Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Beleidsplan gladheidsbestrijding

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan gladheidsbestrijding
CiteertitelBeleidsplan gladheidsbestrijding
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wegenwet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2020nieuwe regeling

17-12-2019

gmb-2020-274514

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan gladheidsbestrijding

1 Inleiding

 

De gemeente is wegbeheerder voor de lokale wegen en fietspaden. De wegbeheerder is vanuit de Wegenwet (artikel 15 en volgende) verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen. Hieronder valt ook het begaanbaar houden van wegen tijdens perioden van gladheid door bevriezing en sneeuwval. Het staat de gemeente vrij om de keuze te maken welke wegen en/of fietspaden sneeuw- en ijsvrij worden gehouden.

Het is belangrijk dat inwoners, bedrijven en instellingen weten wat zij, in de winterperiode, van de gemeente kunnen verwachten wat betreft de gladheidsbestrijding. Daarom wordt de werkwijze van de gemeente vastgelegd in een beleidsplan. Er is niet eerder een beleidsplan vastgesteld voor de gladheidsbestrijding. Naast de duidelijke communicatie naar de inwoners, zijn er ook wettelijke kaders waaraan het beleid moet voldoen.

Dit beleidsplan bevat de uitgangspunten die leidend zijn voor de uitvoering van de gladheidsbestrijding en is gebaseerde op de huidige uitvoering van gladheidsbestrijding zoals beschreven in bijlage II. De gedetailleerde uitwerking voor de uitvoering staat in het uitvoeringsplan gladheidsbestrijding beschreven. Dit uitvoeringsplan is een intern werkdocument dat jaarlijks geactualiseerd wordt en door de manager van de afdeling Beheer wordt vastgesteld. De uitkomsten van de evaluatie van het voorgaande winterseizoen worden in het uitvoeringsplan meegenomen.

De gemeente Noordenveld richt zich op het algemeen belang ten aanzien van bereikbaarheid, verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid. De gemeente hecht daarbij veel waarde aan de keuzevrijheid waarop de weggebruiker zich verplaatst. Naast deze keuzevrijheid speelt ook met name het Basisfietsplan, het VN-verdrag Handicap en het stimuleren van het Openbaar Vervoer een prominente rol.

De mogelijkheden ter voorkoming van gladheid zijn begrensd, zowel technisch als financieel. Er moet daarom gekozen worden waar de gladheid wel en waar deze niet bestreden wordt. Noordenveld vindt het acceptabel dat iedere inwoner binnen de bebouwde kom binnen een straal van 350 meter een gestrooide route kan bereiken. Impliciet betekent dit dat er grote delen van woonwijken zijn waar géén gladheid wordt bestreden, zoals woonstraten en trottoirs.

Dit beleidsplan geldt voor de komende vijf jaar van het winterseizoen 2019-2020 tot en met 2024-2025 en wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Aan het einde van de winterperiode 2024-2025 wordt het beleidsplan geëvalueerd waarbij gekeken wordt naar nieuwe innovaties en ontwikkelingen en de evaluaties van de eerdere jaren.

 

 

2 Beleid gladheidsbestrijding

2.1 Beleidscyclus

Het beleid geformuleerd in de nota Gladheidsbestrijding benoemt de algemene uitgangspunten van de gladheidsbestrijding. Deze gelden voor de periode van het najaar 2019 t/m het voorjaar van 2025. De concrete uitwerking van het beleid vindt plaats op basis van het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsprogramma gladheidsbestrijding. Evaluatie van de acties en de ervaringen van een voorgaand winterseizoen kunnen leiden tot bijstellingen waardoor en waarmee de uitvoering steeds verder wordt verbeterd.

 

 

3 Kaders voor het beleid

 

Op dit moment ontbreekt het aan een beleidsplan voor de gladheidsbestrijding in Noordenveld. Dit beleidsplan is noodzakelijk omdat het beleid moet voldoen aan wettelijke kaders en is afhankelijk van zowel externe als interne factoren. In dit hoofdstuk worden deze kaders en factoren voor

Noordenveld beschreven.

 

3.1 Externe factoren

Het beleid voor de gladheidsbestrijding is afhankelijk van diverse factoren. De volgende externe factoren zijn van invloed:

  • Daarnaast wordt het in deze tijd bijna als vanzelfsprekend ervaren dat ook onder winterse omstandigheden de verkeersveiligheid voor de weggebruiker, de bereikbaarheid van het reisdoel en de doorstroming van het verkeer op het gewenste niveau blijft;

  • De regelgeving omtrent aansprakelijkheid is in de laatste jaren flink aangescherpt. In het geval van schade wordt van de wegbeheerder verlangd dat hij het risico op schade heeft geïnventariseerd en maatregelen heeft genomen om dit risico te beperken. Er zijn steeds meer wettelijke verplichtingen waaraan de wegbeheerder zich moet houden;

  • De gewijzigde kijk op ons klimaat en de manier waarop we met onze aarde omgaan, vraagt om een toetsing van de huidige werkwijze voor de gladheidsbestrijding;

  • Nieuwe technologische ontwikkelingen bieden mogelijkheden om de huidige werkwijze onder de loep te nemen. De meeste gemeenten zijn in de laatste jaren overgestapt naar strooimateriaal waarmee zowel nat als droog zout kan worden gestrooid. Deze apparaten kunnen bij alle weersomstandigheden effectief strooien;

  • Zowel de provincie als de meeste buurgemeenten hebben in de aflopen jaren hun strooibeleid aangepast naar preventief strooien. Daarnaast wordt in de buurgemeenten met zout gestrooid, wat een ander effect heeft dan strooien met pekelwater. Dit heeft onder meer geleid tot een actieve discussie op Social Media over het strooibeleid van Noordenveld.

