Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vught

Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVught
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021
CiteertitelVerordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet
  2. artikel 149 van de Gemeentewet
  3. artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling
  4. artikel 30 van de Wet algemene regels herindeling
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-2022artikel 2, 4a, 6, 6a, 8, 14, toelichting

21-12-2022

gmb-2022-574440

08-10-202107-10-202128-12-2022Artt. 4, 6, 10, 12, 13, 14, 15, Toelichting

30-09-2021

gmb-2021-349969

01-04-202108-10-2021art. 12

25-03-2021

gmb-2021-97063

01-01-202101-04-2021Nieuw besluit

08-10-2020

gmb-2020-313629

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021

De raad van de gemeente Vught;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2020;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 147, eerste lid en artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

 

De Verordening Tegemoetkoming voor peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vught 2021 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1: Algemeen

Artikel 1 Doel van de regeling

Het doel van deze regeling is het bieden van gelijke kansen op een goede start in het onderwijs voor alle peuters in Vught.

Artikel 2 Begripsomschrijving
  • a.

    Doelgroepkind: peuter in de leeftijd van 2 tot 4 jaar die op basis van een indicatie van de GGD in aanmerking komt voor voorschoolse educatie

  • b.

    Fiscaal uurtarief: het door het rijk bepaalde maximale fiscale uurtarief voor kinderopvang, geldende voor het jaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan

  • c.

    Inkomensafhankelijke eigen bijdrage: eigen bijdrage in de kosten voor de peuteropvang. De hoogte van de eigen bijdrage wordt berekend door het fiscale maximale uurtarief minus het vergoedingspercentage op basis van de VNG-inkomenstabel, die jaarlijks wordt geactualiseerd

  • d.

    Kind: een in de gemeente Vught woonachtig kind in de leeftijd 0-13 jaar

  • e.

    Kinderdagverblijf: in het LRK geregistreerde kinderopvangvoorziening, niet zijnde een gastouder of buitenschoolse opvang

  • f.

    Kinderopvangtoeslag: de toeslag voor kinderopvang, die ouders kunnen aanvragen bij de belastingdienst

  • g.

    Minimuminkomen: een inkomen dat valt in de laagste groep van de VNG-adviestabel ouderbijdrage peuteropvang

  • h.

    LRK: het Landelijk Register Kinderopvang. Hierin staan alle geregistreerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland

  • i.

    Ouder: gezag hebbende ouder of verzorger van een in de gemeente Vught wonende peuter

  • j.

    Peuter: een in de gemeente Vught wonend kind in de leeftijd van 2-4 jaar

  • k.

    Peuteropvang: het aanbod van kinderopvangorganisaties gericht op peuters van 2-4 jaar, die wonen in de gemeente Vught

  • l.

    VVE-locatie: locatie van een kinderopvangorganisatie die staat ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang als VVE-locatie in de gemeente Vught

  • m.

    VVE-programma: erkend voorschools programma opgenomen in de databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut.

Hoofdstuk 2: Tegemoetkoming peuteropvang

Artikel 3 Aanspraak op tegemoetkoming voor peuteropvang
  • 1.

    Om voor tegemoetkoming in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      de tegemoetkoming wordt aangevraagd voor een peuter;

    • b.

      de peuter heeft een indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD voor peuteropvang;

    • c.

      De ouder heeft een contract met een kinderdagverblijf gevestigd in de gemeente Vught;

    • d.

      De ouder heeft het aanvraagformulier volledig ingevuld;

    • e.

      De ouder heeft geen recht op kinderopvangtoeslag.

Artikel 4 Hoogte van de tegemoetkoming voor peuteropvang
  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 320 uur per jaar.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt een vergoeding tot het maximale fiscale uurtarief minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

  • 3.

    De hoogte van de vergoeding per kind verandert niet bij meerdere kinderen uit één gezin.

  • 4.

    Ouders met een minimuminkomen zijn vrijgesteld van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

Artikel 4a Sociaal Medische Indicatie

In situaties waarin naast recht op tegemoetkoming voor kosten peuteropvang tevens sprake is van recht op bijzondere bijstand vanwege een sociaal medische indicatie als bedoeld in de Regeling bijzondere bijstand gemeente Vught, wordt de totale vergoeding hiervoor uitgekeerd in de vorm van bijzondere bijstand.

