Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 6 oktober 2020, PZH-2020-735001174 (DOS-2016-0005086) tot vaststelling van het Openstellingsbesluit subsidies oplossen fysieke knelpunten beweegvriendelijke leefomgeving Zuid-Holland 2020 (Openstellingsbesluit subsidies oplossen fysieke knelpunten beweegvriendelijke leefomgeving Zuid-Holland 2020) |
Citeertitel | Openstellingsbesluit subsidies oplossen fysieke knelpunten beweegvriendelijke leefomgeving Zuid-Holland 2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 31 maart 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-10-2020 | nieuwe regeling | 06-10-2020 | PZH-2020-735001174 |
Gedeputeerde staten van Zuid-Holland;
Gelet op artikel 2.11.2 van de Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016;
Overwegende dat het wenselijk is om ‘bij inwoners om de hoek’ fysieke knelpunten in de beweegvriendelijke leefomgeving weg te nemen en/of nog ontbrekende schakels te creëren in routes voor wandelen, hardlopen, fietsen en varen of deze routes zodanig te verbeteren dat dit bijdraagt aan een beweegvriendelijke leefomgeving;
Besluiten vast te stellen het volgende besluit:
Openstellingsbesluit subsidies stad-land verbindingen Zuid-Holland 2020
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, vergezeld van:
In aanvulling op artikel 2.11.6 van de Srg wordt om voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, in aanmerking te komen, voldaan het vereiste dat het beheer en onderhoud van de investering door subsidie-aanvrager voor een periode van minimaal 7 jaar aantoonbaar geborgd is.
In afwijking van artikel 2.11.7 van de Srg komen voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie in ieder geval de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 10 niet-subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b, in aanmerking:
Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het vierde lid, onder a.
In afwijking van artikel 2.11.11, onder a, wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd om binnen een half jaar na bekendmaking van de beschikking tot subsidieverlening te starten met de uitvoering van de activiteit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.
De starnotitie Sport en Recreatie vormt de basis voor het provinciaal sport- en recreatiebeleid en richt zich op het stimuleren van onze bewoners om in hun vrijetijd meer naar buiten te gaan en te bewegen.
Om meer inzicht te krijgen in de behoefte aan sport en recreatie van onze bewoners is het behoeftenonderzoek sport en recreatie uitgevoerd, met een speciaal oog voor groepen die ondervertegenwoordigd zijn in deelname hieraan, zodat ook zij hier de vruchten van plukken. Bij die groepen is ook de grootste gezondheidswinst te boeken. Sport en recreatie zijn daarnaast ook van belang voor ons welzijn (fysiek, sociaal en mentaal).
Het gaat bij recreatie, sport en bewegen ‘om de hoek’ om het creëren van sport- en recreatiemogelijkheden in of dicht bij de woonomgeving (‘om de hoek’). Het begint bij ommetjes vanaf de voordeur en plekken om te bewegen, om zoveel mogelijk Zuid-Hollanders hiervan te laten profiteren. Ruimte voor recreatief lopen (‘wandelen’) is met name in steden en dorpen maar ook daarbuiten van groot belang, omdat lopen veruit de meest en vaakst verrichte recreatieve activiteit is die door vrijwel iedereen kan en wordt gedaan. Bovendien is volgens het Brancherapport Sport van KPMG de populariteit van het wandelen het afgelopen decennium sterk toegenomen. Daarnaast wordt er ook vaak en veel recreatief gefietst. De provincie wil bijdragen aan meer mensen die meer bewegen in of dicht bij hun directe woonomgeving (‘om de hoek’).
Deze subsidie is bedoeld voor het oplossen van fysieke knelpunten bij de ommetjes “om de hoek” en/of op routes voor wandelen, hardlopen en fietsen, voor het oplossen van fysieke knelpunten in de beweegvriendelijke leefomgeving, voor het verhelpen van ontbrekende schakels in routes voor wandelen, hardlopen en fietsen, voor het verbeteren van deze routes en voor het stimuleren van de ontwikkeling van een beweegvriendelijke wijk/ leefomgeving
Behoeftenonderzoek ‘De inclusieve buitenruimte’
In Artikel 6 worden verschillende doelgroepen genoemd. Deze doelgroepen komen voort uit het behoeftenonderzoek ‘De inclusieve buitenruimte’ over gebruik van groenvoorzieningen. Dit behoeftenonderzoek is te vinden via het Kennisplatform Recreatie, Toerisme, Landschap en Sport (Link: https://kennisplatform-recreatie-toerisme-landschap-en-sport-pzh.hub.arcgis.com/app/cb8de9225eab4098ab02574271b07d84).
De aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden gerangschikt. Voor de rangschikking worden de aanvragen beoordeeld aan de vier criteria die in het artikel staan opgenomen. Per criterium kan nul tot en met vijf punten worden behaald. De aanvraag die het meeste punten behaald, wordt als hoogste gerangschikt.
Bij het criterium “het aantal gebruikers het aantal verschillende doelgroepen dat baat heeft van het weg te nemen knelpunt” wordt gekeken naar de (reële) verwachting van de aantallen. Hoe hoger het aantal hoe hoger het aantal punten
Bij het criterium “de mate van effectiviteit” wordt gekeken naar de verwachte bijdrage aan de verbetering van een beweegvriendelijke leefomgeving. Het gaat dan vooral om het fysieke aspect van de leefomgeving.
Minder effectief is bijvoorbeeld:
Als effectief wordt bijvoorbeeld gezien:
Bij het criterium “het aantal gebruikers het aantal verschillende doelgroepen dat baat heeft van het weg te nemen knelpunt” wordt gekeken naar de (reële) verwachting van de aantallen. Hoe hoger het aantal hoe hoger het aantal punten.
Bij het criterium “de mate van kosteneffectiviteit” wordt gekeken naar de mate waarin de kosten van de investering en de hoogte van de gevraagde subsidie, in verhouding zijn met de effectiviteit van de investering. De kosten van een investering kunnen zeer hoog zijn, maar tegelijkertijd kan de investering ook heel effectief zijn. Bijvoorbeeld, de verbreding van een wandelpad kan hoge kosten met zich meebrengen, echter zijn deze kosten effectief als hiermee een groot aantal mensen uit verschillende doelgroepen gebruik van kan maken. Zijn de kosten van de investering relatief hoog ten opzichte van het effect, dan zal de kosteneffectiviteit matig zijn.
De haalbaarheid van de activiteit wordt beoordeeld op basis van:
0 punten worden toegekend als de kwalificatie zeer gering is;
1 punt wordt toegekend als de kwalificatie gering is;
2 punten worden toegekend als de kwalificatie matig is;
3 punten worden toegekend als de kwalificatie voldoende is;
4 punten worden toegekend als de kwalificatie goed is;
5 punten worden toegekend als de kwalificatie zeer goed is. Dat is het geval wanneer het effect van de activiteit groter is dan redelijkerwijs verwacht mag worden.