Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Peuterwerk en voorschoolse educatie (VVE) |
Citeertitel | Subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-10-2020 | nieuwe regeling | 12-10-2020 | Z.486746 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Kopsubsidie: de subsidie die het college aan aanbieders verstrekt als aanvulling op de ouderbijdrage die aanbieders ontvangen van ouders die recht hebben op Kinderopvangtoeslag en waarvan de hoogte is gebaseerd op het verschil tussen het door deze aanbieder gehanteerde uurtarief voor kortdurende opvang en het maximaal te vergoeden uurtarief peuteropvang volgens de ouderbijdragetabel.
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikelen 4 en 10 bedoelde activiteiten.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan de organisaties die peuterwerk aanbieden in gemeente De Fryske Marren.
Artikel 6. Soorten subsidie peuterwerk
De subsidie die het college verstrekt aan organisaties die peuterwerk aanbieden bestaat uit
Hoofdstuk 3. Voorschoolse educatie
Om voor een subsidie zoals bedoeld in artikel 10 in aanmerking te komen moet de organisatie voldoen aan de volgende verplichtingen:
Artikel 13. Vergoeding VVE-plaats
Het subsidiebedrag voor VVE voor ouders die in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag bedraagt ten hoogste de onder lid 2 genoemde tarieven maal het door de kinder- opvangorganisatie bij de aanvraag opgegeven uren. Het aantal te subsidiëren uren bedraagt maximaal de helft van het aantal uren VVE dat wordt aangeboden.
In aanvulling op artikel 7, eerste, tweede en derde lid, van de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren, bevat een aanvraag voor subsidie:
In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren, is het voor organisaties die nog nooit subsidie, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, van de gemeente hebben ontvangen, mogelijk om in de loop van het kalenderjaar een subsidie, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 en 3, aan te vragen.
Een aanvraag tot vaststelling, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren, omvat een inhoudelijk en financieel verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht. Het inhoudelijk verslag bevat een overzicht van het aantal bezette peuter- en VVE plaatsen.
Een aanvraag tot vaststelling bevat, in aanvulling op artikel 15, tweede lid en artikel 16, tweede lid, letter a, van de Algemene Subsidieverordening De Fryske Marren, een overzicht van de daadwerkelijk bezette VVE- en kindplaatsen, overeenkomstig de in artikel 9 en artikel 14 van deze regeling gehanteerde onderverdeling.
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren kan van bepalingen in deze regeling afwijken, als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of – ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Artikel 20. Inwerkingtreding en citeertitel
De subsidieregeling Peuterwerk en Voorschoolse educatie (VVE), zoals vastgesteld op 16 december 2019, wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze verordening van toepassing blijft op aanvragen voor subsidies die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling en die betrekking hebben op begrotingsjaar 2020 of eerder.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van De Fryske Marren op 12 oktober 2020,
gemeentesecretaris, burgemeester,
Ditta Cazemier Fred Veenstra
Bijlage Evenwichtige spreiding
Onder “evenwichtige spreiding” wordt verstaan een verdeling van de beschikbare plaatsen voor peuterwerk en VVE onder de volgende dorpen/wijken in gemeente De Fryske Marren. Dreigt het subsidieplafond te worden overschreden, dan worden de kind- en/of VVE-plaatsen verdeeld over de volgende dorpen/clusters van dorpen:
De beschikbare kind- en/of VVE-plaatsen worden verdeeld over, in elk geval, de bovenstaande dorpen
Uitgangspunten voor de verdeling van de kind- en/of VVE-plaatsen zijn:
wordt er voor meer kind- en/of VVE-plaatsen subsidie aangevraagd, dan het subsidieplafond toelaat? Dan geldt bij subsidieaanvragen van meer dan twee plaatsen voor één van bovenstaande dorpen, dat het teveel aan plaatsen naar rato verrekend wordt over de drie dorpen waar de meeste plaatsen voor zijn aangevraagd. Hieronder staat een rekenvoorbeeld van deze situatie.
Uitgangspunt voor dit rekenvoorbeeld: stel dat er 40 beschikbare plaatsen zijn.
Opgelet: dit is slechts een rekenvoorbeeld. Het aantal beschikbare plaatsen kan in werkelijkheid hoger of lager zijn.
Op basis van het subsidieplafond is in dit voorbeeld voor maximaal 40 plaatsen subsidie beschikbaar. De twee teveel aangevraagde plaatsen, worden verdeeld over de drie dorpen met de meeste aanvragen. In het rekenvoorbeeld zijn dit Joure, Lemmer en Sint Nicolaasga.
Voor Joure, Lemmer en Sint Nicolaasga zijn in totaal 24 plaatsen aangevraagd. Het aantal aangevraagde plaatsen per dorp, wordt omgerekend naar een percentage:
De twee teveel aangevraagde plaatsen, worden als volgt in mindering gebracht per dorp:
Meerdere organisaties hebben een aanvraag ingediend per dorp
In dit geval wordt dezelfde berekening toegepast. Rekenvoorbeeld: voor Joure zijn de 12 plaatsen door twee organisaties aangevraagd:
Uit de vorige berekening is duidelijk dat er 1 plaats in mindering moet worden gebracht op het aantal aanvragen voor Joure. Deze plaats wordt als volgt in mindering gebracht op de aanvraag per organisatie: