Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug

Besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent bevoegdheden van een directeur (Directiestatuut RDWI)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBesluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent bevoegdheden van een directeur (Directiestatuut RDWI)
CiteertitelDirectiestatuut RDWI
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zeist/387507/387507_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-10-2020nieuwe regeling

13-11-2019

bgr-2020-1031

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent bevoegdheden van een directeur (Directiestatuut RDWI)

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (hierna RDWI),

 

gelet op artikel 21 van de Gemeenschappelijke regeling RDWI, en

 

gehoord de directeur,

 

besluit vast te stellen: het directiestatuut RDWI

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van dit statuut wordt verstaan onder:

  • -

    De gemeenschappelijke regeling: de door de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist ingesteld openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug, verder te noemen: RDWI;

  • -

    Het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de RDWI;

  • -

    Het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de RDWI;

  • -

    De voorzitter: de voorzitter van het algemeen- en dagelijks bestuur van de RDWI;

  • -

    De directeur: de directeur van de RDWI;

  • -

    Het managementteam: het door de directeur samengestelde managementteam;

  • -

    Het statuut: het onderhavige directiestatuut;

  • -

    Het organisatiereglement: het geldende organisatiereglement van de RDWI, opgesteld door de directeur;

  • -

    De mandaat- en budgethoudersregeling: de geldende regelingen van de RDWI;

  • -

    Het reglement van orde van vergadering: de geldende regelingen van de RDWI.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1.

    Het statuut regelt, benoemt en beschrijft, de door het dagelijks bestuur aan de directeur opgedragen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden welke zijn vastgesteld in, en ontleend worden aan, de gemeenschappelijke regeling en mede zijn geregeld in de mandaat- en budgethoudersregeling, de afzonderlijke reglementen van orde van vergadering van het algemeen en het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur kan, na overleg met de directeur, nadere aanwijzingen en richtlijnen geven over de wijze waarop de aan hem opgedragen taken en bevoegdheden worden uitgevoerd.

Artikel 3 Taken directeur

  • 1.

    De directeur is belast met de dagelijkse aansturing van de RDWI.

  • 2.

    Ter uitvoering van het in het vorige lid bepaalde draagt de directeur zorg voor een efficiënte en effectieve inrichting van de RDWI en legt deze vast in een organisatiereglement.

  • 3.

    De directeur is voorzitter van het managementteam en geeft direct leiding aan de leden van het managementteam.

  • 4.

    De directeur draagt zorg voor een adequate beschrijving van verantwoordelijkheden en taken van de afzonderlijke managementleden.

  • 5.

    De directeur is gemandateerd om medewerkers te benoemen en op verzoek, of bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, ontslag te verlenen.

  • 6.

    De directeur wijst de functionaris voor de gegevensbescherming (FG) aan en draagt zorg dat hij zijn taken naar behoren kan verrichten. Hiertoe stelt de directeur een ‘reglement functionaris voor de gegevensbescherming RDWI’ op.

  • 7.

    De directeur wijst de rol van controller toe aan de unitmanager FIF en draagt zorg dat deze zijn taken naar behoren kan verrichten. Hiertoe beschrijft hij de taken en verantwoordelijkheden van de controller nader in het organisatiereglement.

  • 8.

    De directeur schakelt, indien gewenst door hem dan wel het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur, een extern controller in belast met een brede control op de financieel-economische bestuurbaarheid van de organisatie, het signaleren van ontwikkelingen en deze vertalen naar aanbevelingen voor de organisatie en het uitvoeren van bedrijfseconomische analyses en het in kaart brengen van organisatierisico’s.

  • 9.

    De directeur wijst de bevoegdheid een extern controller in te schakelen, als bedoeld in het voorgaande lid, tevens toe aan de unitmanager FIF in zijn rol van controller.

  • 10.

    De directeur is bevoegd aan de aan hem ondergeschikte medewerkers ondermandaat, subvolmacht of machtiging te verlenen met in achtneming van de mandaat- en budgethoudersregeling.

  • 11.

    De directeur heeft het recht bij alle medewerkers, zowel individueel als per team of unit, inlichtingen in te winnen die voor een goede vervulling van zijn taak nodig zijn.

Artikel 4 Het managementteam

  • 1.

    De directeur stelt een managementteam vast en legt de organisatie, taken en verantwoordelijkheden hiervan vast in het organisatiereglement.

  • 2.

    De directeur informeert het dagelijks bestuur over de wijze van invulling van zijn managementteam.

Artikel 5 Verantwoordelijkheden directeur ten aanzien van het bestuur

  • 1.

    De directeur staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en eventuele door hen ingestelde commissie(s) bij de uitoefening van hun taak terzijde.

