Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leiden

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent bomen (Bomenverordening Leiden 2015)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeiden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent bomen (Bomenverordening Leiden 2015)
CiteertitelBomenverordening Leiden 2015
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-11-202023-10-202001-01-2021nieuwe regeling

12-11-2020

gmb-2020-303706

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Leiden houdende regels omtrent bomen (Bomenverordening Leiden 2015)

Met raadbesluit RV 20.0079 van 8 oktober 2020 is in het kader van het vaststellen van de Verordening fysieke leefomgeving de Bomenverordening Leiden 2015 ingetrokken. Uit het gehele stelsel van besluiten rond de vaststelling van de Verordening fysieke leefomgeving is duidelijk dat deze een bedoelde datum van inwerkingtreding heeft van 1 januari 2021. De intrekking van de Bomenverordening Leiden 2015op de dag na bekendmaking was derhalve prematuur.

 

Met dit besluit komt de Bomenverordening Leiden 2015 daarom te herleven. Deze herleving gaat in op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 23 oktober 2020.

 

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beheerplan: een beschrijving door de rechthebbende van inrichting en werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om tot een optimale ontwikkeling te komen van houtopstanden, boomstructuren en boomgebieden en die voor een tijdsperiode van 5, 10 of 15 jaar geldt;

  • b.

    beschermde houtopstand: een houtopstand die is opgenomen op de Groene Kaart;

  • c.

    beschermde solitaire houtopstand: een houtopstand die is opgenomen op de Groene Kaart als herdenkingsboom, monumentale boom, toekomstboom of waardevolle boom;

  • d.

    boom: een houtachtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een stamomtrek van minimaal 30 centimeter, gemeten op 130 centimeter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam;

  • e.

    boombeschermingsplan: een beschrijving van handelingen en werkzaamheden, gebaseerd op een Bomen Effect Analyse, ter voorkoming van schade aan bomen op het perceel in verband met een voorgenomen bouw of aanleg;

  • f.

    boomdeskundige: een natuurlijk persoon in bezit van geldig European Tree Technician – certificaat;

  • g.

    boomgebied: grote groeneenheid zoals een park, volkstuincomplex, begraafplaats, botanische tuin. In een boomgebied kunnen solitaire bomen staan en/of bosvormige elementen en smalle lijnvormige houtopstanden zoals houtwallen;

  • h.

    boomstructuur: een lijnvormige, ecologische of ruimtelijke functionele eenheid van bomen, in midden- en/of zijbermen van een weg, als bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet;

  • i.

    boomveiligheidscontrole: Visual Tree Assesment( VTA) uitgevoerd door een gecertificeerde deskundige;

  • j.

    boomvormer: een houtachtig gewas met een of meer hoofdtakken, dat kan uitgroeien tot een één- of meerstammige boom;

  • k.

    boomwaardebepaling: volgens de NVTB uitgevoerde systematiek om de waarde uitgedrukt in Euro’s van een boom vast te stellen. In een boomgebied geldt een waarde per m2;

  • l.

    Bomen Effect Analyse: een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor een boom op het betreffende perceel, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting, uitgevoerd door een boomdeskundige;

  • m.

    Bomenfonds: het door burgemeester en wethouders ingestelde fonds waarin door kapvergunninghouders gelden worden gestort ter uitvoering van een in de kapvergunning opgenomen voorschrift tot financiële compensatie van de met vergunning te vellen bomen of andere houtopstanden; of ter uitvoering van handhavingsmaatregelen betreffende een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, en zonder vergunning is geveld en geen herplantplicht op het perceel kan worden opgelegd;

  • n.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders en in de gevallen waarin sprake is van de provincie als bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

  • o.

    compensatieplan: een door burgemeester en wethouders vastgesteld document waarin door de rechthebbende en vergunninghouder is aangegeven waar en hoe compensatie van de te vellen houtopstand zal plaatsvinden. Het document is ten minste voorzien van een gemaatvoerde tekening van de situatie vóór en na het vellen;

  • p.

    bestendig beheer: alle handelingen, zoals knotten, leiden van leibomen, reguliere snoei, dunnen, afzetten hakhout, die volgens een door de rechthebbende vastgesteld beheerplan uitgevoerd worden, ter instandhouding van vorm of functie en ter bevordering van de gewenste ontwikkeling van de houtopstand;

  • q.

    de Groene Kaart: de door burgemeester en wethouders vastgestelde kaart, behorende bij deze verordening met daarop aangegeven de locaties van beschermde houtopstanden met bijbehorend register;

  • r.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen die al dan niet door snoei een specifieke vorm gekregen hebben;

  • s.

    houtopstand op de Groene Kaart: een op de Groene Kaart opgenomen solitaire of andere houtopstand, boomstructuur of boomgebied;

  • t.

    noodkap: een besluit van de burgemeester om op grond van een spoedeisend belang in het kader van openbare orde of veiligheid onmiddellijk over te gaan tot het vellen van een boom of andere houtopstand;

  • u.

