Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
's-Hertogenbosch

Delegatiebesluit 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie's-Hertogenbosch
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDelegatiebesluit 2020
CiteertitelDelegatiebesluit 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2020Aanpassingen in de regeling

06-10-2020

gmb-2020-260506

Tekst van de regeling

Intitulé

Delegatiebesluit 2020

De gemeenteraad van de gemeente ’s-Hertogenbosch,

in zijn openbare vergadering van 6 oktober 2020,

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2020, reg.nr. 10130489

gelet op de Gemeentewet;

 

Besluit:

Vast te stellen

Het Delegatiebesluit 2020

 

 

  • 1.

    In te trekken het Delegatiebesluit 2010, vastgesteld op 13 juli 2010;

  • 2.

    De hierna te noemen bevoegdheden van de gemeenteraad met inachtneming van de daarbij vermelde bijzondere bepalingen te delegeren aan burgemeester en wethouders:

    • a.

      Het aanvaarden c.q. afwijzen van schenkingen aan de gemeente onder de voorwaarde dat de bij dit besluit gevoegde toetsingscriteria in acht moeten worden genomen.

    • b.

      Het vaststellen van de grens van de bebouwde kom ingevolge art. 20 a Wegenverkeers-wet 1994, juncto art. 48 Besluit Administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.

    • c.

      Het onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer ingevolge art. 9 en 11 Wegenwet.

    • d.

      Het besluiten omtrent het verwezenlijken van projecten als bedoeld in artikel 3.10 (“projectbesluit”) en 3.40 (“buiten toepassingverklaring van een beheersverordening”) van de Wet ruimtelijke ordening:

      • 1.

        in de gevallen, waarin besloten wordt het verzoek om medewerking te weigeren;

      • 2.

        in de gevallen, waarin besloten wordt aan het verzoek medewerking te verlenen en verzoek past in een ter inzage gelegd ontwerp voor herziening van het geldend bestemmingsplan dan wel in een door de gemeenteraad vastgesteld, maar nog niet onherroepelijk bestemmingsplan.

      • 3.

        in andere dan de in het vorige lid omschreven gevallen, onder voorwaarde, dat voorafgaande aan het besluit de ingevolge artikel 3.10, tweede lid van de wet vereiste ruimtelijke onderbouwing van het project ter kennis is gebracht van de gemeenteraad. Indien de gemeenteraad aangeeft bezwaren te hebben tegen de betreffende ruimtelijke ontwikkeling, dan vervalt voor het geval de besluitmogelijkheid krachtens delegatie.

    • e.

      Het besluiten omtrent de vaststelling van een exploitatieplan c.a. als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, voor zover dit exploitatieplan betrekking heeft op het verwezenlijken van projecten op grond van een projectbesluit als bedoeld onder punt d.

    • f.

      Het aanwijzen van een trouwlocatie, zowel voor één dag als voor onbepaalde tijd.

    • g.

      Het benoemen van de leden van de monumenten- en welstandscommissie.

    • h.

      Het besluiten tot het indelen van de gemeente in woonplaatsen, het vaststellen van de openbare ruimte, het toekennen van nummeraanduidingen aan de op het grondgebied van de gemeente gelegen verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, het vaststellen van standplaatsen en ligplaatsen en de afbakening van panden, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, als bedoeld in artikel 6 van de Wet Basisadministraties adressen en gebouwen.

    • i.

      De jaarlijkse herziening van de grondexploitaties, onder de restrictie dat het college al in de managementrapportage de belangrijkste ontwikkelingen aangeeft en in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening volledig verantwoording hierover aflegt.

  • 3.

    Dit besluit kan worden aangehaald als “Delegatiebesluit 2020”

  • 4.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

 

's-Hertogenbosch, 6 oktober 2020

De gemeenteraad voornoemd,

De griffier,

Drs. W. Amesz

De voorzitter,

Drs. J.M.L.N. Mikkers

Bijlage bij Delegatiebesluit 2020: Criteria voor de aanvaarding van schenkingen

 

Wanneer aan de gemeente respectievelijk een gemeentelijk organisatieonderdeel een niet persoonsgebonden schenking wordt aangeboden, dan wordt daarbij uitgegaan van de volgende toetsingscriteria:

  • 1.

