De raad van de gemeente Waterland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op 147, lid 1, Gemeentewet, artikel 47 van de Wet werk en bijstand
(WWB) en artikel 12, lid 1, onderdeel d, van de Wet investeren in jongeren
(WIJ);
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen
aangaande de cliëntenparticipatie WWB en WIJ;
Besluit:
Verordening cliëntenparticipatie gemeente Waterland 2009 vast te
stellen.
Artikel 1 Begripsbepalingen
- 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de gemeente: de gemeente Waterland.
- b.
het college: het college van burgemeester en
wethouders van de gemeente Waterland.
- c.
belanghebbenden: personen die een uitkering ingevolge
de WWB en de WIJ ontvangen,
alsmede personen die een nabestaanden- of halfwezenuitkering op
grond van de
Algemene nabestaandenwet (Anw) ontvangen,
niet-uitkeringsgerechtigden, voor wiens
Arbeidsinschakeling het college verantwoordelijk is, en
personen die gesubsidieerde
arbeid verrichten.
- d.
Maatschappelijke organisaties: instellingen die
direct of indirect deel uitmaken van het dagelijkse leven van de
bij de cliëntenparticipatie betrokken personen.
- 2.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader
zijn omschreven,
hebben de zelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de
Wet investeren in
jongeren(WIJ).
Artikel 2 In stand houden Cliëntenplatform
Het college bevordert het in stand houden van het Cliëntenplatform.
Artikel 3 Leden van het Cliëntenplatform
- 1.
Het Cliëntenplatform bestaat uit belanghebbenden en/of
vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
- 2.
Het Cliëntenplatform bestaat uit maximaal 5 personen.
- 3.
Bij voorkeur is een van de leden van het Cliëntenplatform een
belanghebbende, die niet een uitkering krachtens de wet ontvangt.
- 4.
Uitgesloten van lidmaatschap zijn: collegeleden, raadsleden, ambtenaren
van de gemeente Waterland en leden van de Adviescommissie voor de
Bezwaarschriften.
Artikel 4 Benoeming van de leden
- 1.
Het college benoemt de leden van het Cliëntenplatform. De leden hebben
op individuele titel zitting in het platform en vertegenwoordigen geen
achterban.
- 2.
De zittingsduur van de leden is vier jaar. De leden zijn herbenoembaar.
- 3.
De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.
- 4.
Nieuwe leden van het Cliëntenplatform worden benoemd door het college op
voordracht van het Cliëntenplatform.
- 5.
Het Cliëntenplatform is verantwoordelijk voor de werving en selectie van
nieuwe leden.
Artikel 5 Beëindiging van het lidmaatschap
- 1.
Het lidmaatschap van het Cliëntenplatform eindigt indien het lid geen
belanghebbende of vertegenwoordiger van een maatschappelijke
organisaties meer is.
- 2.
Het lidmaatschap van het Cliëntenplatform eindigt indien het lid
aftreedt.
- 3.
Het lidmaatschap van het Cliëntenplatform eindigt indien de zittingsduur
als bedoeld in artikel 4, tweede lid is verlopen.
- 4.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, kan het lid de functie
blijven vervullen totdat in de vacature is voorzien, totdat de
zittingduur van 4 jaar is versteken.
- 5.
Het Cliëntenplatform is verantwoordelijk voor een tijdige voordracht van
nieuwe leden van het Cliëntenplatform.
Artikel 6 Vergaderingen
- 1.
De reguliere vergaderingen van het Cliëntenplatform vinden minimaal
eenmaal per jaar plaats.
- 2.
Een vergadering als bedoeld in het eerste lid wordt minimaal 4 weken
voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.
- 3.
De reguliere vergaderingen worden ingesteld en bijgewoond door de
Wethouder Sociale Zaken. De leden van het Cliëntenplatform, alsmede de
wethouder Sociale Zaken, kunnen tot twee weken voor de vergadering,
onderwerpen op de agenda voor de vergadering plaatsen.
- 4.
Op verzoek van een meerderheid van de leden van het Cliëntenplatform,
kan er tussentijds een vergadering plaatsvinden.
- 5.
Een vergadering als bedoeld in het vierde lid wordt minimaal 2 weken
voor het plaatsvinden van de vergadering bekendgemaakt.
- 6.
De tussentijdse vergaderingen worden in beginsel bijgewoond door de
Wethouder Sociale Zaken. De leden van het Cliëntenplatform, alsmede de
wethouder Sociale Zaken, kunnen tot één week voor de vergadering,
onderwerpen op de agenda voor de vergadering plaatsen.
- 7.
Indiening van onderwerpen voor de vergadering geschiedt schriftelijk bij
de ambtelijk secretaris van het Cliëntenplatform.
Artikel 7 Ambtelijk secretaris
- 1.
