Organisatie | Oosterhout |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de raad van Oosterhout van 27 oktober 2020 tot vaststelling van het "Beleidskader welzijn" |
Citeertitel | Beleidskader welzijn |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 27-10-2020 | 235105 |
In het Sociaal Domein gaat het om het versterken van mensen en het bieden van perspectief en mogelijkheden om je als mens naar eigen wens en vermogen te ontplooien, je leven vorm te geven en je kinderen op te voeden tot volwassenen die voor zichzelf kunnen zorgen. Als samenleving (inwoners, organisaties en gemeente) moeten we hiervoor gelijke kansen creëren en daarmee sociale uitsluiting tegengaan. Dit doen we door te investeren in educatie en in sterke sociale verbanden: tussen inwoners onderling (zoals gezin, familie, verenigingsleven, sportclubs, buurtinitiatieven) en tussen inwoners, (maatschappelijke) organisaties en formele instanties (zoals de gemeente).
De transformatie van het Sociaal Domein beoogt een ‘beweging naar de voorkant’, zoals omschreven in de visie sociaal domein. De sociale basis en het voorliggend veld staan centraal. We willen meer de kracht van deze sociale basis benutten om inwoners in staat te stellen het eigen leven vorm te geven. Om de beweging te stimuleren, zijn laagdrempelige vrij toegankelijke voorzieningen, hulp en ondersteuning nodig waar inwoners eenvoudig hun weg naar toe vinden. Hier kan vroegtijdig steun worden geboden, zodat inwoners niet verder in de problemen komen.
De herijking van het welzijnswerk is vastgelegd in het beleidskader het Nieuwe Welzijn, dat u nu in handen heeft. Het gaat hierbij om een inhoudelijke herijking van de welzijnstaken, zonder dat er daarbij sprake is van een bezuinigingsopgave. Dit beleidskader biedt het kader om één of meerdere organisaties te contracteren, dan wel subsidiëren om vanaf 1 januari 2021 invulling te geven aan de welzijnstaken. Met dit beleidskader geeft de gemeente Oosterhout - op basis van de visie sociaal domein - verder vorm aan het welzijnswerk en geeft daarbij invulling aan wettelijke taken en verplichtingen van de gemeente. Taken en verplichtingen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet, Participatiewet, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wet educatie en beroepsonderwijs en Wet inburgering. Daarbij biedt het ons tevens de mogelijkheid om invulling te geven aan het wijkgericht werken.
Op 31 december 2020 loopt de meerjarige subsidieovereenkomst voor de welzijnstaken met Surplus Welzijn af. Ook de taken die door die door MEE Plus worden uitgevoerd vallen onder het welzijnswerk. De opdracht1 voor de vrij toegankelijke voorzieningen loopt tot en met 31 december 2020.
De opdracht voor de wettelijk verplichte onafhankelijke cliëntondersteuning is in 2018 opnieuw aanbesteed. MEE Plus heeft toen de opdracht gegund gekregen en naar tevredenheid uitgevoerd. In 2020 is deze opdracht conform aanbestedingsvoorwaarden voor twee jaar verlengd.
De gesprekken die hebben bijgedragen aan de totstandkoming en uitwerking van dit beleidskader hebben plaatsgevonden in de periode januari – mei 2020. Een periode waarin de coronacrisis zich openbaarde, maar waarin de volle omvang en effecten van deze crisis op onze samenleving nog niet te overzien was/is. Zoals verderop in dit beleidskader beschreven staat, gaan we flexibiliteit in de opdrachten aan het welzijnswerk creëren, zodat we onder andere ook in kunnen spelen op de nu nog onzekere effecten van de coronacrisis.
Welzijnswerk in de gemeente Oosterhout is gericht op het vergroten van de kwaliteit van leven, door het zoveel mogelijk op eigen kracht en naar wens en vermogen meedoen in de maatschappij. Inwoners die dit niet zelf lukt biedt het welzijnswerk (tijdelijk) laagdrempelige en vrij toegankelijke collectieve en/of individuele ondersteuning. Hiermee beogen we een verdere bijdrage te leveren aan de ‘beweging naar de voorkant’2.