    Er moet sprake zijn van een openbare (publiekelijke) schenking.

  • 2.

    De schenking moet een algemeen maatschappelijk nut dienen.

  • 3.

    Met de schenking mogen geen commerciële belangen gediend zijn.

  • 4.

    Direct noch indirect mag er een afhankelijkheidrelatie van de gemeente ten opzichte van de schenker ontstaan. Aanvaarding van een schenking is als regel alleen aan de orde indien deze wordt gedaan ná een eventueel besluitvormingstraject (bestuurlijke integriteit).

  • 5.

    De aard, vorm en doel van de schenking mogen niet in strijd zijn met het gemeentebeleid.

  • 6.

    De gemeente verplicht zich “als een goed huisvader” voor het geschonkene te zorgen.

  • 7.

    Uit schenking mag geen verplichting voortvloeien, waarvan de (financiële) gevolgen niet duidelijk en afgedekt zij; denk hierbij tevens aan bijvoorbeeld installatie- en onderhoudskosten.

  • 8.

    Het geschonkene mag niet met bijvoorbeeld hypotheek bezwaard zijn.

  • 9.

    De aanvaarding van de schenking mag niet leiden tot het aangaan van risico’s, potentiële aansprakelijkheden of aanspraken door derden.

  • 10.

    Bij de aanvaarding van schenkingen dient het eventueel gebruiks-, portret- c.q. reproductierecht over te gaan naar de gemeente.

  • 11.

    Indien sprake is van het aanbieden van een object, bestemd voor de openbare ruimte of voor een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan dient vooraf advies te worden ingewonnen bij een externe commissie van deskundigen.

  • 12.

    Bij de aanvaarding van de onder 11. bedoelde objecten dienen tenminste het eigendom, beheer en onderhoud (inclusief aansprakelijkheid voor schade en afspraken in geval van vernieling c.q. teniet gaan van het object) alsmede de minimale instandhoudingstermijn in overleg met de bij schenking betrokken partijen (contractueel) te worden vastgelegd. Het college gaat er daarbij van uit dat de gemeente de bevoegdheid heeft om na verloop van een bepaalde periode zelfstandig te beslissen over de verdere instandhouding. Ook meent het college dat het de eigenstandige bevoegdheid van de gemeente is om, indien het geschonkene buiten schuld van de gemeente om ernstig is beschadigd, eventueel van herstel af te zien.

  • 13.

    Wanneer de aard van een schenking zich beter leent voor aanvaarding van derden omdat het daar beter op zijn plaats is (bijvoorbeeld een schilderij dat beter past in het Noordbrabants Museum) dan wordt hierover met schenker in overleg getreden. Het college acht het niet zinvol een geschenk te aanvaarden om het vervolgens elders in permanente bruikleen onder te brengen.

Overige bepalingen van het raadsbesluit:

  • Van schenking, zoals hier bedoeld, wordt steeds een dossier aangelegd. Door juiste archivering tegelijk voorzien in een adequaat historisch inzicht van de schenking(en). Het daarnaast aanleggen van een afzonderlijke registratie (geschenkenboek) is niet nodig c.q. inefficiënt.

  • De gemeenteraad dient in kennis te worden gesteld van de in dit kader genomen besluiten.

 

Opmerking: Aanvaarding van schenkingen is aan het Stadsarchief gemandateerd

Het college heeft het aanvaarden van schenkingen door particulieren voor het Stadsarchief, voor zover behorend tot het dagelijks bestuur, gemandateerd aan de directeur Bestuurszaken met submandaat aan de gemeentearchivaris. Dit is vastgelegd in het Mandaatbesluit.