Hoofdstuk 3: Tegemoetkoming kosten voorschoolse educatie

Artikel 5 Aanspraak op tegemoetkoming voor voorschoolse educatie
  • 1.

    Om voor tegemoetkoming voor voorschoolse educatie in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a.

      de tegemoetkoming wordt aangevraagd voor een doelgroepkind;

    • b.

      de ouder heeft een contract met een kinderdagverblijf gevestigd in de gemeente Vught;

    • c.

      de betreffende locatie van het kinderdagverblijf is als VVE-locatie opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en maakt gebruik van een VVE-programma;

    • d.

      de ouder heeft het aanvraagformulier volledig ingevuld.

Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie
  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal 320 uur per jaar (640 uur per 2 jaar).

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie bedraagt voor deze 320 uur per jaar het volledige fiscale uurtarief, plus een door het college in de nadere regels te bepalen extra bijdrage voor alle uren voorschoolse educatie die het kind volgt (640 uur per jaar / 1280 uur per 2 jaar).

  • 3.

    De tegemoetkoming voorschoolse educatie kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, worden gecombineerd met de tegemoetkoming peuteropvang.

Artikel 6a Sociaal Medische Indicatie

In situaties waarin naast aanspraak op tegemoetkoming voor kosten voorschoolse educatie tevens sprake is van recht op bijzondere bijstand vanwege een sociaal medische indicatie als bedoeld in de Regeling bijzondere bijstand gemeente Vught, wordt de totale vergoeding hiervoor uitgekeerd in de vorm van bijzondere bijstand.

Hoofdstuk 4: Aanvraag, procedure, terugvordering voor peuteropvang en voorschoolse educatie

Artikel 7 Wijze van aanvragen en procedure
  • 1.

    Het ingevulde aanvraagformulier wordt gestuurd naar de gemeente met als bijlagen

    • -

      de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD

    • -

      een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie

    • -

      bewijsstukken voor het vastgestelde inkomen: ofwel de gegevens zoals vastgesteld door de kinderopvangorganisatie ofwel andere bewijsstukken die inzicht geven in het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen van ouder(s).

  • 2.

    Een aanvraag kan gedurende het hele kalenderjaar worden ingediend.

  • 3.

    Bij een onvolledige aanvraag wordt een hersteltermijn gegeven, waarbinnen de ontbrekende gegevens moeten worden aangeleverd.

  • 4.

    Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag dan wel het ongebruikt verstrijken van de in het derde lid genoemde hersteltermijn een besluit over de toekenning van de tegemoetkoming.

  • 5.

    De tegemoetkoming gaat in op de datum die is opgenomen in het besluit, met als eerst mogelijke ingangsdatum de dag waarop de peuteropvang en/of voorschoolse educatie is aangevangen.

  • 6.

    In gevallen waarin dit kennelijk onbillijk zou zijn bestaat de mogelijkheid voor maximaal 3 maanden met terugwerkende kracht een vergoeding toe te kennen.

Artikel 8 Tussentijdse wijzigingen
  • 1.

    Een aanvrager is verplicht om tussentijdse wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de aanvraag en/of de toekenning van de tegemoetkoming, aan de gemeente te melden.

  • 2.

    Een tussentijdse wijziging betreft in ieder geval één of meerdere van de volgende onderwerpen:

    • a.

      wijziging van naam en adresgegevens van de ouder(s) en/of peuter;

    • b.

      wijziging in het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen van de ouder(s);

    • c.

      wijziging in de naam en adresgegevens van het kinderdagverblijf;

    • d.

      wijziging van het kinderdagverblijf waar de peuter gebruik van maakt;

    • e.

      stopzetten van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie;

    • f.

      het ontstaan van het recht op kinderopvangtoeslag;

    • g.

      het ontvangen van bijzondere bijstand op grond van een Sociaal Medische Indicatie (SMI).

  • 3.

