Organisatie | Zutphen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over planologische afwijkingen (Planologische afwijkingsmogelijkheden 2015) |
Citeertitel | Planologische afwijkingsmogelijkheden 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
N.v.t.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2015 | Nieuwe regeling | 01-12-2015 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,
gelet op het Besluit omgevingsrecht;
gelet op artikel 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht;
Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over planologische afwijkingen (Planologische afwijkingsmogelijkheden 2015)
HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEPALINGEN
Voor toepassing van artikel 4 bijlage II Bor wordt, voor zover niet gedefinieerd in het Bor, verstaan onder:
beroep- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig of hiermee naar aard gelijk te stellen beroep, dat door zijn aard en omvang in een woning en daarbij behorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
voorgevelrooilijn als bedoeld in het bestemmingsplan, de beheersverordening dan wel de gemeentelijke bouwverordening: de lijn van de naar de weg gekeerde of openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw; gebouwen welke met meer dan één zijde naar de weg en/of openbaar gebied gekeerd zijn hebben meerdere voorgevels.
HOOFDSTUK 2: UITBREIDING MET EEN BIJBEHOREND BOUWWERK
Artikel 2.1 Uitbreidingen in het voorerfgebied bij woningen in regulier woongebied
In aanvulling op artikel 4 Bijlage II Bor geldt voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een bijbehorend bouwwerk, bij een woning binnen en buiten de bebouwde kom in het voorerfgebied dat:
Artikel 2.2 Uitbreidingen in het achtererfgebied bij woningen in regulier woongebied
In aanvulling op artikel 4 Bijlage II Bor geldt voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een bijbehorend bouwwerk bij een woning binnen de bebouwde kom, buiten het beschermde stads- en dorpsgezicht, in het achtererfgebied, dat:
het bouwperceel tot maximaal 50% wordt bebouwd, dan wel de oppervlakte die op grond van het bestemmingsplan of beheersverordening voor bebouwing in aanmerking komt voor niet meer dan 50% wordt overschreden, tenzij uit, planologisch, stedenbouwkundig, esthetisch en/of verkeerskundig oogpunt blijkt dat het niet bezwaarlijk is dit percentage te overschrijden, maar waarbij het maximum grondoppervlak onder a. b. en c. niet mag worden overschreden;
Artikel 2.3 Uitbreidingen bij een ander gebouw binnen de bebouwde kom
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een bijbehorend bouwwerk bij een ander gebouw binnen de bebouwde kom, geldt aanvullend op artikel 4 bijlage II dat het bouwwerk in het achtererfgebied moet zijn gelegen en uit maximaal één bouwlaag bestaat, waarbij de bouwhoogte maximaal 5 meter bedraagt en de gezamenlijke oppervlakte van de bijbehorende gebouwen maximaal 150 m2 bedraagt.
HOOFDSTUK 4: EEN BOUWWERK, GEEN GEBOUW ZIJNDE OF GEDEELTE VAN EEN DERGELIJK GEBOUW
Artikel 4.1 Uitbreidingen in het voorerfgebied
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt, aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen in het voorerfgebied maximaal 2 meter mag bedragen, met dien verstande dat dit vanuit stedenbouwkundig, esthetisch en verkeerskundig oogpunt niet bezwaarlijk is.
Artikel 4.2 Uitbreidingen in het achtererfgebied
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt, aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde of een gedeelte van een dergelijke bouwwerken in het achtererfgebied maximaal 3 meter mag bedragen.
HOOFDSTUK 5: EEN DAKKAPEL, DAKOPBOUW, GELIJKSOORTIGE UITBREIDING VAN EEN GEBOUW DAN WEL UITBREIDING VAN EEN BOUWDEEL VAN ONDERGESCHIKTE AARD
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor een dakopbouw geldt, aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat:
HOOFDSTUK 6: EEN INSTALLATIE BIJ EEN AGRARISCH BEDRIJF TBV DUURZAME ENERGIE
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor het oprichten van een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd geldt, aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat het co-substraat en/of het digestaat in hoofdzaak afkomstig c.q. bestemd is voor het desbetreffende bedrijf dat de installatie gebruikt.
HOOFDSTUK 7: GEBRUIKEN VAN BOUWWERKEN (…)
EVENTUEEL IN SAMENHANG MET BOUWACTIVITEITEN DIE DE BEBOUWDE OPPERVLAKTE OF HET BOUWVOLUME NIET VERGROTEN, EN VAN BIJ DIE BOUWWERKEN AANSLUITEND TERREIN, MITS, VOOR ZOVER GELEGEN BUITEN DE BEBOUWDE KOM, HET UITSLUITEND BETREFT EEN LOGIESFUNCTIE VOOR WERKNEMERS
Artikel 7.1 wijzigen van het gebruik van bouwwerken
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor het wijzigen van het gebruik van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, geldt aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat:
Artikel 7.2 uitbreiding van het gebruik van sportaccommodaties
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor het uitbreiden van het gebruik van sportaccommodaties, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten, geldt aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor en onder 7.1, dat
HOOFDSTUK 8: WIJZIGING GEBRUIK VAN RECREATIEWONINGEN
Voor de toepassing van een afwijking van het bestemmingsplan voor het wijzigen van het gebruik van recreatiewoningen geldt, aanvullend op artikel 4 bijlage II Bor, dat slechts medewerking wordt verleend aan aanvragen die voldoen aan de beleidsregels ‘Park Bronsbergen 2014-2019, gedogen met beleid’ in combinatie met de ‘Beleidsregels omgevingsvergunning bewoning recreatiewoning’ van de gemeente Zutphen.
HOOFDSTUK 9: OVERIGE BEPALINGEN
Burgemeester en wethouders blijven bevoegd om af te wijken van de regeling zoals deze hier is gesteld, in het geval dat deze voor een of meer belanghebbende(n) gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met deze regels te dienen doelen.
Artikel 10 Planschadeovereenkomst
Bij het verlenen van toestemming voor het afwijken van het bestemmingsplan overeenkomstig de artikelen 2 t/m 8 van deze regel, dient overeenkomstig de geldende gemeentelijke procedureverordening planschade, een planschadeovereenkomst te zijn afgesloten tussen de initiatiefnemer en de gemeente. Deze planschadeovereenkomst dient uiterlijk 1 week voor einde van de beslistermijn getekend te zijn en te zijn ontvangen of 2 weken voor het einde van de beslistermijn indien sprake is van verlenging.
Artikel 11 Procedure 11.1 Inspraak
Op grond van de Inspraakverordening van de gemeente Zutphen is gelegenheid geboden tot inspraak over de “Planologische afwijkingsmogelijkheden 2015”.
Na publicatie in het elektronisch gemeenteblad, de Zutphense Koerier van 16 september 2015 heeft deze regeling van 17 september 2015 tot en met 28 oktober 2015 gedurende zes weken ter visie gelegen. Gedurende die termijn is een ieder de mogelijkheid gegeven om schriftelijk of mondeling op deze regels te reageren.