Organisatie | Hengelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling Sociaal Werkleerbedrijf “Midden Twente” 2020 |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling SWB Midden Twente 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regeling SWB Midden Twente 2020 |
Geen
artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | Nieuwe regeling | 25-09-2019 |
(gewijzigde regeling per 1-1-2020)
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Borne, Hengelo en Hof van Twente hebben met toestemming van hun gemeenteraden besloten de gemeenschappelijke regeling SWB Midden Twente te wijzigen zodat deze per 1 januari 2020 als onderstaand komt te luiden:
Waar in de regeling artikelen van enige wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden in die artikelen in de plaats van gemeente (1), de raad (2), burgemeester en wethouders (3) en de burgemeester (4) respectievelijk: het openbaar lichaam (1), het algemeen bestuur (2) het dagelijks bestuur (3) en de voorzitter (4).
Het openbaar lichaam stelt zich ten doel om mensen met een (tijdelijke) afstand tot de arbeidsmarkt te ontwikkelen tot waardevolle medewerkers, het bieden van mogelijkheden voor passende arbeid en/of beschut werk, en om ten behoeve van de deelnemende gemeenten uitvoeringstaken te verrichten ten behoeve van het beheer en onderhoud van de openbare ruimte.
De belangen als bedoeld in artikel 10, lid 1 van de Wgr, ter behartiging waarvan de regeling is getroffen, omvat:
uitvoering geven aan de Wsw voor personen die op 31 december 2014 een dienstverband hadden op grond van de Wsw en het begeleiden van personen waarvan een deelnemer heeft vastgesteld dat deze uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraden afloopt. De aftredende leden blijven hun functie waarnemen tot het tijdstip waarop de raden der deelnemende gemeenten de nieuwe wethouders hebben benoemd en deelnemers de nieuwe leden vervolgens hebben aangewezen.
Voor elk bestuurslid wijst de deelnemer een plaatsvervanger aan.
7. De stemverhouding van de gezamenlijke bestuursleden per deelnemer is verdeeld naar rato van het aantal inwoners uit de gemeente dat wordt begeleid en/of in dienst is van het openbaar lichaam. De stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de actuele personele situatie op 1 januari van het betreffende kalenderjaar.
Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal en voorts zo dikwijls als de voorzitter of een lid van het bestuur of een adviseur hier schriftelijk onder opgaaf van redenen om vragen. De artikelen 16, 17, 19, 20, 26 en 28 t/m 33, van de Gemeentewet zijn, voor zover daarvan niet is afgeweken, van overeenkomstige toepassing op de vergaderingen van het algemeen bestuur, met dien verstande dat de openbare kennisgeving op verzoek van de voorzitter door de deelnemende gemeenten op de aldaar gebruikelijke wijze geschiedt.
Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt of indien een lid of adviseur de voorzitter hierom vraagt, schriftelijk met redenen omkleed.
INFORMATIE- EN VERANTWOORDINGSPLICHT
Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter verstrekken de raad ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door hem gevoerd en te voeren bestuur nodig is.
Voor het openbaar lichaam zijn verder onder meer werkzaam ambtelijk medewerkers en functionarissen met een vast of tijdelijk dienstverband met het openbaar lichaam, SW-medewerkers, medewerkers die een dienstverband hebben met een aan het openbaar lichaam gelieerde rechtspersoon en overig dienstdoende mensen.
De ingevolge artikel 186, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid, van de Gemeentewet gestelde regels, alsmede het vierde tot en met het achtste lid van dat artikel, zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam, met dien verstande dat voor het college wordt gelezen: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam.
Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam zendt vóór 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten, aan de deelnemers en aan de adviseurs.
De raden van de deelnemende gemeenten, de deelnemers en de adviseurs, kunnen bij het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur van het openbaar lichaam, zo nodig, de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. De vastgestelde begroting wordt tegelijk met de toezending aan de raden, toegezonden aan de deelnemers en de adviseurs.
Indien een deelnemer wil uittreden, zal in het kader van de afwikkeling van de financiële gevolgen daarvan:
voor zover het gaat om medewerkers die krachtens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn, zal door het bestuur een toedeling worden gemaakt aan de uittredende deelnemer en/of kan tussen de deelnemers worden overeengekomen dat er een vergoeding zal worden betaald door de uittredende deelnemer voor het in dienst houden van betreffende medewerkers bij het openbaar lichaam.
Op basis van de vastgestelde totale financiële vergoeding neemt de betreffende deelnemer een definitief besluit over uittreding uit de regeling. Hij zendt het definitieve besluit aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur zendt het definitieve besluit van de deelnemer onverwijld aan de andere deelnemers.
De regeling kan op voorstel van het algemeen bestuur worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van tenminste tweederde van de deelnemers en niet dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling SWB Midden Twente’.
Aldus vastgesteld d.d. 25 september 2019 door:
Burgemeester en wethouders van Borne,
de secretaris,de burgemeester,
G.J. Rozendoming. G.J. van den Hengel MBA
Burgemeester en wethouders van Hengelo
de secretaris,de burgemeester,
mr. ing. J. Eshuisdrs. S.W.J.G. Schelberg
Burgemeester en wethouders van Hof van Twente
de secretaris,de burgemeester,