Organisatie | Hardinxveld-Giessendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Inspraakverordening |
Citeertitel | Inspraakverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | nieuwe regeling | 02-12-2010 Het Kompas editie Hardinxveld-Giessendam, 08-12-2010 | onbekend |
De raad van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;gezien het voorstel van het college van 2 november 2010, nr. GemHG/INTERN/4014;gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;besluitvast te stellen:Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:a) inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;b) inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;c) beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
In het kader van de ruimtelijke regelgeving wordt inspraak in ieder geval verleend ten aanzien van de voorbereiding van:a. structuurvisies als bedoeld in artikel 2.1 Wro;b. beheersverordeningen als bedoeld in artikel 3.38 Wro;c. besluiten als bedoeld in artikel 3.10 Wro met uitzondering van de besluiten als bedoeld in lid 4 onder h. van dit artikel;d. besluiten als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 Wro met uitzondering van de besluiten als bedoeld in lid 4 onder i. van dit artikel.
Geen inspraak wordt verleend:a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;f. indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving;g. inzake de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3.6 lid 1, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening (uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen in bestemmingsplannen);h. inzake de voorbereiding van besluiten als bedoeld in van artikel 3.10 Wro (projectbesluit) of op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, als bedoeld in van artikel 2.12, eerste lid sub 3º Wabo , indien deze besluiten betrekking hebben op projecten van geringe planologische betekenis;i. inzake de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 3.1 lid 1 Wro (bestemmingsplan) indien deze besluiten betrekking hebben op bestemmingsplannen met een geringe planologische betekenis (postzegelplannen).
Het eindverslag bevat in elk geval:a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.