Organisatie | Leidschendam-Voorburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Schuldhulpverlening Leidschendam-Voorburg 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 06-10-2020 | 1379 |
Het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg;
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
A. De Beleidsregels schuldhulpverlening 2017 in te trekken;
B. Vast te stellen de navolgende Beleidsregels Schuldhulpverlening Leidschendam-Voorburg 2021:
Beleidsregels Schuldhulpverlening Leidschendam-Voorburg 2021
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden, indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg.
Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening
Iedere inwoner van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 18 jaar en ouder kan zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening. Voor een inwoner die zelfstandig ondernemer is met een nog functionerende onderneming, geldt het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) als voorliggende voorziening. Als de onderneming naar het oordeel van het college wel levensvatbaar is maar het Bbz geen oplossing biedt, dan kan de zelfstandige met problematische schulden worden toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 3. Aanbod schuldhulpverlening
Alvorens een schuldregeling wordt getroffen, worden inkomsten en uitgaven van de cliënt in evenwicht gebracht: stabilisatie. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling. Het (breed) moratorium kan worden ingezet om stabilisatie mogelijk te maken, doch kan niet door de cliënt afgedwongen worden bij het college.
De cliënt doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldhulpverleningstraject.
Indien de cliënt gedurende het schuldhulpverleningstraject verhuist naar een andere gemeente en daardoor niet langer tot de doelgroep behoort zoals beschreven in artikel 2, handelt het college als volgt: alleen indien het dossier vergevorderd is (een algeheel akkoord is bereikt met schuldeisers) en naar het oordeel van het college uit praktisch oogpunt wenselijk is, blijft het dossier in behandeling bij het college van Leidschendam-Voorburg.
Artikel 7. Recidive – hernieuwde aanvraag
Indien minder dan 2 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend, door de inwoner een traject schuldregeling succesvol is doorlopen (minnelijk en/of wettelijk), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.
Indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend een traject schuldregeling tussentijds door toedoen van de cliënt is beëindigd (minnelijk en/of wettelijk), ingevolge artikel 5 een traject schuldhulpverlening is geweigerd of schuldhulpverlening is beëindigd op grond van artikel 6 sub b, c of e (tenzij er een oplossing voor is gevonden), kan een aanvraag schuldhulpverlening worden geweigerd met uitzondering van het geven van informatie, advies en/of een doorverwijzing.