    NVTB: Nederlandse Vereniging van Taxateurs voor Bomen;

  • v.

    openbare ruimte: openbare plaats, een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, hieronder vallen ook erven en terreinen die niet kenbaar ten opzichte van de openbare weg zijn begrensd of afgescheiden door inrichting, beplanting of begroeiing;

  • w.

    perceel: een onroerende zaak, een stuk grond al dan niet met bebouwing, die met erf en tuin een eenheid vormt;

  • x.

    rechthebbende: degene die krachtens eigendom of beperkt recht of krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken;

  • y.

    register bij de Groene Kaart: het door burgemeester en wethouders vastgestelde register met de locaties van de beschermde solitaire houtopstanden en andere houtopstanden en de redengeving voor opname op de Groene Kaart;

  • z.

    vellen: alle handelingen niet zijnde bestendig beheer – zoals kappen, rooien, verplanten, vernielen, verkleinen van groeiplaats en snoeien van meer dan 25 procent van de kroon of het wortelgestel-, waardoor een houtopstand verdwijnt, ernstig ontsierd, beschadigd of gedood wordt.

Hoofdstuk 2. Aanwijzing beschermde houtopstanden

Artikel 2. De Groene Kaart, aanwijzing beschermde houtopstand

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de Groene Kaart met bijbehorend register vast.

  • 2.

    De Groene Kaart bevat de volgende beschermde houtopstanden:

    • a.

      solitaire bomen en andere houtopstanden;

    • b.

      boomstructuren;

    • c.

      boomgebieden.

  • 3.

    Het register bevat:

    • a.

      een aanduiding waarom de houtopstand op de Groene Kaart is opgenomen;

    • b.

      de soort houtopstand;

    • c.

      de x- en y coördinaten van de houtopstand;

    • d.

      de eigendomsgegevens van de houtopstand.

  • 4.

    In de aanduiding in het register waarom de houtopstand op de Groene Kaart is opgenomen worden één of meer van de volgende waarden genoemd en inhoudelijk beschreven:

    • a.

      natuur- en milieuwaarden;

    • b.

      landschappelijke waarden;

    • c.

      cultuurhistorische waarden;

    • d.

      waarden van stadsschoon;

    • e.

      waarden voor recreatie en leefbaarheid;

    • f.

      waarde voor de groene hoofdstructuur van de stad.

  • 5.

    Beschermde solitaire houtopstanden hebben op de Groene Kaart en het bijbehorende register een nadere aanduiding als: herdenkingsboom, monumentale boom, toekomstboom of waardevolle boom.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een houtopstand aan de Groene Kaart en het register toe te voegen of van de Groene Kaart en het register af te voeren.

Artikel 3. Mededelingsplicht rechthebbende beschermde houtopstand

De rechthebbende van een beschermde houtopstand op de Groene Kaart doet aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling van:

  • a.

    het geheel of gedeeltelijk tenietgaan van een beschermde houtopstand, anders dan door velling op grond van een verleende vergunning;

  • b.

    de dreiging dat de beschermde houtopstand geheel of gedeeltelijk teniet kan gaan;

  • c.

    overdracht door de rechthebbende van het perceel waarop de houtopstand staat.

Artikel 4. Uitvoeren boomveiligheidscontrole houtopstanden

Burgemeester en wethouders voeren periodiek een boomveiligheidscontrole uit met betrekking tot de door hen aangegeven houtopstanden.

Hoofdstuk 3. Vergunningstelsel houtopstanden

Artikel 5. Kapverbod voor beschermde solitaire houtopstand

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een beschermde solitaire houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor een beschermde solitaire houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een last onder bestuursdwang of onder dwangsom van burgemeester en wethouders , waarbij het bepaalde over herplant en schadevergoeding in deze verordening van kracht blijft.