Inwoners vinden eenvoudig hun weg naar laagdrempelige vrij toegankelijke voorzieningen/hulp en ondersteuning, waar zij elkaar kunnen ontmoeten en ondersteunen. Indien nodig kunnen zij vroegtijdig ondersteuning krijgen van een vrijwilliger of welzijnsprofessional, zodat zwaardere problemen voorkomen kunnen worden. Welzijnswerk speelt ook een rol bij het tijdig op- en afschalen van hulp en ondersteuning. Het is van belang dat de inwoners snel de juiste ondersteuning op de juiste plek (in de keten) krijgen. Deze ondersteuning is vraag- en doelgericht. De vrijwilliger/professional en de inwoner hebben samen een resultaat voor ogen wat binnen een vooraf vastgestelde (realistische) periode bereikt wordt of gaat worden.
De afgelopen jaren hebben ons geleerd dat eigen kracht en de zelfredzaamheid versterken voor een grote groep inwoners werkt, maar dat we soms ook moeten helpen, ondersteunen en tijdelijk overnemen om te zorgen dat erger wordt voorkomen. In haar lectorale rede verwoordt dr. L. Linders3 dit treffend:
“Waar op papier het streven naar participatie en zelfredzaamheid zeer aannemelijk klinkt, hoeft dat streven niet per se bij te dragen aan het creëren of behouden van een kwalitatief goed leven. Een mantelzorger die op haar tandvlees loopt schiet er helemaal niets mee op als haar in een keukentafelgesprek gevraagd wordt wat ze nog extra kan doen aan de zorg voor haar dementerende moeder. Dan is een gesprek over hoe deze dochter te ontlasten een betere optie. Iets vergelijkbaars doet zich voor bij gezinnen met schulden die gebukt gaan onder chronische stress.”
Ook in Oosterhout herkennen we deze signalen. Professionals ervaren dat de opdracht om te werken aan eigen kracht en zelfredzaamheid soms wringt met wat ze aantreffen in de dagelijkse werkpraktijk. Terwijl het oorspronkelijke gedachtegoed wel degelijk raakt aan hoe mensen behandeld willen worden. Op zich heeft het streven dat iedereen zo veel mogelijk en naar eigen wens en vermogen participeert in de samenleving veel potentie en doet het recht aan wat mensen zelf willen: erbij horen en van betekenis zijn. Mensen in een kwetsbare positie willen behalve als patiënt en cliënt ook gewoon inwoner zijn en een waardevol leven leiden.
We zoeken de komende periode dan ook naar een balans tussen de tijdelijkheid van ondersteuning en de soms blijvende stut en steun die de meest kwetsbare inwoners in hun leven nodig hebben om terugval te voorkomen. We zien hierin onder andere een belangrijke rol weggelegd voor de vrij toegankelijke voorzieningen, zoals dagbesteding en begeleiding: plaatsen voor ontmoeting en verbinding.
Positie en rol van het welzijnswerk
Als gemeente investeren wij al vele jaren in een brede sociale basis4 en uitgebreide publieke voorzieningen. We zien het als onze verantwoordelijkheid om een goede basisinfrastructuur te bieden aan onze inwoners, zodat zij en hun gezin zelf en samen kunnen deelnemen aan de samenleving. We bouwen voort op fundamenten die de afgelopen jaren zijn gelegd voor een inclusief Oosterhout. Denk aan het rijke verenigingsleven, sport, cultuur, het onderwijs en de voorzieningen. Een mooi en noodzakelijk fundament voor een vitaal, gezond en zelfredzaam leven.
