Organisatie | Weesp |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020 |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2020 | Nieuwe regeling | 17-09-2020 | Z.181946 |
Artikel 5 Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:
Artikel 11 Nader onderzoek en daaruit verkregen nieuwe feiten of omstandigheden
De feiten of omstandigheden die hieruit worden verkregen en voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, worden aan de belanghebbenden en het primaire organisatieonderdeel toegezonden. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:9 van de wet worden zij in de gelegenheid gesteld hierover te worden gehoord.
De behandeling van bezwaarschriften is voor een groot deel geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Hierin is onder andere bepaald tegen welke besluiten bezwaar mogelijk is, en is een groot aantal procedurele bepalingen opgenomen. De onderhavige regeling heeft alleen een aanvullende werking.
Een bezwaarmaker moet in de regel worden gehoord (artikel 7:2, eerste lid Awb). Dat kan door het bestuursorgaan zelf of door een bezwaarschriftencommissie. Bij het horen door een bezwaarschriftencommissie zijn er twee opties, een externe of een interne commissie.
Op dit moment kent de gemeente Weesp een externe commissie. Met deze nieuwe verordening wordt geregeld dat gewerkt kan worden met een interne commissie die hoort en advies uitbrengt. De interne commissie bestaat uit personen die onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam werkzaam zijn. Dit zullen in de regel ambtenaren van de gemeente Amsterdam zijn. Maar indien tijdelijk iemand werkzaam is bij de gemeente Amsterdam, op basis van een uitzend- of detacheringsrelatie bijvoorbeeld, dan kan hij of zij ook deelnemen in de bezwaarschriftencommissie.
Geregeld wordt dat er een commissie is die adviseert aan de raad, het college en de burgemeester over bezwaarschriften die tegen door of namens deze bestuursorganen genomen besluiten worden ingediend. Daarmee is tevens bepaald dat de beslissingen op bezwaarschriften voor deze drie organen door een commissie worden voorbereid.
Deze bepaling is de kern van de verordening. Het regelt dat de commissie is samengesteld uit ambtenaren die werkzaam zijn bij de gemeente Amsterdam. Er wordt gesproken over een commissie, de bezwaarschriftencommissie. Dit betekent niet dat de commissie altijd dezelfde samenstelling behoeft te hebben. De commissie kan zodanig samengesteld worden dat de voor de betreffende behandeling leden zitting hebben met de juiste expertise en ervaring. Verder is bepaald dat de commissie bestaat uit twee leden, een voorzitter en een secretaris. Dat is een verschil met de huidige situatie in Weesp waarbij de commissie bestaat uit drie leden en een secretaris. De praktijk in Amsterdam wijst uit dat met een commissie van twee leden een goed en gewogen advies totstand kan komen.
Het spreekt voor zich dat de leden van de commissie zich zo objectief mogelijk opstellen bij de behandeling van een bezwaarschrift. Daarom is vastgelegd dat de leden op geen enkele manier betrokken mogen zijn bij de totstandkoming van het primaire besluit.
Tot slot bevat deze bepaling de mogelijkheid om voor een bepaalde categorie besluiten, of zelfs voor een enkel besluit, een commissie aan te wijzen die uit één persoon bestaat. Dit kan vooral praktisch zijn bij besluiten die veelvuldig voorkomen en die minder complex zijn. Te denken valt aan bezwaren tegen besluiten met een gebonden karakter.
Het spreekt voor zich dat de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift voldoende voor te bereiden. Zo moet het mogelijk zijn om met de bezwaarde in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijvoorbeeld hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken.
Lid 1. De hoorzittingen vinden plaats op een locatie in de gemeente Weesp. Anders dan nu het geval is zullen de hoorzittingen tijdens kantooruren plaatsvinden.
Lid 2. Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. Voor een ingediend bezwaarschrift is dat indien:
Mocht er worden afgezien van het horen, zal ingevolge artikel 7:12 Awb bij de beslissing op een bezwaarschrift, aangegeven moet worden op welke grond dat is geschied.
In deze bepaling is vastgelegd dat de hoorzitting in principe voor iedereen toegankelijk is. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld indien persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen.
Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Er kan een afzonderlijk verslag worden opgemaakt, of er kan in de beslissing op bezwaarschrift een passage worden opgenomen, waaruit blijkt van hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken. Het is steeds meer gebruikelijk dat een digitale opname wordt gemaakt die desgewenst kan worden toegestuurd aan belanghebbenden.
Er is een verschil tussen het horen en de beraadslaging. Het horen is in beginsel openbaar, maar de beraadslaging van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats.
Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het primair organisatieonderdeel opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indien het in het hier bedoelde geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel hoor en wederhoor).
Deze bepaling bepaalt welke documenten naar het betreffende bestuursorgaan worden gezonden. Het orgaan moet zich een compleet beeld kunnen vormen om een besluit te nemen.
Het tweede lid regelt dat de voorzitter van de commissie de te nemen beslissing kan verdagen. De behandeltermijn is met een interne commissie aanmerkelijk korter, 6 weken.
Het is belangrijk om een contrairprocedure op te nemen in de verordening. Indien het primaire organisatieonderdeel zich niet kan vinden in een advies van de commissie zal deze afdeling dit kunnen bespreken met de betreffende portefeuillehouder of met de burgemeester. Indien de portefeuillehouder zou willen voorstellen om het advies van de bezwaarschriftencommissie niet te volgen dan zorgt de commissie ervoor dat naast het advies ook het zogenoemde contrairvoorstel wordt geagendeerd voor het college. Het college kan dan een keuze maken. Als het om een bevoegdheid van de burgemeester gaat, geldt in beginsel dezelfde werkwijze.