Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning van de provincie Groningen houdende regels omtrent verzoeken van raadsleden om ontheffing van verboden handelingen als bedoeld in artikel 15 lid 1 aanhef en onder d Gemeentewet (Beleidsregel ontheffing verboden handelingen Provincie Groningen 2020) |
Citeertitel | Beleidsregel ontheffing verboden handelingen Provincie Groningen 2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door de Commissaris van de Koning.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-10-2020 | nieuwe regeling | 29-09-2020 | K12751 |
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen en de Commissaris van de Koning in de provincie Groningen maken bekend dat zij op 29 september 2020, nr. A.9, afdeling BJC, dossiernummer K12751 het volgende besluit hebben genomen:
Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen
De Commissaris van de Koning in de provincie Groningen
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft
Vast te stellen de Beleidsregel verboden handelingen provincie Groningen 2020, luidende als volgt:
Deze beleidsregel is van overeenkomstige toepassing op wethouders, burgemeesters, leden van de rekenkamer, leden van een deelgemeentebestuur, secretarissen, griffiers, hun vervangers en bestuurders van gemeenschappelijke regelingen en de leden van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de waterschappen.
Als een verzoek om ontheffing betrekking heeft op het sluiten van een overeenkomst als bedoeld in artikel 15, eerste lid onder d, zesde onderdeel van de Gemeentewet dan wordt het verzoek voor zover nodig tevens opgevat als een verzoek om goedkeuring als bedoeld in artikel 3:43, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek.
Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende documenten gevoegd:
in geval van het onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen door een lid van de gemeenteraad: een taxatierapport van een onafhankelijke externe deskundige voor onroerende zaken, zijnde een beëdigd taxateur, waaruit de waarde in het economische verkeer blijkt;
Artikel 4 Beoordeling aanvraag
Indien de ontheffing wordt verzocht voor de levering van roerende zaken als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder d, derde onderdeel, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten de ontheffing te verlenen voor een bepaalde periode al dan niet in combinatie met een aan die leveringen te verbinden maximum bedrag.
Artikel 5 Intrekking of wijziging van de ontheffing
Gedeputeerde Staten kunnen een ontheffing intrekken, opschorten of wijzigen als:
Groningen, 29 september 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd:
De heer F.J. Paas, voorzitter
De heer J. Schrikkema, secretaris.
Commissaris van de Koning voornoemd
De heer F.J. Paas
Integere politieke ambtsdragers zijn essentieel voor een betrouwbare overheid, voor de omgang tussen ambtsdrager en overheid is daarom een aantal regels vastgelegd. Zo is het bijvoorbeeld voor raadsleden niet toegestaan om bepaalde overeenkomsten aan te gaan met de gemeente waar ze ambtsdrager zijn. Gedeputeerde Staten kunnen ontheffing van dit verbod verlenen. De minister kan ontheffing verlenen aan ambtsdragers bij provincies.
Bovenstaande geldt tevens voor:
Toelichting op een aantal aspecten afkomstig uit het concept 'Beleidskader Verboden Handelingen' van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: 1
Wanneer kan ontheffing worden verleend?
Voor de handelingen omschreven in het eerste lid van artikel 15 Gemeentewet, aanhef en onder a t/m c, is geen ontheffing mogelijk. Deze handelingen zijn zonder meer verboden. Het betreft handelingen waarbij raadsleden optreden als advocaat, vertegenwoordiger of adviseur. Voor de handelingen omschreven in het eerste lid, aanhef en onder d, is wel ontheffing mogelijk. De reden voor deze ontheffingsmogelijkheid is dat in de daarin geregelde gevallen de zuiverheid in de verhoudingen niet altijd behoeft te worden geschaad. En als deze zuiverheid in de verhoudingen in een concreet geval niet wordt geschaad, kunnen gedeputeerde staten ontheffing verlenen. Het artikel biedt aldus een mogelijkheid om te voorkomen dat een raadslid nadeel ondervindt van zijn raadslidmaatschap. Het is aan gedeputeerde staten om te onderzoeken of het algemeen belang, te weten het voorkomen van belangenconflicten in het betrokken geval, ruimte biedt voor ontheffing.
Middellijk aangaan van een overeenkomst
Ook het “middellijk” aangaan van de overeenkomsten zoals genoemd in artikel 15 Gemeentewet is verboden. “Middellijk” houdt in dat de overeenkomst niet door het raadslid zelf wordt aangegaan maar door een derde, waarbij het raadslid invloed kan uitoefenen op de totstandkoming van de overeenkomst en daarbij een voordeel geniet. Een derde kan in dit geval zijn:
Wat indien geen ontheffing wordt aangevraagd?
Uitvoering van een verboden handeling kan in het uiterste geval leiden tot vervallenverklaring van het lidmaatschap van de raad. Daarnaast kan een verboden handeling nietig zijn.
Vervallenverklaring lidmaatschap van de raad
De vervallenverklaring is geregeld in art. X8 Kieswet. De voorzitter van de raad kan een raadslid dat in strijd met art. 15 handelt schorsen. De raad moet daarover dan in zijn eerstvolgende vergadering een oordeel geven. De raad kan dan het lidmaatschap van het raadslid vervallen verklaren of de schorsing opheffen. Ook kan de raad het raadslid ambtshalve van zijn lidmaatschap vervallen verklaren. Voorwaarde in beide gevallen is dat het raadslid in de gelegenheid is gesteld zich mondeling te verdedigen.
Voor inlichtingen over mogelijke toepasselijkheid van art. 15 Gemeentewet dan wel anderszins vragen over de beleidsregel kan contact opgenomen worden met het team Juridische Zaken van de afdeling Bestuur, Juridische Zaken en Communicatie (BJC). Het secretariaat van de afdeling BJC is te bereiken via bjc@provinciegroningen.nl en telefonisch via 050-316 4956.