Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel houdende nadere regels omtrent horeca (Nadere regels Apv-horeca Tiel 2020) |
Citeertitel | Nadere regels Apv-horeca Tiel 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Nadere regels APV/horeca Tiel 2016.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-10-2020 | nieuwe regeling | 06-10-2020 | Regelgevingregister 2020, nr. 1.23 |
Voor toepassing van deze nadere regels wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 3 Exploitatievergunning
Een aanvraag dient te worden ingediend op het van gemeentewege verstrekte formulier. De aanvrager dient daarbij de volgende stukken te overleggen:
indien de vergunning niet in combinatie met een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet wordt aangevraagd, een verklaring omtrent het gedrag met betrekking tot de ondernemer(s) en eventuele leidinggevende(n) die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de aanvraag is ingediend, is afgegeven.
Op de terrasvakken 18 t/m 22, 30/31, 36 t/m 38, 41 t/m 45 en 49 t/m 51 als aangeduid op de plattegrond behorend bij het Terrasplan Plein, moet dagelijks op het gedeelte naast de rijbaan met een minimale diepte van 2.40 meter al het meubilair na beëindiging van terrasexploitatie worden verwijderd, met uitzondering van de nacht van zaterdag op zondag.
Rond vrijliggende terrassen mogen terrasafscheidingen worden toegepast, mits deze volledig transparant zijn en niet hoger zijn dan 1.80 meter. De schermen mogen aan maximaal drie zijden van het terras worden geplaatst, waarbij de zijde tegenover het horecabedrijf geopend moet zijn. Bij aaneengeschakelde terrassen van verschillende ondernemers, dienen de schermen hetzelfde uiterlijk te hebben
Op het Plein mogen haaks op de gevel uitsluitend schotten door of in opdracht van de gemeente worden geplaatst. Aanvullingen op deze schermen moeten hetzelfde uiterlijk hebben. In overleg met de gemeente kan hiervan worden afgeweken als schermen of hekken uitsluitend gedurende bepaalde avonden ten behoeve van het reguleren van bezoekers worden gebruikt.
Als een object wordt geplaatst ten behoeve van het verkopen van producten, moet minimaal 75% van het terras(vak) nog altijd als terras gebruikt (kunnen) worden. Als sprake is van een groot terras mag de verkoopruimte binnen de 25% van het terras die daarvoor gebruikt mag worden, geen grotere afmeting hebben dan een standaard marktkraam (4 bij 2 meter) en dient bovendien een open karakter te hebben. Verkoopwagens of iets dergelijks zijn dus niet toegestaan. Als er meerdere terrasvakken zijn vergund aan dezelfde ondernemer, geldt dat de verkoopruimte slechts op één van die vakken mag worden ingenomen.
Terrasvergunningen op het Plein gelden niet voor zover het weggedeelte valt onder de werking van de Marktverordening en als zodanig in gebruik is.
In het geval discussie ontstaat of kan ontstaan over de vraag of het gebruik van materialen op een terras zoals in dit hoofdstuk beschreven, passend is in het straatbeeld, kan de burgemeester zich hierover laten adviseren door de Stadsbouwmeester of een andere ter zake kundige onafhankelijke instantie.
Aldus vastgesteld op 6 oktober 2020
burgemeester en wethouders van Tiel,
de secretaris,
de burgemeester,
Toelichting "Nadere regels Apv-horeca Tiel 2020".
In de Apv worden in een aantal hoofdstukken regels gesteld die direct te maken hebben met de exploitatie van horecabedrijven. Daarbij gaat het om de exploitatievergunning in hoofdstuk 2, afdeling 8, het schenken van alcohol in paracommerciële horecabedrijven en het verbod op prijsacties in afdeling 8a van dat zelfde hoofdstuk en de collectieve en incidentele festiviteitenregeling in hoofdstuk 4, afdeling 1. Met betrekking tot de exploitatievergunning, de exploitatie van terrassen en de festiviteitenregeling is het gewenst nadere regels te stellen.
De definitiebepalingen van de Apv zijn van overeenkomstige toepassing. Aanvullend daarop is hier een aantal definities opgenomen.