Er zijn vele vrijwilligers en professionals actief, die inwoners vaak zien en goed kennen. Juist deze personen hebben een rol bij het versterken van het dagelijkse leven en hebben een sociale functie in het signaleren en toe leiden, die de we komende jaren nog nadrukkelijker willen positioneren. Door hen te leren hoe zij kunnen signaleren en wat zij met deze signalen kunnen doen, kan het alledaagse leven nog meer versterkt worden. Welzijnswerk speelt hier een belangrijke rol in.
Versterken van de sociale basis
Hoe sterker de opvoed- en opgroeikracht van de sociale netwerken in een gebied is, hoe lichter het benodigde voorzieningenaanbod en de inzet van hulp en ondersteuning kan zijn. Hierin speelt enerzijds de kracht van de beschermende factoren en anderzijds de aanwezigheid van risicofactoren een belangrijke rol. Welzijn is belangrijk bij het zichtbaar maken en versterken van de beschermende factoren en het verkleinen van de risicofactoren. Te denken is aan het sterker maken van de binding met de buurt, het stimuleren om mee te doen en het verstevigen van (sociale) vaardigheden en weerbaarheid, zoals ook door de partners binnen het programma de Brede Buurt5 wordt gedaan.
Wijkgericht werken draagt bij aan het versterken van die sociale basis. Wijkgericht werken is een manier om op basis van informatie, capaciteiten en behoeften uit de wijk het welzijnswerk effectief in te zetten. Elk gebied heeft een basisinfrastructuur. Het volume en de inhoud van deze basis variëren. Daar waar deze sociale basis onvoldoende ondersteuning kan bieden heeft het welzijnswerk zijn plaats. Het welzijnswerk is dan ook geworteld in de verschillende wijken en is onderdeel van de beweging naar wijkgericht werken.
De inwoners in de ene wijk vragen om meer ondersteuning dan in de andere. In sommige wijken, buurten of dorpen is de sociale basis zwak (zie monitor sociale kracht 2017, gemeente Oosterhout). Er zijn dan onvoldoende ‘dragers’ van netwerken. In dat geval is ondersteuning en stimulans nodig. Daar hebben bewoners veelal wél de wil, maar niet de draagkracht of de competenties - of beide niet - om een sterkere samenleving vorm te geven. Hier is een proactieve inzet nodig. Wijken, buurten en dorpen daarentegen met een groot zelforganiserend vermogen en veel zelfredzame bewoners, hebben minder of geen ondersteuning nodig. De voorwaarden voor een sociaal krachtige wijk zijn dan al vervuld.
De inzet van welzijnswerk heeft het doel bij te dragen aan de kwaliteit van leven van individuen en groepen en draagt daarmee bij aan het behalen van de resultaten vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid in het kader van Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning en Participatiewet (inclusief schuldhulpverlening en minima). In lijn met de inzet in de afgelopen jaren zetten we in op:
De (preventieve) werking van het welzijnswerk draagt dus ( is een soort van samenvatting van hetgeen hierboven staat bij de 3 punten) bij aan positieve effecten op andere beleidsterreinen, zoals gezondheid, onderwijs, schuldhulpverlening en veiligheid.
In de komende jaren geven we het welzijnswerk vorm langs de volgende leidende principes:
Inzet van vrijwilligers. Bewoners, met of zonder een eerdere ondersteunings- of hulpvraag, zijn als vrijwilliger actief om andere Oosterhouters verder te helpen. Dit werkt als een olievlek: in plaats van de professionals zijn de bewoners rolmodel voor elkaar. Dit geldt voor jong en oud. Getrainde bewoners zetten zich vrijwillig in voor andere bewoners. Voorbeelden daarvan zijn vrijwilligerswerk, het bieden van informele zorg, of actief zijn in de buurt als buddy, coach of maatje.
Collectief als het kan, individueel als het moet. Welzijnswerk organiseert de ondersteuning van Oosterhouters zoveel als mogelijk collectief. Dat geldt ook waar van oudsher individuele ondersteuning werd geboden, zoals bij mantelzorg en schuldhulpverlening. Zoveel mogelijk verzorgen vrijwilligers het groepsaanbod: zelfhulp, lotgenotencontact en ondersteuning voor ouders en opvoeders. Dat gebeurt eventueel met ondersteuning door professionals.