    Een tussentijdse wijziging wordt voorafgaand aan de wijziging, dan wel met ingang van de wijziging, gemeld.

  • 4.

    Het college beoordeelt het recht op de tegemoetkoming binnen 8 weken na ontvangst van de melding.

Artikel 9 Betaling
  • 1.

    De tegemoetkoming wordt aan het begin van de opvangmaand rechtstreeks aan het kinderdagverblijf uitbetaald, op basis van facturatie door het kinderdagverblijf.

  • 2.

    Het kinderdagverblijf factureert de inkomensafhankelijke ouderbijdrage rechtstreeks aan de ouder(s).

  • 3.

    De betaling van de tegemoetkoming wordt stopgezet met ingang van de datum dat het recht op de tegemoetkoming voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie is beëindigd.

Artikel 10 Beëindiging van de tegemoetkoming
  • 1.

    De tegemoetkoming wordt beëindigd:

    • a.

      Op de dag dat de peuter vier jaar wordt.

    • b.

      Als een tussentijdse wijziging zoals omschreven in artikel 8 daartoe aanleiding geeft.

    • c.

      Een peuter meer dan 4 weken zonder geldige reden geen gebruik heeft gemaakt van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie.

    • d.

      Als de GGD van oordeel is dat tegemoetkoming peuteropvang of voorschoolse educatie niet meer noodzakelijk is.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan de tegemoetkoming na de vierde verjaardag verlengd worden indien:

    • a.

      het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie op grond van een indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD, noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind;

    • b.

      het kind nog niet kan starten op de basisschool en ter overbrugging tot aan de start op de basisschool voor maximaal 6 weken peuteropvang en/of voorschoolse educatie wordt afgenomen. Een verklaring van het kinderdagverblijf waarmee de ouder een contract heeft volstaat voor de beoordeling hiervan.

Artikel 11 Terugvordering

Het college kan de tegemoetkoming voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien:

  • a.

    de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt, op basis waarvan aan hem ten onrechte de vergoeding is toegekend;

  • b.

    de aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet overlegt waaruit blijkt dat hij voor de vergoeding in aanmerking komt;

  • c.

    een onverschuldigde betaling aan het kinderdagverblijf is gedaan.

Hoofdstuk 5: Slotbepalingen

Artikel 12 Nadere regels

Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening of nadere regels is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14 Overgangsregeling
  • 1.

    Deze verordening komt in de plaats van artikel 4, onder c, van de Regeling Budgetsubsidie 2017-2023. Artikel 4, onder c, van de Regeling Budgetsubsidie 2017-2023 blijft van toepassing op peuters die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening gebruik maken van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie bij de Stichting Peuterspeelzalen Vught voor zolang zij gebruik maken van het aanbod van de Stichting Peuterspeelzalen Vught.

  • 2.

    [vervallen]

  • 3.

    [vervallen]

  • 4.

    [vervallen]

Artikel 15 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021 en kan worden aangehaald als Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie 2021.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Vught in zijn openbare vergadering van 8 oktober 2020,

de griffier,

Drs. J.A.Deneer

de voorzitter,

R.J. van deMortel

Toelichting

Artikel 1

De gemeente Vught biedt de tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie aan met als doel gelijke kansen op een goede start in het onderwijs voor alle peuters in Vught. Voor een optimale ontwikkeling van het jonge kind is het belangrijk dat kinderen kunnen ontdekken en ontwikkelen op sociaal, emotioneel, cognitief en motorisch vlak met andere leeftijdsgenootjes.

De visie van de gemeente op de peuteropvang en voorschoolse educatie kan als volgt worden samengevat:

  • kwaliteit: de voorzieningen zijn kwalitatief hoogwaardig;

  • toegankelijkheid: de regelingen zijn voor alle ouders en peuters toegankelijk, er is voldoende keuzevrijheid, er worden zo min mogelijk peuters gemist en er is zo min mogelijk oneigenlijk gebruik;

  • betaalbaarheid: de regelingen blijven ook in de toekomst betaalbaar voor ouders en gemeente.

Artikel 2

Diverse begrippen zijn omschreven.

