Organisatie | Meppel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Meppel houdende regels omtrent de heffing en invordering van Binnenhavengeld (Verordening binnenhavengeld 2021) |
Citeertitel | Verordening binnenhavengeld 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Het tijdstip van ingang van heffing is 1 januari 2021.
Deze regeling vervangt de Verordening binnenhavengelden 2012.
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2020 | nieuwe regeling | 12-11-2020 | 1426781 |
De raad van de gemeente Meppel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2020, nr. 1426781
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld 2021 (Verordening binnenhavengeld 2021).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Lading: alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip vervoerd wordt, en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
In deze tabel wordt verstaan onder:
Onder de naam "binnenhavengeld" worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de haven, overeenkomstig de bestemming daarvan, met een vaartuig en/of ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met dat gebruik.
Belastingplichtig is de kapitein, de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, dan wel degene die als vertegenwoordiger voor één van de genoemde partijen optreedt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Het binnenhavengeld wordt geheven naar de heffingsmaatstaf zoals aangegeven in de bij de verordening horende tabel.
Het binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven:
Met een vaartuig, in afwachting van het op of aan een scheepsreparatie-inrichting dokken of herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken, het wisselen van bemanning, het ontschepen van zieken of doden, mits;
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de ambtenaar, belast met de heffing of de invordering van belastingen ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven onder overlegging van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven bevestigende schriftelijke verklaring.
Artikel 10 Restitutie en overschrijving
Het binnenhavengeld, dat wordt betaald naar een termijn van een jaar, kan, indien het gebruik van de haven definitief is beëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige worden gewijzigd in het maandtarief waarna restitutie kan worden verleend. De restitutie bedraagt het verschil tussen het betaalde jaartarief en het verschuldigde maandtarief over die maanden dat gebruik is gemaakt van de haven, met dien verstande dat het jaartarief hoger is dan het verschuldigde maandtarief. Uitgesloten is restitutie van het binnenhavengeld wanneer voor het gebruik van de haven geen maandtarief geldt.
Van het binnenhavengeld, dat wordt betaald naar een termijn van verblijf in de haven, kan de havenmeester gedeeltelijk restitutie verlenen bij ziekte en/of ziekenhuisopname van de belastingplichtige. Het recht wordt verlaagd naar het tarief zoals aangegeven in de tarieventabel voor ledige binnenschepen op de daar aangewezen locatie, aangeduid met ****, met heffingsmaatstaf half laadvermogen.
Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, wordt het voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengeld op verzoek van de belastingplichtige verrekend met het verschuldigde binnenhavengeld over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande, dat, indien het laatst genoemde binnenhavengeld lager is dan het betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de binnenhavengelden.
Bijlage 2 Tarieventabel 2021 behorende bij de Verordening Binnenhavengelden (exclusief btw)
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2020