Organisatie | Harderwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijtincidenten honden 2020 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | bijtincidenten honden |
Geen
artikel 125 van de Gemeentewet
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-11-2020 | eerste technische wijziging | 10-11-2020 gemeentepagina Harderwijker Courant 18 nov 2020 | 02430000050294 / 02430000157684 |
De burgemeester van de gemeente Harderwijk;
deze technische wijzigingen het volgende inhouden:
- de termijn van tijdelijke inbeslagname om de hond te testen is verlengd van 4 naar 6 weken omdat 4 weken in de praktijk te kort is om te kunnen testen en hierover een rapportage
te kunnen uitbrengen. De hond moet na inbeslagname altijd eerst 2 tot 3 weken bij de opslaghouder verblijven om te wennen. Daarna kan de test pas plaatsvinden. Nadat de test is uitgevoerd
is nog enkele weken nodig om een rapportage en advies op te stellen. In de praktijk is 4 weken te kort voor al deze werkzaamheden en is 6 weken nodig. Zolang de Coronamaatregelen nog van
kracht zijn kan deze termijn zelfs verlengd worden van 4 naar 8 weken. Dit is nodig door het personeelstekort dat tijdelijk ontstaat ten gevolge van tijdelijke uitval vanwege de Coronapandemie.
Dit heeft weerslag op de testcapaciteit;
- in artikel 6 lid 2 zowel artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb en/of artikel 5:31 lid 2 Awb of artikel 172 Gemeentewet te benoemen als grondslag voor (tijdelijke) beslagname.
Per situatie wordt dan bekeken welk aritkel precies van toepassing is;
- te verwijderen de tekst dat de coördinatie verloopt via het team lnbeslaggenomen goederen en dieren van de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO), omdat dit in de praktijk
niet zo is. Er staat dat de hond wordt onder gebracht op een geheimelocatie en dat is voldoende.
van een licht bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon, hond, ander dier bijt of in plaats daarvan een voorwerp bijt, maar daarbij geen sprake is van
ernstig letsel of ernstige gevolgen.
van een ernstig bijtincident is sprake:
1. wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;
4. bij een bijtincident door een hond dat vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden van het ministerie;
5. in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.
van ernstig letsel is sprake als bij een persoon, hond of ander dier medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident.
een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt.
een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.
aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.
een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht
dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe
delen binnen de korf aanwezig zijn.
Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muillmrfgebod in artikel 2 en 3 wordt op grond van artikel 2:59 jo 6: 1, van de APV, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.
In opdracht van de eigenaar of houder kan bij de hond een gedragstest worden afgenomen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.
Artikel 6 Afstand doen of inbeslagname
Als de eigenaar of houder van een hond, welke op grond van artikel 3 van deze beleidsregels door de burgemeester is aangemerkt als gevaarlijk, in strijd met het aanlijn en/of muilkorfgebod handelt en de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt,
wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.
Wanneer uit de gedragstest, als bedoeld in het derde lid, blijkt dat de hond niet kan worden herplaatst bij een andere eigenaar of anderszins het risico op bijtincidenten kan worden voorkomen, wordt door de burgemeester besloten deze hond te laten euthanaseren. Euthanaseren wordt uitsluitend gedaan door een daartoe bevoegde dierenarts.
In uitzonderlijke gevallen of zeer ernstige situaties is het mogelijk om van deze beleidsregels af te wijken en kan de burgemeester op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet
het bevel geven om direct over te gaan tot onvrijwillige inbeslagname van een hond, indien er vrees is voor de verstoring van de openbare orde en de eigenaar of houder van de hond
geen vrijwillige afstand doet.
Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Harderwijk op 10 november 2020.
1. Procedure bijtincidenten honden
Stap 1. Bijtincidenten worden geregistreerd bij de politie
Inwoners van de gemeente Harderwijk kunnen bij de politie melding of aangifte doen van een bijtincident. De politie registreert de melding of aangifte en geeft deze, met toestemming van de melder/aangever, door aan de gemeente. Wanneer er een aangifte wordt opgenomen, wordt gelijk beoordeeld of strafVervolging mogelijk is.
Met de politie is afgesproken dat in de registratie, voor zover bekend, de volgende gegevens worden opgenomen:
Deze melding wordt vanuit de politie aan een vast contactpersoon binnen team Veiligheid bij de gemeente doorgegeven.
