Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bunschoten

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBunschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-2020Nieuwe regeling

05-11-2020

gmb-2020-301795

1155597d

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021

De raad van de gemeente Bunschoten;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 september 2020, nr. 1155598;

 

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2021

(Verordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2021)

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33, van de wet milieubeheer.

  • 2.

    GBLT: het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus – Tricijn te Zwolle.

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22, van de Wet milieubeheer een verplichting tot het in zamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    De afvalstoffenheffing bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag per jaar;

    • b.

      vermeerderd met een gedifferentieerd bedrag per keer dat afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 3. Voorwerp van de belasting

  • 1.

    Voorwerp van de belasting is een perceel.

  • 2.

    Als een perceel wordt aangemerkt:

    • a.

      de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c en f, van de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;

    • c.

      een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaken dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • d.

      een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeel, bij elkaar behoren;

    • e.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

Artikel 4. Belastingplicht

De belasting wordt geheven dan degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel wordt geheven bij de wege van aanslag, met dien verstande dat voor de belasting in hoofdstuk 1.2 en 1.2.1 van de tarieventabel geldt dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Indien de belastingplicht eindigt na dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

Artikel 9. Aanslaggrens

  • 1.

    De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 1,00 bedraagt.

  • 2.

    Voor toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.

Artikel 10. Vrijstellingen

Wegens het niet nakomen van de inzamelplicht wordt geen afvalstoffenheffing geheven van de gebruikers van de recreatiewoningen, die zijn gelegen op één van de onderstaande bungalow-/recreatieparken:

  • Bungalowpark Wijdland, Westdijk 36, 3752 AE Bunschoten-Spakenburg;

  • Bungalowpark Eemland, Westdijk 40, 3752 AW Bunschoten-Spakenburg.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, zoals bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van het kalendermaand volgens op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.

  • 3.

    Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel bedoeld in artikel 7, tweede lid:

    • a.

      Mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      Schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval toezending daarvan binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 12. Kwijtschelding

Van de geheven afvalstoffenheffing is alleen kwijtschelding mogelijk voor het tarief zoals vermeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel. Voor alle andere belastingen is geen kwijtschelding mogelijk.

Artikel 13. Nadere regels

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel.

Artikel 14. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2020’ van 7 november 2019 wordt ingetrokken met ingang van het in het derde lid bedoelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2021 hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2021’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 5 november 2020

de griffier,

E.Hoogstraten

de voorzitter,

M. v.d.Groep

Tarieventabel behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2021"

Hoofdstuk 1 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 230,00

1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor de afvalverwijdering van restafval middels (ondergrondse) verzamelcontainers, per aanbieding restafval

van 60 liter

van 40 liter

 

 

 

€ 1,68

€ 0,84(*)

1.2.1

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 1.1 bedraagt de belasting voor de afvalverwijdering van restafval middels een mini-container van 240 liter, per aanbieding

 

€ 6,72

 

(*) = dit tarief is alleen van toepassing in die gevallen waarbij de gemeente het technisch mogelijk heeft gemaakt om middels een smallere gleuf een kleinere afvalzak van 40 liter aan te bieden in een ondergrondse verzamelcontainer. Tevens is het dan niet meer mogelijk om via de betreffende ondergrondse verzamelcontainer een 60 liter afvalzak aan te bieden. Indien huishoudens toch een 60 liter afvalzak wil blijven aanbieden, dan kan men verzoeken om gebruik te mogen maken van een andere inzamelcontainer voor deze service.

 

Hoofdstuk 2 Achterlaten van grove huishoudelijke afvalstoffen op verzamelplaats

2.1

Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1 bedraagt het recht voor het achterlaten van grof huishoudelijke afvalstoffen, op een daartoe van gemeentewege beschikbaar gestelde plaats, indien het betreft:

  • a.

    puin (per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan)

  • b.

    bouw/sloopafval (per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan);

  • c.

    overig grof huishoudelijk afval (per 0,5 m3 of een gedeelte daarvan)

 

De tarieven worden verhoogd met administratiekosten, per factuur

 

 

 

€ 13,80

€ 41,40

€ 2,30

 

 

€ 10,00

 

Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2020

De griffier van Bunschoten,

E.Hoogstraten

Toelichting behorende bij de "Verordening afvalstoffenheffing Bunschoten 2021"

Afvalbeleid

Per 1 januari 2017 voert de raad van de gemeente Bunschoten een nieuw afvalbeleid in dat werkt volgens het concept “omgekeerd inzamelen”. Papier, GFT en PMD afval wordt afzonderlijk via een drietal minicontainers ingezameld. Ieder huishouden krijgt (in beginsel) de beschikking over deze set aan minicontainers. Voor het afvoeren van restafval zijn verspreid over de bebouwde kom op het grondgebied van de gemeente ondergrondse inzamelcontainers gepositioneerd. Hier kan ieder huishouden het restafval (geregistreerd) deponeren door middel van een milieupas, welke is gekoppeld aan het betreffende perceel. Voor het buitengebied blijft het afvoeren van restafval via 240 liter afvalcontainers de gebruikelijke handelswijze. Ook ontvangen zij een milieupas, zodat zij daarnaast ook de keuze hebben om bij één aangewezen ondergronds inzamelsysteem dit restafval af te voeren.

Afvalstoffenheffing

De afvalstoffenheffing wordt opgelegd in twee stappen. Het vastrecht afvalstoffenheffing (artikel 1.1 tarieventabel) worden opgelegd in de loop van het belastingjaar. Het variabele recht (diftar) voor het restafval wordt opgelegd na afloop van het kalenderjaar (artikel 1.2 en 1.2.1 tarieventabel). Dan is ook pas de hoogte van deze belasting vast te stellen. NB. de tariefverhouding tussen 60/40/240 liter restafval is in feite gebaseerd op het effectieve gebruik 40/20/160 liter.

Het afvalproces ROVA in combinatie met het proces aanslagoplegging GBLT

In- en uitschrijvingen in de basisregistratie personen (GBA) vormen het vertrekpunt voor blokkeringen en deblokkeringen voor het gebruik van de milieupas restafval inzamelsysteem en grondstofcontainers.

Ook vanuit de aanslagoplegging c.q. verminderingen op aanslagen wordt gewerkt volgens dit concept.

Privacy

De gemeente heeft met ROVA een beheerovereenkomst gesloten waarmee de privacy van verzamelde en bewerkte gegevens wordt gegarandeerd. Daarbij is GBLT bevoegd om de voor de belastingheffing benodigde gegevens te gebruiken.

Vrijstellingen

Voor de bungalowparken Wijdland en Eemland, gesitueerd op Westdijk 36 respectievelijk Westdijk 40 geldt een ontheffing van de verplichte inzameling afvalstoffenheffing. Deze recreatieondernemers hebben een eigen afval inzamelsysteem voor hun onderscheidene parken. Zie ook artikel 3 van de Afvalstoffenverordening.

Aanbiedstation

Het afvoeren van puin, bouw- en sloopafval en overig grof huishoudelijk afval, niet zijnde restafval, dient in beginsel te worden betaald middels de stortpas. Deze kan men aanschaffen bij de centrale balie op het gemeentehuis.

 

Behoort bij raadsbesluit van 5 november 2020

De griffier van Bunschoten,

E.Hoogstraten