In de begripsomschrijving wordt de term Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vermeden. Onder VVE valt ook de vroegschoolse educatie (4 tot 6 jaar). Deze vroegschoolse voorzieningen zijn een primaire verantwoordelijkheid van het onderwijs en maakt geen onderdeel uit van deze verordening.

Artikel 3

De gemeente verstrekt een tegemoetkoming peuteropvang aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, maar waarvan het kind wel enkele dagdelen naar een vorm van kinderopvang/peuteropvang gaat. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van de tegemoetkoming peuteropvang. De doelgroep definitie is als volgt: peuters van 2 tot 4 jaar, waarvan de ouders geen kinderopvangtoeslag ontvangen.

 

Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als peuters woonachtig zijn in een andere gemeenten en als de peuters jonger zijn dan 2 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

  • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

  • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen tegemoetkoming peuteropvang verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

  • bewijsstuk van het vastgestelde inkomen: De gemeente vraagt tevens een bewijsstuk voor het vastgestelde inkomen. Dit wordt het IB-60 formulier genoemd en is op te vragen bij de Belastingdienst. Dit hoeft alleen bij de aanvraag te worden aangeleverd. De GGD beoordeelt in hoeverre het inkomen van één of meerdere ouders/verzorgers meegenomen dient te worden in de aanvraag. Als er twee ouders op de indicatie van de GGD staan, verwacht de gemeente twee inkomensverklaringen. Als er één ouder op de indicatie van de GGD staat, verwacht de gemeente één inkomensverklaring;

  • verklaren geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag: de gemeente vraagt ouders in de aanvraagprocedure te verklaren dat ze geen kinderopvangtoeslag ontvangen. Als ouders dit niet verklaren dan verstrekt de gemeente geen tegemoetkoming peuteropvang;

  • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

Artikel 4

De peuteropvang die voor een tegemoetkoming in aanmerking komt bedraagt maximaal 320 uur per jaar per kind maal het fiscale uurtarief minus een inkomensafhankelijke eigen bijdrage per uur. Het fiscale uurtarief en de eigen bijdrage worden jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de VNG-adviestabel. De laagste inkomensgroep in deze tabel betaalt geen eigen bijdrage.

Het kan voorkomen dat de kinderopvangorganisatie een hoger uurtarief rekent. De gemeente vergoedt maximaal dit fiscale uurtarief. Meerkosten komen voor rekening van ouders.

Ouders betalen dus afhankelijk van hun inkomen een eigen bijdrage voor de tegemoetkoming peuteropvang. Er is geen maximaal aantal keer dat de inkomensafhankelijke eigen bijdrage geheven wordt.

Artikel 4a

In de praktijk komt ook een samenloop voor van recht op vergoeding van kosten peuteropvang en recht op vergoeding van kosten kinderopvang vanwege de aanwezigheid van een sociaal medische indicatie als bedoeld in de regeling bijzondere bijstand. Een strikte afwikkeling volgens beide afzonderlijke regimes met verschillende procedure- en uitvoeringsregels leidt tot grote onduidelijkheden voor cliënten en tot problemen in de uitvoeringspraktijk. In het kader van klantvriendelijkheid, doelmatigheid en efficiëncy wordt ervoor gekozen de totale uitkering in die gevallen in de vorm van bijzondere bijstand te doen.

Artikel 5

Voorschoolse educatie is gericht op het voorkomen van achterstand in taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling bij peuters. Alleen peuters die voldoen aan de doelgroep definitie kunnen gebruik maken van voorschoolse educatie. De doelgroep definitie is als volgt:

  • de peuters hebben een leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • er is een indicatie van de GGD dat voorschoolse educatie nodig is:

    • o

      kinderen met een achterstand in de taal-, spraak- en emotionele ontwikkeling;

    • o

      kinderen van nieuwkomers (arbeidsmigranten, asielzoekers en statushouders);

    • o

      bij uitzondering kleuters waarbij verlenging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind of ter overbrugging voor maximaal zes weken naar het begin van de basisschool.