Professionals zijn ondernemend, werken vraaggericht en dragen bij aan het aanjagen van het wijknetwerk. Ze zijn in hun werkgebied altijd op zoek naar wat nog níet bekend is, ze zijn nieuwsgierig, gemakkelijk te vinden en aanspreekbaar voor bewoners. Zij zijn erop gericht aantoonbaar nieuwe kansen voor bewoners te creëren en stimuleren onderlinge samenwerking, cocreatie en coproductie.
Professionals zijn bekend met en werken volgens de principes van oplossingsgericht werken6 en de visie van Sociale Netwerk Versterking (SNV).
2. Ontwikkelingen en uitdagingen
Voor het uitwerken van dit beleidskader zijn gesprekken gevoerd met professionals en vrijwilligers van Surplus en met medewerkers van andere maatschappelijke organisaties, zoals Theek5, MidZuid, Moove, Zorroo huisartsen, Thuisvester en SWT. Eind 2019 is ook met het lokale voortgezet onderwijs gesproken over het jeugdmaatschappelijk werk op school. Uit deze gesprekken zijn een aantal ontwikkelingen naar voren gekomen die de komende jaren van invloed zijn op de taken van het welzijnswerk in onze gemeente. Aan de hand van deze ontwikkelingen worden in dit hoofdstuk drie uitdagingen geformuleerd. Ondanks de onzekerheden die samenhangen met de geformuleerde uitdagingen wordt als afsluiting van dit hoofdstuk een toekomstbeeld 2025 geformuleerd.
Combineren van zorg en welzijn
We gaan meer richting geven aan de verbinding tussen welzijn en zorg. Samen met zorgverzekeraars en zorgkantoor is de huidige en toekomstige zorg binnen de huidige 4 wettelijke kaders: de Wmo, de Zvw, Wlz en de Jeugdwet in beeld gebracht7. Meer samenwerking tussen professionals in de care (welzijn) en cure (zorg) biedt kansen voor een positievere gezondheid, beter passende zorg en lagere kosten. We zien dit bijvoorbeeld terug bij de inzet van de praktijkondersteuner Jeugd (POH Jeugd) in huisartsenpraktijken. Dit kan dus al beginnen in de spreekkamer van huisarts, fysiotherapeut en bij wijkverpleegkundigen. Bijvoorbeeld door inwoners die zich (regelmatig) bij eerstelijnszorgverleners melden met klachten die geen medische oorzaak hebben. Denk aan psychosociale problemen zoals eenzaamheid, een ongezonde leefstijl of ‘weinig om handen hebben’. Een groot deel van deze inwoners heeft hiervoor geen medicijnen of een verwijzing naar psychologische zorg nodig. Een huisarts zou bijvoorbeeld deze patiënten kunnen verwijzen naar een welzijnscoach of hij kan een recept uitschrijven voor activiteiten op het gebied van ontmoeting, sport of cultuur. De patiënt kan hierdoor (opnieuw) ontdekken wat hem of haar gelukkig maakt.
We werken vanuit het versterken van eigen kracht, want we zien dat een groot deel van de hulpvragen kan worden opgelost met informatie, korte ondersteuning (professionals) en de inzet van ervaringsdeskundigen (vrijwilligers). Tegelijk erkennen we ook de noodzaak om meer te doen voor die inwoners die het niet (meer) zelf kunnen.
Soms gaan we dus niet meer wachten tot een hulpvraag door een inwoner zelf wordt gesteld, maar is het welzijnswerk proactief en outreachend8 voor inwoners die het niet meer zelf kunnen en dreigen vast te lopen. Dit is een zoektocht naar balans tussen eigen kracht versterken en helpen wanneer dat nodig is. Tussen wachten tot een hulpvraag wordt gesteld en acteren op signalen uit de leefomgeving van kwetsbare inwoners. Het is belangrijk om scherp te blijven op het niet willen overnemen, daar waar het niet nodig is. Het zoeken naar deze balans vormt de eerste uitdaging voor het welzijnswerk.