  • 2.

    De directeur woont de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur bij als adviseur.

  • 3.

    De directeur ondertekent mede alle stukken van die van het algemeen en dagelijks bestuur uitgaan.

  • 4.

    De directeur is verantwoordelijk voor de ambtelijke voorbereiding van de taken van het dagelijks bestuur genoemd in artikel 14 en 15 van de GR RDWI.

  • 5.

    De directeur vervult de rol van secretaris in de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur en:

    • a.

      draagt, onverminderd de verantwoordelijkheden van de voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding van de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur;

    • b.

      draagt er zorg voor dat de bestuursleden over alle informatie kunnen beschikken die zij nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitoefenen;

    • c.

      draagt zorg voor een gedegen en tijdige advisering aan de besturen. Hij is verantwoordelijk voor een snel en adequaat verloop van de voor het proces van besluitvorming noodzakelijke procedures;

    • d.

      draagt zorg voor een voortvarende uitvoering van de besluiten van de besturen;

    • e.

      draagt er zorg voor dat door de besturen genomen besluiten worden vastgelegd in een besluitenlijst en dat een presentielijst wordt bijgehouden;

    • f.

      laat zich bij de uitoefening van de in het onderhavige lid 4, indien gewenst, bijstaan door (een door) hem aangewezen medewerker(s).

Artikel 7 Verantwoordelijkheden directeur ten aanzien van de organisatie

  • 1.

    De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het personeelsbeleid, het geldelijk beheer binnen de vastgestelde begroting en de bedrijfsvoering.

  • 2.

    De directeur is namens het dagelijks bestuur bevoegd tot het vaststellen van arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen van de medewerkers, de directeur uitgezonderd, met in achtneming van eventueel instemmings- en/of adviesrecht van de Ondernemingsraad en/of verplichte betrokkenheid van het Georganiseerd Overleg, en vanaf 1 januari 2020: de als gevolg van de inwerkingtreding van de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties, opvolger van het Georganiseerd Overleg.

  • 3.

    De directeur is namens het dagelijks bestuur belast met het benoemen van leden voor de geschillencommissie, als bedoeld in de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties.

  • 4.

    De directeur is verantwoordelijk voor goed werkgeverschap en een goede werksfeer in de organisatie.

  • 5.

    De directeur bevordert, onverminderd de verantwoordelijkheden van de leidinggevenden, een goede samenwerking en samenhang tussen de verschillende units.

  • 6.

    De directeur vervult de functie van bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden en onderhoudt het contact met de Ondernemingsraad.

Artikel 8 Vertegenwoordiging

  • 1.

    De directeur vertegenwoordigt de RDWI buiten rechte, voor zover betrekking hebbend op de bedrijfsvoering:

    • a.

      Bij het aangaan respectievelijk beëindigen van overeenkomsten met opdrachtgevers;

    • b.

      Bij het aangaan respectievelijk beëindigen van overeenkomsten in het kader van levering van producten of diensten aan derden;

    • c.

      Bij het aangaan respectievelijk beëindigen van overeenkomsten inzake huur en verhuur van roerende en onroerende zaken;

    • d.

      Bij het aangaan respectievelijk beëindigen van overeenkomsten van verzekering,

    al met in achtneming van de mandaat- en budgethoudersregeling

Artikel 9 Vervanging

De directeur draagt zorg voor een adequate vervanging bij afwezigheid.

Artikel 10 Onvoorzien

Ter zake van onderwerpen die in dit reglement niet zijn voorzien of bij interpretatiegeschillen beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit directiestatuut treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Het directiestatuut wordt iedere drie jaar geëvalueerd. De directeur initieert de evaluatie.

Artikel 12 Citeertitel

Dit directiestatuut wordt aangehaald als: Directiestatuut RDWI.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 13 november 2019.

De voorzitter

S. Jansen

De directeur,

R. Geerling

TOELICHTING  

Met dit directiestatuut wordt uitvoering gegeven aan het bepaalde in artikel 21 van de GR RDWI. Hierin is bepaald dat het dagelijks bestuur een directiestatuut opstelt waarin taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur zijn beschreven. Tevens dient het directiestatuut de instelling van het managementteam nader te regelen.

 

In dit directiestatuut worden de taken en bevoegdheden in relatie tot het bestuur, de organisatie en personele aangelegenheden behandeld. Het directiestatuut dient in samenhang met de mandaat- en budgethoudersregeling en de reglementen van orde van vergadering van het AB en DB te worden gelezen nu deze regelingen tevens een nadere invulling geven aan de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de directeur.

 

Het directiestatuut kan worden gezien als het basisdocument waar de andere regelingen op voortborduren.