Bij de aanvraag moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

  • de peuter is woonachtig in de gemeente Vught en heeft de juiste leeftijd. Er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught of als peuters jonger zijn dan 2 jaar of ouder zijn dan 4 jaar;

  • de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD;

  • een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie gevestigd in de gemeente Vught: er wordt geen voorschoolse educatie verstrekt als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught. Het kan voor komen dat ouders eerst willen weten wat er vanuit de gemeente vergoed wordt en dan pas het contract met de kinderopvangorganisatie willen ondertekenen. Als dit het geval is, is in de beschikking de voorwaarde opgenomen dat binnen vier weken een getekend contract is aangeleverd, anders vervalt de tegemoetkoming;

  • de kinderopvanglocatie waarmee een contract is afgesloten is als VVE-locatie opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en maakt gebruik van een VVE-programma;

  • ouders hebben de aanvraag volledig ingevuld en de aanvraagprocedure afgerond: het college moet over bepaalde gegevens beschikken om de aanvraag af te kunnen ronden. Als het college hier niet de beschikking over heeft, kan er geen besluit worden genomen.

Om in aanmerking te komen voor voorschoolse educatie is een inkomensverklaring en de verklaring geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag niet nodig.

 

Volgens de Wet op het Primair Onderwijs (art. 166) moet een gemeente ervoor zorgen, dat er voldoende voorzieningen zijn voor voorschoolse educatie die voldoen aan door rijkswege gestelde eisen. De Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) geeft de gemeente een rol in de voorschoolse voorzieningen.

Artikel 6

De voorschoolse educatie die word vergoed bedraagt maximaal 320 uur per jaar per kind maal het fiscale uurtarief plus een door het college nader te bepalen extra bijdrage op basis van max. 16 uur per week. Het fiscale uurtarief wordt jaarlijks opnieuw bepaald aan de hand van de VNG-adviestabel. Voor de voorschoolse educatie rekent het college geen inkomensafhankelijke eigen bijdrage.

 

Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de bekostiging van het eerste en tweede dagdeel voorschoolse educatie. Het eerste en tweede dagdeel kunnen echter ook bekostigd worden vanuit de tegemoetkoming peuteropvang. De combinatie tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie is dus mogelijk. Het college vergoedt dan alle dagdelen. Alleen het eerste en tweede dagdeel dat bekostigd wordt vanuit de tegemoetkoming peuteropvang kent dan een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Ook hier geldt dat ouders uit de laagste inkomensgroep geen eigen bijdragen hoeven te betalen.

 

Kinderopvangorganisaties ontvangen een extra bijdrage voor alle uren dat een kind gebruik maakt van voorschoolse educatie (dus niet alleen het derde en vierde dagdeel) tot een maximum van 1280 uur in twee jaar. Ook voor de uren voorschoolse educatie die ouders zelf betalen of voor vergoeding vanuit de tegemoetkoming peuteropvang in aanmerking komen geldt deze extra bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage staan in de nadere regels.

 

In de gemeente moet minimaal 960 uur voorschoolse educatie beschikbaar zijn voor alle peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie. De verordening biedt ruimte voor maatwerk en kortere en langere inzet tot een maximum van 1280 uur. Het komt voor dat kinderen zich pas later met spraak- en taalachterstanden melden bij de GGD. Het college zal dan ook op latere leeftijd dan 2 jaar nog voorschoolse educatie toekennen tot het moment dat het kind 4 jaar wordt.

Artikel 6a

In de praktijk komt ook een samenloop voor van recht op vergoeding van kosten voorschoolse educatie en recht op vergoeding van kosten kinderopvang vanwege de aanwezigheid van een sociaal medische indicatie als bedoeld in de regeling bijzondere bijstand. Een strikte afwikkeling volgens beide afzonderlijke regimes met verschillende procedure- en uitvoeringsregels leidt tot grote onduidelijkheden voor cliënten en tot problemen in de uitvoeringspraktijk. In het kader van klantvriendelijkheid, doelmatigheid en efficiëncy wordt ervoor gekozen de totale uitkering in die gevallen in de vorm van bijzondere bijstand te doen.