Dagbesteding: ontmoeting en ondersteuning
Parallel aan de uitwerking van dit beleidskader welzijn loopt de ontwikkeling van de visie op dagbesteding en begeleiding. Deze visie schetst een ontwikkeling met meer laagdrempelige vrij toegankelijke voorzieningen, waarin ontmoeting en verbinding centraal staan. De keuzes op het gebied van dagbesteding hebben meerdere effecten op de opdracht aan het welzijnswerk. De belangrijkste zijn:
Het Oosterhoutse gemeentebestuur heeft zich voorgenomen om meer wijkgericht te gaan werken. Om een beweging in gang te zetten bij de inwoners, ambtenaren, organisatie en politiek. In de toekomstvisie 2030 wordt omschreven dat:
“In 2030 bundelen gemeente, inwoners en maatschappelijke instellingen steeds vaker hun krachten. Samenwerking vindt vaak plaats via het idee van co-creatie: samen werken aan een plan. Voorbeelden daarvan zijn: de invulling van een deel van de wijk of de herbestemming van een leegkomend schoolgebouw.”
Voor de gemeente betekent dit dat de beleidsbepalende rol gaat verschuiven. Van een traditionele beleidsbepalende rol naar een meer regisserende, verbindende, faciliterende en soms partnerrol in het sociaal domein. De gemeente behoudt hierbij wel de integrale en overkoepelende regie op het sociaal domein. Ook ontstaat hiermee een nieuwe verhouding tot de inwoners van Oosterhout en tot zorg- en welzijnspartners. Dit gaat gevolgen hebben voor de opdracht aan het welzijnswerk in de komende jaren. We zoeken daarom naar ruimte voor vertrouwen en het eigenaarschap om samen in te kunnen spelen op wensen uit de samenleving en om invulling te geven aan lokale diversiteit in buurten en wijken, zoals wordt beoogd in het wijkgericht werken.
Normalisering binnen de jeugdzorg
Binnen de jeugdzorg is er een groei te zien van het aantal zorggebruikers. Het Nederlands jeugdinstituut benoemt de ontwikkelingen in het opgroeien en opvoeden van kinderen als één van de hoofdfactoren voor deze groei9. Psychosociale problematiek lijkt niet toe te nemen, maar wel het aantal echtscheidingen, de prestatiedruk en problematisch sociale media gebruik. Ook is er een hoge geluksnorm waarbij “gewone” obstakels worden benaderd als een probleem. Er is veel aandacht voor allerlei risicofactoren en beschermende factoren blijven onderbelicht. Dit alles wekt de indruk dat opgroeien en opvoeden een moeilijke onderneming is en dat de verantwoordelijkheid voor het succes van die onderneming vooral wordt neergelegd bij het individuele gezin en veel minder bij de samenleving. We moeten meer normaliseren en accepteren dat er ook veel bij het ‘gewone opvoeden’ hoort.
Ook de ruimtelijke omgeving en de keuzes die worden gemaakt ten aanzien van gebruik, fysieke inrichting en het combineren van functies in de ruimtelijke omgeving hebben invloed op het welzijn van inwoners. Momenteel wordt voor het eerst een omgevingsvisie opgesteld: een instrument in het kader van de omgevingswet, dat nog meer aanknopingspunten biedt om in de komende jaren gezondheid en burgerparticipatie mee te nemen in ruimtelijke vraagstukken. In de ontwikkelagenda gezondheid (2019) wordt hier dieper op ingegaan.
De afgelopen jaren is er door het welzijnswerk in Oosterhout een sterk sociaal kapitaal opgebouwd. Dit zien we terug in een breed informeel en formeel netwerk, gedeelde normen en waarden, onderling vertrouwen en wederkerigheid. Het welzijnswerk in Oosterhout kent tal van loyale medewerkers en vrijwilligers die een sterk gevoel van eigenaarschap hebben. Voor de continuïteit van zorg en ondersteuning is het van belang om verder voort te bouwen op dit opgebouwde kapitaal.
