Organisatie | Heerlen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeente Heerlen - Verordening van de gemeenteraad van Heerlen houdende bepalingen inzake de kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021 (Kwijtscheldingsverordening 2021) |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | kwijtschelding gemeentelijke belastingen |
Geen
artikel 255 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling, oude regeling 2020 vervalt per 1 januari 2021 | 05-11-2020 | OBM-20000090 |
De raad van de gemeente Heerlen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 novemer 2020;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990;
overwegende dat het gewenst is om nadere regels te stellen voor het verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
”verordening op de kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021”
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend:
Artikel 2 Verruimde kwijtschelding
1.Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt kwijtschelding verleend voor 100 procent van de belastingbedragen als bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid onder a, b en c van de tarieventabel behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021"(belasting per perceel) op jaarbasis;
2. van de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in hoofdstuk 1, leden 2 t/m 4 (belasting per lediging) van de tarieventabel behorende bij de "Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2021", wordt per belastingjaar kwijtschelding verleend tot een bedrag van maximaal:
In afwijking van het eerste lid worden de kosten van bestaan van de in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen bedoelde AOW-gerechtigde personen gesteld op 100 procent van de bijstandsnorm en 100 procent van de toepasselijke, in genoemd artikel 1a bedoelde netto AOW-bedragen.