Artikel 7

Hieronder worden de verschillen stappen van de aanvraagprocedure beschreven.

Stap 1: Ouders melden zich

Ouders melden zich bij de kinderopvang of bij de GGD. De kinderopvang en GGD bereiden samen met de ouders de aanvraag voor. Een aanvraag kan het gehele jaar worden ingediend.

Stap 2: Het doen van de aanvraag

De aanvraagprocedure wordt doorlopen. Bij een aanvraag voor tegemoetkoming peuteropvang moet aan de voorwaarden uit artikel 3 en voor voorschoolse educatie moet aan de voorwaarden uit artikel 5 worden voldaan. Bij een onvolledige aanvraag wordt een hersteltermijn meegegeven.

Daarna hebben aanvragers alsnog de mogelijkheid om de aanvraag af te ronden, dit heeft geen invloed op de hoogte van de tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie.

Stap 3: Toetsen aanvraag

Het college heeft 8 weken de tijd om de aanvraag te toetsen. Als aan de voorwaarden wordt voldaan wordt een aanvraag toegekend. Het beschikbaar te stellen bedrag voor de tegemoetkoming peuteropvang wordt berekend zoals benoemd in artikel 4 en voor voorschoolse educatie wordt berekend zoals benoemd in artikel 6. De regelingen gaan in op de datum die is opgenomen in het besluit, namelijk de datum dat de peuteropvang en/of voorschoolse educatie is aangevangen. De aanvangsdatum staat in het contract dat is afgesloten met de kinderopvangorganisatie.

Stap 4: Aanvrager ontvangt beschikking

Ouders en de kinderopvangorganisatie ontvangen een formeel besluit van het college met daarin wat er is toegekend en de hoogte van het toegekende bedrag. Het wordt voor ouders duidelijk gemaakt hoe de berekening is gemaakt. Ouders kunnen in bezwaar gaan tegen dit besluit.

Artikel 8

Aanvragers zijn verplicht om tussentijdse wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de aanvraag te melden bij de gemeente. Een tussentijdse wijziging wordt voorafgaand aan de wijziging of met ingang van de wijziging gemeld. Het college beoordeelt de wijziging binnen 8 weken na ontvangst.

Artikel 9

De gemeente betaalt op basis van facturatie aan het begin van de opvangmaand rechtstreeks aan de kinderopvangorganisatie. De kinderopvangorganisatie factureert de eigen bijdrage bij ouders. De betaling wordt stopgezet op de dag dat een kind 4 jaar oud wordt.

Artikel 10

De regelingen kunnen na de vierde verjaardag verlengd worden als het kind nog niet naar de basisschool kan en de GGD dit noodzakelijk acht voor de ontwikkeling van het kind. Dit kan met maximaal 6 weken verlengd worden.

Artikel 11

Het college kan een betaling terugvorderen als er onjuiste inlichten zijn verstrekt, de gevraagde bewijsstukken niet zijn ontvangen en als blijkt dat er een onverschuldigde betaling aan het kinderdagverblijf is gedaan.

Artikel 12

Het college kan nadere regels stellen.

Artikel 13

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening of nadere regels is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Dat betekent dat in gevallen die niet in de verordening geregeld zijn en waarin dit tot een onbillijke en onredelijke situatie zou leiden er met een beroep op deze bepaling alsnog peuteropvang of voorschoolse educatie kan worden verleend. Toepassing van de hardheidsclausule is bedoeld voor echt uitzonderlijke situaties, omdat het overgrote deel van de voorkomende situaties in de verordening is geregeld. Het toekennen van peuteropvang voor peuters jonger dan twee jaar, voorschoolse educatie toekennen voor peuters jonger dan tweeëneenhalf jaar, meer uren voor peuteropvang en voorschoolse educatie vergoeden dan in de verordening staat aangegeven en/of als de kinderopvang(locatie) niet is gevestigd in de gemeente Vught vallen in de meeste gevallen niet onder deze uitzonderlijke situaties.

Artikel 14

De overgangsregeling is benoemd.

Artikel 15

De verordening treedt in werking op 1 januari 2021 en wordt aangehaald als Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie 2021.