Soms worden meldingen van bijtincidenten bij de gemeente gedaan. De gemeente zorgt dat meldingen van bijtincidenten voor registratie zo volledig mogelijk worden
doorgestuurd naar de politie. De gemeente doet zelf de registratie van de bestuurlijke maatregelen die de burgemeester oplegt. Als de gemeente een verzoek om een kort
aanlijngebod van de hond en/of een muilkorfgebod voor de hond krijgt van een burger voor de hond van een andere burger, dan vindt er altijd afstemming met de politie plaats
Stap 2 Beoordeling bijtincident
Na het verzamelen van de gegevens wordt het incident door de gemeente beoordeeld en gekwalificeerd. Uitgangspunt in onze gemeente is dat iedereen zich vrij in de openbare ruimte
moet kunnen bewegen en iedereen zijn werk moet kunnen uitoefenen, zonder gebeten of aangevallen te worden door honden.
In de situatie dat een eigenaar - desgevraagd - besluit vrijwillig afstand te doen van de hond, ligt er geen taak meer voor de gemeente. Het dossier kan dan gesloten worden.
In de situaties dat er geen vrijwillige afstand van de hond wordt gedaan,wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende bijtincidenten. Afhankelijk van de kwalificatie
De gemeente hanteert bij incidenten de kwalificaties lichte en ernstigebijtincidenten.
Er wordt van een licht bijtincident gesproken wanneer een hond een ander dier of persoon
bijt, waarbij er sprake is van geen of gering letsel waarbij geen medische behandeling noodzakelijk is.
Een licht bijtincident wordt bij een tweede melding van een licht bijtincident binnen twee jaar opgeschaald naar een ernstig bijtincident.
Een licht bijtincident door een hond dat vermeld staat op de lijst van hoog-risico honden van het ministerie wordt opgeschaald naar een ernstig bijtincident.
Er wordt van een ernstig bijtincident gesproken:
Indien er sprake is van een licht bijtlncident, dan wordt een waarschuwingsbrief verzonden of door de politie uitgereikt aan de eigenaar/houder van de hond.
In de waarschuwingsbrief wordt aangegeven dat de gemeente het vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid onacceptabel vindt dat een mens of dier of in plaats daarvan een voorwerp gebeten wordt. Voorts wordt van de eigenaar/houder verwacht dat hij alle maatregelen zal treffen om herhaling van een dergelijk incident te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door uit voorzorg de hond aan te lijnen en te muilkorven op openbaar gebied of het plaatsen van een deugdelijke
omheining of het volgen van een gedragstraining. De burgemeester kan in voorkomende gevallen hierbij ook zelf besluiten om een aanlijngebod op te leggen.
Stap 4 Voornemen tot bestuursrechte/ijk traject
Indien er sprake is van een ernstig bijtincident is het uitgangspunt dat de burgemeester besluit tot gevaarlijk verklaring van de hond op grond van artikel 2:59 Apv. De consequentie hiervan is het opleggen van een aanlijn- en muilkorfgebod
De eigenaar/houder ontvangt een voorgenomen besluit tot gevaarlijk verklaring waarin de aanleiding wordt beschreven en de voorgenomen maatregelen zijn opgenomen.
Binnen 10 dagen kan de eigenaar/houder een zienswijzetegen het voorgenomen besluit indienen. Deze termijn van 10 dagen kan korter zijn als de burgemeester dit gezien
omstandigheden noodzakelijk acht. Is de houder/eigenaar het niet eens met het voornemen dan mag hij voor eigen rekening een gedragstest uit laten voeren via de daartoe
om aan te tonen dat zijn hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De gemeente dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen.
Een risico-assessment is bijvoorbeeld een MAG-test (maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag), agressietest (zoals ontwikkelt door de universiteit Utrecht) of een TOP-test (Toetsing Op Persoonlijkheid). Een professionele gedragsbeoordelaar heeft de opleiding tot gedragskeurmeester of gedragsbeoordelaar met succes afgerond en beschikt over (voldoende recente)
zoals een door de Raad van Beheer op kynologisch gebied Nederland benoemde gedragskeurmeester
Binnen 10 dagen kan de eigenaar/houder een zienswijzetegen het voorgenomen besluit indienen. Deze termijn van 10 dagen kan korter zijn als de burgemeester dit gezien
omstandigheden noodzakelijk acht. Is de houder/eigenaar het niet eens met het voornemen dan mag hij voor eigen rekening een gedragstest uit laten voeren via de daartoe
bevoegde instantie, om aan te tonen dat zijn hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. De gemeente dient het rapport rechtstreeks van de toetsende instantie te ontvangen.