Artikel 6. Kapverbod voor houtopstand binnen beschermde boomstructuur, boomgebied en voor bomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer, gemeten op 130 cm

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders een houtopstand in beschermde boomstructuren en boomgebieden zoals die zijn opgenomen op de Groene Kaart, te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders bomen die zich bevinden in de openbare ruimte en niet op de Groene Kaart zijn opgenomen te vellen of te doen vellen, voor zover deze een stamomtrek hebben van 45 centimeter of meer, gemeten op 130 cm hoogte boven het maaiveld.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet voor:

    • a.

      een houtopstand binnen beschermde boomstructuren of beschermde boomgebieden waarvan de stam op een hoogte van 130 centimeter boven het maaiveld een kleinere omtrek dan 30 centimeter heeft;

    • b.

      een houtopstand binnen beschermde boomstructuren en beschermde boomgebieden die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een last onder bestuursdwang of onder dwangsom van burgemeester en wethouders. Het bepaalde in artikel 11 betreffende herplant blijft van toepassing.

Artikel 7. Indienen aanvraag kapvergunning voor een beschermde houtopstand en voor een boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer

  • 1.

    Een vergunning, als bedoeld in artikel 5 en 6, wordt aangevraagd door de rechthebbende van de beschermde houtopstand of van de boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende stukken en documenten overlegd:

    • a.

      een kaart waarop de boom of andere houtopstand waarvoor kapvergunning wordt aangevraagd is aangegeven, huidige situatie en waarop te zien is waarom de boom gekapt moet worden;

    • b.

      welk maatschappelijk belang van de aanvrager het instandhouden van de houtopstand of boom overstijgt;

    • c.

      welke alternatieven voor behoud van de boom of houtopstand zijn onderzocht;

    • d.

      voor zover de aanvraag een beschermde houtopstand betreft de gegevens uit het register bij de Groene Kaart.

  • 3.

    De aanvrager kan verzocht worden de volgende stukken te overleggen:

    • a.

      een boomwaardebepaling;

    • b.

      een boomveiligheidscontrole (VTA).

  • 4.

    Als de vergunningaanvraag tot vellen als gevolg van een verondersteld verminderde stabiliteit en/of vitaliteit van de houtopstand wordt ingediend, dient de aanvraag voorzien te zijn van een rapportage door een boomdeskundige welke aantoont dat de verminderde vitaliteit of stabiliteit de kap rechtvaardigt.

  • 5.

    Indien de vergunningaanvraag wordt ingediend in verband met een voorgenomen bouw- of renovatie/aanlegproject waarbij werkzaamheden nabij beschermde bomen plaats gaan vinden, dient de aanvraag voorzien te zijn van een in artikel 1 genoemde Bomen Effect Analyse.

  • 6.

    Indien de vergunningaanvraag als gevolg van een bouw- of renovatie/aanleg project aangevraagd wordt, dient de aanvraag voorzien te zijn van een compensatieplan.

  • 7.

    Als de herplant van de te kappen houtopstand financieel dient te worden gecompenseerd, zal de rechthebbende verzocht worden de aanvraag te voorzien van een berekening van de boomwaarde van de te vellen houtopstand.

  • 8.

    De rechthebbende kan verplicht worden een natuurtoets te overhandigen inzake de aan- of afwezigheid van negatieve gevolgen van de voorgenomen kap op beschermde plant- of diersoorten volgens de Flora- en Faunawet.

Artikel 8. Criteria voor vergunningverlening vellen beschermde houtopstanden en bomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning voor het vellen van een beschermde houtopstand en voor een boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer, gemeten op 130 cm hoogte boven het maaiveld, weigeren dan wel onder voorschriften verlenen.

  • 2.

    Een vergunning voor het vellen kan worden verleend indien wordt voldaan aan een of meer van de navolgende criteria:

    • a.

      de alternatieven inzake behoud zijn onderzocht en gebleken is dat alternatieven voor het vellen niet aanwezig zijn;

    • b.

      er sprake is van een zodanig maatschappelijk belang van de aanvrager dat opweegt tegen:

      • i.

        de aanduiding in het register waarom de beschermde houtopstand op de Groene Kaart is opgenomen;

      • ii.

        de aan de boom in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer gemeten op 130 cm hoogte boven het maaiveld, toe te kennen waarde of waarden;

    • c.

      naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is gelet op het belang van voorkoming van letsel of ernstige schade;

    • d.

      wanneer er sprake is van overlast op grond van de daarvoor vastgestelde beleidsnota ‘Versterken en verbinden van groen in Leiden’ met bijlage ‘Overlast van bomen?’.

