Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | BUDGETHOUDERSREGELING REUSEL-DE MIERDEN |
Citeertitel | budgethoudersregeling Reusel-De Mierden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën | Organisatie en beleid |
Deze regeling vervangt de Regeling budgethouderschap gemeente Reusel-De Mierden
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-10-2020 | Nieuwe regeling | 13-10-2020 | BW20.0326 |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden tot vaststelling van de budgethoudersregeling Reusel-De Mierden
Het college van burgemeester van wethouder van de gemeente Reusel-De Mierden;
het gelet op de financiële verordening gemeente Reusel-De Mierden 2017 gewenst is een nieuwe budgethoudersregeling vast te stellen;
artikel 18 financiële verordening gemeente Reusel-De Mierden 2017;
het inkoop- en aanbestedingsbeleid;
de mandaatregeling en vervangingsregeling;
Artikel 2Aanwijzen budgethouder
Artikel 3 Takenbudgethouder en budgetbeheerder
De budgetbeheerder controleert de ingekomen facturen die op zijn/haar budget/budgetten betrekking hebben. Indien facturen akkoord worden verklaard door de budgetbeheerder betekent dat, dat gecontroleerd is dat de aan de factuur ten grondslag liggende prestatie correct en tegen de afgesproken prijs is geleverd en dat de factuur kan worden betaald.
De budgethouder of budgetbeheerder is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten inzake leveringen, diensten en werken ten behoeve van de gemeente. Hierbij worden interne en externe regels en richtlijnen (bijvoorbeeld het mandaat, het inkoop- en aanbestedingsbeleid en regels van de planning- en controlcyclus) nageleefd.
De budgethouder en budgetbeheerder zijn ervoor verantwoordelijk dat tijdig facturen worden verzonden voor door de gemeente te ontvangen bedragen met betrekking tot zijn budget. Wanneer naar aanleiding van die facturen (dwang)invorderingsmaatregelen noodzakelijk zijn, worden deze door de invorderingsambtenaar genomen. In dit kader hebben de budgethouder en -beheerder een actieve informatieplicht en zoeken zij hierbij afstemming met de medewerkers van de financiële administratie.
De budgethouder is bevoegd binnen de aan hem toegewezen budgetten verschuivingen aan te brengen, mits dit bijdraagt aan de realisatie van de aan het beleidsveld verbonden prestaties en de verschuivingen niet leiden tot wijziging van het totaalbedrag van de aan betreffende beheerstaak (grootboeknummer) toegekende budget. Indien de budgethouder de hiervoor genoemde verschuivingen toepast, draagt hij ervoor zorg dat deze door planning en control in het financiële informatiesysteem worden vastgelegd door middel van een budgettair neutrale administratieve wijziging van de begroting.
Het managementteam dient zo vaak als dat gewenst wordt, verantwoording af te leggen aan het college door middel van een bestuursrapportage (berap), dit ten behoeve van de verantwoording door het college aan de gemeenteraad. Deze verantwoording gebeurt via een rapportage per programma waarin de door de budgethouder gesignaleerde c.q. verwachte afwijkingen van het toegekende budget worden vermeld. Dit betreft zowel over- als onderschrijdingen van de in het budget opgenomen uitgaven en/of inkomsten, alsmede inhoudelijke afwijkingen en afwijkingen in de tijd.
Indien er onvoldoende budgetruimte is ter realisering van de taakstelling dient de budgethouder aanvullende middelen bij het college aan te vragen. Dit gebeurt in overleg met Planning & Control. Als de (aanvullende) budgetaanvraag een incidenteel bedrag betreft van € 50.000 of hoger of een structureel bedrag van € 20.000 of hoger, moet de budgetaanpassing ter besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Bij bedragen onder de genoemde grenzen mag het college vooraf beslissen en worden de aanpassingen verwekt in de eerstvolgende berap als bedoeld in lid 1.
Een aanpassing in de formatie kan via het college als er dekking is. Als er geen budget is, dient volgens het bepaalde in lid 2 aan het college of de raad om budget gevraagd te worden. Een lichte overschrijding op een kostensoort mag, als er op een andere kostensoort van hetzelfde grootboeknummer/budget ruimte is. De overschrijding en onderschrijding compenseren elkaar. Dit geldt volgens de afspraken van artikel 4.
Ingeval een budget of krediet ontoereikend is, moet de budgethouder eerst dekking zoeken binnen de betreffende taak c.q. programma. Hij dient daartoe zorgvuldig na te gaan of er binnen de beleidstaak opnieuw prioriteiten c.q. keuzes gemaakt kunnen worden in plaats van aanpassing van het budget of krediet. Als dat niet mogelijk is, dient hij de over- en onderschrijding te verantwoorden via beraps.
Bij de programmarekening stelt de budgetbeheerder (in overleg met de budgethouder) een afrekening per investeringskrediet op en geeft aan welke investeringsprojecten zijn afgewikkeld en kunnen worden afgesloten. Restantkredieten van afgewikkelde projecten worden afgeboekt. Deze informatie staat ook in de beraps.
Artikel 6 Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.