Organisatie | Regio Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regio Rivierenland houdende regels omtrent de regionale geschillencommissie (Reglement regionale geschillencommissie Rivierenland 2020) |
Citeertitel | Reglement regionale geschillencommissie Rivierenland 2020 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-10-2020 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 14-10-2020 |
Artikel 3 Benoeming en samenstelling van de commissie
De voorzitters en de leden van de commissie kunnen slechts van hun functie worden ontheven wegens verwaarlozing van hun taak of wegens andere redenen op grond waarvan handhaving als lid redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Het lid maakt na de ontheffing per direct geen deel meer uit van de commissie.
De voorzitters en de leden van de commissie kunnen op enig moment tijdens hun benoemingsperiode zelf terugtreden. Zij stellen de werkgever via het secretariaat van de commissie schriftelijk op de hoogte. Het vertrekkend lid/de voorzitter blijft aan totdat in zijn of haar opvolging is voorzien, tenzij sprake is van ernstige onvoorzienbare omstandigheden of dit om een andere reden niet in redelijkheid van het lid/de voorzitter kan worden verlangd.
De werkgevers wijzen een van hen aan om namens hen zorg te dragen voor benoeming van de commissie, het secretariaat, afstemming tussen de deelnemende werkgevers en overleg met de commissie over geschil-overstijgende zaken in voorkomende gevallen.
De commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen. Zij kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van de werkgever vereist.
Binnen acht weken nadat de procedure zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van dit reglement is gestart, vindt de hoorzitting plaats. Het tijdstip voor de hoorzitting wordt door de voorzitter, in overleg met het secretariaat, vastgesteld. De plaats van de hoorzitting is doorgaans de hoofdvestiging van de organisatie waar de werknemer werkzaam is.
Het secretariaat nodigt de commissie, de werknemer en de werkgever ten minste twee weken voordat de hoorzitting plaatsvindt, schriftelijk uit. Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de werknemer en de werkgever onder opgaaf van redenen de commissie, via het secretariaat, verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen. De beslissing op dit verzoek wordt door het secretariaat uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de werkgever en de werknemer meegedeeld.
De commissie kan tijdens de hoorzitting ook anderen horen, als zij dat nodig vindt. Ook de werknemer en de werkgever kunnen getuigen of deskundigen voordragen om tijdens de hoorzitting te worden gehoord. Een verzoek daartoe moet ten minste drie werkdagen voor de hoorzitting bij de commissie, via het secretariaat, worden ingediend. De commissie neemt hierover een besluit. De commissie informeert de werknemer en de werkgever, via het secretariaat, als getuigen of deskundigen worden gehoord.
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 april aan de werkgevers een geanonimiseerd verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.