Aan het Cliëntenplatform wordt de mogelijkheid gegeven om in het
gemeentehuis te vergaderen
- 2.
Het Cliëntenplatform wordt ondersteund door een ambtelijk
secretaris.
- 3.
De ambtelijk secretaris is de juridisch beleidsmedewerker van de
afdeling Zorg en Welzijn.
- 4.
De ambtelijk secretaris draagt in ieder geval zorg voor:
- a.
uitnodiging voor de vergadering conform artikel 6,
- b.
vaststelling van de agenda overeenkomstig de aangedragen
voorstellen conform artikel 6,
- c.
verzending van de agenda,
- d.
informatievoorziening ten behoeve van de leden en de voorzitter
van het Cliëntenplatform, en
- e.
reservering van de vergaderruimte.
Artikel 8 Adviezen Cliëntenplatform
- 1.
De adviezen van het Cliëntenplatform worden gegeven overeenkomstig de
mening van de meerderheid van het Cliëntenplatform.
- 2.
Op verzoek kan het minderheidsstandpunt in het advies worden
opgenomen.
- 3.
Het Cliëntenplatform kan het college adviseren met betrekking tot de
uitvoering van de wet, voorgenomen beleid en wijzigingen van bestaand
beleid.
- 4.
Teneinde het Cliëntenplatform de gelegenheid te geven adequaat te
adviseren verstrekt de ambtelijk secretaris aan de leden van het
Cliëntenplatform het concept college voorstel en verzoekt de leden
binnen 2 weken om een reactie.
- 5.
De adviezen van het Cliëntenplatform worden op schrift aan de ambtelijk
secretaris verstrekt. De ambtelijk secretaris verwerkt de reactie van
het Cliëntenplatform in het advies aan het college, zodat het college
het advies in haar beoordeling kan betrekken.
- 6.
Het is het Cliëntenplatform niet toegestaan adviezen te geven omtrent
individuele zaken.
Artikel 9 Vergoeding Cliëntenplatform
- 1.
De leden van het Cliëntenplatform komen in aanmerking voor een
vergoeding gebaseerd op
artikel 14, 1e lid van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden van het ministerie van
Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.
- 2.
Het college stelt de hoogte van de onkostenvergoeding, genoemd in lid 1,
vast.
- 3.
De vergoeding wordt voor maximaal 10 bijeenkomsten per jaar
betaald.
Artikel 10 Slotbepaling
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het
college.
Artikel 11 Inwerkingtreding
- 1.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht de dag na publicatie in
“Ons Streekblad”
per 1 oktober 2009 in werking.
- 2.
De Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2006 wordt
ingetrokken op het
moment dat de ‘Verordening cliëntenparticipatie gemeente Waterland
2009’ in werking
treedt.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie
gemeente Waterland 2009.
Algemene Toelichting
Deze verordening richt zich op de uitvoering van twee wetten; de bestaande WWB
en de nieuwe Wet investeren in jongeren (WIJ). De invoering van de WIJ en de
wijzigingen in de Wet werk en bijstand (WWB) als gevolg van de inwerkingtreding
van WIJ per 1 oktober 2009 vormen de aanleiding voor de aanpassing van deze
verordening.
De WIJ verplicht gemeenten om jongeren van 18 tot 27 jaar die zich melden bij de
gemeente voor een uitkering een aanbod te doen. De maatregelen in de Wet
investeren in jongeren zijn bedoeld om te bevorderen dat jongeren duurzaam aan
de slag gaan en te voorkomen dat ze afhankelijk worden van de bijstand.
De Wij richt zich in de kern op het werkleeraanbod met als doel duurzame
arbeidsparticipatie. De inkomensvoorziening is daarom in vergelijking met de WWB
naar een lager plan geschoven. Echter, een afwijkende regeling ten opzichte van
de WWB is hierin niet beoogd. De normbedragen in de WIJ, gericht op de
inkomensvoorziening van de jongeren, sluiten aan bij de bijstandsnormen in de
WWB.
Artikelsgewijze toelichting
Volstaan wordt met een algemene opmerking dat de invoering van de WIJ de
reikwijdte van deze verordening heeft uitgebreid. Met invoering van de WIJ heeft
een opdeling in de reeds bestaande doelgroep van de WWB plaatsgevonden. De
jongere doelgroep tot 27 jaar is per 1 oktober 2009 overgeheveld naar de Wet
investeren in jongeren.
In artikel 1 is de WIJ aan de verordening toegevoegd. Derhalve is ook de naam
van deze verordening gewijzigd.
Artikel 11 geeft aan dat de verordening met terugwerkende kracht wordt
ingevoerd. De terugwerkende kracht van deze verordening is gebaseerd op de
invoeringsdatum van de WIJ. Deze wet is inmiddels per 1 oktober 2009 in werking
getreden.