Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weesp

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeesp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2020Nieuwe regeling

17-09-2020

gmb-2020-290574

Z.181946

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020

De raad van de gemeente Weesp;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 18 augustus 2020.

 

Gezien art.149 Gemeentewet

BESLUIT:

 

I. In te trekken de Verordening Algemene commissie bezwaarschriften 2004, versie december 2010.

II. Vast te stellen de volgende Verordening behandeling bezwaarschriften gemeente Weesp 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: bezwaarschriftencommissie;

  • c.

    wet: Algemene Wet Bestuursrecht;

  • d.

    college: burgemeester en wethouders;

  • e.

    primair besluit: het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • f.

    primair organisatieonderdeel: het primair organisatieonderdeel waarvan de afdeling deel uitmaakt die het primair besluit heeft voorbereid;

  • g.

    raad: gemeenteraad van Weesp.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit leden die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam.

  • 2.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en een secretaris.

  • 3.

    De leden van de commissie zijn niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken geweest.

  • 4.

    Het college kan de advisering in een incidenteel geval of voor een categorie bezwaren opdragen aan een commissie bestaande uit één persoon.

Artikel 4 Vooronderzoek

  • 1.

    De commissie kan rechtstreeks alle gewenste inlichtingen inwinnen of laten inwinnen.

  • 2.

    De commissie kan bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 5 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 6 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en middels het advies aan het verwerend orgaan.

Artikel 7 Openbaarheid zitting

  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 8 Gang van zaken tijdens hoorzitting

  • 1.

    Het primaire organisatieonderdeel draagt er op uitnodiging van de commissie zorg voor dat het besluit waartegen een bezwaarschrift is ingediend, door een vertegenwoordiger wordt toegelicht ten overstaan van de commissie.

  • 2.

    De voorzitter van de commissie regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

  • 3.

    De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de bijeenkomst ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Artikel 9 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de secretaris van de commissie.

Artikel 10 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 3.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 11 Nader onderzoek en daaruit verkregen nieuwe feiten of omstandigheden

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De feiten of omstandigheden die hieruit worden verkregen en voor de op het bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, worden aan de belanghebbenden en het primaire organisatieonderdeel toegezonden. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:9 van de wet worden zij in de gelegenheid gesteld hierover te worden gehoord.

  • 3.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 9 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, kan hij de beslissing te verdagen.

Artikel 13 Contrair adviesprocedure

Indien het primaire organisatieonderdeel zich niet kan vinden in het advies van de commissie, beslist het verwerend orgaan op basis van het advies van de bezwaarschriftencommissie en een zakelijke weergave van het standpunt van het primaire organisatieonderdeel.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 september 2020

M. vanEngelshoven

griffier

B.J. vanBochove,

voorzitter

Algemene toelichting

De behandeling van bezwaarschriften is voor een groot deel geregeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Hierin is onder andere bepaald tegen welke besluiten bezwaar mogelijk is, en is een groot aantal procedurele bepalingen opgenomen. De onderhavige regeling heeft alleen een aanvullende werking.

 

Een bezwaarmaker moet in de regel worden gehoord (artikel 7:2, eerste lid Awb). Dat kan door het bestuursorgaan zelf of door een bezwaarschriftencommissie. Bij het horen door een bezwaarschriftencommissie zijn er twee opties, een externe of een interne commissie.

 

Op dit moment kent de gemeente Weesp een externe commissie. Met deze nieuwe verordening wordt geregeld dat gewerkt kan worden met een interne commissie die hoort en advies uitbrengt. De interne commissie bestaat uit personen die onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam werkzaam zijn. Dit zullen in de regel ambtenaren van de gemeente Amsterdam zijn. Maar indien tijdelijk iemand werkzaam is bij de gemeente Amsterdam, op basis van een uitzend- of detacheringsrelatie bijvoorbeeld, dan kan hij of zij ook deelnemen in de bezwaarschriftencommissie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Geregeld wordt dat er een commissie is die adviseert aan de raad, het college en de burgemeester over bezwaarschriften die tegen door of namens deze bestuursorganen genomen besluiten worden ingediend. Daarmee is tevens bepaald dat de beslissingen op bezwaarschriften voor deze drie organen door een commissie worden voorbereid.

Artikel 3

Deze bepaling is de kern van de verordening. Het regelt dat de commissie is samengesteld uit ambtenaren die werkzaam zijn bij de gemeente Amsterdam. Er wordt gesproken over een commissie, de bezwaarschriftencommissie. Dit betekent niet dat de commissie altijd dezelfde samenstelling behoeft te hebben. De commissie kan zodanig samengesteld worden dat de voor de betreffende behandeling leden zitting hebben met de juiste expertise en ervaring. Verder is bepaald dat de commissie bestaat uit twee leden, een voorzitter en een secretaris. Dat is een verschil met de huidige situatie in Weesp waarbij de commissie bestaat uit drie leden en een secretaris. De praktijk in Amsterdam wijst uit dat met een commissie van twee leden een goed en gewogen advies totstand kan komen.

Het spreekt voor zich dat de leden van de commissie zich zo objectief mogelijk opstellen bij de behandeling van een bezwaarschrift. Daarom is vastgelegd dat de leden op geen enkele manier betrokken mogen zijn bij de totstandkoming van het primaire besluit.

Tot slot bevat deze bepaling de mogelijkheid om voor een bepaalde categorie besluiten, of zelfs voor een enkel besluit, een commissie aan te wijzen die uit één persoon bestaat. Dit kan vooral praktisch zijn bij besluiten die veelvuldig voorkomen en die minder complex zijn. Te denken valt aan bezwaren tegen besluiten met een gebonden karakter.

Artikel 4

Het spreekt voor zich dat de commissie er zorg voor dient te dragen dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift voldoende voor te bereiden. Zo moet het mogelijk zijn om met de bezwaarde in contact te treden om nadere informatie in te winnen of bijvoorbeeld hem bij kennelijke niet-ontvankelijkheid in overweging te geven het bezwaarschrift in te trekken.

Artikel 6

Lid 1. De hoorzittingen vinden plaats op een locatie in de gemeente Weesp. Anders dan nu het geval is zullen de hoorzittingen tijdens kantooruren plaatsvinden.

Lid 2. Artikel 7:3 van de Awb geeft aan in welke gevallen van het horen van belanghebbenden kan worden afgezien. Voor een ingediend bezwaarschrift is dat indien:

  • a.

    het bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is;

  • b.

    het bezwaar kennelijk ongegrond is;

  • c.

    de belanghebbenden verklaard hebben geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

  • d.

    aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.

Mocht er worden afgezien van het horen, zal ingevolge artikel 7:12 Awb bij de beslissing op een bezwaarschrift, aangegeven moet worden op welke grond dat is geschied.

Artikel 7

In deze bepaling is vastgelegd dat de hoorzitting in principe voor iedereen toegankelijk is. Uitzondering op deze regel blijft mogelijk, bijvoorbeeld indien persoonlijke zaken van familiaire, medische of financiële aard of andere zaken met een vertrouwelijk karakter aan de orde komen.

Artikel 9

Artikel 7:7 Awb vereist zeer kort en bondig dat van het horen een verslag wordt gemaakt. De wijze waarop en de inhoudelijke vereisten aan het verslag worden niet door de Awb geregeld. Er kan een afzonderlijk verslag worden opgemaakt, of er kan in de beslissing op bezwaarschrift een passage worden opgenomen, waaruit blijkt van hetgeen tijdens de hoorzitting is besproken. Het is steeds meer gebruikelijk dat een digitale opname wordt gemaakt die desgewenst kan worden toegestuurd aan belanghebbenden.

Artikel 10

Er is een verschil tussen het horen en de beraadslaging. Het horen is in beginsel openbaar, maar de beraadslaging van de commissie vindt achter gesloten deuren plaats.

Artikel 11

Een nader onderzoek kan feiten of omstandigheden aan het licht brengen die op het moment van de zitting nog niet bekend waren. Dit kan aanleiding zijn om belanghebbenden en het primair organisatieonderdeel opnieuw te horen. De onderhavige bepaling voorziet in de mogelijkheid de commissie te verzoeken daartoe een nieuwe zitting te houden. In artikel 7:9 Awb wordt bepaald dat indien het in het hier bedoelde geval feiten of omstandigheden betreft die voor de op bezwaar te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en dat zij opnieuw in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord (rechtsbeginsel hoor en wederhoor).

Artikel 12

Deze bepaling bepaalt welke documenten naar het betreffende bestuursorgaan worden gezonden. Het orgaan moet zich een compleet beeld kunnen vormen om een besluit te nemen.

Het tweede lid regelt dat de voorzitter van de commissie de te nemen beslissing kan verdagen. De behandeltermijn is met een interne commissie aanmerkelijk korter, 6 weken.

Artikel 13

Het is belangrijk om een contrairprocedure op te nemen in de verordening. Indien het primaire organisatieonderdeel zich niet kan vinden in een advies van de commissie zal deze afdeling dit kunnen bespreken met de betreffende portefeuillehouder of met de burgemeester. Indien de portefeuillehouder zou willen voorstellen om het advies van de bezwaarschriftencommissie niet te volgen dan zorgt de commissie ervoor dat naast het advies ook het zogenoemde contrairvoorstel wordt geagendeerd voor het college. Het college kan dan een keuze maken. Als het om een bevoegdheid van de burgemeester gaat, geldt in beginsel dezelfde werkwijze.