Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van standplaatsen voor woonwagens |
Citeertitel | Verordening op het gebruik van standplaatsen voor woonwagens |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 08-12-2010 | onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:a. standplaats : een standplaats op een centrum als bedoeld in artikel 2 van de Woonwagenwet (Stbl. 1968, 98) dan wel een standplaats als be¬doeld in de artikelen 10, 10.e. of 11 van de Woonwagenwet, of een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h. van de Woningwet (Stbl. 1991, 439);b. woonwagen : een woonwagen als bedoeld in artikel 1 van de Woonwagenwet; c. standplaatshouder : degene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over een vergunning van burgemeester en wethouders of Gedeputeerde Staten, of bij gebreke van die vergunning de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door burgemeester en wethouders beoordeeld.
Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing op standplaats¬houders die ingevolge een privaatrechtelijke overeenkomst met de gemeente een standplaats innemen.
Het is de standplaatshouder verboden om:a. de standplaats geheel of gedeeltelijk aan derden in huur of gebruik af te staan;b. in of op de standplaats enigerlei nering of bedrijf uit te oefenen of te laten uitoefenen en/of goederen en/of afvalstoffen en derge¬lijke te hebben of op te slaan, welke betrekking hebben op de uitoefening van enigerlei nering of bedrijf;c. in of op de standplaats voorwerpen of stoffen aanwezig te hebben, welke door gasvorming, brand- of explosiegevaar, gewicht, lawaai, hinderlijke geur of op enigerlei andere wijze hinder of gevaar veroorzaken of kunnen veroorzaken.
Het is de standplaatshouder verboden om, zonder voorafgaande schrif¬telijke toestemming van burgemeester en wethouders:a. de woonwagen op de standplaats te verplaatsen of te laten ver¬plaat¬sen; b. in of op de standplaats aan of bij te bouwen, af te breken of enige andere verandering aan te brengen dan wel zulks te laten gebeuren;c. de bij de standplaats behorende erfafscheiding te verwijde¬ren, te verplaatsen of anderszins te veranderen dan wel zulks te laten gebeuren.
De standplaatshouder is tevens verplicht om bij diens vertrek ervoor te zorgen dat, onverminderd het bepaalde in artikel 4, vierde lid, de standplaats in oorspronkelijke staat wordt achtergelaten. Burgemeester en wethouders kunnen de standplaathouder schriftelijk mededelen dat hiervan wordt afgeweken.
Overtreding van het bepaalde in artikel 4 en artikel 6, derde lid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
De opsporing van de in artikel 7 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Wanneer de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen -woonwagens daaronder mede verstaan- desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker te betreden:a. aan hen, die en voor zover zij door het bevoegd gezag zijn belast met de uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;b. aan hen, die en voor zover zij door het bevoegd gezag zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening;c. aan de opsporingsambtenaren, die en voor zover zij zijn belast met de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Voor zoveel de in het eerste lid bedoelde last woningen of woonwagens betreft, wordt deze verstrekt met inachtneming van de wet van 31 augustus 1853 Stbl. 83 (Wet uitvoering voorschriften plaatselijke verordeningen) en uitsluitend indien de zorg voor de naleving een voorschrift betreft dat strekt tot handhaving van de openbare rust of veiligheid of tot bescherming van het leven of de gezondheid van personen.