Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Geertruidenberg

Beleidsregels kindregeling 2021 gemeente Geertruidenberg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGeertruidenberg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels kindregeling 2021 gemeente Geertruidenberg
CiteertitelBeleidsregels kindregeling 2021 Gemeente Geertruidenberg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021vervangende regeling

03-11-2020

gmb-2020-311016

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels kindregeling 2021 gemeente Geertruidenberg

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

 

gelezen het voorstel behandeld in zijn vergadering van 3 november 2020;

 

gelet op:

• titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;

• de bestuurlijke afspraken ‘Kansrijk opgroeien voor alle kinderen in Nederland’(Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VNG, 15 november 2016),

 

Overwegende dat het noodzakelijk is om beleidsregels vast te stellen voor de kindregeling, die gemeente Geertruidenberg verstrekt, met als doel dat ook kinderen van ouders met een laag inkomen actief kunnen meedoen in de maatschappij.

 

Besluit vast te stellen: “de beleidsregels kindregeling 2021 gemeente Geertruidenberg”.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

    a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

    b. wet: de Participatiewet;

    c. kind: ieder mens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt.

    d. toepasselijke bijstandsnorm: de op grond van paragraaf 3.2 van de Participatiewet van toepassing zijnde norm (inclusief de kostendelersnorm), verminderd met de op grond van paragraaf 3.3 van de Participatiewet vastgestelde verlaging;

    e. draagkracht: het gedeelte van het inkomen of vermogen dat aangewend dient te worden voor financiering van de bijzondere kosten;

    f. draagkrachtperiode: de periode waarover de draagkracht van een belanghebbende wordt vastgesteld;

    g. inkomen: het inkomen volgens artikel 32 van de Participatiewet; de middelen als bedoeld in artikel 31 lid 2 en artikel 33 lid 5 van de Participatiewet worden niet tot het inkomen van belanghebbende gerekend;

    h. vermogen: het in aanmerking te nemen vermogen volgens artikel 34 van de Participatiewet;

    i. voorliggende voorziening: elke voorziening buiten de Participatiewet, zoals bedoeld in artikel 15 van de wet, waarop de persoon of gezin aanspraak kan maken dan wel een beroep kan doen ter verwerving van middelen of ter bekostiging van specifieke uitgaven;

    j. leverancier: de organisatie of detailhandel waar de kosten worden gemaakt.

    k. Als de inhoud van een begrip bij de toepassing van deze beleidsregels niet eenduidig is, bepaalt het college de nadere invulling of uitleg van dit begrip.

 

Artikel 2. Doelgroep/Aanspraak

  • 1.

    De kindregeling is bedoeld voor minderjarigen van 4 tot 18 jaar, waarvan de ouder(s) beschikt/beschikken over een laag inkomen en geen of weinig vermogen.

  • 2.

    Ouders/verzorgers kunnen aanspraak maken op deze regeling, indien:

    a. Het kind of de kinderen volgens de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) woonachtig zijn in de gemeente Geertruidenberg en;

    b. Het kind of de kinderen waarvoor men aanspraak maakt op deze regeling ook tot het gezin van deze ouder of verzorger behoren en;

    c. Zij de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfstitel hebben op grond waarvan recht op bijstand bestaat en;

    d. Zij een besteedbaar inkomen hebben tot maximaal 120% van de toepassing zijnde bijstandsnorm;

    e. Van hen die een besteedbaar inkomen tussen 120% en 150% van de geldende bijstandsnorm hebben, wordt 50% als draagkracht in aanmerking genomen en;

    f. Zij een vermogen hebben beneden de vermogensgrens van artikel 34 Pw. Bij de vermogenstoets wordt het onroerend goed niet meegerekend;

3. Zij die zijn toegelaten tot een MSNP (minnelijk schuldhulpverleningstraject via de Kredietbank Nederland) of een WSNP (wettelijk traject via de rechtbank) worden gedurende het schuldsaneringstraject geacht geen draagkracht te hebben.

 

Artikel 3. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend door de ouders/verzorgers voor minderjarigen van 4 tot 18 jaar.

  • 2.

    De aanvraag voor de regeling wordt schriftelijk of digitaal ingediend via het daarvoor bestemde formulier (op de website van de gemeente/Kindregeling) met de daarbij gevraagde bewijsstukken.

  • 3.

    De toekenningsperiode van de regeling is twaalf maanden, vanaf 1 januari.

  • 4.

    De regeling kan niet worden aangevraagd voor kosten die reeds zijn gemaakt.

 

Artikel 4. Toekenning en uitbetaling

  • 1.

    De regeling wordt per kind aan de aanvrager toegekend.

  • 2.

    In de beschikking komt tot uitdrukking wat de hoogte is en voor welke kosten de kindregeling wordt verstrekt.