Uitdaging 2:Welzijnswerk is mensen werk. Hoe bouwen we voort op het opgebouwde sociaal kapitaal in wijken en buurten? |
Rol toegangsteam: kortdurende ondersteuning
In 2020 start een traject rond de positie en rol van de toegang (sociaal wijkteam, hierna SWT). De keuzes op het gebied van de toegang hebben effect op de opdracht aan het welzijnswerk. De keuze of en de eventuele mate waarin het toegangsteam een opdracht krijgt om ook kortdurende ondersteuning aan te bieden, heeft daarbij de grootste impact. Eén van de vijf basiscomponenten in de landelijk rapportage “Basisfuncties voor lokale teams in beeld (KPMG, 2019) heeft bijvoorbeeld betrekking op het leveren van (kortdurende) ondersteuning door lokale teams. In de praktijk blijkt dit te werken, omdat toegangsteams dan flexibeler zijn in het leveren van maatwerk en op- en afschalen, zelf inhoudelijk de regie kunnen voeren en beter een vinger aan de pols kunnen houden.
Het Oosterhoutse SWT heeft op dit moment geen opdracht om zelf kortdurende ondersteuning te bieden. In de huidige situatie geeft het algemeen maatschappelijk werk deze kortdurende en vrij toegankelijke ondersteuning. Ook is kort durende ondersteuning beschikbaar via de maatwerkindicatie waakvlam, opvoedondersteuning via de GGD en vrij toegankelijk maatschappelijk werk voor mensen met een beperking via MEE. Momenteel is het nog onduidelijk hoe het toegangsteam zich verder gaat ontwikkelen, maar de wens is er om de aanbevelingen uit de landelijke rapportage van KPMG over te nemen. Het is van belang dat het welzijnswerk en het toegangsteam op elkaar aan (blijven) sluiten.
Decentralisaties: Inburgering en Beschermd wonen
Na de decentralisaties uit 2015 volgt er in 2021 de implementatie van twee wetswijzigingen binnen het sociale domein, die invloed hebben op de opdracht aan het welzijnswerk. Het betreft de beleidskeuzes ten aanzien van de Doordecentralisatie Beschermd Wonen (gepland voor 1 januari 2021) en de Wet inburgering (gepland voor 1 juli 2021).
De doordecentralisatie van beschermd wonen gaat uit van de visie dat kwetsbare mensen met psychische en/of psychosociale problematiek onderdeel zijn van onze samenleving. Mensen gaan minder vaak in een beschermd wonen instelling wonen en blijven vaker in de wijk wonen. De ambitie van gemeente Oosterhout is om te zorgen voor voldoende voorzieningen en ondersteuningsmogelijkheden opdat inwoners met een psychosociale kwetsbaarheid zo zelfstandig mogelijk in de wijk wonen en mee kunnen doen. Samen met de gemeenten uit regio Breda is afgesproken wat we verstaan onder een goed voorzieningenniveau, zodat we als regio goed voorbereid zijn op de doordecentralisatie. Zo worden kwetsbare inwoners ondersteund, waardoor maatregelen beschermd wonen mogelijk kunnen worden voorkomen of waardoor inwoners eerder vanuit beschermd wonen terug in de wijk kunnen gaan wonen en in hun eigen omgeving ondersteund kunnen worden. De lokale visie beschermd wonen is in ontwikkeling en wordt in 2020 aan de gemeenteraad voorgelegd. De inhoud is meegenomen bij het uitwerken van dit beleidskader.