Een risico-assessment is bijvoorbeeld een MAG-test (maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag), agressietest (zoals ontwikkelt door de universiteit Utrecht) of een TOP-test
(Toetsing Op Persoonlijkheid). Een professionele gedragsbeoordelaar heeft de opleiding tot gedragskeurmeester of gedragsbeoordelaar met succes afgerond en beschikt over
(voldoende recente) praktijkervaring,
zoals een door de Raad van Beheer op kynologisch gebied Nederland benoemde gedragskeurmeester
Stap 6 Besluit tot opleggen van geboden of verboden
Vervolgens wordt een besluit genomen. Dit kan een aanlijngebod of een aanlijn- en muilkorfgebod zijn. Als dat besluit is genomen, moet de hond vanaf dat moment meteen worden aangelijnd en, indien van toepassing, een muilkorf dragen.
Bij een ernstig bijtincident kan er ook aanleiding zijn om nader onderzoek te gelasten (gedragstest). Voor de ernstige of herhaalde overtreding hebben we soms ook te maken met
maatschappelijke onrust binneneen wijk of directe omgeving. Om deze onrust weg te nemen is het soms van belang dat we ook maatregelen nemen. Indien daar niet vrijwillig aan
meegewerkt wordt door de eigenaar, verzorger of houder van de hond, kan op dat moment ook inbeslagname van de hond aan de orde zijn.
De eigenaar/houder kan binnen 6 weken, nadat het besluit aan de eigenaar/houder bekend is gemaakt, bezwaar maken tegen het besluit.
Boete en last onder bestuursdwang
Indien een hond als gevaarlijk of hinderlijk is aangemerkt op grond van artikel 2:59 van de Apv, zal toegezien worden op het naleven van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod.
Het overtreden van het aanlijn- en/of muilkorfgebod is strafbaar gesteld in onze Apv. Dit betekent dat zowel politieambtenaren als gemeentelijke opsporingsambtenaren een bestuurlijke strafbeschikking mogen uitschrijven.
Met het beboeten kan directe handhaving plaatsvinden en bestraffen we de overtreder. Er zijn situaties denkbaar dat het - herhaaldelijk - uitschrijven van een boete niet leidt tot
het naleven van artike l2:59 van de APV. De hond blijft dan los of zonder muilkorf rondlopen. In dat geval kan de burgemeester overgaan over tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, als er sprake is van zeer ernstige vrees voor het ontstaan
van een zeer ernstig bijtincident.
Het opleggen van een last onder bestuursdwang betreft het herstellen in een normale toestand door het ongedaan maken, beëindigen of voorkomen van de overtreding.
Indien de last niet wordt uitgevoerd, zal worden overgegaan tot feitelijk handelen door de hond in beslag te nemen. Daarmee wordt de overtreding effectief beëindigd en
In beslagname door burgemeester
De burgemeester is op grond van artikel 5:31, lid 2 Awb bevoegd overtredingen van wettelijke voorschriften met spoed te beletten of te beëindigen.
De burgemeester besluit tot inbeslagname van de hond als:
De burgemeester geeft bevel tot inbeslagname en geeft de locatie van de hond door aan de politie. Een diensthondengeleider gaat samen met de plaatselijke politie
ter plaatse over tot inbeslagname van de hond. De hond wordt onder gebracht op een geheime locatie.
De inbeslagname mag max. 6 weken duren, uitzonderingen daargelaten. Zolang de Coronamaatregelen nog van kracht zijn, mag de inbeslagname maximaal 8 weken duren.
Dit vanwege het tijdelijke uitval van personeel ten gevolge van de Coronacrisis, dat gevolgen heeft voor de testcapaciteit. De hond ondergaat een risico-assessment. Afhankelijk van de uitslag moet de hond inslapen, wordt hij aangeboden aan een dierenasiel voor resocialisatie van de hond of wordt hij (onder voorwaarden)
herplaatst bij een andere eigenaar. De hond mag in geen geval opnieuw in het bezit komen van de oorspronkelijke eigenaar.
In de situatie dat de burgemeester bestuursdwang toepast, zullen de daarmee gepaard gaande kosten verhaald worden op de eigenaar I houder van de hond. Hierbij kan gedacht
transport, opslag, noodzakelijke verzorging (voedsel) en het uitvoeren van de gedragstest.