Artikel 9. Criteria voor weigering vergunning vellen houtopstanden binnen aangewezen boomstructuren en boomgebieden en voor bomen die zich bevinden in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer

  • 1.

    Burgemeester en wethouders weigeren een vergunning voor:

    • a.

      het vellen van een houtopstand binnen een als beschermde houtopstand aangewezen boomstructuur en boomgebied indien de belangen van vergunningverlening niet opwegen tegen de in het register opgenomen aanduiding waarom de houtopstand op de Groene Kaart is opgenomen;

    • b.

      voor bomen in de openbare ruimte met een stamomtrek van 45 centimeter of meer indien de belangen van vergunningverlening niet opwegen tegen in artikel 2, vierde en vijfde lid opgenomen waarden.

  • 2.

    Een vergunningaanvraag voor het vellen van houtopstand binnen een als beschermde houtopstand aangewezen boomstructuren en boomgebieden en voor bomen in de openbare ruimte met een omvang van 45 centimeter of meer kan ook geweigerd worden indien naar boomdeskundige maatstaven:

    • a.

      de mogelijkheden en/of alternatieven inzake behoud niet voldoende gemotiveerd zijn onderzocht;

    • b.

      de reden van de aanvraag verband houdt met vermeende gevaarzetting en dit niet voldoende gemotiveerd wordt aangetoond.

Artikel 10. Bijzondere vergunningvoorschriften; herplanten, boombeschermingsplan, storting Bomenfonds, flora- en fauna regelgeving

  • 1.

    Aan de verleningsvergunning kan het voorschrift worden verbonden dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 2.

    Indien niet ter plaatse, op hetzelfde perceel of in de nabije omgeving kan worden herplant met bomen van vergelijkbare waarde, kan als voorschrift worden opgenomen dat een financiële bijdrage gestort dient te worden in het Bomenfonds. De financiële bijdrage is gelijk aan het bedrag van de boomwaarde zoals genoemd in de boomwaardebepaling.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald dat binnen één jaar na de herplant, en op welke wijze, niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    In het geval de aanvraag verband houdt met een bouwplan, werken of werkzaamheden betreffende of nabij beschermde houtopstanden, kan tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften de verplichting behoren:

    • a.

      een boombeschermingsplan op te stellen en ter vaststelling aan burgemeester en wethouder voor te leggen en

    • b.

      bij de uitvoering van de vergunning het vastgestelde boombeschermingsplan te gebruiken.

  • 5.

    Tot de voorschriften kunnen verder behoren:

    • a.

      dat binnen een bepaalde periode een houtopstand niet geveld mag worden vanwege een vaste rust- en verblijfplaats van een dier, behorende tot een beschermde diersoort, volgens de Flora- en Faunawet;

    • b.

      de verplichting tot het opstellen van een natuurtoets naar mogelijke effecten op beschermde flora en fauna;

    • c.

      dat maatregelen genomen moeten worden ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna;

    • d.

      het geven van aanwijzingen ter bescherming van nabijgelegen houtopstand.

Artikel 11. Herplant-/instandhoudingsplicht bij vellen zonder vergunning

  • 1.

    Nadat een houtopstand, waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning is geveld, kunnen burgemeester en wethouders bij een last onder bestuursdwang of onder dwangsom aan de overtreder de verplichting opleggen te herplanten. De herplant vindt plaats overeenkomstig de bij een last onder bestuursdwang of onder dwangsom van burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen en binnen een door hen te stellen termijn. Deze verplichting wordt opgelegd aan de rechthebbende van de gevelde houtopstand, en/of aan degene die de houtopstand heeft geveld of heeft laten vellen.

  • 2.

    Als er niet fysiek kan worden herplant, zal de boomwaarde van de gevelde houtopstand als financiële bijdrage gestort moeten worden in het Bomenfonds.

  • 3.

    Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Wordt een beschermde houtopstand in het voortbestaan bedreigd door menselijk handelen, dan kunnen burgemeester en wethouders aan de rechthebbende van de bedreigde houtopstand, of aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, in het kader van de op te leggen last onder bestuursdwang of last onder dwangsom, de verplichting opleggen om:

    • a.

      activiteiten welke de bedreiging veroorzaken onmiddellijk te staken en over een onherroepelijk geworden kapvergunning te beschikken, alvorens de activiteiten voort te zetten;

    • b.

      overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen;

    • c.

      activiteiten welke de bedreiging veroorzaken onmiddellijk te staken en een Bomen Effect Analyse op te stellen en voor te leggen aan burgemeester en wethouders;

    • d.

      schades aan bomen waarvan de gemeente de rechthebbende is, en veroorzaakt zijn omdat een beschermde houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is en in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd door menselijk handelen, te vergoeden door het bedrag van een boomschade taxatie door de overtreder te laten vergoeden door een storting in het Bomenfonds.

Hoofdstuk 4. Het Bomenfonds

Artikel 12. Bomenfonds

  • 1.

    In het door burgemeester en wethouders ingestelde Bomenfonds worden financiële bijdragen gestort:

    • a.

      door kapvergunninghouders ter uitvoering van een in de kapvergunning opgenomen voorschrift tot financiële compensatie van de met vergunning te vellen bomen of andere houtopstanden;

    • b.

      door rechthebbenden en/of overtreders nadat een houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning is geveld, en in het kader van handhavingsmaatregelen geen herplantplicht op het perceel kan worden opgelegd ter uitvoering van een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beheren het Bomenfonds en stellen nadere regels voor de uitvoering.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 13. Schadevergoedingsverzoek op grond van Boswet

Burgemeester en wethouders zijn het bevoegde bestuursorgaan om te beslissen op een verzoek om schadevergoeding op grond van artikel 17 van de Boswet.

Artikel 14. Afstand van de erfgrenslijn

De afstand van de erfgrenslijn als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek is voor bomen vastgesteld op 0,5 meter (50 cm.) en voor heesters en heggen op 0,0 m. (0 cm).

Artikel 15. Bestrijding iepziekte en andere boomziekten

  • 1.

    Indien zich op een erf of terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van burgemeester en wethouders gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van de iepenspintkever, is de rechthebbende, indien hij daartoe door burgemeester en wethouders is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      indien de iepen in de grond staan, deze te vellen;

    • b.

      de iepen ter plaatse te ontschorsen en de schors te vernietigen;

    • c.

      of de niet ontschorste iepen of delen daarvan te vernietigen of zodanig te behandelen dat verspreiding van de iepziekte wordt voorkomen.

  • 2.

    Het is verboden gevelde iepen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren.

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing op geheel ontschorst iepenhout en op iepenhout met een doorsnede kleiner dan 4 centimeter.

  • 4.

    Indien door Provincie of Rijk voorschriften worden uitgevaardigd m.b.t. andere boomziekten dan dienen deze nageleefd worden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in het tweede lid gestelde verbod.

Artikel 16. Toestemming of verplichting uitvoeren noodkap

  • 1.

    De burgemeester kan toestemming geven of de verplichting opleggen tot het uitvoeren van noodkap, indien sprake is van ernstig gevaar voor zaken of personen door instabiliteit van een houtopstand of vergelijkbaar spoedeisend belang.

  • 2.

    De rechthebbende is, indien hij daartoe door de burgemeester is aangeschreven, verplicht binnen de bij de last onder bestuursdwang of onder dwangsom opgelegde termijn aan de daarin gestelde verplichtingen en voorschriften te voldoen.

Artikel 17. Strafbepaling

  • 1.

    Degene die handelt in strijd met het bij of krachtens artikel 10, artikel 15, lid 2 en artikel 19 bepaalde kan worden gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie. Tevens kan een rechterlijke veroordeling op grond van dit artikel openbaar gemaakt worden. Bij de strafmaatbepaling kan rekening worden gehouden met de boomwaarde.

  • 2.

    De op grond van dit artikel ingestelde strafvervolging laat onverlet de mogelijkheid van het instellen door burgemeester en wethouders van een privaatrechtelijke vordering tot schadevergoeding wegens schade aan bomen of een houtopstand waarvan de gemeente de rechthebbende is.

Artikel 18. Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.

Artikel 19. Nadere regels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter uitvoering van het bepaalde in deze verordening nadere regels vast te stellen.

Artikel 20. Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Leiden 2015.

  • 2.

    De Groene Kaart en het bijbehorend register zoals die golden op 22 oktober 2020 blijven van kracht en worden geacht te zijn vastgesteld als Groene Kaart en bijbehorend register als bedoeld in artikel 1 onder q en artikel 2 van deze verordening.