Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen (Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen)

Artikel 1 Openstelling

• 1.

  De openingstijden van de begraafplaats zijn van 1 april tot en met 30 september:

  • a.

    Van maandag tot en met vrijdag van 7:30 uur tot 18:30 uur;

  • b.

    In de weekeinden en op feestdagen van 9:00 uur tot 20.00 uur.

• 2.

  De openingstijden van de begraafplaats zijn van 1 oktober tot en met 31 maart:

  • a.

    Van maandag tot en met vrijdag van 7:30 uur tot 16:30 uur;

  • b.

    In de weekeinden en op feestdagen van 9:00 uur tot 18.00 uur.

Artikel 2. Indeling en uitgifte der graven

• 1.

  De algemene graven zijn:

  Graven waarin gelegenheid wordt gegeven om overledenen te begraven voor de tijd van 10 jaren. Een algemeen graf biedt plaats voor het begraven van 3 overleden.

• 2.

  De particuliere graven zijn:

  • a.

    Graven die uitgegeven worden voor de tijd van 10 of 20 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 3 overledenen dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen.

  • b.

    Urnennissen die uitgegeven worden voor de tijd van 10 of 20 jaren voor het plaatsen van ten hoogste 3 asbussen met of zonder urnen.

  • c.

    Urnenkelders die uitgegeven worden voor de tijd van 10 of 20 jaren voor het plaatsen van ten hoogste 2 asbussen.

Artikel 3. De bezorging van as

• 1.

  De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • -

    op werkdagen (ma. t/m vr.) tussen 9:00 uur en 16:00 uur;

  • -

    op zaterdag tussen 9:00 uur en 12:00 uur.

• 2.

  Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande vastgesteld.

• 3.

  Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

• 4.

  Asbussen met of zonder urnen kunnen worden bezorgd in:

  • a.

    particuliere urnennissen, uitgegeven voor de tijd van 10 of 20 jaren, bestemd voor de bijzetting van 3 asbussen met of zonder urnen. Bij het verlengen wordt een periode aangehouden van telkens 5 of 10 jaar.

  • b.

    particuliere urnenkelders, uitgegeven voor de tijd van 10 of 20 jaren, bestemd voor de bijzetting van 2 asbussen. Bij het verlengen wordt een periode aangehouden van telkens5 of 10 jaar.

  • c.

    particuliere graven uitgegeven voor een tijd van 10 of 20 jaren, bestemd voor de bijzetting van 3 overledenen dan wel het plaatsen van 3 asbussen met of zonder urnen. Bij het verlengen wordt een periode aangehouden van telkens 5 of 10 jaar.

Artikel 4. Lijkomhulsels

De overledene dient begraven te worden conform gestelde in het Lijkomhulselbesluit.

Artikel 5. Gedenkteken en aanvraag vergunning

• 1.

  Op particuliere graven, urnenkelders en urnennissen uitgezonderd, mag een gedenkteken worden aangebracht.

• 2.

  Op particuliere urnenkelders mag een liggend gedenkteken worden aangebracht.

• 3.

  Urnennissen mogen worden afgesloten met een afsluitplaat.

• 4.

  Op algemene graven mag, na ingebruikname van de laatste begraaflaag, een liggend gedenkteken worden aangebracht, één per gebruikte begraaflaag en op volgorde van begraving.

• 5.

  Een aanvraag voor een vergunning tot het hebben van een gedenkteken op een particulier graf een algemeen graf, een particuliere urnennis of een particulier urnenkelder of tot het aanbrengen van een grafkelder in een particulier graf, dient schriftelijk ingediend te worden bij het college van burgemeester en wethouders.

• 6.

  Bij deze schriftelijke aanvraag behoort een werktekening te worden ingediend.

• 7.

  Op deze werktekening dienen tenminste voor te komen:

  • a.

    een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

  • b.

    de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • c.

    de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

  • d.

    de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

  • e.

    het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

• 8.

  Indien de vergunningaanvraag wordt gedaan door een steenhouwer, dan ontvangt de steenhouwer een kopie van de vergunning en de rechthebbende of de belanghebbende het origineel. De kosten van de leges voor de vergunning worden in rekening gebracht bij de desbetreffende steenhouwer.

Artikel 6. Beslissing

• 1.

  De beslissing op de aanvraag voor een vergunning zoals bedoeld in artikel 5 wordt door het college van burgemeester en wethouders schriftelijk medegedeeld aan; de rechthebbende bij een particulier graf, urnennis of urnenkelder, de belanghebbende bij een begraaflaag in een algemeen graf en de steenhouwer.

• 2.

  Het plaatsen van het gedenkteken, de grafbeplanting of de grafkelder gebeurt niet dan op afspraak met de beheerder van de begraafplaats.

Artikel 7. Voorwaarden gedenktekens

• 1.

  Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld natuursteen, metaal, keramiek, gehard glas, duurzame kunststoffen of verduurzaamd hout.

• 2.

  De vormgeving binnen de voor particuliere graven gestelde maten (conform figuur 1, 2 en 3) is vrij binnen de bepalingen van de beheerverordening.

• 3.

  Het grafoppervlak van een algemeen graf wordt in drie gelijke delen verdeeld (conform figuur 4). De vormgeving binnen de in figuur 4 gestelde maten is vrij binnen de bepalingen van de beheerverordening.

• 4.

  Onder het gedenkteken dient een betonraam of fundering aanwezig te zijn.

