, AVG)

De organisatie is verantwoordelijk voor het aanleggen van een register van alle verwerkingen waarvan de organisatie de verwerkingsverantwoordelijke is. Elk register bevat een beschrijving van wat er tijdens een verwerking plaatsvindt, en welke gegevens daarvoor worden gebruikt, namelijk:

  • De naam en contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, mogelijk, de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijke;

  • De doelen van de verwerking;

  • De rechtsgrondslag op basis waarvan de persoonsgegevens worden verwerkt;

  • Een beschrijving van het soort persoonsgegevens en de daarbij horende betrokkenen;

  • Een beschrijving van de ontvangers van de persoonsgegevens;

  • Een beschrijving van het delen van persoonsgegevens aan een derde land of internationale organisatie;

  • De termijnen waarin de verschillende persoonsgegevens moeten worden gewist;

  • Een algemene beschrijving van de beveiligingsmaatregelen.

 

Gegevensbeschermingseffectbeoordeling (Artikel 35, AVG)

Met een gegevensbeschermingseffectbeoordeling worden de effecten en risico’s van nieuwe of bestaande verwerkingen beoordeeld op de bescherming van de privacy. De organisatie voert deze uit wanneer er een geautomatiseerde verwerking, een grootschalige verwerking, of wanneer er een grootschalige monitoring van openbare ruimten plaatsvindt. Dit geldt in het bijzonder bij verwerkingen waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt.

 

Een gegevensbeschermingseffectbeoordeling is onder andere vereist in de volgende gevallen:

  • Een systematische en uitgebreide beoordeling van persoonlijke aspecten van natuurlijke personen, die is gebaseerd op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, en waarop besluiten worden gebaseerd waaraan voor de natuurlijke persoon rechtsgevolgen zijn verbonden of die de natuurlijke persoon op vergelijkbare wijze wezenlijk treffen;

  • Grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens of van gegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten; of

  • Stelselmatige en grootschalige monitoring van openbaar toegankelijke ruimten.

 

De Autoriteit Persoonsgegevens stelt een lijst op van het soort verwerkingen waarvoor een gegevensbeschermingseffectbeoordeling verplicht dan wel uitgesloten is.

 

Aanstellen van een Functionaris voor gegevensbescherming (FG) (Artikel 37 t/m 39, AVG)

De organisatie heeft een FG aangesteld. De FG is betrokken bij alle aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens. De taken van de functionaris zijn informeren, adviseren, toezicht houden, bewustwording creëren, en optreden als contactpersoon van het Autoriteit Persoonsgegevens. Het is niet de bedoeling dat de functionaris de taken op het gebied van bescherming van de privacy van de afdelingen overneemt. De afdelingen hebben hun eigen verantwoordelijkheid in het goed omgaan met privacygevoelige gegevens. Een verwerking van persoonsgegevens wordt eerst aan de FG gemeld voordat de verwerking begint. De FG is verantwoordelijk voor het structureel toetsen van de implementatie en de uitvoering van de wettelijke eisen en de gemeentelijke richtlijnen op het gebied van privacy.

 

Voor vragen over privacy of over deze toelichting kunt u contact opnemen met de functionaris voor gegevensbescherming van de organisatie via: fg@over-gemeenten.nl.

 

Datalekken (Artikel 33,34, AVG)

We spreken van een datalek wanneer persoonsgegevens in handen vallen van derden die geen toegang tot die gegevens mogen hebben. Wanneer er een datalek heeft plaatsgevonden meldt de organisatie dit zonder onredelijke vertraging, uiterlijk 72 uur nadat er kennis van de inbreuk is vernomen, aan het Autoriteit Persoonsgegevens. Als dit later dan 72 uur is wordt er een motivering voor de vertraging bij de melding gevoegd. Het kan zijn dat de inbreuk een hoog risico met zich meebrengt voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen. In dit geval meldt de organisatie dit aan de betrokkenen in eenvoudige en duidelijke taal. Om toekomstige datalekken te voorkomen worden bestaande datalekken geëvalueerd.

9. Afsluiting

Als de organisatie een wettelijke verplichting niet nakomt kan de betrokkene een klacht indienen. Deze zal via de klachtenregeling van de organisatie worden behandeld. In gevallen waar het reglement niets over zegt, beslist het verantwoordelijke (bestuurs)orgaan van de organisatie. Mochten de partijen er samen niet uitkomen, dan kan de betrokkene haar klacht in het kader van privacy eveneens rechtstreeks melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit ongeacht de gebruikelijke opties ten aanzien van beroep en bezwaar.

 

Dit privacyreglement treedt in werking na vaststelling door de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, de heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar, voor zover het ieder zijn taken en bevoegdheden betreft. Het reglement wordt ieder jaar geëvalueerd en indien nodig herzien. Aanpassingen van dit reglement worden aangekondigd via de (gemeentelijke) kanalen. De meest actuele versie van het reglement kan gevonden worden via de website en overheid.nl.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Oostzaan op 30 juni 2020,

de gemeentesecretaris,

A. van den Assem

de burgemeester,

R. Meerhof

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Oostzaan op 14 september 2020,

de griffier,

M. Bosma

de voorzitter,

R. Meerhof

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 30 juni 2020

R. Meerhof

De heffingsambtenaar,

De invorderingsambtenaar,


1

https://wetten.overheid.nl/BWBR0041233/2019-07-01

2

https://wetten.overheid.nl/BWBR0040940/2020-01-01

3

https://wetten.overheid.nl/BWBR0005252/2018-07-28

4

https://wetten.overheid.nl/BWBR0036795/2016-10-01

5

https://wetten.overheid.nl/BWBR0007376/2020-01-01

6

https://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/2020-01-01