In de artikelen 4:2 en 4:3 van de Apv zijn de eindtijden van de muziekdagen bepaald. Daarin is echter niet vastgelegd vanaf hoe laat een muziekdag mag aanvangen. Het is echter voor alle duidelijkheid toch goed om een begintijd te bepalen. In theorie zou een muziekdag op zaterdag van 09.00 tot 01.00 uur kunnen duren. In de praktijk komt dat echter zelden voor. Voor wat betreft de zondag is voor de begintijd aangesloten bij de Zondagswet.
In artikel 4:2 is bepaald dat het college de collectieve muziekdagen aan moet wijzen. In overleg met de toenmalige horecavereniging is gekozen voor de zondag als collectieve muziekzondag. In de praktijk is gebleken dat er weinig animo is voor het aanwijzen van de gangbare evenementen in Tiel als collectieve muziekzondagen. Dit komt vooral omdat er dan al voldoende te doen is en het voor de exploitanten weinig toegevoegde waarde heeft om ook binnen het horecabedrijf iets te organiseren. Daarentegen willen diverse exploitanten op zondagen graag live muziek brengen of dat er de gelegenheid wordt geboden om te "jammen". De horeca wilde dit uit laten groeien tot een bijzondere activiteit in Tiel. Hoewel dit anno 2020 niet echt van de grond is gekomen, is er geen aanleiding om voor een andere regeling te kiezen. Door het vast te leggen in deze nadere regels is voldaan aan het gestelde in de Apv. Om te voorkomen dat omwonenden van een horecabedrijf ieder weekend geconfronteerd worden met live muziek, is daarbij wel bepaald dat per bedrijf slechts 12x per jaar gebruik gemaakt mag worden van een collectieve muziekdag.
Voor een goede inhoudelijke beoordeling van een aanvraag om een exploitatievergunning is het van belang dat de burgemeester over bepaalde informatie beschikt.
Voor evenementen worden regelmatig vergunningen verleend voor extra terrassen, buitentaps of muziekpodia. Daar wordt in principe standaard het voorschrift aan verbonden dat gebruik gemaakt moet worden van kunststofmaterialen. Het kwam dan in het verleden nog al eens voor dat bijvoorbeeld op het extra terras kunststof materiaal werd gebruikt, maar dat op het naastgelegen reguliere terras wel gewoon glaswerk werd gebruikt. Dat had nogal eens onduidelijke situaties tot gevolg, maar bovenal kon dit nog altijd gevaar voor de openbare orde opleveren. Om die reden is het noodzakelijk de mogelijkheid te creëren om in bijzondere gevallen één of meerdere horecabedrijven te verplichten om kunststof materiaal te gebruiken, ook als men verder geen extra activiteiten ontplooit in of om het horecabedrijf. In veel gevallen zal deze situatie zich voordoen op het Plein. Op dit horecaplein worden immers regelmatig door meerdere bedrijven (al dan niet) gezamenlijk activiteiten ontplooid. Als in die gevallen een grote toeloop wordt verwacht, kan – op advies van de politie – aan alle of bepaalde op of nabij het Plein gevestigde horecabedrijven de verplichting worden opgelegd om kunststof materialen te gebruiken. Dit wordt altijd schriftelijk aan alle betrokken ondernemers bekend gemaakt. Uiteraard geldt deze mogelijkheid ook voor andere straten en pleinen. Het verbod geldt niet voor aardewerk voor het serveren van koffie. Ten behoeve van de duidelijkheid zal jaarlijks worden getracht een lijst samen te stellen met evenementen, waarvan op voorhand al vast staat dat kunststof materialen zullen worden voorgeschreven en voor welke wegen of pleinen dat dan zou moeten gelden. Overigens is het in Tiel al meerdere jaren over het algemeen voor zowel de exploitanten als de bezoekers eigenlijk een vaststaand feit dat bij evenementen geen glas wordt gebruikt.
Om wildgroei van terrassen te voorkomen dienen de locaties van de terrassen beperkt te blijven tot de nabijheid van horecabedrijven, zoals gedefinieerd in de Beleidsregels Drank- en Horecawet/APV-horeca Tiel 2016. Uitgangspunt dient te zijn dat terrassen slechts worden toegelaten indien er voldoen¬de ruimte overblijft om de voetgangers¬stromen te verwer¬ken en er geen overlast voor het overige verkeer wordt veroorzaakt.