• 5.

  Alle onderdelen van de grafbedekking moeten duurzaam aan het gedenkteken zijn verbonden.

• 6.

  Beletteringen / teksten / inscripties op de gedenktekens mogen geen aanstootgevende teksten, afbeeldingen of figuren bevatten.

• Figuur 1; Gedenkteken op een enkel particulier graf

  Figuur 2; Gedenkteken op een enkel keldergraf. Afmetingen in lengte en breedte kunnen iets afwijken van de praktijksituatie.

   

• Figuur 3; Sluitsteen voor een urnennis en urnenkelder. Afmetingen in lengte en breedte kunnen iets afwijken van de praktijksituatie.

   

  Figuur 4; gedenktekens op een algemeen graf in liggend vlak en zijaanzicht.

Artikel 8. Afmetingen gedenkteken

• 1.

  De maximum afmetingen voor het staande gedeelte van een grafmonument zijn:

  • -

    op een enkel particulier graf: breedte 80 cm en hoogte 100 cm (conform figuur 1);

  • -

    op een dubbel particulier graf: breedte 160 cm en hoogte 100 cm.

• 2.

  De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument zijn:

  • -

    op een enkel particulier graf: breedte 90 cm en lengte 180 cm (conform figuur 1);

  • -

    op een dubbel particulier graf: breedte 180 cm en lengte 180 cm.

• 3.

  De maximum afmetingen voor het liggende gedeelte van een grafmonument op een keldergraf zijn:

  • -

    op een enkel keldergraf: breedte 94 cm en lengte 230 cm (conform figuur 2);

  • -

    op een dubbel keldergraf: breedte 188 cm en lengte 230 cm.

• 4.

  De maximum afmetingen voor het liggende grafmonument op een algemeen graf zijn:

  • -

    breedte 40 cm en lengte 60 cm (conform figuur 4).

• 5.

  De maximum afmetingen voor het liggende grafmonument op een urnenkelder zijn:

  • -

    breedte 40 cm en hoogte 52 cm.

• 6.

  Voor het aanbrengen van een afsluitplaat op een urnennis of urnenkelder zal de steenhouwer zich steeds vergewissen van de afmetingen van de betreffende nis of graf (indicatie: figuur 3).

Artikel 9. Grafoppervlakten

De afmetingen van het grafoppervlak komen overeen met de afmetingen van de liggende gedenktekens genoemd in artikel 8.

Artikel 10. Vereisten keldergraven

• 1.

  Het stichten van een grafkelder geschiedt door de zorg, voor risico en op kosten van de aanvrager na verkregen vergunning van het college.

• 2.

  De afmetingen van de ruimte waarbinnen een grafkelder mag worden aangebracht, zijn: lengte 230 cm breedte 94 cm.

• 3.

  Degene, die in een grafkelder wil doen begraven, is verplicht op zijn kosten deze kelder voor de begrafenis te laten openen en na het begraven terstond te laten sluiten.

• 4.

  Het openen van een grafkelder, anders dan tot het daarin opnemen van overledenen en in dat geval eerder dan twee uren tevoren, is verboden, tenzij de beheerder van de begraafplaats hiervoor toestemming heeft verleend.

• 5.

  Indien de rechthebbende zijn verplichtingen ten aanzien van het sluiten niet nakomt, geschiedt sluiting op zijn kosten van gemeentewege.

Artikel 11. Losse bloemen en planten

• 1.

  Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen zonder vergunning eenjarige gewassen worden geplant.

• 2.

  Indien verwaarloosde potten en vazen alsmede verwelkte bloemen, boeketten, grafstukken en kransen op het graf aanwezig zijn, heeft de beheerder het recht om de rechthebbende of gebruiker te sommeren deze artikelen te verwijderen. Indien hieraan geen gehoor wordt gegeven binnen een tijdsbestek van 2 weken, heeft de beheerder het recht om deze artikelen te verwijderen zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 12. Winterharde gewassen

• 1.

  De winterharde gewassen die op de graven worden geplant, mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte en de toegestane afmetingen voor grafbedekkingen niet overschrijden of moeten door snoei binnen proporties worden gehouden.

• 2.

  Het is het recht van de beheerder bij het niet naleven van deze regels de rechthebbende te sommeren hieraan gevolg te geven. Indien hieraan binnen drie maanden geen gehoor wordt gegeven heeft de beheerder het recht deze werkzaamheden uit te voeren op kosten van de rechthebbende of belanghebbende.

Artikel 13. Onderhoud rechthebbende/ gebruiker

• 1.

  De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking op het graf “behoorlijk te onderhouden of te herstellen”. Onder dit onderhoud wordt verstaan: Het schoonmaken van het gedenkteken, het indien nodig stellen van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het aanbrengen, onderhouden en eventueel vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige planten, het verwijderen van dode planten, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekking.

• 2.

  Het groenafval dat vrij komt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

• 3.

  Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 14. Afval en beschadigingen

• 1.

  Alle sporen van afval, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen, moeten van de begraafplaats meegenomen worden.

• 2.

  Beschadigingen, ontstaan tengevolge van werkzaamheden op of aan de gedenktekenen moeten worden hersteld door de rechthebbende, belanghebbende of veroorzaker van de schade.

Artikel 15. Slotbepalingen

• 1.

  Deze nadere regels treden in werking op 17 november 2020

• 2.

  Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Regels voor de graven, asbezorging en gedenkplaatsen.