 

 

3.2 Wettelijke kaders

De volgende wettelijke kaders zijn van toepassing op de gladheidsbestrijding.

3.2.1 Aansprakelijkheid

De wegbeheerder is, op grond van artikel 15 en volgende van de Wegenwet, verantwoordelijk voor het onderhoud van de wegen. Hieronder valt ook het begaanbaar houden van wegen tijdens perioden van gladheid door bevriezing en sneeuwval.

De gemeente is wegbeheerder van lokale wegen en daarmee verantwoordelijk voor de bestrijding van gladheid op deze wegen. De gemeente heeft de vrijheid om de keuze te maken op welke wegen en/of fietspaden de gladheid bestreden wordt. Wanneer de gemeente niet voldoet aan haar zorgplicht en de weggebruiker als gevolg hiervan schade ondervindt, kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld. Bij gladheid betreft het echter een inspanningsverplichting en geen resultaatverplichting. Dit betekent dat er van de gemeente verwacht mag worden dat zij alle mogelijke inspanningen verricht om gladheid te bestrijden, maar niet dat zij dit altijd kan voorkomen. Wanneer de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade ten gevolge van gladheid op de lokale weg, moet zij kunnen aantonen dat zij zorgvuldig gehandeld heeft. Daarnaast zal moeten worden bekeken of de weggebruiker zijn rijgedrag heeft aangepast aan de omstandigheden. De weggebruiker moet aantonen dat de wegbeheerder nalatig is geweest.

 

Het aantonen van de inspanningsverplichting kan door:

  • Een gladheidsbeleidsplan waarin staat aangegeven welke prioriteiten de gemeente hanteert bij het bepalen van de strooiroutes, binnen welke tijd de gemeente op deze strooiroutes de gladheid bestrijdt en volgens welk strooischema;

  • Aandacht voor bijzondere risico’s bij de keuze van de strooiroutes;

  • Het actief uitdragen van dit plan zodat bewoners weten wat zij van de gemeente kunnen verwachten;

  • Een gladheidsmeldingssysteem waarmee opkomende gladheid kan worden verwacht, kan helpen bij het aantonen van het juiste handelen van de gemeente;

  • Een administratie bijhouden van gereden strooiroutes en tijden zodat de gemeente kan aantonen dat zij tijdig en naar vermogen heeft gestrooid en dat zij dus zorgvuldig heeft gehandeld;

  • Het voorhanden hebben van voldoende materieel;

  • Consistentie in beleid en uitvoering;

  • Een goed klacht- en meldingssysteem.

 

3.2.2 Algemeen Plaatselijke Verordening

Het sneeuw- en ijsvrij houden van trottoirs is de eigen verantwoordelijkheid van elke bewoner. De eigenaar of (ver)huurder van een perceel wordt geacht de toegang tot zijn perceel zo veilig en toegankelijk mogelijk te houden. In de APV van Noordenveld zijn geen bepalingen opgenomen over het sneeuw- en ijsvrij houden van trottoirs.

 

3.2.3 Arbo en veiligheid

De regels voor de arbeidstijden en consignatie zijn vastgelegd in de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. De bepalingen hebben betrekking op de maximale (gemiddelde) arbeidsduur per etmaal, per week en per maand en op de maximale duur van de consignatie.

Het is vanzelfsprekend dat in te zetten materieel dient te voldoen aan eisen behorende bij CE keurmerken.

 

3.2.4 Richtlijnen

De leidraad “Organisatie en bestrijding van wintergladheid” van CROW beschrijft de onderdelen die een rol spelen bij het bepalen van het beleid en bij de uitvoering. Deze leidraad is mede een hulpmiddel geweest bij de totstandkoming van deze nota.

 

3.3 Interne factoren

Zowel de Omgevingsvisie Noordenveld 2030 als het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan 2015-2025 (GVVP), het Basisfietsplan Noordenveld, “Op weg naar dé fietsgemeente van Noord-Nederland’ en de aandachtspunten uit de evaluatie gladheidbestrijding winter 2018-2019 zijn van invloed op het gladheidsbestrijdingsbeleid.

 

3.3.1 Omgevingsvisie Noordenveld 2030

In de Omgevingsvisie Noordenveld 2030 is vastgesteld dat Noordenveld in 2030 een transparante, leefbare, groene, ondernemende en duurzame samenleving is. Een transparant bestuur betekent dat het voor inwoners helder is welke afwegingen het bestuur maakt, het betekent niet dat inwoners altijd gelijk krijgen. Leefbaarheid staat voor alles wat het samen leven in Noordenveld prettig maakt. Groen staat voor natuur, rust en ruimte voor de inwoners en bezoekers. Recreatie en toerisme, hoogwaardige kennisindustrie, een levendige middenstand in de verschillende kernen en de agrarische sector zijn de pijlers van Noordenveld als ondernemende gemeente.

Duurzaam is het zorgvuldig omgaan met de beschikbare bronnen en het gebruik van de ruimte. Hierbij zijn de volgende ambities vastgesteld die van toepassing kunnen zijn op de gladheidsbestrijding:

  • In 2030 is Noordenveld de netwerksamenleving (digitaal, sociaal, economisch, energie) door de unieke centrale ligging in Noord-Nederland;

  • In 2030 heeft Noordenveld een levendige, vitale samenleving: iedereen telt mee, doet mee en draagt bij;

  • In 2030 heeft Noordenveld nog steeds unieke en hooggewaardeerde cultuurhistorische landschappen en natuurgebieden; deze worden beschermd, beleefd en benut;

  • In 2030 is Noordenveld dé duurzaamste gemeente van Drenthe;

  • In 2030 is Noordenveld dé fietsgemeente van Noord-Nederland.

 

De nadere uitwerking van de ambities geeft de volgende uitgangspunten voor de gladheidsbestrijding:

  • In de Onlanden en Terheijl is sprake van natuurgebieden;

  • Communicatie met onze inwoners is van groot belang: we doen wat we zeggen;

  • Er wordt gewerkt aan verkeersveiligheid;

  • De gemeente stimuleert het gebruik van de fiets, openbaar vervoer en duurzame mobiliteit;

  • De openbare ruimte en natuurgebieden zijn vrij en veilig toegankelijk;

  • Noordenveld koestert haar bestaande bedrijven en probeert deze bedrijven zo goed mogelijk te faciliteren;

  • Iedereen in de gemeente Noordenveld is zich bewust van het effect van zijn gedrag, Dit gedrag gaat niet ten koste van de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien;

  • Inwoners, bedrijven, gemeente en instellingen zetten zich in voor duurzaam watergebruik door zuiniger gebruik van drinkwater, toepassing gescheiden rioleringsstelsel en hergebruik van regenwater;

  • Voor het Centrum en Brinkgebied van Roden zijn nog nadere ambities vastgesteld:

  • De voetganger en fietser staan op 1;

  • Er is een route voor doorgaand verkeer, om de verkeersdruk in het centrum te doen afnemen en de verblijfskwaliteiten te kunnen versterken in het centrum.

 

3.3.2 Het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan 2015-2025 (GVVP)

In het GVVP wordt het volgende aangegeven “Noordenveld voert een integraal verkeer- en vervoerbeleid dat is gericht op het in stand houden of verbeteren van de (economische) bereikbaarheid, het vergroten van de verkeersveiligheid en het verbeteren van het (leef)milieu”.

Het GVVP stelt de fiets op 1, mits het veilig kan en rekening houdend met de meest actuele CROW-richtlijnen en het overige beleid. Er wordt prioriteit (voorrang) gegeven aan achtereenvolgens:

i. de fiets

ii. het openbaar vervoer

iii. de auto

iv. de voetganger;

 

3.4 De CROW publicatie “Organisatie en bestrijding van wintergladheid”

Volgens het kennisplatform CROW moet de wegbeheerder met de gladheidsbestrijding er onder winterse omstandigheden voor zorgen dat de veiligheid van de weggebruikers wordt gewaarborgd. Ook het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg behoort tot de zorgplicht van de wegbeheerder.

Daarnaast is het noodzakelijk een calamiteitenplan op te stellen bij sneeuwval en langdurige gladheid.

 

4 Risico-inventarisatie

 

 

4.1 Risico-inventarisatie

Voor een goede aanpak van de gladheidsbestrijding is een risico-inventarisatie van de huidige situatie noodzakelijk. Bij het opstellen van de risico-inventarisatie voor het beleidsplan wordt alleen ingegaan op de risico’s waarop het beleid betrekking heeft. In onderstaande tabel worden de mogelijke risico’s benoemd. Tevens wordt aangegeven wat de oorzaak is en welke maatregelen getroffen kunnen worden. Om de leesbaarheid te bevorderen zijn de risico’s gecategoriseerd. De lijst van risico’s is niet uitputtend.

 

Risico

Oorzaak

Maatregel

Wettelijke verplichtingen

 

 

Verkeersveiligheid

 

 

Mogelijk plaatselijk glad wegvak

 

Curatief strooien

Ongeschikt dooimiddel voor de situatie

Onwetende weggebruiker qua routes en qua dooimiddel

Te glad om te strooien

Preventief strooien

Ander dooimiddel toepassen

Communicatie naar inwoners verbeteren

Calamiteitenplan bij ijzel maken

Gladde wegen bij sneeuwval

 

Sneeuwploegen en pekelwater heeft niet het gewenste effect

Calamiteitenplan bij sneeuwval maken

Preventief strooien

Wegen borstelen in plaats van schuiven

Toepassen strooizout ipv pekelwater

Gladde wegen bij extreme weersinvloeden

Te extreme invloeden om wegen (tijdig) schoon te krijgen

Calamiteitenplan bij extreem weer maken

Preventief strooien

 

Gedeeltelijk gestrooid wegvak

 

Verschillende strooiregimes verschillende wegbeheerders

Aanpassen strooiregime op omgeving (preventief strooien)

Fietsverkeer wordt steeds sneller

 

Elektrische fietsen

 

Meer aandacht voor fietsroutes

Bij ontwerp fietspaden rekening houden met strooimaterieel

Onduidelijk strooiregiem bij langdurige gladheid

 

Geen duidelijke strategie

 

Vaststellen calamiteitenplan bij sneeuwval en langdurige gladheid

Inspanningsverplichting

 

 

Aansprakelijkheid voor ongeval en letsel

Geen prioriteiten gesteld

Onduidelijk welke aanrijtijd gebruikt wordt

Onduidelijk welk strooischema wordt aangehouden

Geen aandacht voor bijzondere risico’s bij keuze strooiroutes

Niet actief uitdragen strooiroute

Beleidsplan vaststellen met prioriteiten

Beleidsplan vaststellen met aanrijtijden

Beleidsplan vaststellen met strooischema

Beleidsplan vaststellen met keuzes voor bijzondere risico’s

Actief communiceren

Overige

 

 

Niet voldoen aan arbeidstijdenwet- en rijtijdenbesluit

Onvoldoende personeel

Aanpassen roosters

Inzet onderaannemers

Andere (reguliere) werkzaamheden stilleggen

Gemeentelijk beleid

 

 

Niet voldoen aan gemeentelijk uitgangspunt “Fiets op 1”

Alleen hoofdfietsroute strooien

 

Strooien fietsroutes uitbreiden

 

Communicatie

 

 

Onduidelijke verwachtingen weggebruikers

Onvoldoende en onduidelijke communicatie

Actief communiceren op B1-niveau en met beelden a.d.h.v. communicatieplan

Aanpassen strooibeleid aan beleid omliggende gemeenten

Milieu

 

 

Aantasten vegetatie en kwaliteit regenwater

 

Zoutbelasting en verkeerd strooien

Geschikte strooimethode toepassen

Hoeveelheid dooimiddel aanpassen

Aantasten natuurgebieden

Zoutbelasting

Geschikte strooimethode toepassen

Hoeveelheid dooimiddel aanpassen

Niet strooien in natuurgebieden

Organisatie

 

 

Materieel niet inzetbaar

Storing

Preventief onderhoud en tijdige vervanging

Een extra voertuig geschikt maken

Onvoldoende dooimiddel

Te weinig opslag van pekelwater

Vergroten opslag dooimiddel

Ander dooimiddel gebruiken

Onderaannemers inschakelen

Voertuigen ongeschikt

Obstakels, te smal wegprofiel

Controle tijdens ontwerpfase, aanpassen ontwerp, aanpassen materieel

Onvoldoende personeel voor gladheidsbestrijding

Te weinig personeel dat deel kan of wil nemen

Vergrijzing personeelsbestand

Verplichte consignatie

Inhuur onderaannemers

Niet kunnen voldoen aan de arbeidstijdenwet en besluit

Roosters sluiten niet goed aan bij werkzaamheden

Te weinig personeel

Aanpassen roosters

Verplichte consignatie

Inhuur onderaannemers

Te veel meldingen om af te handelen

Plotselinge of langdurige weersomstandigheden

Calamiteitenplan opstellen

 

 

5 Visie en beleid op gladheidsbestrijding

5.1 Visie op gladheidsbestrijding

De gemeente zorgt dat Noordenveld nu en in de toekomst goed bereikbaar én leefbaar blijft. Dit doet zij door te zorgen voor goede wegen, fietspaden en een prettige buitenruimte. De bereikbaarheid van de gemeente moet ook gelden onder winterse omstandigheden. Iedereen ziet graag dat de wegen of paden die hij of zij dagelijks gebruikt in de winter worden gestrooid. Maar dat zou betekenen dat de hele gemeente moet worden gestrooid. Dat zou niet alleen een zeer grote financiële last voor de gemeente zijn, maar ook logistiek zou dit een onmogelijke opgave zijn. Daarom moeten er keuzes worden gemaakt.

De gemeente hanteert de volgende criteria bij het vaststellen van de strooiroutes:

  • 1.

    Vastgestelde strooiroutes: doorgaande (fiets)routes, Openbaar Vervoer-verbindingen, wegen bij scholen, gezondheidscentra, winkelcentra en bejaardencentra;

  • 2.

    Industriegebied;

  • 3.

    Fietsroutes uit het Basisfietsplan.

 

5.2 Strooiroutes

De strooiroutes worden bepaald aan de hand van de bovengenoemde criteria. Wegen en fietspaden die in de strooiroutes zijn opgenomen hebben dezelfde prioriteit. Wanneer er op vastgesteld strooiroutes werkzaamheden plaatsvinden, wordt de omleidingsroute gestrooid.

Dit betekent dat er delen in de gemeente zijn, die niet onder het strooibeleid van de gemeente vallen, zoals buitenwegen, trottoirs en woonstraten.

In een wereld waarin de mens technisch steeds meer naar zijn hand kan zetten, vergeten we soms dat er natuurlijke grenzen blijven. We kunnen de elementen van het weer niet sturen, Gladheidsbestrijding is daarom ook handelen naar de omstandigheden: dat geldt voor iedereen. We kunnen ons zo goed mogelijk op winterse omstandigheden voorbereiden. Maar tegelijkertijd vraagt winterweer aanpassing van ons (rij)gedrag.

Wij hanteren de volgende bestrijdingsroutes:

  • 1.

    A-route: Dit is de reguliere route voor gladheidsbestrijding. Deze route bestaat uit de doorgaande (fiets)routes, Openbaar Vervoerverbindingen, wegen bij scholen, gezondheidscentra, winkelcentra en bejaardencentra;

  • 2.

    B-route: Bij langdurige gladheid wordt ook op de B-route de gladheid bestreden.

  • 3.

    C-route: De calamiteitenroute richt zich op de route bij extreme sneeuwval. Wanneer deze route schoon is, volgt de A-route

  • 4.

    D-route. Bij langdurige gladheid wordt de gladheid op de wegen naar veehouderijen waar sprake is van melkleveranties uiterlijk aan het begin van de derde dag bestreden.

 

5.3 Zorgplicht

Op structurele en duurzame wijze voldoen aan de wettelijke zorgplicht om ook onder winterse omstandigheden de verkeersveiligheid van alle weggebruikers, de doorstroming van het verkeer, de leefbaarheid en bereikbaarheid binnen de gemeente zo goed mogelijk te waarborgen.

 

5.4 Milieu

Onze gemeente heeft twee als zodanig bestempelde natuurgebieden. In het gebied bij Terheijl-Nietap en de Onlanden worden de fietspaden niet gestrooid.

 

6 Wanneer strooit de gemeente?

6.1 Beschikbaarheid

De werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding hebben als kenmerk dat ze onregelmatig zijn, niet vooraf planbaar en vaak in de avond en nacht worden uitgevoerd. Chauffeurs van strooiwagens en hun leiding worden daarom in de winterperiode in consignatie ingezet (winterdienst).

De winterdienst loopt ieder jaar van 1 november tot 1 april. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan de winterdienst eerder beginnen en/of langer doorgaan.

 

6.2 Signalering

Aan de hand van de volgende bronnen wordt besloten of er gladheid bestreden moet worden:

  • Een weersverwachting van de Meteogroep uit Wageningen;

  • Eigen waarnemingen;

  • Informatie van 1 gemeentelijk en twee provinciale meetpunten in de Gemeente Noordenveld.

  • Als er twijfel is over het wel of niet optreden van gladheid, geldt als uitgangspunt dat er wordt gestrooid.

 

7 Hoe strooit de gemeente?

 

 

Dooi- en strooimiddelen worden in de gladheidsbestrijding ingezet om te voorkomen dat wintergladheid optreedt én om wintergladheid te bestrijden. Bij preventieve gladheidsbestrijding wordt door het aanbrengen van dooimiddel voorkomen dat vocht bevriest. Wanneer er eenmaal wintergladheid is ontstaan, kan de bestrijding op twee manieren plaatsvinden. De meest toegepaste manier is het (gedeeltelijk) dooien van het ijslaagje door het strooien of sproeien van een dooimiddel.

 

7.1 Dooimiddel

Als een voldoende geconcentreerde pekel in aanraking komt met ijs (of sneeuw), smelt het ijs. Er zijn meerdere dooimiddelen, droog zout, nat zout en pekelwater. De gladheid in Noordenveld wordt bestreden met pekelwater, sneeuwschuiven en op enkele plekken door zout te strooien.

Pekelwater en nat zout hebben als voordeel dat het een direct dooiende werking heeft. Het nadeel van pekelwater is dat het bij temperaturen lager dan -6° C zijn werking verliest. Ook uit onze eigen ervaringen blijkt dat pekelwater in dergelijke situaties onvoldoende werking heeft.

De tendens in Nederland is te strooien met een combinatie van pekelwater en nat zout, het zogenaamde combi strooien, waardoor van de voordelen van pekelwater en zout wordt geprofiteerd.

Om een betere veiligheid te garanderen, gaan wij over naar de bestrijding van gladheid met combistrooiers.

Ons huidige wagenpark is ingericht op het sproeien van pekelwater. Het sproeimaterieel is nog niet afgeschreven. In de komende tijd wordt langzamerhand overgegaan naar een combinatie van droog- en nat strooien. Deze werkwijze zorgt ervoor dat de veiligheid er in alle voorkomende omstandigheden maximaal gegarandeerd kan worden.

 

7.2 Preventief boven curatief

De gemeente kiest ervoor om zo veel mogelijk preventief te strooien. Dit betekent dat de strooiploegen de straat op gaan voordat het glad wordt. Doordat de wegen al gestrooid zijn voordat de ochtendspits op gang komt is er een betere doorstroom en hogere verkeersveiligheid.

 

7.3 Technieken

De gemeente maakt op dit moment gebruik van gladheidsbestrijding met pekelwater. Bij sneeuwval werkt strooien met pekelwater niet. In dit geval wordt gewerkt met een combinatie van sneeuwschuivers in combinatie met strooien en extra inzet door onderaannemers. In de komende tijd wordt langzamerhand overgegaan naar een combinatie van droog- en nat strooien. Deze werkwijze zorgt er voor dat de veiligheid er in alle voorkomende omstandigheden maximaal gegarandeerd kan worden.

 

 

8 Communicatie

8.1 Communicatieboodschap

Communicatie voorafgaand aan en tijdens het winterseizoen is essentieel om inwoners van de gemeente te informeren over wat de gemeente doet. Hiervoor wordt er voor elk winterseizoen een planning gemaakt wanneer en hoe er gecommuniceerd wordt.

De gemeente communiceert van tevoren tenminste over de vastgestelde strooiroutes zodat inwoners weten waar er wel en niet gestrooid wordt en kunnen zij daar rekening mee houden.

Tijdens het winterseizoen wordt elke strooibeurt op Twitter gemeld. Daarnaast wordt er zowel voor als tijdens het seizoen informatie gegeven over bijvoorbeeld tips voor het omgaan met gladheid en het werk van de strooidienst. Tijdens extreme weerssituaties wordt er extra gecommuniceerd naar inwoners.

 

8.2 Communicatiemiddelen

Het beleidsplan en de strooiroutes worden op de website gepubliceerd. Vooraf wordt via de gemeentepagina in de Krant het beleid en de strooiroutes aangekondigd. Daarnaast worden re posters verspreid en wordt de pers actief benaderd.

De externe partijen worden in de daarvoor bestemde overleggen geïnformeerd.

De uitruk voor een gladheidsbestrijdingsactie wordt kenbaar gemaakt via Twitter.

 

9 Meldingen, klachten en evaluatie

 

 

9.1. Meldingen en klachten

Iedereen heeft de mogelijkheid om aan de gemeente vragen te stellen, meldingen te doen of klachten in te dienen. Dit kan via het centrale nummer, de gemeentelijke website en via de gebiedsverbinders en meewerkend voormannen/ Ook voor de gladheidsbestrijding komt er elk jaar weer een aantal meldingen en/of klachten binnen. Meldingen en klachten leveren waardevolle gegeven op over mogelijk gevaarlijke situaties in de stad en worden direct doorgegeven aan de uitvoerende diensten.

9.2 Evaluatie

Jaarlijks stelt de gemeente een evaluatie van de winterdienst op. Hier in staat hoe de gladheidsbestrijding in het algemeen verlopen is, wat tot tevredenheid stemt en waar verbetering nodig is. De evaluatie wordt gebruikt om de uitvoering te verbeteren.

 

10 Financiën

 

Voor de gladheidsbestrijding is jaarlijks een budget van € 166.663 beschikbaar. Het budget is echter niet bepalend voor de inzet, die wordt bepaald door de weersomstandigheden. In een gladde winter wordt er meer gestrooid en zijn de kosten hoger dan een zachte winter. Eventuele overschrijding van het budget wordt gerapporteerd via de jaarrekening.

De kosten voor gladheidsbestrijding bestaan uit vaste kosten en variabele kosten.

De vaste kosten bestaan hoofdzakelijk uit de kapitaallasten voorvloeien uit de investeringen voor het benodigd materieel, gladheidmeldpunten, overige voorzieningen en consignatievergoedingen.

De uitvoering van de gladheidsbestrijding is afhankelijk van de weersomstandigheden, de kosten voor de inzet van personeel en dooimiddel.

 

Bijlagen

Bijlage I Kaart met uitbreiding strooiareaal

BIJLAGE II Huidige situatie

 

De huidige wijze van gladheidsbestrijding is ontstaan vanuit de ervaringen uit de praktijk. Hoewel de keuzes voor de werkwijze bewust gemaakt zijn, zijn deze niet officieel vastgelegd.

1 Criteria voor strooiroutes

Tijdens winterse omstandigheden bestrijdt de gemeente gladheid om de gemeente zo goed mogelijk begaanbaar te houden. Het is echter een onmogelijke opgave om de hele gemeente te strooien. Daarom moeten er keuzes worden gemaakt. De gemeente hanteert de volgende criteria bij het vaststellen van de strooiroutes:

5. De functie van de weg. Gebiedsontsluitingswegen gaan voor erftoegangswegen;

6. Belangrijke fietsroutes;

7. Openbaar Vervoer-verbindingen;

8. Wegen bij scholen, gezondheidscentra, winkelcentra en bejaardencentra;

9. Industriegebied;

 

Op basis van deze criteria maakt de gemeente de afweging welke wegen, OV-routes en fietspaden worden opgenomen in de strooiroutes. De strooiroutes worden jaarlijks geactualiseerd op basis van ervaringen van medewerkers en meldingen van inwoners.

1.a Waar strooit de gemeente niet

Voor delen van de gemeente die niet aan de bovenstaande criteria voldoen, geldt dat de gemeente daar niet strooit. Dat geldt bijvoorbeeld voor woonstraten, trottoirs en niet openbaar terrein. Het primair fietsnetwerk binnen de kommen van Norg, Peize en Roden zit in de strooiroute, fietspaden die specifiek bedoeld zijn voor recreatie worden niet gestrooid.

Op individuele strooiverzoeken gaat de gemeente niet in. Alleen bij extreme of afwijkende omstandigheden kan de gemeente besluiten inzet te plegen buiten de vastgestelde strooiroutes.

1.b Prioriteiten bij gladheidsbestrijding

De gemeente is voor de gladheidsbestrijding opgedeeld in zogenaamde A- en B- routes. De belangrijkste wegen zijn opgenomen in de A-routes. Bij het samenstellen van de A-routes wordt uitgegaan van wegfunctie en doorstroming. Voor de A-routes wordt er naar gestreefd dat mensen binnen 350 m een gestrooide route kunnen bereiken.

Als de A-routes onder controle zijn, dan worden alleen bij extreme weersomstandigheden zoals ijzel of langer aanhoudende sneeuwval, de B-routes gestrooid, gesproeid of geschoven. De B-routes zijn alle overige wegen die niet zijn opgenomen in de A-routes. Als er extreem veel sneeuw is gevallen kan het nodig zijn de A-routes in te korten tot de verbindingswegen van dorp naar dorp en de busroutes. Zodra de omstandigheden gunstiger worden, schakelen we direct over op de oorspronkelijke routes.

 

1.c Afhankelijkheid andere organisaties

In de gemeente liggen diverse provinciale wegen. De provincie zorgt voor de begaanbaarheid van deze wegen en heeft daar eigen regels voor. Het kan daardoor gebeuren dat deze wegen op andere tijdstippen gestrooid worden.

2 Preventief of curatief

Er zijn twee mogelijkheden om te strooien: voordat het glad wordt, of tijdens de gladheid. In Noordenveld wordt de gladheid curatief bestreden. Dit betekent dat er bestreden wordt, als het glad is. Aangezien pekelwater gesproeid wordt, zijn onze voertuigen hiervoor aangepast.

 

3 Wanneer strooit de gemeente

De werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding zijn onregelmatig, niet vooraf planbaar en worden vaak in avond en nacht uitgevoerd. Chauffeurs van strooiwagens en coördinatoren worden daarom in de winterperiode in consignatie ingezet (winterdienst). De winterdienst loopt ieder jaar van 1 november tot 1 april. Buiten deze winterdienst werken we niet volgens consignatie. Wanneer we eerder beginnen dan 1 november, moet er geïmproviseerd worden omdat het materieel dan nog niet gereed is.

 

3.1 Signalering

Aan de hand van de volgende bronnen wordt besloten of er gladheid bestreden moet worden:

• Een weersvoorspelling van de Meteogroep uit Wageningen;

• Eigen waarnemingen;

• Informatie van 1 gemeentelijk en twee provinciale meetpunten in de Gemeente Noordenveld.

4 Dooimiddel

De keuze voor dooimiddel is afhankelijk van de volgende factoren: effectiviteit van het dooimiddel, veiligheid, kosten, milieuvriendelijkheid, toepasbaarheid va het middel bij het huidige materieel, betrouwbaarheid van levering en de mogelijkheid tot opslag van een strategische voorraad.

Vanwege leveringsproblemen van strooizout, effectiviteit en milieuvriendelijkheid is in 2010 gekozen voor pekelwater als dooimiddel. Het sproeien met pekelwater heeft een aantal voordelen. Een groot voordeel is dat het sneller werkt dan strooizout, omdat het dooi-effect meteen optreedt. Daardoor is het zeer geschikt voor gladheidsbestrijding op fietspaden en minder drukke wegen. Daarnaast levert het gebruik een belangrijke bijdrage aan duurzaamheid: het is beter voor het milieu.

5 Wie zijn er betrokken bij de gladheidsbestrijding

In Noordenveld zijn 6 voertuigen beschikbaar voor de gladheidsbestrijding. Dit is voldoende om de routes van in +/- 70 km per route binnen 2,5 uur te rijden. De voertuigen zijn een half uur na melding op de weg. Bij sneeuwval en ijzel duren de routes langer, omdat bij sneeuwval de weg 2 keer behandeld moet worden (heen en terug) en bij ijzel moeten de voertuigen langzaam rijden. Bij sneeuwval wordt tevens gebruik gemaakt van onderaannemers die een deel van de routes overnemen.

6 Gevolgen inzet materieel en personeel voor gladheidsbestrijding

De indeling van de gladheidsbestrijding is dusdanig dat alle andere werkzaamheden uitgevoerd worden, behalve bij sneeuw. Dan worden de wijkteams ingezet om trottoirs, kruispunten en dergelijke sneeuwvrij te maken.

7 Communicatie

Communicatie voorafgaand aan en tijdens het winterseizoen is essentieel om inwoners, instellingen en ondernemers in de gemeente te informeren over wat de gemeente doet en wat zij zelf kunnen doen om veilig en ijsvrij de winter door te komen. Voorafgaand aan het seizoen communiceert de gemeente over de vastgestelde strooiroutes. Tijdens het winterseizoen wordt elke strooibeurt op Twitter gemeld.

8 Jaarlijkse evaluatie

De gladheidsbestrijding wordt jaarlijks geëvalueerd door de wegbeheerder en de medewerkers gladheidsbestrijding. Tijdens de evaluatie worden meldingen en klachten van inwoners meegenomen om de routes voor het volgende jaar aan te passen.

In de winter van 2018-2019 waren er 24 verzoeken/klachten om de strooiroutes aan te passen. 3 hiervan zijn op basis van de criteria genoemd onder 3.1, opgenomen in de nieuwe strooiroutes voor 2019-2020. Daarnaast wordt er met name geklaagd wanneer er bijvoorbeeld sneeuw en ijzel is gevallen. Dan komen de klachten ook overal vandaan. De gemeente is niet in staat (financieel en/of in de uitvoering) om alles te strooien. Gezien de diversiteit aan aangevoerde argumenten wordt dat echter wel min of meer verwacht. De meest gehoorde argumenten zijn: er wonen heel veel ouderen in deze straat, mensen moeten bij ons kunnen komen (huisartsen, tandartsen, Fysiotherapeuten, verloskundigen etc.) en boeren die hun melk niet meer kwijt kunnen. Van bedrijven komen er zeer weinig klachten.

9 Financiën

De kosten van de gladheidsbestrijding bestaan uit inzet van materieel, brandstofkosten, personeelskosten en strooimiddel. Tabel 3.1 geeft de uitgaven over 2018 weer.

