Organisatie | West Betuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent geurhinder en veehouderij (Geurverordening gemeente Lingewaal 2017) |
Citeertitel | Geurverordening gemeente Lingewaal 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2020 | nieuwe regeling | 29-09-2020 | 2020/106 |
[Deze regeling is op 29 september 2020 van toepassing verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente West Betuwe. Dit besluit is bekend gemaakt in Gemeenteblad 2020, 265301.]
De raad van de gemeente Lingewaal
gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;
gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders van ##;
De begrippen die in deze verordening worden gehanteerd zijn gelijk aan de overeenkomende begrippen in de Wet geurhinder en veehouderij (verder ook aangeduid met ‘Wgv’) en de bijbehorende uitvoeringsregeling (Regeling geurhinder en veehouderij).
Artikel 2 Wettelijke grondslag
Deze verordening is opgesteld op grond van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij. Hierbij is rekening gehouden met de voorwaarden uit de artikelen 8 en 9 van de Wet geurhinder en veehouderij.
Artikel 3 Wijzigen geurnorm plangebied Herwijnen-oost
Het deelgebied waarop dit artikel (de aangepaste waarde) betrekking heeft is weergegeven op de kaart in bijlage 1 (‘Gebied waarvoor de aangepaste waarde artikel 3 geldt’).
In afwijking van de waarde (de geurnorm), genoemd in artikel 3, eerste lid onder c Wgv voor een geurgevoelig object gelegen binnen de bebouwde kom (2,0 ouE/m3) is voor dit gebied als waarde van toepassing 4,0 ouE/m3.
De aangepaste waarden gelden voor geurgevoelige objecten die zijn gelegen binnen het aangegeven gebied. Deze gelden niet voor geurgevoelige objecten als bedoeld in artikel 3, tweede lid en artikel 14, tweede en derde lid van de Wet geurhinder en veehouderij. De bedoelde uitzonderingen betreffen geurgevoelige objecten die behoren tot een veehouderij of daartoe op of na 19 maart 2000 behoord hebben of die op of na 19 maart 2000 op een voormalig agrarisch perceel zijn gerealiseerd in het kader van de Regeling beëindiging veehouderijtakken.