In beginsel is een ondernemer verder vrij in de keuze van het meubilair. Waarbij wel is bepaald dat plastic materiaal niet is toegestaan. Dit is de ondergrens. Verder kan een exploitant zelf kiezen welke uitstraling van het terras het best past bij het horecabedrijf. Het is echter wel altijd het uitgangspunt dat de uitstraling van een terras in harmonie moet zijn met de omgeving. Een terras mag geen storend element in het stadsbeeld zijn. Dat zal snel wel het geval zijn in situaties dat het terrasmeubilair overdag niet naar behoren is opgesteld. Zeker op het Plein is in het verleden discussie geweest over het opslaan van het grote terrasmeubilair. Enkele exploitanten kozen voor grote banken, hoewel zij feitelijk geen ruimte hebben om het op te slaan. Als dan het meubilair werd opgestapeld tegen de gevel van het horecabedrijf en dit bedrijf overdag niet geopend was, ontstond een zeer rommelig beeld. Door hier voor strengere regels te stellen, wordt een exploitant gedwongen om het meubilair overdag uit te stallen dan wel af te zien van dergelijk meubilair.
Terrassen bepalen – zoals bij de toelichting op het vorige artikel reeds is gesteld – in belangrijke mate het aangezicht van een straat of plein. Nog meer dan het meubilair, zijn vooral de terrasafscheidingen daarin doorslaggevend. Daarom is het gewenst voorschriften te stellen die waarborgen dat het terras een open karakter behoudt. Een terras mag visueel niet een te groot obstakel in het straatbeeld zijn. Bovendien moet voorkomen worden dat door de terrassen de eventuele naastgelegen bedrijven niet meer zichtbaar zijn. Desondanks is nu toch de mogelijkheid opgenomen om ook rond vrijliggende terrassen schermen te plaatsen. Door hier de voorwaarde aan te verbinden, dat deze volledig transparant moeten zijn, blijft voldoende gewaarborgd dat de terrassen niet een te groot visueel obstakel zijn. Bij de reconstructie van het Plein in 2009 is bepaald dat – anders dan in andere straten – de terrassen niet aan de voorzijde dicht gezet mochten worden met schermen. Om er voor te zorgen dat de terrassen een volledig open karakter hebben. Dat maakt het voor de ondernemers lastiger om goede beschutting te bieden. In de praktijk is niet gebleken dat dit onderscheid voor het Plein visueel een meerwaarde heeft, ten opzichte van de andere straten en pleinen.
Parasols mogen niet permanent in de grond verankerd zijn. Tenzij hier een aparte omgevingsvergunning voor is verleend. Van verankering is geen sprake als de parasol in een zogenaamde grondpot is geplaatst en de parasol eenvoudig verwijderd kan worden.
Voor het aanbrengen van een overkapping of luifel boven een terras kan een omgevingsvergunning vereist zijn. Dit valt in ieder geval niet onder het terrasmeubilair.
Voor de toepassing van dit artikel kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een mobiele bar, barbecue en/of partytent. Een exploitant wil soms aan de bezoekers wat extra's bieden. Dit gebeurt veelal tijdens evenementen maar het komt ook voor dat een exploitant bijvoorbeeld een barbecueparty voor vaste klanten organiseert. Gebleken is dat ondernemers tijdens grote evenementen het terras willen gebruiken om extra verkoopruimte te creëren. Omdat het terras in beginsel op die dagen ook de functie moet houden waar het voor bedoeld is, zijn maximale afmetingen gesteld.
Voor extra zaken op een terras moest voorheen telkens een aparte vergunning aangevraagd worden. Gelet op de procedure die daarmee gepaard ging, was het niet mogelijk om spontaan iets te organiseren. Bovendien past het ook in het uitgangspunt van dereguleren om exploitanten hier wat meer vrijheid en flexibiliteit in te bieden. Om wildgroei tegen te gaan is het wel gewenst om hier een maximum aan te stellen.
Verder moet worden voorkomen dat omliggende horecabedrijven "mee gaan liften" op een evenement, zonder dat zij bij de organisatie betrokken zijn. Er kan voor die horecabedrijven dan geen melding van extra zaken op het terras worden gedaan. In principe geldt het uitsluitend voor de straat of plein waar het bedrijf gevestigd is. Maar vindt het evenement bijvoorbeeld plaats in een aangrenzende straat, waar die straat in over loopt, dan geldt het verbod ook als de evenementlocatie binnen 50 meter van het horecabedrijf is gelegen.
Een terras op de openbare weg moet in principe voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Als gebruik wordt gemaakt van een vlonder is dat al minder het geval. Bovendien geeft het ook een rommelige aanlik.
Terrasverwarmers zijn tegenwoordig een normaal verschijnsel op terrassen. Niet alleen aan de gevel, maar ook geïntegreerd in parasols of als losse elementen op het terras. Op grond van het oude beleid was het alleen toegestaan tijdens de periode dat het terras als winterterras gold. Maar ook in andere maanden kan het voor de exploitant gewenst zijn om de verwarmers te gebruiken. Gelet op het met terrasregels te dienen doel, is er geen reden om het gebruik van terrasverwarmers verder te beperken. Het mag echter niet zo zijn dat bezoekers, naastgelegen woningen of bedrijven of passanten hier hinder van ondervinden. Houtverbranding in een vuurkorf heeft wel overlast tot gevolg.
Een terras moet tijdens het gebruik voldoende verlicht zijn. Dat gebeurt doorgaans al door het licht vanuit het horecabedrijf. Indien de exploitant er voor kiest om extra verlichting aan te brengen dan is dat toegestaan. Bij voorkeur aan het horecabedrijf of geïntegreerd in parasols. Lichtsnoeren zijn er in diverse uitvoeringen. Indien het langs de terrasafscheiding wordt gespannen is het niet nadrukkelijk aanwezig. Hangt een lichtsnoer echter los van het pand naar de parasols, dan ontstaat al snel een rommelige aanblik en is de lichtsnoer te beeldbepalend.
Het normale terrasseizoen duurt 8 maanden. Het is mogelijk om een terras het hele jaar te exploiteren, maar dan is daarvoor vereist dat dit apart in de vergunning is opgenomen. Ondernemers willen dan vaak extra beschutting creëren. Onder bepaalde voorwaarden is dat toegestaan. Deze soepelere regels gelden uitsluitend tijdens de winterperiode omdat voorkomen moet worden dat een terras meer het karakter van een permanente serre krijgt. Zoals gesteld in de toelichting op artikel 7 moet een terras een open karakter houden. Dat geldt in mindere mate als het winterterras wordt geëxploiteerd. Desalniettemin geldt ook tijdens deze maanden dat het terras wel in harmonie moet blijven met de omgeving.
Indien het weggedeelte door omstandigheden niet ten behoeve van de warenmarkt wordt gebruikt, kan het in overleg met de marktmeester toch als terras worden gebruikt. Het is immers zonde als er op een marktterrein open plaatsen ontstaan, terwijl de in de buurt gevestigde exploitant het terras niet zou mogen exploiteren. Omdat tijdens marktdagen wel altijd het gebruik van het Plein als marktterrein leidend is, dient de marktmeester aan te geven of de incidentele exploitatie van het terras niet conflicterend is met de marktexploitatie.
In het verleden werden in het terrasbeleid behoorlijk uitputtende regels gesteld ten aanzien van het uiterlijk aanzien van een terras. Zoals al eerder gesteld moet een terras passen in het straatbeeld. In de praktijk bleek echter dat exploitanten graag een eigen karakter geven aan een terras en als dat dan in strijd met het beleid werd gedaan, werd er niet of nauwelijks over geklaagd. Met andere woorden; de strakke regels beoogden meer te regelen dan in de praktijk als noodzakelijk werd ervaren. Om die reden en vanuit deregulering zijn veel regels geschrapt. Om te voorkomen dat in bijzondere gevallen discussie kan ontstaan of het uiterlijk aanzien van een terras al dan niet passend is, heeft de burgemeester altijd de mogelijkheid om het oordeel van een deskundige te vragen. De burgemeester zal dit doen als de inrichting van een terras of het gebruik van materialen op een terras op overduidelijke wijze – dus ook voor niet-deskundigen – in strijd is met redelijke eisen van welstand. Hiervan kan sprake zijn indien: