Organisatie | Vervoerregio Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Vervoerregio Amsterdam houdende regels omtrent gemandateerde handhavingsbevoegdheden op basis van de Wet lokaal spoor (Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam) |
Citeertitel | Beleidsregels ter zake van gemandateerde handhavingsbevoegdheden Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2020 | nieuwe regeling | 10-09-2020 |
Deze beleidsregels zijn van toepassing op de uitoefening van de bevoegdheden door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam (het college) zoals gemandateerd bij besluit van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam (het dagelijks bestuur) van 10 september 2020 (Mandaatbesluit Mandaatbesluit Handhaving Wet lokaal spoor Vervoerregio Amsterdam 2020 ).
Artikel 5 Zelf uitoefenen/intrekken gemandateerde bevoegdheid
Het dagelijks bestuur kan van de bevoegdheden zoals genoemd in het eerste lid gebruik maken bijvoorbeeld indien het van mening is dat het college de naleving van de verplichtingen uit de Wet lokaal spoor niet adequaat handhaaft, het college deze beleidsregels bij herhaling schendt of indien de mandatering ondoelmatig blijkt. Het dagelijks bestuur neemt hierbij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht.