Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand oktober 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemeentelijk Belastingkantoor Twente
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand oktober 2020
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen oktober 2020 GBTwente
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente

artikelen 6, 7, 8, 13 en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikelen 232, vierde lid en 237 van de Gemeentewet

artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2020nieuwe regeling

28-09-2020

bgr-2020-1102

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand oktober 2020

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente;

 

gelet op artikel 13 van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14, eerste lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met artikelen 232, vierde lid en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit

 

vast te stellen de volgende regeling:

 

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand oktober 2020 (Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen oktober 2020).

 

 

 

 

 

 

Artikel 1  

Algemene bepaling

 

1. Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

3. De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven belastingen buiten toepassing.

 

Artikel 2  

Aangifte

 

1. De belastingplichtige voor de:

a. forensenbelasting

b. hondenbelasting;

c. onroerende-zaakbelastingen;

d. rioolheffing;

e. toeristenbelasting;

aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

 

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

3. Het formulier van de aangiftebiljetten wordt vastgesteld door de heffingsambtenaar.

 

Artikel 3  

Registratieverplichting toeristenbelasting

 

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

 

Artikel 4  

Voorlopige aanslag

 

1. De in artikel 232, vierde lid, onderdeel a van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en al opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

2. De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan kan:

a. voor de rioolheffing geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over het meest recente kalenderjaar;

b. voor de toeristenbelasting geschieden op grond van 80% van het gemiddelde dat

voortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over het voorafgaande jaar. Bij de bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag op grond van het bepaalde in het vorige lid kan op benaderende wijze rekening worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belastingen alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belastingen van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de aanslag vermoedelijk lager zal worden vastgesteld dan het op voet van de vorige volzin berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.

 

Artikel 5  

Ambtshalve definitieve aanslag

 

Indien desgevraagd door de belastingplichtige geen aangifte wordt gedaan, wordt de definitieve ambtshalve aanslag vastgesteld op 120% van de meest recente belastingaanslag over het voorafgaande jaar.

 

Artikel 6  

Rente

 

1. Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

2. In afwijking van de in het eerste lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze totaal een bedrag van € 23,-- niet te boven gaat.

 

Artikel 7  

Overgangsrecht

 

De Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen 2018 van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Twenterand wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 8 genoemde datum van ingang van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 8  

Inwerkingtreding

 

Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2020.

 

Artikel 9  

Citeertitel

 

Deze regeling wordt aangehaald als “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen oktober 2020 GBTwente”.

 

 

Besluit

Aldus besloten op 28 september 2020 door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijk Belastingkantoor Twente.

 

 

Ondertekening

Secretaris,

………………………………….

De heer R.H.J. Tijink

Voorzitter

…………………………………….

De heer A.L. Langius