  • 3.

    De uitbetaling van het toegekende bedrag zoals bedoeld in artikel 5, lid 1 en lid 2 vinden plaats via een app, waarmee producten en diensten kunnen worden afgerekend.

  • 4.

    Bij de toekenning van de regeling wordt men er op gewezen dat het toegekende bedrag aan de sociale, culturele en sportieve activiteiten dient te worden besteed en de feitelijke besteding (achteraf) steekproefsgewijs kan worden getoetst. Zie ook artikel 9.

 

Artikel 5. Tegemoetkoming

  • 1.

    De maximale hoogte van de uitkering voor de maatschappelijke participatie zoals omschreven in artikel 6 bedraagt:

Leeftijd

Tegemoetkoming per jaar

4 t/m 11 jaar

€ 200

12 t/m 17 jaar

€ 250

 

  • 2.

    In artikel 7 worden een aantal additionele kosten omschreven, die vergoed kunnen worden bovenop het vermelde in lid 1.

 

Artikel 6. Maatschappelijke participatie

  • 1.

    Onder de kosten voor maatschappelijke participatie van kinderen wordt verstaan:

    a. lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging;

    b. deelname aan muziek- en/of dansonderwijs;

    c. bezoek aan zwembad (voor zwemlessen of diplomazwemmen zie artikel 7 van deze beleidsregels), bibliotheek, theater, concert en/of museum;

    d. bezoek van of deelname aan sociale of culturele bijeenkomsten en evenementen;

    e. bezoek van attractiepark, dierentuin, bioscoop en/of vergelijkbare voorziening;

    f. reiskosten in verband met deelname aan activiteiten genoemd in lid a t/m e van dit artikel op basis van 2e klasse openbaar vervoer;

    g. sportuitrusting bij deelname aan een sportvereniging en voor zover niet aangeboden door de vereniging;

    h. indirecte onderwijskosten, zoals huur schoolkluisje, sportactiviteiten, schoolreisje, excursie of bijlessen.

    i. schoolspullen.

  • 2.

    Producten of diensten die niet via de app kunnen worden betaald, maar volgens aanvrager wel noodzakelijk zijn in het kader van ontwikkeling en/of meedoen kunnen als individueel verzoek bij de gemeente worden ingediend.

 

Artikel 7. Additionele kosten

Kosten die bovenop de kosten zoals omschreven in artikel 6 kunnen worden vergoed zijn:

a. Zwemlessen + diploma’s A en B voor kinderen vanaf 5 jaar (max. kostprijs);

b. Fiets eenmalig, gedurende basisschool (max. € 300) per kind;

c. Fiets eenmalig, gedurende voortgezet onderwijs(max. € 300) per kind;

d. Muziekinstrument eenmalig (max. € 300) per kind;

e. Laptop/device: voor kinderen die voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs volgen worden de huurkosten van een door de school vereiste laptop/device (inclusief verzekering) vergoed. Heeft de school geen huurmogelijkheid dan wordt de door de school vereiste laptop/device via een individuele aanvraag vergoed, max. één per kind, eenmalig € 450;

f. Via een individuele aanvraag kan een tegemoetkoming in de kosten voor de deelname aan een meerdaags sport-, school- of zomerkamp. Voor zover dit geen schoolkampen en studiereizen betreffen die scholen vanuit de reguliere Rijksoverheidsmiddelen dienen te bekostigen en een vrijwillige bijdrage vanuit ouders betreft.

Bijdrage vanuit de regeling:

• Kinderen die basisonderwijs volgen max. € 50,- (max. twee keer gedurende basisschool)

• Kinderen die voortgezet onderwijs volgen max. € 200,- (max. twee keer gedurende voorgezet onderwijs).

• Kinderen die middelbaar beroepsonderwijs volgen max. € 200,- (maximaal twee keer gedurende middelbaarberoepsonderwijs).

 

Artikel 8. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien

  • 1.

    Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van de beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

  • 2.

    In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

 

Artikel 9. Terugvordering

Indien de tegemoetkoming niet (volledig) aan het beoogde doel wordt besteed, kan deze (gedeeltelijk) worden teruggevorderd.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1.

    De kindregeling 2017 gemeente Geertruidenberg wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2021.

  • 3.

    Aanvragen kindregeling die zijn aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden beoordeeld op grond van de voorgaande regeling, kindregeling 2017 gemeente Geertruidenberg.

  • 4.

    Beschikkingen die zijn afgegeven in 2020 en waar deels / nog geen uitvoering aan is gegeven, kunnen op verzoek van aanvrager worden herzien en omgezet naar een beschikking onder de voorwaarden van de kindregeling 2021.

 

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “ Beleidsregels kindregeling 2021 Gemeente Geertruidenberg”.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van gemeente Geertruidenberg van

3 november 20

R.C.J. Nagtzaam drs. M. Witte

Secretaris Burgemeester

ALGEMENE TOELICHTING

In Nederland groeit een aanzienlijk deel van de kinderen op in armoede. Voor deze kinderen is een volwaardige participatie in de maatschappij en op school niet vanzelfsprekend. Bovendien kan het niet deelnemen aan bijvoorbeeld schoolreisjes, sportactiviteiten of cultuur een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van deze kinderen en verkleint het hun kansen om later op een goede manier te participeren in de samenleving.

 

In 2013 heeft de Kinderombudsman in 2013 een onderzoek gepubliceerd over kinderen in armoede.

Het rapport ‘Kinderen in armoede in Nederland’, geeft een aantal aanbevelingen. Eén daarvan luidt dat het wenselijk is dat gemeenten meer aandacht besteden aan kinderen die opgroeien in armoede.

In een reactie op het rapport van de Kinderombudsman heeft het kabinet structureel 100 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor kinderen in armoede. Want zoals de staatssecretaris van Sociale Zaken het in een brief aan de Tweede Kamer Op 20 september 2016 schrijft moeten alle kinderen in Nederland mee kunnen doen. Sport, muziek en schoolreisjes, ze horen bij de basis voor ieder kind.”

 

De gemeente Geertruidenberg had al een aantal verschillende regelingen die gericht zijn op (maatschappelijke participatie van) kinderen. Met de aankondiging van de extra middelen van het Ministerie voor armoedebestrijding onder kinderen, waarvan structureel € 81.300 per jaar beschikbaar zou komen voor Geertruidenberg, heeft het college de bestaande regelingen in september 2017 vervangen door een Kindregeling. Deze regeling is in 2020 op basis van een evaluatie bijgesteld.

 

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsomschrijving

Begrippen die in de Participatiewet voorkomen hebben in deze beleidsregels dezelfde betekenis als in

de Participatiewet. Ten aanzien van een aantal begrippen die als zodanig niet in de Participatiewet

zelf staan is een definitie gegeven in deze beleidsregels.

Er is voor gekozen om de begrippen die zijn omschreven in Awb en BW 1 niet afzonderlijk te

definiëren in deze beleidsregels. De begrippen die niet in genoemde wetten staan beschreven worden

in het tweede lid verduidelijkt.

 

Artikel 2. Doelgroep/aanspraak

De doelgroep is in deze nieuwe regeling beperkt. Kinderen van 0 t/m 3 jaar behoren niet (meer) tot de doelgroep. De reden hiervoor is dat voor kinderen in deze leeftijd maatschappelijke participatie veelal gratis toegang hebben tot activiteiten. Dit blijkt ook uit gegevens van afgelopen jaren. Daaruit blijkt dat er voor deze doelgroep voornamelijk kleding is gedeclareerd.

 

Voor kinderen die woonachtig zijn in een gezinsvervangend tehuis en in strikte zin dus niet in Geertruidenberg woonachtig zijn, wordt een uitzondering gemaakt. Ook zij kunnen aanspraak maken op deze regeling.

 

Draagkracht

Voor de draagkrachtbepaling wordt aangesloten bij de beleidsregels bijzondere bijstand en bepalingen uit de Participatiewet. Er is bewust gekozen om de regeling ook open te stellen voor mensen met een inkomen tussen 120% en 150% van de toepasselijke norm, om de armoedeval te verkleinen/bestrijden.

 

Artikel 3. Aanvraag

Omdat deze regeling gericht is op kinderen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar, gaat het dus om minderjarige personen, die zelfstandig géén aanvraag voor deze regeling kunnen doen. Het zijn daarom dan ook de ouder(s) of verzorgers die namens de kinderen de aanvraag moeten indienen. Hiervoor is artikel 245 uit Burgerlijk Wetboek 1 van toepassing:

  • 1.

    Minderjarigen staan onder gezag.

  • 2.

    Onder gezag wordt verstaan ouderlijk gezag dan wel voogdij.

  • 3.

    Ouderlijk gezag wordt door de ouders gezamenlijk of door één ouder uitgeoefend. Voogdij wordt door een ander dan een ouder uitgeoefend.

  • 4.

    Het gezag heeft betrekking op de persoon van de minderjarige, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte.

  • 5.

    Het gezag van de ouder die dit krachtens artikel 253sa of krachtens een rechterlijke beslissing overeenkomstig artikel 253t samen met een ander dan een ouder uitoefent, wordt aangemerkt als ouderlijk gezag dat door ouders gezamenlijk wordt uitgeoefend, tenzij uit een wettelijke bepaling het tegendeel voortvloeit.

 

De benodigde bewijsstukken zijn bedoeld om de financiële situatie van aanvrager in beeld te brengen.

 

Artikel 4 Toekenning en uitbetaling

De goederen en diensten worden via een betaal-app betaald. Vanaf het afgeven van de beschikking kunnen inwoners de app activeren en betalingen doen.

 

Artikel 5 Tegemoetkoming

De hoogte van de vaste tegemoetkoming is voor de leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar hoger dan 4 tot 12 jaar, omdat de kosten in het algemeen het hoogst zijn in de leeftijdscategorie 12 tot 18 jaar. Naast de vaste tegemoetkoming zijn er ook tegemoetkomingen mogelijk voor additionele kosten.

 

De regeling wordt voor een jaar toegekend. Gedurende het jaar kunnen inwoners een aanvraag indienen. Bij toekenning ontvangen zij het jaarbudget, ongeacht het moment van aanvragen.

 

Artikel 6 Maatschappelijke participatie

De kindregeling draagt bij aan het gezond en veilig opgroeien In dit artikel staan de meest voorkomende categorieën opgesomd. Activiteiten die bijdragen aan de maatschappelijke participatie van kinderen.

 

Artikel 7 Additionele kosten

De reikwijdte van additionele kosten is aangepast. Kleding komt niet meer in aanmerking voor een tegemoetkoming. Hiermee brengen we de regeling terug naar de kern waarvoor de gelden van de Kindregeling bedoeld zijn: maatschappelijke participatie. In de kinderbijslag en het kindgebonden budget zitten tegemoetkomingen voor de aanschaf van kleding. Een uitzondering wordt gemaakt voor sportkleding voor deelname aan een sportvereniging, voor zover niet ter beschikking gesteld door de vereniging.

 

Lid b en c. Voor een eerste kinderfiets kan via de Goederenbank gebruik gemaakt worden van platforms om een gratis kinderfiets te verkrijgen. Voor kinderen vanaf 8 jaar kan ook via de Goederenbank gebruik gemaakt worden van het ANWB-fietsenplan, mocht de verstrekte fiets via de kindregeling niet meer voldoen.

 

Lid e. Voor basisschoolkinderen kan een vergoeding worden toegekend als het gebruik van een laptop/device op de basisschool, waar het kind onderwijs volgt, verplicht is.

 

Lid f. Een tegemoetkoming voor de kosten voor deelname aan een meerdaagse activiteit wordt maximaal twee keer gedurende de basis- en middelbare school verstrekt. In het geval kinderen blijven zitten kan hiervan worden afgeweken en een extra keer worden toegekend.

Ouderbijdragen aan schoolactiviteiten zijn vrijwillig. Vanuit het ministerie zijn scholen in 2019 uitdrukkelijk op deze vrijwilligheid aangesproken.

 

Artikel 8 Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien

In principe behoeft dit artikel geen toelichting. Echter, expliciet wordt opgemerkt dat Geertruidenberg een brede inclusieve samenleving nastreeft. Dit artikel kan ook worden gebruikt voor de extra kosten die kinderen met een beperking (vallend binnen doelgroep Kindregeling) hebben voor hun sportuitoefening of hobby. Bijvoorbeeld extra reiskosten of sportkleding.

Daarnaast kan dit artikel ook worden benut in gevallen dat in 2020 nog een fiets of laptop is toegekend en in 2021 onder de nieuwe beleidsregels een nieuwe fiets of laptop(huur) wordt aangevraagd.

 

Artikel 9. Terugvordering

In principe is door het gebruik van de app geen terugvordering nodig. De controle op de besteding zit verankerd in het systeem. Echter, ook hier geldt dat vooropgezette fraude niet 100% is uit te sluiten. Dit artikel is gehandhaafd om de mogelijkheid te houden in die uitzonderlijke situatie te kunnen terugvorderen.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding

Behoeft in principe geen toelichting.

Lid 4. Het college hecht eraan om kinderen een goede start te geven. Het college wil gebruikers van de kindregeling 2017 de mogelijkheid bieden om vanaf 1 januari 2021 te profiteren van de nieuwe mogelijkheden van de kindregeling 2021. Bijvoorbeeld van de laptophuur voor meerdere kinderen. Daarom hebben gebruikers na 1 januari 2021 de mogelijkheid om te kiezen of zij de beschikking 2020 laten doorlopen tot de einddatum of overstappen op een nieuwe beschikking onder de voorwaarden van de kindregeling 2021. De nieuwe beschikking wordt afgegeven voor alle onderdelen van de kindregeling. Het is juridisch niet mogelijk om deels onder de oude en deels onder de nieuwe beleidsregels te vallen. Gebruikers maken zelf de afweging of de overstap voordelig voor hen is en zij gebruikmaken van deze mogelijkheid.

 

Artikel 11. Citeertitel

Behoeft geen toelichting