Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent huisvesting (Huisvestingsverordening 2015 gemeente Den Helder) |
Citeertitel | Huisvestingsverordening 2015 gemeente Den Helder |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Het historisch overzicht van deze regeling is niet compleet. Op 25 februari 2019 heeft de raad deze regeling gewijzigd. Dit is op 25 februari 2020 bekendgemaakt in Gemeenteblad 2020, 50595.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-10-2020 | nieuwe regeling | 02-11-2015 | RB15.0096 |
HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Huurtoeslaggrens: de jaarlijks door de rijksoverheid vastgestelde maximum huurgrens, waaronder welke gesproken wordt van sociale huurwoningen en huurder in aanmerking kan komen voor huurtoeslag. Boven deze grens wordt gesproken van geliberaliseerde of vrije sector woningen, waarbij de verhuurders meer vrijheid hebben de huurprijs te bepalen. Per 1 januari 2015 ligt de huurtoeslaggrens op €710,68. Deze wordt jaarlijks geïndexeerd.
Mantelzorg: hulp als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, zijnde hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
Artikel 1.2. Reikwijdte verordening
In afwijking van het bepaalde in lid 1 is het bepaalde in deze verordening niet van toepassing op:
door woningcorporaties gelabelde woningen voor doelgroepen (jongerenwoningen, aangepaste woningen, zorggeschikte woningen, 55+ woningen, studentenwoningen), uitsluitend in die gevallen waarin de woningzoekende aan wie urgentie is verleend niet binnen de doelgroep van de betreffende gelabelde woning valt.
Artikel 2.1. Voorrang bij urgentie
Voor de in artikel 1.2 onder het eerste lid aangewezen categorieën woonruimte wordt bij de toewijzing van passende woonruimte voorrang verleend aan woningzoekenden waarvoor de voorziening in de behoefte aan woonruimte dringend noodzakelijk is en die een huishoudinkomen hebben lager dan de inkomensgrens van artikel 16 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. Woningzoekenden kunnen hiertoe een aanvraag tot het verlenen van voorrang bij urgentie indienen bij burgemeester en wethouders.
Voorrang kan uitsluitend worden verleend aan woningzoekenden die passen binnen één van de onderstaande categorieën en mits zij voldoen aan de bijbehorende criteria:
Mantelzorg geïndiceerden. Dit zijn woningzoekenden die intensieve mantelzorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning verlenen of ontvangen. Aanvragen voor urgentie voor deze categorie woningzoekenden lopen via de sociale wijkteams van de gemeente Den Helder. De wijkteams beoordelen of er sprake is van een situatie met intensieve mantelzorg;
Woningzoekenden die verblijven in een voorziening voor tijdelijke opvang van personen (zoals Blijf van mijn Lijf-huis), die in verband met problemen van relationele aard of geweld hun woonruimte hebben verlaten. Aanvragen voor urgentie voor deze categorie lopen via de instantie waar een woningzoekende op dat moment tijdelijk verblijft.
Burgemeester en wethouders kunnen voor aanvragen tot het verlenen van voorrang bij urgentie in uitzonderlijke gevallen het bepaalde in het tweede en derde lid, behoudens het tweede lid, aanhef en onder d, buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing leidt tot een dusdanige onevenredigheid voor woningzoekenden dat dit als onbillijk moet worden beschouwd.
Artikel 2.3. Werking van de urgentieverlening
Indien de woningzoekende aan wie urgentie is verleend niet binnen de vastgestelde termijn van 4 maanden woonruimte heeft gevonden, wordt binnen een tweede termijn van 4 maanden eenmalig een passende woonruimte aangeboden. Deze laatstgenoemde termijn kan worden verlengd met nogmaals een termijn van 4 maanden indien geen passend aanbod beschikbaar is gekomen;