Inbeslagname door burgemeester (verstoring van de openbare orde)
De burgemeester is op grond van artikel 172, lid 3, Gemeentewet bevoegd bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van de openbare orde.
De burgemeester besluit tot inbeslagname van de hond als:
De gemeente is zelf verantwoordelijk voor het vervoer en opslaan van de hond.
De (tijdelijke) inbeslagname kan daarnaast ook gebaseerd zijn op artikel 125 lid 3 Gemeentewet, artikel 5:21 Awb en/of artikel 5:31 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Per situatie wordt bekeken welke wettelijke grondslag precies van toepassing is.
De inbeslagname mag max. 6 weken duren, uitzonderingen daargelaten.Zolang de Coronamaatregelen nog van kracht zijn, mag de inbeslagname maximal 8 weken duren.
Dit vanwege het tijdelijke uitval van personeel ten gevolge van de Coronacrisis, dat gevolgen heeft voor de testcapaciteit. De hond ondergaat een risico-assessment.
Afhankelijk van de uitslag moet de hond inslapen, wordt hij aangeboden aan een dierenasiel voor resocialisatie van de hond of wordt hij (onder voorwaarden) herplaatst bij
De hond mag in geen geval opnieuw in het bezit komen van de oorspronkelijke eigenaar.
Belangrijk verschil met in beslagname op grond van spoedeisende bestuursdwang door de burgemeester:
er is sprake van een 'concreet en actueel gevaar voor de openbare orde' er zijn geen andere, minder vergaande maatregelen aanwendbaar zijn.' de toepassing moet
Bedreiging of verstoring van de openbare orde kan aan de orde zijn, indien gevoelens van onrust ontstaan in de omgeving waar de hond normaliter verblijft . Dit kan blijken uit de ingewonnen informatie, bestuurlijke rapportages of uit processen-verbaal van bevindingen. Ook het gedrag van de
eigenaar van de hond kan hiertoe aanleiding geven. De eigenaar bagatelliseert bijvoorbeeld het incident waardoor een gerechtvaardigde vrees voor herhaling bestaat en uit het dossier blijkt dat het probleem ook niet
In een situatie waarbij de openbare orde wordt bedreigd of verstoord door dreigende overtreding, zal na inbeslagname zoals aangegeven nader onderzoek
gedaan moeten worden om te komen tot vervolgbesluitvorming . Door een gecertificeerde instelling zal bezien worden of de hond elders herplaatst moet worden
of - in overleg met het OM - geëuthanaseerd moet worden.
De kosten die gepaard gaan met de inbeslagname op grond van artikel 172 Gemeentewet kunnen niet verhaald worden.
3. Heroverweging van het aanlijn- en/of muilkorfgebod
Een aanlijn- en/of muill<orfgebod worden in principe opgelegd voor onbepaalde tijd.
De eigenaar of houder van een hond,.die een aanlijn- en/of muill<orfgebod opgelegd heeft gekregen, kan handelingen verrichten waardoor de burgemeester
De eigenaar van de hond kan de hond zelf laten onderzoeken door een daartoe gecertificeerde instelling. Dit gebeurt op zijn kosten. Indien uit het onderzoek blijkt dat de hond geen gevaar (meer) vormt, of indien de eigenaar en/of hond (een) cursus( sen) heeft/hebben gevolgd, die door de onderzoeker wordt voorgesteld en uit het onderzoek vervolgens blijkt dat de hond
kan de burgemeester het besluit tot het opleggen van een aanlijn- en of muilkorfgebod van de hond heroverwegen.
De eigenaar/houder van de hond dient een schriftelijk verzoek in te dienen met het verzoek het besluit te heroverwegen met toevoeging van een schriftelijke
De burgemeester zal het resultaat van het onderzoek meenemen in de heroverweging van het besluit. Mocht de burgemeester bij de heroverweging afwijken van het advies van de onderzoeker, dan zal dit in het besluit worden gemotiveerd .
In dit beleid is vastgelegd hoe de gemeente omgaat met bijtincidenten. Deze incidenten zijn afhankelijk van de situatie. In voorkomende gevallen is het voor de burgemeester mogelijk om af te wijken van het bovenstaande beleid, zowel met lichtere maatregelen als
met verzwarende maatregelen. Dit betekent dat stappen kunnen worden overgeslagen, dan wel dat een lichtere vorm kan worden gekozen bij het afhandelen van een melding.
Redenen voor lichtere maatregelen kunnen zijn: