Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2019 |
Citeertitel | Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2019 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | rechtspositie burgemeester en wethouders |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-11-2020 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 03-11-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;
gelezen het voorstel van 3 november 2020;
Gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;
Besluit vast te stellen de volgende regeling:
Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Súdwest-Fryslân 2019.
Artikel 2 Reiskosten en ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders
Voor zover de burgemeester of de wethouder gebruik maakt van de dienstauto voor gemeenschappelijk gebruik, heeft hij geen aanspraak op vergoedingen van reiskosten, bedoeld in artikel 3.2.7, tweede lid, onder b, en artikel 3.2.9, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 4 Informatie- en communicatievoorzieningen
De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld, als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 5 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.