De nieuwe Wet inburgering 2021 zal de overheidsverantwoordelijkheid voor inburgering gaan uitbreiden en decentraliseren. In het huidige stelsel liggen veel verantwoordelijkheden, zoals het vinden van een inburgeringscursus, bij inburgeraars zelf. In het nieuwe stelsel zal het gros van die verantwoordelijkheden aan de gemeenten worden toebedeeld. In de loop van 2020 of begin 2021 zal de gemeenteraad een beleidsplan inburgering worden voorgelegd. De uitwerking van dat plan en dit beleidskader verloopt zoveel mogelijk parallel en waar mogelijk wordt op elkaar aangesloten. Het is echter nog de vraag welke taken voor inburgering op lokaal niveau en welke taken op regionaal worden georganiseerd.
Er spelen dus verschillende ontwikkelingen die een direct effect gaan hebben op de invulling van het welzijnswerk. Flexibiliteit in de opdracht(en) aan het welzijnswerk is de komende jaren dan ook gewenst, want welk effect deze ontwikkelingen hebben is op veel vlakken nog onduidelijk. Waarschijnlijk gaat het om een geleidelijk proces van verandering, waar welzijn bij dient te versterken en mee te bewegen. Daarin speelt monitoring ook een nadrukkelijkere rol. Als blijkt dat iets in onvoldoende mate werkt, dan gebruiken we de flexibiliteit om aanpassingen te doen of om er afscheid van te nemen.
Als gemeente geven we de komende jaren verder invulling aan informatiegestuurd werken. We willen de inzet daar plegen waar Oosterhouters de ondersteuning het hardste nodig hebben. De gemeentelijke monitor Sociale kracht (2017) en de monitor sociaal domein (in ontwikkeling) en de interpretaties van deskundigen over deze informatie vormen het vertrekpunt voor inzicht in ondersteuningsbehoefte per buurt, wijk of dorp.
Ook hebben we meer inzicht nodig in welke ondersteuning waar en onder welke condities werkt of niet (voldoende) blijkt te werken. Dit kan door als gemeente data en informatie van verschillende uitvoerders bij elkaar te brengen. Zeker daar waar het accent ligt op preventie of het voorkomen van zwaardere problematiek, zoals in het welzijnswerk, hebben we als gemeente een belangrijke rol om beter in beeld te krijgen of de juiste mensen en de beoogde effecten bereikt worden. Het onderbouwen van de maatschappelijke kosten die worden voorkomen door de inzet van welzijnswerk vormt landelijk een uitdaging, die we ook in Oosterhout herkennen. Samen met uitvoerende organisaties zal informatiegestuurd werken meer vorm moeten krijgen binnen de welzijnsopdracht(en).
Bovenstaande ontwikkelingen vragen om een impuls aan onze rol als opdrachtgever. De inhoud van de welzijnstaken is breed, van mantelzorgondersteuning tot jeugdveiligheid en begeleiding van statushouders. De inhoudelijke aansturing lag de afgelopen jaren bij verschillende beleidsadviseurs en dat zal ook in de toekomst het geval zijn. Echter vormen deze beleidsadviseurs sinds 1 januari 2020 wel één integraal beleidsteam Sociaal domein. Ook het opdrachtgeverschap en de vragen richting de welzijnsorganisatie(s) zullen meer integraal vorm krijgen, om samen met de welzijnsorganisatie(s) te zorgen dat het aanbod helder, vindbaar en niet te gefragmenteerd aan inwoners wordt gepresenteerd.
In 2025 hebben we in Oosterhout een aantal plekken van ontmoeting en verbinding, waaronder de activiteitencentra en locaties als bijvoorbeeld Floralia. Hier komen mensen met en zonder (concrete) hulpvraag samen. Het zijn plekken van betekenis geworden voor veel verschillende Oosterhouters, zowel jong als oud. Er wordt een verscheidenheid aan activiteiten georganiseerd voor en door buurtbewoners en verenigingen. We zien veel sterke verbanden tussen de inwoners onderling. Ook zijn er tal van vrijwilligers aanwezig.
De welzijnswerkers zijn regelmatig op deze plekken van ontmoeting en verbinding en andere plekken waar de inwoners zijn te vinden. Zij zijn vertrouwde gezichten voor de mensen in de wijk en laagdrempelig benaderbaar. Zo veel mogelijk van de begeleidingsvraagstukken worden opgepakt in de collectieve setting op één van de locaties. Wanneer blijkt dat de inwoner niet zelf, met hulp van anderen of met deze vrij toegankelijke hulp in staat is tot zelfredzaamheid of participatie, kan hij/zij in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening. De welzijnswerkers hebben een kort lijntje met de toegang en het komt regelmatig voor dat het Sociaal Wijkteam ‘blind’ een advies overneemt van de welzijnswerker.
Andersom zien we ook dat wanneer een inwoner contact opneemt met het Sociaal Wijkteam met vragen op het gebied van begeleiding, het Sociaal Wijkteam eerst kijkt of de plekken van ontmoeting en verbinding of tijdelijke individuele ondersteuning vanuit Welzijn iets voor de inwoner kan betekenen. Ook schaalt het Sociaal Wijkteam na evaluatie van een maatwerktraject regelmatig af naar de laagdrempelige ondersteuning vanuit welzijn in casussen. In 2025 hebben we een sterk sociaal domein, waarin vloeiende overgangen zijn in het gehele landschap. Er is rolduidelijkheid en respect voor ieders deskundigheid en expertise. Ook hebben we de klantreis van de inwoners goed in beeld. Hierdoor kunnen we blijven monitoren of ons voorzieningenniveau voldoende aansluit bij de ontwikkelingen in de wijken.
In de toekomstvisie van de gemeente Oosterhout staat beschreven dat in 2030 gemeente, inwoners en maatschappelijke instellingen steeds vaker hun krachten bundelen. Zo nemen inwoners bijvoorbeeld in hun wijk steeds vaker allerlei nieuwe initiatieven. Of het nu gaat om samen koken en samen eten, om het aanbieden van zinvolle vormen van dagbesteding of een goede begeleiding van vluchtelingen en migranten: er is in Oosterhout alle ruimte voor nieuwe ideeën en van die ruimte wordt volop gebruik gemaakt. Vaak worden daarbij de activiteitencentra voor gebruikt. Welzijnswerk levert de komende jaren dan ook een belangrijke bijdrage in het bereiken van deze ambities uit de toekomstvisie 2030.
De zeven welzijnstaken zijn op de volgende pagina’s nader uitgewerkt op basis van de leidende principes en uitdagingen uit de voorgaande hoofdstukken.
Het geheel van organisaties, diensten, voorzieningen en betrekkingen die het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden (buurten, groepen, netwerken, gezinnen) samen kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Het gaat hierbij ook om de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, professionals en de overheid (uit ‘De Sociale basis terug van weggeweest’, Movisie; 2018, p.6).
Binnen het programma de Brede Buurt zetten we sport-, cultuur- en lees- en mediacoaches in op het versterken van de eigen mentale, sociale en lichamelijke kracht van bewoners opdat ze zo lang mogelijk zelfstandig mee kunnen doen aan de samenleving. Met dit programma bieden we ondersteuning, educatie en activiteiten op het gebied van Sport & Bewegen en Kunst & Cultuur in de gemeente Oosterhout. Het programma richt zich op alle Oosterhouters, maar heeft een focus op de ‘kwetsbare’ doelgroepen zoals jeugd/jongeren, senioren, minima en mensen met een functiebeperking en wordt uitgevoerd door MOOVE Oosterhout, h19 Centrum voor de Kunsten en Bibliotheek Theek 5 in samenwerking met de scholen, sport- en cultuurverenigingen en andere maatschappelijke instellingen.
Outreachend werken gaat over het aanwezig zijn in het dagelijks leven van de wijkbewoners, bijvoorbeeld in de buurt, op school of in het gezondheidscentrum. En over zelfverzekerd naar voren treden in de leefwereld van de inwoner. Het gaat over ‘eropaf’ gaan en een vertrouwd gezicht voor de mensen in de wijk zijn.