 

Werkelijk

Inzet aannemers

€ 5.459

Aanschaf dooimiddel

€ 36.397

Inzet materieel

€ 22.635

Inzet personeel

€ 55.311

Totaal

€ 119.802

Tabel 1: Uitgaven over 2018

Het budget is niet bepalend voor de inzet, die wordt bepaald door de weersomstandigheden. Voor gladheidsbestrijding wordt een deel van het dagelijkse materieel gebruikt. Een verrekening van de kosten voor de inzet voor gladheidsbestrijding is daardoor minimaal. De begrote kosten en uitgaven voor materieel, zoals deze in de tabel zijn weergegeven zijn daardoor lager dan wanneer dit niet het geval zou zijn.

 

BIJLAGE III Evaluatie Gladheidbestrijding 2018-2019

 

Bron: geregistreerde klachten uit Mozard in de periode november 2018 – maart 2019.

Zaak

Wegvak

Resultaat

Opnemen?

406149

Deel van de Kastelenlaan grenzend aan de vijfde verloting, Roden

Deze zal worden toegevoegd aan het strooiareaal. De Tonkensven zal hierdoor vervallen

Ja

408367

 

 

 

 

Veenhuizerweg vanaf rotonde Een naar Veenhuizen

Deze zal worden toegevoegd aan het Areaal, aangezien we dit wel als hoofdweg kunnen beschouwen vanuit Veenhuizen naar Een

Ja

406233

Borglaan, Roden

Deze zal worden toegevoegd aan het strooiareaal. Gezien de school de Marke, wordt dit een belangrijke fietsroute voor scholieren en hun ouders

Ja

407427

Veldweg, Peest

Is een probleem dat meer speelt bij boeren. Zij hebben problemen wanneer de weg een aantal dagen glad blijft en de melkwagen niet meer kan komen. In Gladheidplan opnemen wanner wel/niet gladheidbestrijding

Nee, niet in A-route

406983

Albert Schweizerplantsoen, Roden

Deze wordt niet opgenomen in het strooiareaal. Het is geen wijkontsluitingsweg en ook geen fietsroute voor scholieren. Voor hen is er een goed alternatief beschikbaar

Nee

406254

Noordenveld, Roden

Voldoet niet aan de criteria, dus wordt niet opgenomen

Nee

406523

Smeerveensedijk, Peize

Voldoet niet aan de criteria, dus wordt niet opgenomen in het strooiplan

Nee

406558

Jachtlaan, via Valkenierslaan naar Boslaan

Voldoet niet aan de criteria. Ook al zitten er verspreid een tandarts, huisarts en verloskundige in de wijk

Nee

406562

Sieland en fietspad tussen Keurnoten en Slichtland

Dit stuk is niet te strooien voor het materiaal dat wij inzetten. Dus naast de vraag of dit gedeelte in het strooiplan moet komen kan direct worden geconcludeerd dat dit niet mogelijk is

Nee

405928

Beukenlaan, Nieuw Roden

In overleg met wijkbelangen is de keuze wat wel en wat niet te strooien tot stand gekomen. Aan die omstandigheden is niets veranderd. Dit gedeelte wordt derhalve niet gestrooid

Nee

405999

Lindelaan, Roden

Wordt gebruikt als sluipweg. Dan gaan we dat dus juist niet doen. Het is geen wijkontsluitingsweg en daarom ook niet gewenst om deze te strooien en zo nog meer sluipverkeer te bevorderen

Nee

406097

Grasbroek, Roden

Er zijn alternatieven. De Grasbroek is een wijk weg en geen wijkontsluitingsweg

Nee

406128

De Hunenborg, Roden

Is geen wijkontsluitingsweg

Nee

406135

Hoofdstraat parkeerterrein het Palet, Roderwolde

Voldoet niet aan de criteria

Nee

382596

Noorddijk, Peize

Tynaarlo strooit nu wel aan hun kant van de Noorddijk. Wij hebben destijds met de fietsersbond vastgesteld dat de Horst een hogere prioriteit heeft. We kunnen er ook met een voertuig niet over de brug en er is geen gelegenheid om te draaien. Wordt niet toegevoegd aan het strooiareaal

Nee

406161

Markeweg, Alteveer

Voldoet niet aan de criteria. Wordt niet opgenomen

Nee

406212

Kipakkers, Peize

Voldoet niet aan de criteria. Wordt niet opgenomen

Nee

406216

Zonnehof, Peize

Hier willen ze graag om het gebouw heen gestrooid hebben. Past niet binnen ons strooibeleid

Nee

406219

Zonnehof, Roden

Hier gaat de melding erover dat om de hoek wel gestrooid wordt, maar in de zonnehof niet. De zonnehof is een reguliere straat en voldoet niet aan de criteria

Nee

405595

Poolswijk, Nieuw Roden

Voldoet niet aan de criteria

Nee

405724

Oostingslaan, Peize

Voldoet niet aan de criteria

Nee

405301

Roeghoornweg, Norg

Gaat om de 1e 35 meter naar de Fysiotherapeut. Deze straat voldoet niet aan de criteria en wordt niet toegevoegd aan het areaal

Nee

408445

Schonauwen 10 tot 52

Dit is een sluiproute waarbij er ook over voetpaden wordt gefietst. Schonauwen is een gewone wijkstraat en heeft geen speciale functie. Wordt dus niet meegenomen

Nee

407871

Fietspad van Statenlaan naar Nietap

Dit fietspad is ooit bedoeld als recreatief fietspad. Het loopt door een waterwingebied. Ook al is het een druk gebruikt fietspad, er zijn alternatieven beschikbaar. Het fiestpad wordt niet opgenomen in het strooiareaal

Nee