Hoofdstuk 3: Tegemoetkoming kosten voorschoolse educatie
Artikel 5 Aanspraak op tegemoetkoming voor voorschoolse educatie
- 1.
Om voor tegemoetkoming voor voorschoolse educatie in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- a.
de tegemoetkoming wordt aangevraagd voor een doelgroepkind;
- b.
de ouder heeft een contract met een kinderdagverblijf gevestigd in de gemeente Vught;
- c.
de betreffende locatie van het kinderdagverblijf is als VVE-locatie opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en maakt gebruik van een VVE-programma;
- d.
de ouder heeft het aanvraagformulier volledig ingevuld.
Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie
- 1.
De tegemoetkoming betreft maximaal 8 uur per week gedurende maximaal 40 weken in een jaar.
- 2.
De hoogte van de tegemoetkoming voor voorschoolse educatie bedraagt voor deze 8 uur gedurende 40 weken het volledige fiscale uurtarief, plus € 1,00 voor alle uren voorschoolse educatie die het kind volgt (960 uur in de periode 2,5-4 jaar).
- 3.
De tegemoetkoming voorschoolse educatie kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, worden gecombineerd met de tegemoetkoming peuteropvang.
Hoofdstuk 4: Aanvraag, procedure, terugvordering voor peuteropvang en voorschoolse educatie
Artikel 7 Wijze van aanvragen en procedure
- 1.
Het ingevulde aanvraagformulier wordt gestuurd naar de gemeente met als bijlagen
- -
de indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD
- -
een kopie van het contract met de kinderopvangorganisatie
- -
bewijsstukken voor het vastgestelde inkomen: ofwel de gegevens zoals vastgesteld door de kinderopvangorganisatie ofwel andere bewijsstukken die inzicht geven in het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen van ouder(s).
- 2.
Een aanvraag kan gedurende het hele kalenderjaar worden ingediend.
- 3.
Bij een onvolledige aanvraag wordt een hersteltermijn gegeven, waarbinnen de ontbrekende gegevens moeten worden aangeleverd.
- 4.
Het college neemt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag dan wel het ongebruikt verstrijken van de in het derde lid genoemde hersteltermijn een besluit over de toekenning van de tegemoetkoming.
- 5.
De tegemoetkoming gaat in op de datum die is opgenomen in het besluit, met als eerst mogelijke ingangsdatum de dag waarop de peuteropvang en/of voorschoolse educatie is aangevangen.
- 6.
In gevallen waarin dit kennelijk onbillijk zou zijn bestaat de mogelijkheid voor maximaal 3 maanden met terugwerkende kracht een vergoeding toe te kennen.
Artikel 8 Tussentijdse wijzigingen
- 1.
Een aanvrager is verplicht om tussentijdse wijzigingen die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de aanvraag en/of de toekenning van de tegemoetkoming, aan de gemeente te melden.
- 2.
Een tussentijdse wijziging betreft in ieder geval één of meerdere van de volgende onderwerpen:
- a.
wijziging van naam en adresgegevens van de ouder(s) en/of peuter;
- b.
wijziging in het (gezamenlijk) vastgestelde inkomen van de ouder(s);
- c.
wijziging in de naam en adresgegevens van het kinderdagverblijf;
- d.
wijziging van het kinderdagverblijf waar de peuter gebruik van maakt;
- e.
stopzetten van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie;
- f.
het ontstaan van het recht op kinderopvangtoeslag.
- 3.
Een tussentijdse wijziging wordt voorafgaand aan de wijziging, dan wel met ingang van de wijziging, gemeld.
- 4.
Het college beoordeelt het recht op de tegemoetkoming binnen 8 weken na ontvangst van de melding.
Artikel 9 Betaling
- 1.
De tegemoetkoming wordt aan het begin van de opvangmaand rechtstreeks aan het kinderdagverblijf uitbetaald, op basis van facturatie door het kinderdagverblijf.
- 2.
Het kinderdagverblijf factureert de inkomensafhankelijke ouderbijdrage rechtstreeks aan de ouder(s).
- 3.
De betaling van de tegemoetkoming wordt stopgezet met ingang van de datum dat het recht op de tegemoetkoming voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie is beëindigd.
Artikel 10 Beëindiging van de tegemoetkoming
- 1.
De tegemoetkoming wordt beëindigd:
- a.
Op de eerste dag van de maand dat de peuter vier jaar wordt.
- b.
Als een tussentijdse wijziging zoals omschreven in artikel 7 daartoe aanleiding geeft.
- c.
Een peuter meer dan 4 weken zonder geldige reden geen gebruik heeft gemaakt van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan de tegemoetkoming na de vierde verjaardag verlengd worden indien:
- a.
het kind nog niet naar de basisschool kan en verlenging van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie op grond van een indicatie van de jeugdgezondheidszorg van de GGD, noodzakelijk is voor de ontwikkeling van het kind;
- b.
het kind nog niet kan starten op de basisschool en ter overbrugging tot aan de start op de basisschool voor maximaal 6 weken peuteropvang en/of voorschoolse educatie wordt afgenomen. Een verklaring van het kinderdagverblijf waarmee de ouder een contract heeft volstaat voor de beoordeling hiervan.
Artikel 11 Terugvordering
Het college kan de tegemoetkoming voor peuteropvang en/of voorschoolse educatie geheel of gedeeltelijk terugvorderen indien:
- a.
de aanvrager onjuiste inlichtingen heeft verstrekt, op basis waarvan aan hem ten onrechte de vergoeding is toegekend;
- b.
de aanvrager desgevraagd de bewijsstukken niet overlegt waaruit blijkt dat hij voor de vergoeding in aanmerking komt;
- c.
een onverschuldigde betaling aan het kinderdagverblijf is gedaan.
Hoofdstuk 5: Slotbepalingen
Artikel 12 Overgangsregeling
- 1.
Deze verordening komt in de plaats van artikel 4, onder c, van de Regeling Budgetsubsidie 2017-2023. Artikel 4, onder c, van de Regeling Budgetsubsidie 2017-2023 blijft van toepassing op peuters die op het moment van inwerkingtreding van deze verordening gebruik maken van de peuteropvang en/of voorschoolse educatie bij de Stichting Peuterspeelzalen Vught voor zolang zij gebruik maken van het aanbod van de Stichting Peuterspeelzalen Vught.
- 2.
In afwijking van het bepaalde in artikel 4 van deze verordening houdt een ouder of verzorger van een peuter recht op een vergoeding die is verstrekt op grond van een besluit op grond van de Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren tot 1 september 2021 of, als dat eerder is, voor de duur van het toekenningsbesluit of totdat het besluit waarmee deze vergoeding is verstrekt op wettelijke gronden wordt beëindigd of ingetrokken.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5, eerste lid, onder c, geldt de voorwaarde dat de locatie als VVE-locatie moet zijn opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang niet voor de locaties van een kinderdagverblijf in Helvoirt tot 1 oktober 2021.
- 4.
Besluiten op grond van artikel 11 van de Verordening vergoeding voor peuteropvang gemeente Haaren gelden als besluiten bedoeld in artikel 11 van deze verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021 en kan worden aangehaald als Verordening Tegemoetkoming peuteropvang en voorschoolse educatie 2021.